De organisatie van het WK Voetbal liet weinig te wensen over, de prestaties van het Russische elftal ook amper. Maar dat zijn niet de enige effecten van het grootste sportevenement ter wereld. In een tour d’horizon stelt Andrei Arkhangelsky zich de vraag of en hoe Rusland na het WK zal veranderen.
door Andrei Arkhangelsky
Het Wereldkampioenschap Voetbal in Rusland is overladen met talloze bijkomende factoren die niets met de sport van doen hebben. Zo was het ook tijdens de Olympische Winterspelen van 2014 in Sotsji. Iedereen begrijpt namelijk dat het WK niet over voetbal gaat, maar over iets groters.
Marco van Basten (links achter) en andere mondiale voetbalsterren van weleer eren president Poetin met een speciaal shirtje. Foto Kremlin
De overwinning van het Russische nationale elftal op Spanje (1 juli) draaide dan ook uit op een nationale feestdag. Moskovieten zeggen dat ze Moskou nog nooit zo hebben meegemaakt: onbekenden die elkaar in de armen vielen, zongen, schreeuwden, huilden. De persvoorlichter van de Russische president, Dmitri Peskov, vergeleek deze viering desgevraagd met het verslag van de Overwinningsdag op Duitsland in 1945.
Deze vergelijking is geen toeval. Rusland wordt geleid door mensen wier kindertijd in de jaren zestig lag en wier jaren des onderscheids vielen in de jaren negentig, de tijd dat het Sovjet-imperium uiteenviel. De huidige leiders waren er lang van overtuigd geweest dat het sovjet-project werkte en effectief was. Er moest alleen wat aan de grondslagen worden gesleuteld. Ooit was de Oktoberrevolutie van 1917 dan ook het ideologische fundament van de Sovjet-Unie geweest. Dat kon na 1991 echter niet meer. Als ‘richtpunt’ van het nieuwe Rusland geldt tegenwoordig daarom de militaire overwinning van 1945. In de nieuwe identiteit van Rusland worden alle overwinningen tegen militaire zeges afgezet.
Sport als basis voor natievorming
In lijn hiermee beweerde de Russische politicoloog Andrej Morozov in een commentaar op de stemming tijdens het WK Voetbal dat het Poetin is gelukt uit de brokstukken ‘van het sovjet-volk’ een nieuwe politieke natie te bouwen. Elke sportoverwinning creëert de illusie van een sterker wordende natie. Elke nederlaag berooft de natie van haar pijlers. Dat suggereert namelijk dat de nieuwe ideologische fundamenten onbetrouwbaar zijn, op een illusie berusten.
De nederlaag van het Russische elftal (ze verloren op 7 juli in de kwartfinale van Kroatië) zou dus eveneens een test voor de natie kunnen worden.
Rusland is anders dan Brazilië of Argentinië, waar voetbal bijna een religie is. Je zou denken: wat maakt een overwinning of nederlaag in een partijtje voetbal uit voor een gigantisch land? Toch niet. Het zijn namelijk de Russische machthebbers geweest die de burgers sinds 2014 hebben aangeleerd om willekeurig welk voorval te duiden in het kader van de wereldpolitiek, het kader van de ‘oppositie tegen het Westen’. Alle gebeurtenissen – zowel winst als verlies – worden als een openbaring ervaren, als iets absoluuts en fataals.
Rusland: een beminnelijke etalage
Voor de autoriteiten is het WK voetbal dan ook iets groots. De boodschap van de Russische regering klinkt zo: ‘Tijdens het toernooi verandert de hele wereld in één grote voetbal-arena, alle landen betrekken één positie!’
Wat wil het Russische regime hiermee zeggen? Wat betekent het omgezet in politieke taal? Het betekent: ‘Wij stellen u voor alles te vergeten en Rusland te nemen zoals het is. Wij zijn bereid ons voorspelbaar te gedragen als u bereid bent concessies te doen’.
Alleen al het feit dat het WK in Rusland wordt gehouden is in de ogen van de machthebbers een erkenning van het huidige Rusland: inclusief de Krim en de oorlogen in de Donbas en Syrië. Te meer omdat ditmaal, in tegenstelling tot de Olympische Spelen van 1980 in Moskou, niemand het toernooi heeft geboycot. De door de Europese Unie verlengde sancties vormen weliswaar een antwoord op de interventies in Oekraïne in de zin van ‘nee, we zijn niets vergeten’. Maar aan de andere kant zijn de Franse president Macron en andere Europese leiders overgekomen voor de halve finale. Ze beschouwen Moskou als iets onontkoombaars.
Nikolskaja-straat. Foto Laura Starink
Nikolskaja-straat
Wereldwijd is er intussen waardering voor de goede organisatie van het toernooi en de gastvrijheid. Iedereen is beminnelijk.
Toch is de sfeer tijdens het toernooi niet door het regime gecreëerd, maar door de mensen zelf, die voelen dat ‘de deur naar Europa’ voor eventjes op een kier is gezet. Dat bleek voldoende voor het onmiddellijk ontstaan van enkele belangrijke volksinitiatieven.
De reactie van de gewone man tijdens het WK doet denken aan die tijdens de perestrojka in de jaren tachtig. Taxichauffeurs en barmannen zeggen keer op keer: ‘Buitenlanders blijken net zulke mensen als wij.’ Een verbazingwekkende observatie als je bedenkt dat de grenzen al sinds 1991 geopend zijn. De propaganda lijkt te zijn doorgeschoten: ze heeft ‘het Westen’ zo lang gedemoniseerd dat er voor de buitenlanders een enorme belangstelling is ontstaan, alsof ze van een andere planeet komen.
Belangrijkste symbool voor deze tijdelijke vrijheid is de Nikolskaja-straat in Moskou geworden. De eerste dagen van het WK is het Rode Plein afgesloten geweest. De mensen slaan in die dagen dus intuïtief de Nikolskaja in, dat zo een zelfverklaard vierentwintig-uurs-supportersdomein en informeel centrum van het wereldkampioenschap wordt. Hier kan alles wat voor Russen op gewone dagen uit den boze is. Bijvoorbeeld de hele nacht doorfeesten, liederen zingen, drinken en dergelijke. ‘Wat nu, kan dat zomaar?’ vragen de columnisten zich ironisch af. En Russen zelf ondernemen nu excursies naar Nikolskaja-straat om met eigen ogen te zien ‘hoe wij hadden kunnen zijn’. Belangrijk is dat deze ruimte spontaan is georganiseerd, zonder overheidsbemoeienis.
Stimulerende buitenlandse invloeden
Hoe het ook zij: gedurende een maand zijn in Rusland ongeveer achthonderdduizend bezoekers uit Europa, Azië en Latijns Amerika te gast geweest. Vaak waren dat mensen met een andere politieke cultuur. Zij huiverden niet bij het zien van politie. Zij wisten niet dat ‘de straat’ in Rusland het domein van de overheid is. Ze trokken met trommels de metro in en dansten de samba. Ze brachten een sfeer van vrijheid mee.
Aanvankelijk waren de Russen vol onbegrip. Maar vervolgens gingen ze deze stijl al snel imiteren. Voor wedstrijden begonnen ze ‘Katjoesja’ en andere oorlogsliederen te zingen. Het blijft frappant dat er bij de Russen geen nieuwe, vreedzame liedjes opkwamen om uitdrukking te geven aan de algehele blijdschap. Niettemin is de mate van maatschappelijke vrijheid tijdens dit toernooi ongekend geweest voor het hedendaagse Rusland.
De autoriteiten op hun beurt hebben besloten dit feest niet te verstoren. Russen hebben in verscheidene steden ogenblikkelijk van de vrijheid gebruik gemaakt. Duizenden mensen wisten elkaar zonder de autoriteiten te vinden en te begrijpen. Dat is een belangrijke les.
Een bar in Moskou.
Conservatieve ergernis
Opmerkelijk was ook de aandacht van Russinnen voor de buitenlanders. De columniste Arina Cholina schreef: ‘Het WK voetbal heeft in Rusland een kleine seksuele revolutie uitgelokt.’ Ze verklaart dit als volgt: buitenlanders weten hoe ze moeten glimlachen, versieren, flirten, complimenten geven. Ze weten contact te maken – in tegenstelling tot de lokale, stuurse jongens.'
Dit fenomeen heeft ook een maatschappelijke polemiek opgeroepen. Deze sfeer van bevrijding en toegenomen nieuwsgierigheid naar buitenlanders ergert Russische conservatieven. Op het internet zijn vrijwilligers begonnen lijsten en foto’s te posten met ‘meisjes die zich onfatsoenlijk gedragen met buitenlanders’. Ook dat is geheel en al een volksinitiatief. Conservatieven voelen namelijk dat de propaganda is afgezwakt en hebben behoefte aan nieuwe repressie, een behoefte die een tweede natuur is geworden. Deze repressie is ditmaal verhuld als ‘zorgen om de goede zeden’.
Al met al spreekt hieruit dat de anti-westerse propaganda van de afgelopen jaren niet tot het wezen van de Russische samenleving is doorgedrongen. De Russen zijn vredelievend en vriendelijk.
Supporter zijn of niet?
Supporter van het nationale elftal zijn, is voor een meerderheid van de Russen even vanzelfsprekend als ademhalen. De politiek verdwijnt dan op het tweede plan. ‘Of we nou goed of verkeerd leven, dit is mijn land, daarom sta ik achter onze jongens’. Deze oude leuze is weliswaar al meermalen gelogenstraft. ‘Jouw land’ kan zich vergissen en geen enkel sportief of cultureel succes kan deze vergissingen rechtvaardigen. Maar toch.
De intelligentsia is nu daarom in twee groepen verdeeld. Het ene segment vindt dat je best voor ‘onze jongens’ mag zijn aangezien dit bijdraagt aan een humanisering van de samenleving.
Anderen antwoorden hierop zo: onze jongens steunen is beschamend zolang het oorlog is in de Donbas, Oleg Sentsov [Oekraïense cineast, red] in hongerstaking is in de gevangenis, mensenrechtenactivist Joeri Dmitriëv [medewerker van ngo Memorial, red] in hechtenis zit. Het voetbalelftal is onlosmakelijk verbonden met de heersende macht, bij de recente verkiezingen waren voetballers gevolmachtigden [deze ‘vertrouwenspersonen’ spelen een speciale rol tijdens verkiezingen in Rusland, red] van Vladimir Poetin. Het is onmogelijk ‘zomaar achter je land te staan’, omdat je dan automatisch het regime steunt. Deze laatste positie staat in een oude traditie.
De dichter Lev Rubinstein schrijft: ‘Sinds 1968 waren we allemaal fanatiek aanhanger van het Tsjechische ijshockeyteam’. Nadat sovjet-tanks ‘de Praagse lente’ hadden onderdrukt, werd het in de intelligentsia traditie om voor Tsjechische sportlieden te zijn, dat werd een vorm van geheim protest. Rubinstein meent zelfs dat het bijvoorbeeld in Duitsland eind jaren zestig niet bon ton was om je te verheugen over een overwinning van het eigen nationale voetbalelftal, omdat velen bevreesd waren voor een opleving van ‘patriottische hysterie’. Na de uitschakeling van Rusland brengen velen soortgelijke argumenten naar voren in hun uitleg waarom ze niet voor het Russische team waren. Degenen die geen supporters van ‘onze jongens’ willen zijn, worden in de sociale media verbaal veroordeeld, maar vooralsnog is het daarbij gebleven.
President Poetin luistert naar Peter Schmeichel, voormalig doelman van het Deense elftal. Foto Kremlin
Buiten de kring van intellectuelen komt daar nog iets bij. Het is in Rusland traditie om te schelden op de voetballers van het eigen nationale team. Toen deze spelers het zich twee jaar geleden permitteerden na een nederlaag een luxe feestje te vieren, riep dat een golf van verontwaardiging op in de sociale media. Na twee overwinningen, tegen Saoedi-Arabië maar vooral tegen Spanje, is er veel veranderd: voor het eerst bereikte Rusland de kwartfinale. Nu worden er reportages over het team gemaakt en ter ondersteuning flashmobs georganiseerd. Poetin en Medvedev spraken na de uitschakeling hun steun uit voor het team – als wenk aan alle anderen.
Het Russische elftal heeft werkelijk goed gepresteerd. Misschien dat men zich nu anders gaat opstellen tegenover de spelers.
In plaats van hervormingen
In de rest van Rusland weet het toernooi intussen alles te overschaduwen. Niet toevallig besloot de overheid een pijnlijke hervorming – de verhoging van de pensioensleeftijd – vlak voor aanvang van het WK bekend te maken. In het Kremlin weten ze dat er nu geen oproer zal uitbreken. Hoewel het protest van de gewone man groot is en mensen al naar protestvergaderingen gaan, heeft het voetbal op dit moment toch voorrang. In steden waar het toernooi plaatsvindt zijn alle demonstraties trouwens verboden, al zijn de Moskouse autoriteiten bereid het Sokolniki Park voor demonstranten open te stellen.
Hoewel de organisatie van het toernooi zeker een succes is, klagen gepensioneerden stilletjes dat het beter was geweest als het kolossale bedrag voor het WK aan hen was besteed.
Dat laatste is een gepasseerd station. De stadions zijn gebouwd en het toernooi is bijna voorbij.
De regering rekent erop dat ook de regio’s aan de WK-bezoekers verdienen. Volgens de algemeen directeur van het organisatiecomité van Rusland 2018, Aleksej Sorokin, wordt de opbrengst van het WK voorlopig geschat op 1 procent van het nationaal inkomen. Mogelijk zal dit aandeel nog stijgen.
Maar of dat geld ten goede komt van de regio’s? De Russische centrale overheid heeft geleerd zorgvuldiger te werk te gaan en compromissen te sluiten met de regio’s. De vraag wordt niettemin hoe de stadions na het WK benut gaan worden. De organisatoren beweren dat ze het grondgebied rond de stadions zullen ontwikkelen. In Rostov aan de Don en Kaliningrad zijn nieuwe wijken ontstaan. Maar voor de regio’s kan het juist daarom wel moeilijker worden om van het Kremlin steun te krijgen voor sociale programma’s.
Verandert Rusland na WK?
Blijft de vraag: hoe verandert het voetbalkampioenschap op termijn Rusland zelf? Het enige wat er met zekerheid over valt te zeggen is dat dergelijke ontmoetingen ‘met de wereld’ voor Rusland tot nu toe nooit zonder gevolgen zijn gebleven. Na het Wereldjeugdfestival in 1957 in de Sovjet-Unie doken er aanhangers van een westerse levensstijl op. Vijf jaar na de Olympische Spelen van 1980 begon de perestrojka.
Niemand in Rusland kan dus zeggen welke invloed dit toernooi zal hebben op de toekomst. Dat is het verbazende: je kunt de economische effecten doorrekenen, maar de emotionele effecten zijn niet te meten. Maar dat het WK Voetbal iets teweeg zal brengen, dat staat vast.
Vertaling: Gerard van der Wardt