Rusland erkent het recht van de OPCW niet om zelf daders van aanvallen met chemische wapens aan te wijzen. Als het besluit niet wordt teruggedraaid dan zijn ‘de dagen van de OPCW geteld’. Dit is de reactie van de Russische regering op het besluit dat de OPCW met 82 tegen 24 stemmen op 27 juni nam. [Ziehier ons bericht daarover]
Minister van Buitenlandse Zaken, Sergej Lavrov, zei dat Rusland zal proberen om het besluit op de eerstvolgende reguliere vergadering van de Organisatie voor het verbod van chemische wapens te laten annuleren. Als dat niet lukt ‘vrees ik dat de dagen van de OPCW zijn geteld’, aldus Lavrov in een interview voor de Britse televisie. Hij voegde eraan toe dat de OPCW in dat geval ‘althans niet een universele organisatie zal blijven’, suggererend dat Rusland en een aantal bondgenoten de OPCW zullen verlaten. Rusland is vanaf de oprichting van de OPCW in 1997 lid van de organisatie. In totaal zijn 193 landen aangesloten, waaronder ook Syrië.
Zacharova: 'Politieke manipulatie en openlijke chantage'. Foto Mid.ru
Maria Zacharova, woordvoerster van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Moskou, zei dat het besluit onwettig is en dat de organisatie buiten haar mandaat treedt. In krachtige bewoordingen veroordeelde ze de uitbreiding van de bevoegdheden van de OPCW. ‘Als resultaat van politieke manipulatie en openlijke chantage zijn Londen en andere staten, die zogenaamd een versterking van de conventie op het chemische wapenverbod bepleiten, erin geslaagd om hun hatelijke ontwerpresolutie door te drukken.’
Ze baseerde zich vermoedelijk op de uitspraken van de leider van de Russische OPCW-delegatie in Den Haag, ambassadeur Aleksandr Sjoelgin. Hij suggereerde dat delegaties van een tiental kleine eilandstaten omgekocht waren om naar Den Haag te komen en vóór het Britse voorstel te stemmen. ‘Boze tongen beweren dat hun westerse sponsors de uitgaven van deze delegaties hebben betaald en hun toeristische reisje naar Den Haag hebben georganiseerd om het beoogde resultaat te bereiken’, zei Sjoelgin op een persconferentie in Den Haag. ‘De zitting was heel gespannen’, zei hij. ‘Onze westerse partners hebben duidelijk niet volgens de regels gespeeld en ongekende druk op andere landen uitgeoefend. Diplomaten zijn letterlijk als kuddes bij de ministeries van BZ van verschillende landen langsgegaan om druk uit te oefenen, we weten zelfs van gevallen waarin onze nauwe bondgenoten openlijk gechanteerd zijn.’
Op initiatief van Groot-Brittannië en 30 andere landen was tussen 25 en 27 juni een speciale conferentie in Den Haag belegd om de OPCW het recht te geven om voortaan de daders van een chemische aanval aan te wijzen als daarvoor bewijs is gevonden. Tot nog toe mocht de OPCW alleen vaststellen of er ergens chemische wapens zijn ingezet en welke stof daarbij is gebruikt.
Volgens Lavrov is het toekennen van deze bevoegdheid ‘aan het technisch secretariaat van de OPCW’ een schending van het verdrag op het verbod van chemische wapens. Dat recht is alleen de VN-Veiligheidsraad voorbehouden, vindt Rusland. In de V-raad heeft Rusland zijn veto gebruikt om een veroordeling van Syrië als dader van chemische aanvallen tegen te houden.
Rusland verzette zich fel tegen de verandering van het OPCW-mandaat. Het vreest te worden aangemerkt als dader van de aanslag op ex-spion Skripal in Groot-Brittannië en het wil zijn bondgenoot Syrië beschermen.