Ramzan Kadyrov bewaart de rust in Tsjetsjenïe door geweld en omkoping. De laatste jaren fungeert hij als Poetins waakhond tegen Ruslands liberale oppositie. Kadyrov permitteert zich veel meer vrijheden dan andere etnische leiders in Rusland. Zolang er geen alternatief voor hem is, blijft hij Poetins man.
door Michael Kemper
In de westerse pers staat Ramzan Kadyrov (geboren 1976) vooral bekend als Poetins trouwe vazal in Tsjetsjenië die zijn republiek met ijzeren hand regeert. Na twee onafhankelijkheidsoorlogen (1994-1996, en 1999 tot circa 2004) is Tsjetsjenië inderdaad nu al meer dan tien jaar weer onder de controle van het Kremlin, dankzij Ramzan. Met geld uit Moskou heeft Kadyrov het verwoeste Grozny en andere steden weer opgebouwd en met hulp van de Russische strijdkrachten en inlichtingendiensten heeft hij vele islamitische strijders van het Kaukasische Emiraat verjaagd of uitgeschakeld. Met zijn extravagante manier van machtsvertoon is Kadyrov populair bij grote delen van de Tsjetsjeense jeugd en als promotor van de islam neemt hij de wind uit de zeilen van de islamitische militante bewegingen. Ook buiten de grenzen van Tsjetsjenië noemen vele moslims hem de grootste leider van de islam in de Russische Federatie.
Ramzan Kadyrov tijdens bezoek aan de Jordaanse hoofdstad Amman. Foto Zaid Saadallah
Patriarchale waarden, islamitische symbolen
Ramzan beklemtoont dat Tsjetsjenië zich nooit zal afscheiden van Rusland en hij respecteert dat de Russische Federatie een seculiere staat is. Maar tegelijkertijd doorloopt Tsjetsjenië een proces van traditionalisering en islamisering, met de nadruk op het bevorderen van patriarchale waarden en islamitische symblolen. De nieuwe moskee in Grozny wordt in Tsjetsjenië als de grootste moskee van Europa beschouwd en onder Kadyrov heeft Grozny een grote islamitische universiteit gekregen.
Kadyrov steunt de traditionele Soefi-islam van de Kunta-Hadjdji broederschap die in zijn land vele aanhangers heeft en die door salafistische islamisten verketterd wordt. In het openbaar en privé eist Kadyrov dat vrouwen een hoofddoek dragen en toont hij begrip voor eermoorden en polygamie. Tegelijkertijd beklemtoont hij dat Tsjetsjenië zich houdt aan de seculiere grondwet van de Russische Federatie.
Kadyrovs regime steunt op zijn persoonsverheerlijking en op een persoonlijke manier van bestuur die instituties bewust zwak houdt en die loyaliteit kan eisen door het verdelen van de aanzienlijke sommen die Moskou ter beschikking stelt. Hij kan zich dit permitteren zolang het Kremlin geen alternatief ziet.
In de voetsporen van z’n vader
Ramzan werd leider in de voetsporen van zijn vader, maar die had een heel ander profiel. Ahmet Kadyrov was het islamitische opperhoofd van Tsjetsjenië tijdens de onafhankelijkheid; in de eerste oorlog vocht hij tegen Moskou en verklaarde hij Rusland de djihad. Maar nadat de Tsjetsjenen Jeltsins troepen hadden verdreven, in 1996, waren het de lokale warlords (zoals Sjamil Basajev en Emir Chattab) die in Tsjetsjenië de macht hadden. De centrale overheid, onder de gematigde Maschadov, was zwak. De islamisten ondermijnden het zwakke vredesakkoord met Moskou door een serie van bloedige aanslagen in Rusland. In Tsjetsjenië verspreidden ze hun radicale salafistische islam die de mystieke soefi-broederschappen, waar Ahmet Kadyrov bij hoorde, als ketterij bestempelden. Kadyrov kon dit als moefti van Tsjetsjenië niet tegenhouden en zocht zijn heil in een vlucht naar Moskou. Na de Russische verovering van Tsjetsjenië - Poetins eerste krachtige daad die hem in Rusland populair maakte en die hem in 2000 de presidentsverkiezingen liet winnen - maakte het Kremlin Ahmet Kadyrov tot leider van Tsjetjenië. Dit maakte deel uit van de ‘Tsjetsjenisering’ van de strijd tegen de rebellen. Maar in 2004 werd Ahmet Kadyrov slachtoffer van een bomaanslag; na een tussenperiode kwam Ramzan aan de macht, en werd in 2007 tot president gekozen (in verkiezingen die zeker niet volgens het boekje verliepen).
Poetins waakhond
Ramzan heeft een achtergrond als warlord en bodyguard in dienst van zijn vader. Sommigen van zijn tegenstanders werden zelfs in de straten van Moskou, Wenen en in Qatar vermoord. Anna Politkovskaja en anderen hebben hem beticht van systematisch geweld tegen tegenstanders. Ook Politkovskaja liet haar leven. Duidelijk is dat Kadyrov de afgelopen jaren ook als Poetins waakhond tegenover de liberale oppositie in Rusland fungeert. Zijn twitterberichten en instagrams bevatten directe en indirecte bedreigingen tegen Poetins politieke tegenstanders. Boris Nemtsov werd op 27 februari 2015 in Moskou vermoord door een Tsjetsjeen uit Kadyrovs directe omgeving. Maar Kadyrovs mogelijke betrokkenheid daarbij werd weer niet opgehelderd.
Bloemen op de plaats waar Boris Nemtsov werd vermoord. Foto Savvapanf
Maar niet minder belangrijk dan openlijk geweld is het omkopen van tegenstanders; de paradox van Tsjetsjenië is dat het gerund wordt door de voormalige oppositie, zoals Alexei Malasjenko van het Carnegie Instituut in Moskou, het doeltreffend beschreef. Dit is mogelijk door de directe geldstroom uit Moskou, die dan via clanstructuren en politieke allianties intern verdeeld wordt.
Islamisten vechten in Syrïe
Zijn voormalige hoofdvijand, de voormalige Tsjetsjeense islamitische militaire ondergrondse die zich manifesteerde als het aan al-Qaida gelieerde ‘Kaukasische Emiraat’, stelt sinds 2013 niet meer veel voor. Meerdere opeenvolgende Emiraat-leiders werden door de federale troepen gedood en vele strijders zijn naar Syrië vertrokken. Daar opereren ze of voor Djabhat al-Nusra (uit al-Qaida voorgekomen) of voor IS (oorspronkelijk een tak van al-Qaida in Irak, die later de band met al-Qaida verbrak). Het aantal Tsjetsjenen en andere ‘Russen’ onder de buitenlanders die voor IS vechten is aanzienlijk - het wordt op 2.000 geschat.
Terwijl het in Tsjetsjenië door het vertrek van islamitische strijders dus relatief rustig is, zijn terroristische aanslagen (en tegenoperaties door de federale troepen) in de buurlanden Dagestan, Ingoesjetië en Kabardino-Balkarië nog bijna elke week nieuws. Ramzan Kadyrovs militairen treden soms ook in deze buurlanden op, maar zijn invloed daar is beperkt. De leiders van deze republieken (die ook tot de Russische Federatie behoren) zien hem als gevaar voor hun eigen macht en voor de interetnische balans in hun landen (Dagestan bijvoorbeeld heeft meer dan twintig etnische groepen, waaronder de Akkin-Tsjetsjenen). Tsjetsjeense militaire groepen van Kadyrov zijn ook in de oorlog in Oost-Oekraïne actief. Ze hebben misschien zelfs bij de annexatie van de Krim in februari 2014 een rol gespeeld.
Charlie Hebdo
In zijn anti-westerse aanvallen gebruikt Kadyrov ook de islam. Na de aanslagen van islamisten op Charlie Hebdo in Parijs organiseerde Kadyrov een grote demonstratie in Grozny. Niet om solidariteit te betuigen met de slachtoffers maar als aanklacht tegen het westerse morele verval dat zich uitte in Charlie Hebdo.
Kadyrovs kunst was tot dusverre binnen de speelregels te blijven die door het Kremlin voorgeschreven werden. Hij lijkt erop te mikken dat Poetin hem blijft steunen, omdat een serieus alternatief ontbreekt. Of dat zo blijft is maar de vraag. Binnen de Russische Federatie, waar de hoofden van de etnische republieken in de afgelopen jaren allemaal aan macht hebben ingeboet, blijft Tsjetsjenië, met de vrijheden die Kadyrov zich permitteert, een grote anomalie. In september 2016 zijn er weer verkiezingen in Tsjetsjenië. Het Kremlin houdt nog alle opties open.