Mocht Georgië toch nog lid worden van de NAVO, dan ‘provoceert’ het volgens premier Dmitri Medvedev een ‘verschrikkelijk conflict’. 'Uitbreiding van de NAVO is ongetwijfeld een gevaar voor Rusland', aldus Medvedev in een interview. Het beleid van de NAVO is er volgens hem nog steeds op gericht om Rusland te 'omsingelen'.
Georgische sluipschutters in vijfdaagse oorlog. Photo Wikimedia
Ter gelegenheid van de tiende verjaardag van de vijfdaagse oorlog tussen Rusland en Georgië, die begon op 7 augustus 2008 en eindigde in een militaire nederlaag voor Georgië, zei de Russische premier in een radio-interview dat het ‘onbegrijpelijk’ is waarom de voormalige sovjetrepubliek Georgië lid zou moeten kunnen worden van de Atlantische alliantie.
Dit radio-interview bevatte enkele passages uit een langer vraaggesprek met de zakenkrant Kommersant. In dat kranteninterview legt Medvedev geen direct verband met het feit dat de NAVO vier maanden eerder op een top in Boekarest had besloten om Georgië en Oekraïne ooit de kans te geven zich bij het westerse bondgenootschap aan te sluiten. Maar volgens de premier speelden de Verenigde Staten wel een belangrijke rol in de aanloop naar de oorlog. Toenmalige president Mikheil Saakasjvili van Georgië 'gedroeg zich misdadig', aldus Medvedev, en liet zich leiden door de 'russofobe' krachten rond de Amerikaanse vicepresident Dick Cheney. Als Saakasjvili was gaan onderhandelen over een confederale aanpak van de etnische tegenstellingen binnen Georgië zou alles anders hebben kunnen lopen. De vijfdaagse oorlog in augustus 2008 ‘was niet onvermijdelijk’, aldus Medvedev, die doet alsof hij in 2008 volledig in charge was en niet de net teruggetreden Vladimir Poetin die toen premier was.
Het jaar 2008 was niettemin wel een sleuteljaar. In Roemenië besloot de NAVO weliswaar om Georgië en Oekraïne juist niet toe te laten tot het zogeheten Membership Action Plan (MAP), het voorportaal van echt lidmaatschap. Maar de deur stond in theorie op termijn wel open. ‘Not whether, but when’, aldus toenmalig NAVO-secretarisgeneraal Jaap de Hoop Scheffer. Zijn opvolger Jens Stoltenberg herhaalde tien jaar later na een officieel bezoek van de Georgische premier Mamoeka Bachtadzena aan de NAVO in juli 2018 dat Georgië in principe nog steeds lid van het bondgenootschap kan worden. ‘De Zwarte Zee is strategisch belangrijk. De NAVO en Georgië voeren hun samenwerking in de regio op’, aldus Stoltenberg. Volgend jaar is er een gezamenlijke militaire oefening.
Militaire manoeuvres in augustus 2008. Illustratie Wikimedia
De vijfdaagse oorlog van 2008 markeerde een omslag in de buitenlandse politiek van Rusland. President Vladimir Poetin had die omslag anderhalf jaar eerder al aangekondigd in een toespraak voor de Münchner Sicherheitskonferenz begin 2007. Poetin brak daar de staf over de uitbreiding van de NAVO in oostelijke richting en de Pax Americana sinds het einde van de Sovjet-Unie in 1991. Poetin was een jaar later geen president meer. Die functie werd tussen 2008 en 2012 vervuld door Dmitri Medvedev, die strikt genomen verantwoordelijk was voor de militaire operatie in Georgië. Maar de interventie lag wel in lijn met Poetins speech in München.
Epicentrum van de strijd was Zuid-Ossetië, een in 1991 eenzijdig afgescheiden provincie die toenmalig president Mikheil Saakasjvili anderhalf decennium later dacht te kunnen heroveren. Maar ook Abchazië, de andere Georgische provincie die zich tijdens de onttakeling van de Sovjet-Unie wilde losmaken van Tbilisi, werd in de oorlog betrokken door de Russische luchtmacht en vloot. Sindsdien zijn Zuid-Ossetië en Abchazië zelfverklaarde onafhankelijke staten, die alleen worden erkend door Rusland zelf, Nicaragua, Venezuela, Nauru en Syrië.
Aan de vooravond van de tiende verjaardag van de vijfdaagse oorlog is de Russische krijgsmacht begonnen met legeroefeningen in onder meer Abchazië, waarbij een mogelijke invasie vanuit de Zwarte Zee moet worden afgeslagen. Aan de oefening doen volgens persbureau Tass ongeveer 2500 militairen mee.
Volgens onderzoek van sociologisch instituut Levada wijt 58 procent van de Russen het uitbreken van de oorlog aan Georgië of de NAVO. Slechts 8 procent vindt dat Rusland en Zuid-Ossetië de hand hebben gehad in het conflict. Het aantal mensen dat meent dat Moskou geen enkele blaam treft, is wel iets afgenomen van 70 naar 59 procent. Ruim een vijfde (22 procent) gelooft dat de provocaties vanuit Georgië Rusland niet slecht uitkwamen.