Kritische meningen en onafhankelijke berichtgeving over de oorlog in Oekraïne worden in Rusland in rap tempo gesmoord. Vreedzame protesten worden, vaak met veel geweld, neergeslagen en een aantal draconische mediawetten maken het voortbestaan van onafhankelijke Russischtalige media onmogelijk. Veel buitenlandse journalisten hebben het land verlaten.
Sociale media als twitter en Facebook wordt het werken in Rusland onmogelijk gemaakt. De Russische overheid streeft naar een speciaal Ru.net, dat Rusland van de rest van internet moet kunnen afsluiten.
Op 4 maart namen de Staatsdoema en de Federatieraad een drietal aanpassingen aan het wetboek van strafrecht aan, waardoor het verspreiden van 'desinformatie' kan worden bestraft met gevangenisstraffen tot 15 jaar. Strafbaar wordt ‘het willens en wetens verspreiden van valse informatie over de activiteiten van de krijgsmacht van de Russische Federatie’, ‘het in diskrediet brengen van het gebruik van Russische troepen’ en ‘het oproepen van andere landen tot het opleggen van sancties aan Rusland’.
Op het overtreden van de wet tegen 'nepnieuws’ komt een boete te staan van maximaal 500.000 roebel (3.725 euro tegen de huidige koers) maar in de meest serieuze gevallen kan de wetsschending leiden van 10 tot 15 jaar gevangenisstraf. Al op 7 maart werd tegen een Russin een boete van 30.000 roebel (197 euro) uitgedeeld, omdat zij in een eenmanspiket een bord met het woord 'oorlog' ophield. Of ‘het in diskrediet brengen van de inzet van Russische troepen’ ook betrekking kan hebben op deelname aan protesten tegen de oorlog is onduidelijk.
Na de aanvaarding van de draconische wet besloten veel buitenlandse media het land te verlaten. De resterende onafhankelijke media zoals de Novaja Gazeta en The Bell passen onder protest een vorm van zelfcensuur toe in hun verslaggeving over de oorlog in Oekraïne. Wel doen zij nog verslag van de effecten op de Russische samenleving.
Geweld tegen demonstranten
Met het aantal demonstranten tegen de oorlog in Oekraïne groeit ook het aantal arrestaties en het gebruik van (vaak buitensporig) geweld door binnenlandse veiligheidsdiensten. Op zondag 6 maart werden er volgens de onafhankelijke burgerrechtenorganisatie OVD-info in 56 verschillende Russische steden ruim 4.400 demonstranten opgepakt, waarvan zo’n 1.700 in Moskou. Sommigen zouden zijn geslagen en zijn bestookt met stroomstootwapens.
Apologija Protesta, een organisatie die rechtsbijstand verleent aan gearresteerde demonstranten, meldde meer dan 30 klachten over gebruik van geweld en speciale uitrusting door politie en troepen van de Nationale Garde tijdens het uiteendrijven van protesten op zondag. In verschillende en kantoren van activisten en oppositiefiguren werden invallen gedaan, bijvoorbeeld in het lokale hoofdkantoor van de oppositiepartij Jabloko in de stad Pskov. Volgens OVD-info zouden er sinds het uitbreken van de oorlog zo’n 13.500 mensen tijdens anti-oorlogsdemonstraties in Rusland zijn opgepakt.
Eenmaal in hechtenis lijkt het gebruik van geweld jegens de gearresteerden zich voort te zetten. Zo publiceerde OVD-info een audio-opname van het verhoor van de demonstrante Aleksandra Kaloezjskich, waarin duidelijk te horen is dat zij door meerdere politieagenten geslagen en vernederd wordt. Kaloezjskich werd bij een demonstratie gearresteerd en meegenomen naar het politiebureau van Bratejevo te Moskou. De opname laat horen dat zij gedurende het verhoor meerdere malen door haar ondervragers uitgescholden en geslagen werd toen ze weigerde haar persoonsgegevens kenbaar te maken.
De repressie tegen kritiek over de oorlog gaat ver; Novaja Gazeta berichtte dat afgelopen zondag een twaalfjarige scholier uit Moskou werd opgeroepen voor verhoor nadat hij kritische vragen over de oorlog had gesteld tijdens een geschiedenisles en in de gang ‘Slava Oekraïni’ (‘Glorie aan Oekraïne’, een Oekraïense patriottische leus – red.) had geroepen. De politie klopte later bij de scholier thuis aan en toen hij niet opendeed werd de stroom afgesloten en een briefje achtergelaten dat hij zich moest melden voor verhoor.
Ook onafhankelijke verslaggeving wordt bemoeilijkt door de invoering van een serie verordeningen en wetsaanpassingen met als doel het controleren van informatiestromen rondom de oorlog in Oekraïne. Op de eerste dag van de invasie (24 februari) verordonneerde mediatoezichthouder Roskomnadzor dat alle Russische media verplicht waren ‘alleen informatie en data te gebruiken die zij hebben ontvangen van officiële Russische bronnen.’
De overheid publiceert niet of nauwelijks over Ruslands militaire nederlagen in Oekraïne of de werkelijke aantallen gesneuvelde Russische manschappen en verbiedt het conflict te betitelen als een ‘oorlog’, ‘aanval’ of ‘invasie.’ De 'actie' in Oekraïne moet worden omschreven als 'speciale (militaire) operatie ter verdediging van de Volksrepublieken van Donetsk en Loegansk’. Media die informatie publiceren die afwijkt van de officiële berichtgeving worden afgesloten en beboet.
Einde onafhankelijke pers
Op 3 maart blokkeerde Roskomnadzor de website van de liberale radiozender De Echo van Moskou en haalde vervolgens de zender zelf ook uit de lucht. Het gerenommeerde radiostation, dat werd opgericht na de val van het communisme, zou ‘opzettelijk onware informatie over de acties van Russisch militair personeel’ hebben verspreid, aldus Roskomnadzor.
Ook de onafhankelijke internet-televisiezender Dozjd (TV Rain) ging op zwart, nadat de website van de zender door Roskomnadzor was geblokkeerd. In de laatste uitzending zei hoofdredacteur Natalja Sindejeva dat de zender hoopt terug te keren, maar dat het nog onbekend is in welke hoedanigheid. Hierna toonde men hoe de gehele redactie de studio verliet, terwijl Sindejeva de leus ‘Nee tegen de oorlog’ riep.
Op vrijdag blokkeerde Roskomnadzor ook de websites van (het in Riga gebaseerde) Meduza, Mediazona, 7x7 en de Russischtalige bureaus van de BBC, Radio Liberty, Deutsche Welle en Voice of America. Ook hen werd voor de voeten geworpen dat ze onwaarheden hadden verspreid ‘over de aard van de speciale militaire operatie in Oekraïne, de vorm, de strijdmethoden (aanvallen op de burgerbevolking en civiele infrastructuur), de verliezen van de Russische strijdkrachten en burgerslachtoffers’.
Ook de toegang tot sociale media wordt fors ingeperkt. Roskomnadzor blokkeerde Facebook op grond van 26 gevallen van 'discriminatie' tegen Russische staatsmedia als RT en persbureau RIA. Ook Twitter werd afgesloten, omdat het 'oproepen tot rellen en extremistische activiteiten' zou hebben getolereerd, aldus het staatspersbureau TASS.
De vrees is dat de Russische autoriteiten binnenkort stappen zullen ondernemen om Russische internetdomeinen en -servers af te sluiten van de rest van het wereldwijde internet. De onafhankelijke Wit-Russische website Nexta publiceerde een Russisch overheidsbevel daartoe, getekend door onderminister van Digitale Ontwikkeling, Communicatie en Massamedia, Andrej Tsjernenko. De ingangsdatum zou 11 maart zijn.
Bronnen: OVD-info, Apologija Protesta, Novaja Gazeta,Twitter (Nexta), TASS.