De staat lijkt in Rusland almachtig, maar Russen zijn meesters in onder het maaiveld duiken. De Russische website InLiberty wijdde een themanummer aan dit escapisme. Maar niet alleen gewone Russen onttrekken zich aan de overheid, ook zij die onderdeel uitmaken van het systeem gebruiken de staat voornamelijk ten eigen gerieve. De staatsmoloch is er om te foppen, te gebruiken voor eigen gewin en gunsten te verdelen. En leven doe je niet naar de wet, maar volgens ongeschreven codes, aldus Laura Starink.
Het potvissenskelet in Zvjagintsevs film Leviathan staat symbool voor de almacht van de staat
door Laura Starink
Wie over Rusland leest krijgt gauw de indruk dat de staat almachtig is en dat het Kremlin de teugels goed in handen heeft. Dat geldt zeker voor het geweldsmonopolie. Hoeveel protestdemonstraties corruptiebestrijder Navalny ook organiseert, de deelnemers zijn bijna altijd vreedzame burgers en het knuppelen, molesteren en arresteren gaat uit van de politie.
Maatschappelijk protest is in Rusland zelden gewelddadig, maar dat betekent niet dat de gemiddelde Rus een gehoorzame burger is. Integendeel. Russen zijn meester in escapisme. Je onttrekken aan het gezag is al eeuwen een beproefde overlevingskunst en daar is ook onder de geliefde Poetin geen einde aan gekomen. Als de overheid nooit jouw kant kiest, hoeft ze van jou immers ook geen solidariteit te verwachten.
De interessante Russische site Inliberty maakte daarover een mooi themanummer met de titel Begstvo. Letterlijk betekent dat vlucht, maar escapisme of 'van de radar verdwijnen' is in dit verband een betere vertaling. Uit sociologisch onderzoek blijkt dat maar liefst 94% van de Russen er geen enkel vertrouwen in heeft dat de staat voor ze zal zorgen. Dus moet je dat zelf doen.
Miljoenen burgers proberen in hun dagelijks leven zo min mogelijk met de overheid te maken te hebben. Ze leven zo autarkisch als maar kan en ze hebben een soort zesde zintuig ontwikkelt om de eindjes aan elkaar te knopen. Er spreekt een diepgeworteld wantrouwen uit jegens de overheid en dat is voor het Kremlin een probleem. Koppel dat aan de propaganda van de staatstelevisie en je kunt je voorstellen dat de machthebbers in Rusland niet echt weten wat er leeft onder de mensen.
Autarkie
Volgens filoloog Maksim Troedoljoebov, de samensteller van het themanummer, probeert 55% van de bevolking contact met de overheid koste wat het kost te vermijden. ‘Volgens verschillende bronnen zijn 30 tot 40 miljoen mensen van de 72 miljoen werkende Russen actief in sferen die niet door de staat worden waargenomen – dat wil zeggen: ze zijn zelfvoorzienend en wachten niet tot iemand hun problemen voor ze oplost.’
Deze cijfers staan in opmerkelijk contrast met de wijdverbreide opvatting dat de homo sovieticus geen enkel initiatief toont en altijd zit te wachten op Vadertje Staat, door Troedoljoebov, verwijzend naar Thomas Hobbes, de Leviathan genoemd. De filosoof Hobbes was de eerste die het bijbelse zeemonster in zijn gelijknamige boek model liet staan voor de staatsmoloch. In Rusland denkt men bij Leviathan tegenwoordig eerder aan de film van Sergej Zvjagintsev waarin de hoofdpersoon slachtoffer wordt van een corrupte burgemeester die hem laat opsluiten om hem zijn huis te kunnen ontnemen – het eeuwige gevecht van het individu tegen de staatsmacht.
‘Mensen hebben hun wetgevers niet zelf gekozen en hebben geen idee wie de spelregels heeft gemaakt,’ schrijft Troedoljoebov. ‘Wie geen aandeel heeft gehad in het opstellen van die spelregels licht er met het grootste gemak de hand mee. Dat is des te makkelijker waar het de blinde vlekken van de Leviathan betreft: de staat weet niet hoeveel bezit iemand heeft, weet niet waaraan mensen geld uitgeven, heeft geen idee waar mensen wonen, kan niet differentiëren wanneer ze hulp verdeelt, kan geen misdrijven oplossen – maar zet ze overigens wel zelf in scène, om vervolgens aan te tonen dat ze in staat is ze op te lossen.’
Dit alles geeft de burger een onmetelijk grijs gebied om onder het maaiveld te opereren, in de grijze economie, in eigen netwerken, met ritselaars en regelaars en volgens zelfbedachte wetten en codes. Zo geeft de overgebureaucratiseerde maar inefficiënt werkende staat de mensen vreemd genoeg een grote vrijheid om onder te duiken. De Leviathan is gemakkelijk te foppen.
De zwarte markt van de garazjniki
Wat zijn dat dan voor sferen die de halfblinde Leviathan niet ziet? Er zijn dorpen in Siberië die zo hardnekkig opteren voor autarkie dat ze zelfs de aanleg van electriciteit of wegen door de overheid belemmeren. Dat zijn natuurlijk uitzonderingen, maar in de steden bestaan hele netwerken van handwerkslui die opereren op de zwarte markt. Zo heb je de arbeidersklasse van de garazjniki, de garagisten, een bijzonder ondernemend volkje dat in zijn eigen biotoop onzichtbare handeltjes drijft.
In het hart van Moskou bij de Staatsuniversiteit floreerde jarenlang het garagecomplex ‘Wetenschap’, door onderzoekers Aleksandr Pavlov en Taras Jevtsjenko een ‘staat in de staat’ genoemd, met eigen grenzen en regels over, bijvoorbeeld, het gebruik van illegaal afgetapte electriciteit.
‘Daar was alles voorhanden: de meest uiteenlopende handel, een eigen onafhankelijke infrastructuur en mensen die er zorg voor droegen dat de overheid niet kwam neuzen, en een eigen hiërarchie van respect voor elke vorm van activiteit, gebaseerd op de marktwaarde van hun concrete vaardigheden.’
‘Wie geen aandeel heeft in het opstellen van de spelregels licht er met groot gemak de hand mee'
Volgens berekeningen van Pavlov en Jevtsjenko draait in grote, maar minder welvarende steden in Rusland wel zo’n 15% van de economie op dit soort illegale handwerkslui, waarbij garazjnik uiteraard staat voor een veel breder palet aan hand- en spandiensten.
Met het complex ‘Wetenschap’ liep het overigens slecht af: het werd op last van de Moskouse burgemeester Sobjanin weggebulldozerd. ‘De garazjniki weken met hun klanten uit naar kelders en dorpen onder de rook van Moskou.’
Uiteraard draait veel in die schemereconomie om ruilhandel en dat is een sterke erfenis uit de sovjet-tijd, toen defitsit (tekort, gebrek) een alledaags verschijnsel was en de gaten in de centraal geleide planeconomie werden gevuld met behulp van barter-deals tussen bedrijven. Als jij mij schroeven levert, dan krijg je van mij een partij autobanden of schaarse medicijnen.
Volgens Dmitri Travin, onderzoeker van de Europese Universiteit in Sint Petersburg, leidde de inefficiëntie van de communistische vijfjarenplannen tot een enorme noodgedwongen creativiteit in de samenleving. De staat speelde daarbij maar een marginale rol. ‘Het verdedigen van de belangen van de staat was voor niemand voordelig, want zij vertegenwoordigde een zinloze machine die werkte voor het abstracte doel van de verwezenlijking van het communisme, waar allang helemaal niemand meer in geloofde.’ Travin herinnert zich de late USSR als volgt: ‘We leefden in een strict onmenselijke staat, maar richtten daar naar eigen believen ons persoonlijke hoekje in.’ Een gevleugelde uitspraak uit de sovjet-tijd was: 'Wij doen net of we werken en de staat doet net of ze ons betaalt.'
Toen Michail Gorbatsjov begin jaren '80 als partijsecretaris van Stavropol persoonlijk stad en land moest afbellen om de lege schappen in de winkels via ingewikkelde ruilhandeltjes gevuld te krijgen, besloot hij tot de perestrojka. Maar de deals zijn ook na de val van het communisme gebleven.
Ook officials opereren zwart
Werken in de grijze economie is echter niet alleen voorbehouden aan mensen die geen deel willen uitmaken van het systeem. De Leviathan biedt juist bij uitstek ook de sistemniki (ambtenaren, gezagsdragers) talloze mogelijkheden om het bloed uit de zieltogende walvis te zuigen, zegt Troedoljoebov. En de politiek leider van het land maakt daar handig gebruik van door gunsten te verlenen aan zijn vertrouwelingen.
‘Het oog van de heer’ is sluw, citeert Troedoljoebov de bijbel. ‘Het helpt hen die aan de macht zijn elkaar en de staat te manipuleren: zo kun je bijvoorbeeld vijanden vernietigen onder het mom van de strijd tegen de corruptie en andere privékwesties regelen onder het alibi van het bereiken van publieke doelen’.
Ex-minister van Economische Zaken Oeljoekajev in de rechtszaal. Hij werd tot 8 jaar kamp veroordeeld wegens steekpenningen (foto Moscow Times)
Ik geef daarvan op eigen gezag twee voorbeelden: toen minister van Economische Zaken Aleksej Oeljoekajev zich in 2016 verstoutte kanttekeningen te plaatsen bij de overname van oliebedrijf Basjneft door monopolist Rosneft van de machtige Poetin-croony Igor Setsjin, liet deze hem in de val lopen door hem persoonlijk twee koffers met 2 miljoen dollar in handen te stoppen. Oeljoekajev kreeg 8 jaar en de Russische elite reageerde angstig en geschokt.
En Poetin gunde zijn oude vriend Arkadi Rotenberg de bouw van de Kertsj-brug van het Russische vasteland naar de Krim, onmisbaar voor de overleving van het genaaste schiereiland. Aanbesteding van dit soort mega-bouwprojecten is een exclusief voorrecht van het Kremlin.
‘Waarom zou je dus niet van haar [de Leviathan – LS] houden, ze is je voedster?’ concludeert Troedoljoebov. Maar er is één probleem: ‘Er is geen enkele garantie op die mogelijkheden om je te verrijken en je te verstoppen.’ Rusland mist elk elementair beschermingsmechanisme voor de burger. Vrijheden moeten beschermd worden door de wet maar de Doema (het parlement) neemt geen wetten aan die dat ten doel hebben.
Indrukwekkend als de Leviathan er uitziet, zegt Troedoljoebov, is zij in werkelijkheid een ‘zwak en angstig wezen, dat gevoelig is voor vleierij’. Eenieder vreet er zich zat aan, maar kan zich ook gemakkelijk overeten. Het is een gevaarlijk feestmaal.
Omvangrijke schaduweconomie
Corruptie is uiteraard geen exclusief Russisch verschijnsel. Toen een Oekraïense econoom me post-Majdan eens wilde uitleggen hoe dat werkt, zei hij: 'Corruptie is in driekwart van de wereld eigenlijk gewoon een manier om de economie gaande te houden. Onze economie draait daarmee alleen op een iets lager beschavingsniveau dan die van jullie. Jullie denken dat het Westen met zijn transparantie en good governance de norm is, maar in de hele wereld zijn juist jullie de uitzondering.'
In de internationale wetenschap noemt men het illegale schemergebied van de grijze economie wel de ‘non-observed economics’ en die wordt, aflopend in ernst, onderverdeeld in crimineel, illegaal, zwart werk en produktie voor eigen gebruik (in Rusland leven nog steeds hele dorpen van de moestuin). Naar schatting gaat hier wereldwijd meer dan een kwart van het opgetelde BBP in om. Voor 2015 becijferden westerse economen dat op $20 triljoen. Volgens econome Olga Koevsjinova bestrijkt de schaduweconomie in Rusland meer dan 33% van het BBP en daarmee plaatst het zich tussen landen in Latijns-Amerika en Afrika.
De hoofdpersoon van Leviathan, gespeeld door Aleksej Serebrjakov, wil zijn huis niet uit en wordt daarom de cel ingegooid.
Socioloog Simon Kordonski van de prestigieuze Moskouse Hogere School voor Economie legt in het themanummer van InLiberty uit waarom westerlingen doorgaans niet begrijpen hoe Rusland in elkaar steekt. In Rusland opereren twee systemen langs elkaar heen. Er zijn wetten, die niet gehandhaafd worden, of gebruikt worden voor persoonlijke afrekeningen. En er zijn ponjatija, ongeschreven codes, onderlinge afspraken om dingen voor elkaar te boksen. Zjit po ponjatijam (leven volgens de codes) is overleven buiten de wet om, zegt Kordonski. Ook dat is een erfenis uit de sovjet-tijd. Niet voor niets kent het Russisch het spreekwoord: закон — что дышло: куда повернёшь — туда и вышло (‘de wet is als een disselboom, waarheen je hem wendt, daarheen ga je’).
‘In de sovjet-tijd loste de partij-organisatie problemen niet op volgens de sovjet-wetten, maar volgens het “partijgeweten”, dat wil zeggen volgens eigen codes,’ zegt Kordonski. ‘En zoals alle problemen destijds door het partijbureau werden opgelost, zo worden ze nu opgelost door serviceverleners uit de burgermaatschappij. Dat zijn mensen die een positie hebben in het systeem, elkaar treffen in het badhuis, in het restaurant, bij de jacht, het vissen, samen uitgaan – en dan hun problemen oplossen.’ Ook dit is natuurlijk niet een exclusief Russisch verschijnsel, maar dit onofficiële circuit is in Rusland vele malen belangrijker dan in een gemiddelde westerse rechtsstaat. Dat maakt het leven behoorlijk ingewikkeld.
Het systeem is zeer ondoorzichtig en dat leidt tot grote willekeur, zegt Kordonski. Dat wordt nog eens gecompliceerd door het feit dat de Russische taal drie niveaus kent die weinig raakvlakken hebben. ‘Je hebt de officiële taal, de taal van de documenten, waarin de overheid tot ons spreekt. Dan is er de taal die zich tegen die overheid verzet, de taal van de waarheid, de taal van Sacharov. Dat is de taal waarin men leuzen schreeuwt op demonstraties. En dan is er mat [crimineel jargon – LS].’ Je moet die drie Russische dialecten beheersen om te begrijpen waarover je gesprekspartner het heeft. Ook Poetin valt als hij zijn zelfbeheersing verliest bij tijd en wijle terug op die straattaal. Zo beloofde hij eens Tsjetsjeense terroristen die aanslagen pleegden eigenhandig ‘door de plee te trekken’. En nadat zijn verzekering dat Bosjirov en Petrov gewone sovjet-toeristen waren in Salisbury en geen geheim agenten onderuit was gehaald door de onthulling dat GROe-officier Bosjirov (in het echte leven heet hij Tsjepiga) in het Kremlin vermoedelijk door hemzelf was gedecoreerd, noemde hij ex-spion Skripal een landverrader en een podonok (stuk vuil).
Rentetrekkers
Een samenleving die volgens ongeschreven codes leeft is moeilijk te besturen. In Rusland (en Oekraïne) bestaat daarvoor een netwerk van smotrjasjtsjije, toezichthouders, runners, avtoritety (zo noemt de criminele wereld zijn leiders), die bepalen of iemand zich wel aan de regels houdt. Als een avtoritet jou komt vertellen dat je de code hebt doorbroken heb je een serieus probleem. De termen ‘corruptie’ of ‘afpersing’ vindt Kordonski voor deze omgangsvormen ontoereikend. Hij noemt het liever ‘corporatieve rente’: schimmige mensen met macht eisen 'rente' in ruil voor verleende diensten. Welke instelling in dit eeuwigdurende gevecht om geld en macht boven ligt is onduidelijk. Het is een systeem van crimineel cliëntelisme, dat minder hiërarchisch is dan een Italiaanse maffiaclan.
‘Ik zat eens op een vergadering naast een generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken,’ vertelt Kordonski. ‘Jelena Panfilova, onze strijdster tegen de corruptie [zij was de oprichter van de Russische afdeling van Transparency International – LS], hield een toespraak over otkat (afdracht, steekpenning) als vorm van corruptie. De generaal zat te luisteren en porde me toen in mijn zij en zei: “Wat een stom wijf hè? Als er geen otkat is komt alles tot stilstand”. Otkat – dat is die opgeëiste rente. Diensten worden niet gratis verleend. Er is grote concurrentie om de rijkdommen van het land. Als je een bepaald goed verwerft dan draag je een deel af aan degene die het je verstrekt. Vergelijk het met de rente die een bank van je vraagt.’ Met dit verschil: de afdracht is illegaal.
Ter verduidelijking voor de Nederlandse lezer: hoewel minister Oeljoekajev uiteindelijk instemde met de verkoop van oliebedrijf Basjneft aan CEO Setsjin, nam de laatste toch wraak op de inbreuk van de minister op de omgangscode. Dus lokte Setsjin hem in de val met die koffers, die bij de minister geen alarmbellen deden rinkelen. Een tegenprestatie is immers business as usual.
Wel verbazingwekkend was dat Setsjin hem vervolgens door de FSB liet inrekenen. Oeljoekajev noemde het op zijn proces matennaaierij en zei dat hij ervan was uitgegaan dat de koffers de gebruikelijke presentjes als worst en wijn bevatten. Erg overtuigend klonk dat verhaal overigens niet; de koffers waren loodzwaar. Setsjin zelf weigerde tot vier keer toe als getuige naar de rechtbank te komen. Hij had het ‘te druk’. Maar hij ontstak in grote woede toen het Openbaar Ministerie op de zitting het afgetapte gesprek tussen beide heren afdraaide, waaruit bleek dat dit soort deals in het zakenleven inderdaad de normale gang van zaken is. Het proces had achter gesloten deuren moeten worden gehouden, brieste hij. Ongewild gaf Setsjin in de rechtszaal zo een inkijkje in de mores van het bedrijfsleven.
Aan het slot van Leviathan moet het huis wijken voor een kerk. Staat en kerk spannen samen tegen het individu, dat zich niet aan de codes houdt.
Er zijn dus volgens Kordonski twee werelden: die van de wet en die van de ongeschreven codes. Waar kruisen die elkaar? In de rechtszaal. Overtreding van de codes wordt afgestraft met behulp van de rechter en ook daarmee onderscheidt Rusland zich van de gemiddelde maffiastaat. ‘Dat is geen anarchie. Leven volgens de codes is een hele stricte orde. Vroeger [in de Stalin-tijd – LS] werd je geëxecuteerd als je de code doorbrak, nu krijg je het Wetboek van Strafrecht aan je broek.’ Dit systeem, zegt Kordonski, is onmogelijk langs een westerse meetlat te leggen en daarom zijn pogingen om de rechtsstaat uit westerse democratieën in Rusland te importeren tot mislukken gedoemd.