Grote Oktoberrevolutie is niet meer zo groot: op zoek naar dolkstootlegende

De Oekraïense crisis is niet louter een politiek conflict over de vraag of het sinds 1991 soevereine buurland het recht heeft zich op eigen gezag te dekoloniseren. De crisis is uitgedraaid op een Russische identiteitsqueeste waarbij honderd jaar geschiedenis wordt herschreven.

door Hubert Smeets

De Eerste Wereldoorlog staat daarvoor sinds kort verrassend genoeg ook symbool. Dus niet Tweede Wereldoorlog, die in Rusland als de Grote Vaderlandse Oorlog te boek staat en begrijpelijkerwijs als een heroïsche episode in de geschiedenis wordt gezien. Nee, de Eerste Wereldoorlog, die in Moskou op 1 augustus 2014 grootser werd herdacht dan ooit in de recente Russische geschiedenis. President Vladimir Poetin hield toen ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van het begin van de Eerste Wereldoorlog een herdenkingsrede bij het Monument voor de Helden op Poklonnaja Gora (Berg van Eerbied) in Moskou. Die toespraak was ronduit politiek. Poetin trok 1914 in één lijn door naar 2014.

 PoetinPoklonajaGora

 

De Eerste Wereldoorlog ‘herinnert ons eraan waartoe agressie en egoïsme leiden, als bovenmatige ambities van staatsleiders en politieke elites boven het gezond verstand gaan’, zei hij. Aan de tsaar had het een eeuw geleden niet gelegen. ‘Rusland deed alles om het conflict zonder bloed op te lossen. Maar er werd niet naar Rusland geluisterd. De wereldgeschiedenis kent zo veel voorbeelden van onwil om naar elkaar te luisteren.’

Ondanks al die ontspoorde staatsleiders en elites, bleef het Russische Rijk toch aan zijn ‘bondgenootschappelijke plicht’. Rusland boekte ‘legendarische overwinningen’, zoals het offensief van generaal Aleksej Broesilov in 1916 in het huidige West-Oekraïne, vervolgde Poetin. Maar ‘het geestelijk reveil van ons volk’, de ‘wapenfeiten en offers in naam van Rusland’, gingen teloor in ‘een revolutionaire omwenteling, een broederdodend schisma’.

Dat verlies was geen toeval. Dat was het werk van vreemde krachten, zei Poetin. ‘De overwinning werd het land ontstolen.’ Gestolen door een kracht ‘die opriep tot de nederlaag van het eigen vaderland, van het eigen leger, die zich binnen Rusland bevond, de macht aan stukken scheurde en nationale belangen verraadde’.

Vijfde colonne

Over welke vijfde colonne had de president het? Hij noemde geen namen. Gelet op eerdere toespraken ligt het voor de hand dat hij doelde op de bolsjewieken, al dan niet in een bondgenootschap met liberalen. In zijn rede op 18 maart 2014 om de ‘hereniging’ met de Krim te vieren, verweet hij de communisten zelfs expliciet dat ze 95 jaar eerder de Sovjetrepubliek Oekraïne hadden gesticht en daarmee een misgeboorte hadden gecreëerd. ‘Na de revolutie hebben bolsjewieken significante delen van het historische zuiden van Rusland bij Oekraïne gevoegd’, had Poetin eerder in maart 2014 in zijn Krim-speech in de Sint-Joriszaal van het Kremlin gezegd.

De potentiële dolkstootlegende over de Eerste Wereldoorlog die Poetin in augustus 2014 opperde, werd op de televisie onmiddellijk opgepikt en doorgetrokken. Het journaal Vesti van het staatskanaal Rossija schetste een heel breed en vooral eigentijds kader, alsof er in een eeuw helemaal niets was veranderd. Rusland had de Duitsers en Oostenrijkers aan het oostelijk front heldhaftig bestreden, zodat de Entente aan het westelijke front kon overwinnen. Maar Engeland, Frankrijk en Verenigde Staten hadden nooit de moeite genomen om ‘dankjewel’ te zeggen.

Sterker: wie streek de oorlogswinsten op? Vesti had het antwoord. De Amerikaanse wapenindustrie. De wurgvrede van Versailles was volgens het journaal van Rossija primair bedoeld om de Amerikaanse kredieten terug te betalen. Versailles leidde tot Hitler die vervolgens weer oorlog tegen Rusland ontketende. Sindsdien dringen de VS hun wil op aan Europa. Tot op de dag van vandaag. Europa danst niet alleen met zijn sancties naar het pijpen van Amerika. Ook de Europese rechters vellen tegenwoordig ‘politieke’ vonnissen tegen Rusland. Zie de twee veroordelingen inzake de affaire-Yukos, eerst in Den Haag en later in Straatsburg, betoogde de nieuwslezer in augustus 2014.

Nieuwe geschiedschrijving

Deze interpretatie is ten oude en ten dele nieuwe geschiedschrijving.

Dat Rusland in de beoordeling van de Eerste Wereldoorlog nu ook aan een tweede front behoefte heeft, past in een oud patroon. Als het gaat over de Grote Vaderlandse Oorlog neemt het dralen van de Westerse geallieerden om in West-Europa een tweede front te openen al zeventig jaar een belangrijke plaats in de Russische historiografie. Dat Normandië pas anderhalf jaar ná Stalingrad volgde, illustreert in de Russische canon al veel langer het ‘egoïsme’ dat Poetin in zijn rede bij het nieuwe oorlogsmonument vorige week hekelde.

Maar de in augustus 2014 gelanceerde verraderstheorie gaat verder. Poetin wil kennelijk aannemelijk maken dat de Westerse wereld eigenlijk al honderd jaar tegen Rusland is. De herwaardering van de Eerste Wereldoorlog moet daarom even serieus worden genomen als de rehabilitatie van generalissimo Jozef Stalin afgelopen jaren.

De winkelkasten vol boeken, waarin Stalin als een ‘effectieve manager’ van orde en tucht wordt afgeschilderd of ronduit wordt opgehemeld, zeggen veel over de manier waarop officieel Rusland de laatste jaren naar zichzelf kijkt. Maar de dolkstootlegende over de Eerste Wereldoorlog verdiept het vijanddenken en verbreedt het naar het buitenland. Dat is geen toeval. Op een speciale sessie van de nationale Veiligheidsraad op 22 juli 2014 preludeerde de president al op zijn nieuwe kijk op de Eerste Wereldoorlog. Hij noemde het toen een zegen dat Rusland aan geen enkele ‘alliantie’ meedoet. ‘Goddank. Elk land dat toetreedt tot een alliantie, levert meteen een deel van zijn soevereiniteit in. En dat weerspiegelt bij lange na niet altijd het nationale belang.’

In beide toespraken, die bij het monument en voor zijn veiligheidskabinet, combineert Poetin twee tradities. Hij hunkert (een goed Russisch woord) naar de negentiende eeuw, zoals vorm gegeven op het Congres van Wenen in 1815. Rusland deed toen mee aan het Europese concert. Maar tegelijkertijd hij verlangt juist niet naar het coalitiespel van toen. Qua eenzaamheid spiegelt Poetin zich liever aan de Sovjet-Unie van de jaren dertig van de twintigste eeuw, zoals blijkt uit zijn visie dat het ‘duivelspact’ van Molotov/Ribbentrop in 1939 niet veel meer was dan een antwoord op het verraad van München in 1938.

Bolsjewistische zwendelaars

Nieuw was ook zijn kijk op de Grote Oktoberrevolutie. De potentiële dolkstootlegende, die Poetin zowel over de Eerste Wereldoorlog als over de Oktoberrevolutie ventileert, valt in Rusland in goede aarde. Het communisme is voor de jongeren onder de 25 jaar, de eerste post-Sovjetgeneratie in de post-Sovjetrepubliek Rusland, geen reële optie meer, zelfs geen nostalgie. Deze generatie voelt zich verbonden met een andere staat, een staat die eerder in de traditie van het Russische Imperium staat dan in die van het Sovjetrijk.

Aan de vooravond van de intussen gedegradeerde herdenking van de Oktoberrevolutie geeft Poetin daarvan in november 2014 een helder staaltje ten beste. In een ontmoeting met jonge historici en geschiedenisleraren zegt hij over de bolsjewieken: ‘Zij hebben de maatschappij verneukt, echt waar. Jullie weten het natuurlijk zelf: ‘grond voor de boeren, fabrieken voor de arbeiders, vrede voor het volk!’ Vrede gaven ze niet. Er begon een burgeroorlog. Fabrieken en grond pakten ze af, nationaliseerden ze. Volledige zwendelarij, honderd procent,’ aldus de president.

De president gebruikt een historisch getoonzet antibolsjewisme voor een hedendaags politieke boodschap. Door zich tegen de internationalistische communisten van 1917 te keren, kan het Kremlin zichzelf presenteren als de patroon die garant staat voor nationale stabiliteit.

Noot. Zie ook Hubert Smeets, ‘Poetins nieuwe geschiedschrijving’. NRC Handelsblad, 8 augustus 2014.

Publish the Menu module to "offcanvas" position. Here you can publish other modules as well.
Learn More.