De kloof tussen samenleving en bestuurders groeit in Rusland. Waar burgers in de grote steden emanciperen, trapt de politieke leiding steeds vaker op de rem. Waar burgers individuele vrijheden koesteren, hamert het Kremlin op Ruslands ‘eeuwige tradities’ en poogt internet aan banden te leggen. Kan ‘modernisering van onderop’ Rusland veranderen of geeft de overheid de touwtjes nooit uit handen?
Demonstratie in Moskou in maart 2019 tegen plannen om internet te beknotten in Rusland (foto twitter)
door Laura Starink
Moskou is een moderne metropool waar alles werkt en alles te krijgen is. De stad is de laatste tien jaar glimmend opgepoetst. Er zijn parken met klaterende fonteinen, terrassen op het Rode Plein, fietspaden, hippe restaurants, internetcafés en dure shopping malls. Fraai opgeknapte middeleeuwse kerkjes staan naast splinternieuwe hoge kantoren met spiegelruiten. Netwerkende en kaworking (het Russische leenwoord voor co-working) Moskovieten onderscheiden zich in niets van inwoners van welke andere moderne wereldstad dan ook.
Maar kijk je naar de politieke leiding, dan ziet het beeld er heel anders uit. Sinds de onderdrukte opstand tegen verkiezingsfraude van 2012 staat Poetin op de rem. In Rusland is de politiek dood, de staatstelevisie volgt trouw de Kremlin-lijn, het buitenlandse beleid heeft het land internationaal geïsoleerd, het leger is populairder dan ooit, de economie stagneert en de staat is de baas in het bedrijfsleven. Al te vrijpostige mensen worden vervolgd. En via toezichthouder Roskomnadzor probeert de overheid greep te krijgen op het internet, dat mensen snel kan informeren en mobiliseren. De bevolking begint van dat alles steeds meer last te krijgen en Poetins populariteit daalt. In de media wordt al openlijk gespeculeerd over het post-Poetin-tijdperk.
De kloof tussen de moderne Rus en zijn bestuurders groeit snel, omdat de top met de rug naar de toekomst staat. ‘Voor zo’n hoogontwikkeld land hebben wij een uitzonderlijk beroerde staat,’ zegt sociologe Ella Panejach uit St. Petersburg. Over die kloof tussen archaïsch bestuur en moderniteit wordt deze maanden veel gedebatteerd in Rusland. Hoe kan een hoogopgeleid land geleid worden door zulke middelmatige apparatsjiks? Waarom neemt de Doema (het parlement) aan de lopende band wetten aan die modernisering dwarsbomen, zoals laatst de wet die internet wil kunnen afsnijden van de rest van de wereld of die ‘krenking van de staat’ strafbaar stelt? Waarom jaagt de staat ondernemende jongeren het land uit? Het antwoord is simpel: dat gaat om machtsbehoud. De leiding is bang voor het volk en de geheime diensten willen hun geld en posities behouden. Maar voor het land is dat pure destructie.
Volgens sommige analisten, zoals de populaire politicologe Jekaterina Schulmann, ligt de Russische maatschappij inmiddels mijlenver voor op de overheid en staat eigenlijk alles in de startblokken om van Rusland een moderne democratie naar westerse snit te maken. Terwijl de politieke leiding hamert op traditionele waarden en een ‘eigen weg’ voor Rusland, hechten de burgers steeds meer waarde aan sociale zekerheid, mensenrechten en vrijheid van meningsuiting, blijkt uit onderzoek. ‘Het traditionalisme verliest net zo hard terrein als de roep om democratie aan terrein wint,’ aldus Schulmann.
‘Mensen willen dat de overheid naar ze luistert. Ze willen deel kunnen nemen aan de politiek, ze willen concurrentie in de politiek. Ze willen kunnen demonstreren en niet op hun kop getimmerd worden door de Nationale Garde. Ze willen deelnemen aan verkiezingen en op de stembiljetten mensen zien door wie ze zich vertegenwoordigd voelen. Mensen willen een partijsysteem dat overeenkomt met hun verlangens, ze willen een publieke ruimte en media waar de dingen worden besproken die zij belangrijk vinden en niet "de misdaden van de junta van Kiev" uit een of ander ver verleden’, stelt Schulmann. Verwacht in Rusland geen revolutie, zegt ze, maar de normaliteit ligt dichter onder de oppervlakte dan we denken.
Schulmann is wel erg optimistisch. President, leger en veiligheidsdiensten scoren nog steeds het hoogst bij de vraag in welk instituut respondenten het meeste vertrouwen hebben. Er zijn verschuivingen. Russen denken minder slecht over het buitenland dan tijdens de nationale euforie rondom de annexatie van de Krim in 2014, maar van een echte aardverschuiving kun je nog niet spreken. Volgens het laatste onderzoek van Levada Center, uit februari 2019, krabbelt de waardering voor de VS (blauwe lijn), de EU (groene lijn) en zelfs voor Oekraïne (gele lijn) weer langzaam op.
Dieptepunt waardering VS (blauw), EU (groen) en Oekraïne (geel) in januari 2015. Bron Levada.ru
Wantrouwen jegens de staat
De Russische site InLiberty, die debatten, colleges en trainingen organiseert voor de moderne Rus, brengt een keer of tien per jaar interessante internetmagazines uit over onderwerpen als vrijheid, populisme, escapisme, verkiezingen of de Russische provincie. In het themanummer Modernisering van onderop buigen wetenschappers zich over de vraag hoe lang staat en maatschappij zich in diametraal tegenovergestelde richting kunnen blijven voortbewegen.
De staat en zijn bureaucratische en hiërarchische instituten zijn lang beschouwd als garantie van zekerheid en stabiliteit, betoogt Ella Panejach van de Hogere Economische School in Petersburg, maar door de modernisering van de samenleving is dat schema niet meer houdbaar. Mensen tonen steeds meer eigen initiatief en organiseren hun leven het liefst buiten de overheid om. Het wantrouwen jegens de staat, in Rusland altijd groot, brokkelt daardoor steeds verder af.
Waar in pre-industriële samenlevingen persoonlijke verhoudingen allesbepalend waren, gingen mensen na de industriële revolutie steeds meer vertrouwen op instituties die de zaken voor hen regelden. In Rusland, zegt Panejach, zien we nu een terugkeer naar het belang van persoonlijke relaties, zij het in een modern jasje. ’De samenleving herstelt het sociale weefsel na de periode van atomisering die intrad na het verdwijnen van de Sovjet-Unie.’
Bron: Sociologisch Instituut van de Russische Academie van Wetenschappen
De digitalisering van de samenleving gaat bliksemsnel. Mensen verschaffen zich zo niet alleen toegang tot diensten, maar vormen ook hulpgroepen buiten de staat om. De overheid wordt steeds vaker als lastpost en sta-in-de-weg beschouwd in plaats van als hulpinstantie.
‘Mensen redeneren ongeveer als volgt: ik kan niet naar de rechtbank gaan, want wat wij hebben, dat is geen rechtbank, maar een komedie, er zijn geen procedures en geen rechtvaardigheid; ik kan bij de politie geen klacht indienen tegen mijn man die me slaat, omdat ik er niet zeker van kan zijn dat ze hem niet dood zullen slaan; ik kan mijn arbeidsconflict met mijn werkgever niet aanhangig maken bij de arbeidsinspectie, omdat mijn verhouding met mijn werkgever, zelfs bij een conflict, vele malen menselijker is dan met de controle-instelling van de staat. Ik los die problemen zelf wel op.’ Dat gaat, zegt Panejach, voor de overheid een groot probleem vormen.
Panejach noemt de internetcommunity een ‘pseudo-dorpsgemeenschap’. Onderzoekers hinken nog achter de feiten aan, zegt ze, door deze gemeenschap een ‘terugval naar de middeleeuwen’ te noemen. Daarmee slaan ze de plank mis: ‘Vaak merken we niet op dat mensen die zich terugtrekken uit de overheidssfeer niet “naar beneden afdalen”, maar juist “naar boven opstijgen”, naar modernere, humanere, goedkopere en snellere methoden van zelforganisatie, ordehandhaving en middelen om het vertrouwen te herstellen.’ Zo kweken Russen eindelijk het individualisme, dat past bij het klassieke kapitalisme.
De staat weet hier niets anders tegenover te stellen dan archaïsche contrapropaganda, in een poging dit controleverlies tegen te gaan. En dat zien we niet alleen op de staatstelevisie, zegt Panejach. ‘We zien het ook in de wetgeving: die is steeds minder gericht tegen een of andere politieke mobilisatie, maar tegen de groeiende beschikbaarheid van al die middelen tot zelforganisatie, van technische hulpmiddelen tot nieuwe sociale praktijken als vrijwilligerswerk of het verspreiden van informatie over wantoestanden op internet.’
Verwar deze ontwikkeling van alternatieve netwerken niet met het tegen het establishment agerende populisme dat rondwaart in het Westen, waarschuwt Panejach. Het is een typisch Russisch verschijnsel. ‘De Russische bureaucratie ruikt het gevaar en stelt alles in het werk om de modernisering te stoppen.’ Want zij beseft terdege dat dit om veel meer gaat dan om individuele acties van burgers die niet loyaal zijn.
Vrouwenemancipatie en lossere zeden
Ook Maria Volkenstein, directeur van onderzoeksbureau Validata, signaleert die modernisering van de samenleving: vrouwen emanciperen zich, de opvoeding van Russische kinderen wordt losser, de omgang met geld geeft burgers meer vrijheid, het onderwijs wordt minder dogmatisch en de sociale media bieden alternatieve informatie. Tegelijkertijd wijst zij op een vreemde discrepantie: terwijl mensen in hun privéleven steeds vrijer worden, blijven ze paternalisme van de staat verwachten.
Regisseur Serebrennikov van het populaire moderne theater Gogol Centrum zit al bijna twee jaar onder huisarrest. (foto LS)
Dat valt nog het duidelijkst af te lezen aan het feit dat burgers de buitenlandse politiek nog steeds goeddeels goedkeuren, zegt Volkenstein. Ze noemt dat het ‘delegeren van je gevoelens van eigenwaarde aan de staat’. Het minderwaardigheidscomplex van de burger van een voormalige grootmacht zoekt een uitweg. ‘Ik heb de afgelopen jaren geen enkele focus-groep meegemaakt waar mensen niet zeiden dat Rusland slechts twee bondgenoten heeft: het leger en de vloot!’ Zij concludeert dat de toename van pluriformiteit en individualisme in Rusland vooralsnog hand in hand gaan met conformisme. Deze behoefte aan staatspaternalisme staat volgens Volkenstein een echte modernisering voorlopig in de weg.
In het artikel De ontstatelijking van de post-homo-sovieticus beschrijft ook Vladimir Margoen van de Hogere Economische School van Moskou een (lichte) tendens naar meer individualisme, die haaks staat op het mantra van de overheid dat Rusland een land is waar ‘eeuwige tradities’ de doorslag geven. Ook intelligente mensen houden zich verre van de politiek, omdat ze daar geen invloed op hebben. Dat ergert ze in toenemende mate, maar hun privéleven is tegelijkertijd enorm veranderd.
‘[De overheid] blijft volhouden dat onze waarden traditioneel en archetypisch zijn, voor eeuwig gegeven,’ aldus Margoen. ‘De voorstelling dat die waarden onveranderlijk zijn is een essentieel element van de staatsideologie, die ervan uitgaat dat ons land niet vatbaar is voor hervormingen.’ Maar ageren tegen Gayropa heeft weinig effect. Nog steeds sturen bemiddelde Russen hun kinderen het liefst naar Europese of Amerikaanse universiteiten.
Het oude verdeel en heers
Niet alle commentatoren zijn zo hoopvol gestemd over de individualisering van de Russische maatschappij. Zo stelt Andrej Kolesnikov van think tank Carnegie Moscow dat de staat er meesterlijk in slaagt elk burgerinitiatief de nek om te draaien. Ze speelt daarbij handig maatschappelijke organisaties tegen elkaar uit met behulp van subsidie en coöptatie.
In een subtiel spel van repressie zet de overheid het gehele staatsapparaat in. Ministeries geven opdracht tot mistige controles op burgeractiviteiten, belastingtrucs worden uit de kast getrokken, de registratieregels worden zo gecompliceerd dat eenieder in overtreding is of het Openbaar Ministerie wordt ingezet om onwelgevallige types als de avantgardistische toneelregisseur Kirill Serebrennikov achter de tralies te krijgen wegens ‘fraude met staatssubsidies’. Dankzij de beruchte ‘wet op de buitenlandse agent’ hebben tientallen ngo’s hun deuren al moeten sluiten. Volgens die wet uit 2012 moeten organisaties die subsidie uit het buitenland krijgen zich op hun website registreren als ‘buitenlands agent’, een etiket dat in Rusland associaties oproept met ‘volksvijand’ en ‘vijfde kolonne’.
Maar de staat heeft nog een strijdmiddel, zegt Kolesnikov. Het kopieert succesvolle activiteiten vanuit de samenleving. ‘Als antwoord op de moderniseringsinspanningen “spiegelt” de staat de burgerinitiatieven en probeert ze te verdringen, door ze te vervangen door gecontroleerde en geregistreerde maatschappelijke organisaties. Dat doet ze vaak met vrijwilligersclubs of sociaal-activisme. Op elk potentieel grootschalig initiatief antwoorden de machthebbers met de oprichting van een eigen structuur (zo heeft de invloedrijke regimegetrouwe Militair-Historische Gemeenschap het werk van de Vrije Historische Gemeenschap praktisch onzichtbaar gemaakt). Of ze “nationaliseren” een project door het als een staatsproject te verpakken, zoals is gebeurd met het Eeuwige Regiment.’
[Het Eeuwige Regiment was een grass roots organisatie die het van boven opgelegde militaire karakter van de jaarlijkse 9-mei-viering – de Dag van de Overwinning op nazi-Duitsland – wilde doorbreken door in de parade foto’s mee te dragen van gesneuvelde familieleden en er zo meer een Dodenherdenking van te maken; dat initiatief is overgenomen door het Kremlin en nu worden er jaarlijks voorbedrukte borden met familiefoto’s meegedragen op het Rode Plein – red.].
Een battle tussen rappers Oxxxymron en Gnojny trekt miljoenen kijkers op internet (foto twitter)
Er zijn initiatieven die nog niet door de overheid zijn opgeslokt, zegt Kolesnikov, zoals de actie ‘Het laatste adres’, waarbij burgers naamplaatjes aanbrengen op huizen van waaruit beroemde burgers ten tijde van de Stalin-terreur zijn opgehaald om nooit meer terug te keren. Maar ook die beginnen de overheid steeds meer te irriteren. ‘In St. Petersburg zijn de gemeentebestuurders al tot de conclusie gekomen dat het aanbrengen van die naamplaatjes voor de slachtoffers van de repressie een overtreding van de plaatselijke verordeningen is.’
Wie dit gevecht uiteindelijk gaat winnen is ongewis. Modernisering is op zichzelf geen garantie voor democratisering, concludeert de site InLiberty. Daarvoor is ook een duidelijke trigger nodig, bijvoorbeeld het aantreden van een nieuwe leider. Maar zelfs dan is succes verre van verzekerd. Veel commentatoren in Rusland zijn ervan overtuigd dat de geheime diensten zich zo stevig hebben genesteld in de hogere machtsregionen – en daar materieel zo wel bij varen – dat er ook na Vladimir Poetin in Rusland niet veel zal veranderen.