Jarenlang volgt popjournalist en toneelkenner Constant Meijers de ontwikkelingen in het Russische toneel, die elk voorjaar in Moskou aan buitenlandse critici en theatermakers worden getoond tijdens 'Russian Case', een initiatief van het prestigieuze Gouden Maskers Festival, wanneer de jaarlijkse toneelprijzen worden toegekend. De afgelopen twee jaar zag hij het expliciet politiek getinte theater uit de eerste jaren van dit millennium plaats maken voor een terugkeer naar de klassieken. In het Russische toneel valt men als vanouds terug op aesopisch taalgebruik om brisante thema's aan te snijden. Alleen zo is een verhulde vorm van kritiek mogelijk.
Utopia in het Theater van de Naties (foto pr Theater)
door Constant Meijers
Tijdens de twintigste editie van de Russian Case (van 28 maart tot 2 april) blijkt de toenemende bemoeienis van de Russische overheid met het Russisch theater tegenkrachten op te roepen. Het wantrouwen onder theatermakers jegens de Russische overheid c.q. subsidieverstrekker is flink aangewakkerd door de voortslepende rechtzaak tegen de bekende theater-, film- en balletregisseur Kirill Serebrennikov. Dat wantrouwen blijkt zowel van invloed op de repertoirekeuzen als de organisatie van de Russische theatersector.
De Russian Case (de Russische Zaak), is een initiatief van het Gouden Masker Festival: Ruslands nationale theaterfestival waarin in alle theatergenres – toneel, opera, ballet, moderne dans, operette, musical en poppentheater - wordt gestreden om een Gouden Masker. Sinds 1993 brengt het festival elk voorjaar de meest belangwekkende producties uit het voorbije Russische theaterseizoen naar Moskou, met steun van het Russische ministerie van Cultuur en de stad Moskou. De selectie is in handen van experts: een jury voor drama en een jury voor muziektheater bepaalt wie tijdens de slotavond in het Bolsjoi theater een Gouden Masker in ontvangst mag nemen.
Het Gouden Masker Festival wil een ‘objectief’ beeld geven van het Russische theaterleven, zowel aan professionals als aan het publiek. Maar het wil ook de ontwikkeling van het Russische theater naar buiten uitdragen. Daartoe werd in 2000 de Russian Case opgezet. Een showcase gericht op buitenlandse festival- en schouwburgprogrammeurs, theaterwetenschappers, journalisten en critici. Jaarlijks trekt de Russian Case een kleine honderd gasten uit zo’n dertig landen, velen afkomstig uit voormalige Sovjet-gebieden. Het programma wordt samengesteld door gerenommeerde theatercritici die een keuze maken uit de selectie van het Gouden Masker Festival, aangevuld met producties die buiten de selectie vielen maar interessant genoeg zijn om de gasten van buiten voor te zetten. Dit jaar waren 25 producties geselecteerd die verspreid over vier dagen werden geprogrammeerd. Van die 25 producties heb ik er dit jaar acht kunnen zien; in mijn keuze wisselde ik gerenommeerde makers en voorstellingen af met werk van een nieuwe generatie.
De toverberg
In het prestigieuze, internationaal opererende Stanislavski Electrotheater (vorig jaar vertegenwoordigd in het Holland Festival met de voorstelling Octavia. Trepanation) werd tijdens de openingsavond De toverberg opgevoerd, naar de roman van Thomas Mann. Ik was erg benieuwd hoe deze vuistdikke roman in een uur zou worden verbeeld, en spoedde me ondanks een vliegtuigvertraging naar het theater waar ik, hoewel de voorstelling al was begonnen, een plaatsje mocht zoeken op het balkon. Op de zaal neerkijkend zag ik dat de helft van de toeschouwers met zijn mobiele telefoon in de weer was.
In de verte zag ik op het toneel een figuur die hartverscheurend lag te hoesten. Aha, dacht ik, dat moet Clawdia Chauchat zijn, de vrouw op wie hoofdpersoon Hans Castorp heimelijk verliefd is. Al gauw begreep ik waarom de halve zaal meer belangstelling had voor de zacht verlichte beeldschermpjes dan voor het fel belichte hoesten van Jelena Morozova, want daaraan kwam, onderbroken door enkele droog voorgelezen tekstfragmenten, het eerste half uur geen einde.
Serebrennikov kreeg Gouden Masker voor ballet Noerejev (foto Bolsjoj Theater)
Het laatste half uur stelde regisseur Konstantin Bogomolov zich zelf achter de microfoon op om teksten te lezen over de dood van de auteur. De ironie kon de toeschouwer moeilijk ontgaan, evenmin als de diepere betekenis van Bogomolovs keuze om De toverberg goeddeels links te laten liggen en de filosofische roman aan te grijpen voor een protest tegen de beknotting van de vrijheid van de kunstenaar.
Patriottisch theaterconcert
Een vergelijkbaar protest maar op een geheel andere manier vormgegeven, viel ook te ontwaren in een van de onafhankelijke voorstellingen die voor de Gouden Masker competitie waren geselecteerd: het zeer populaire DJ Pavel van Teatr Post uit Sint-Petersburg, genomineerd in de categorie Vernieuwing en door curator Anastasia Pauker aangeduid als een ‘patriottisch theaterconcert’. In DJ Pavel zat helemaal geen tekst meer maar bestond de voorstelling uit het draaien van elf plaatjes met populaire liedjes uit de jaren tachtig waarop door enkele performers en de DJ steeds uitbundiger werd gedanst, terwijl het publiek, dat op de zolder van een oude fabriek in een halve cirkel op de grond zat, meezong en meedanste.
Bij het verlaten van de ruimte kreeg het publiek een A-4’tje in de hand gedrukt waarop de titels van de gedraaide liedjes stonden plus een instructie hoe je dit papier tot een vliegtuigje kon vouwen, als om de vluchtigheid en de vergankelijkheid van zowel de muziek als de herinnering aan de jaren tachtig te onderstrepen. Volgens Anatasia Pauker dankt DJ Pavel haar populariteit aan het oproepen van een tijd die zorgelozer was dan de huidige. De afgespeelde liedjes zitten in het collectieve geheugen van iedere Rus en de kostuums die de dansers droegen waren de kleren die vaders en moeders in die tijd hip vonden.
Volgens mede-curator Roman Dolzjanski is DJ Pavel een voorbeeld van de nieuwe dialoog met het Sovjet-verleden die in veel van de huidige Russische theatervoorstellingen aan bod komt: door op quasi-nostalgische wijze terug te grijpen op het verleden worden de feilen van de huidige tijd gemarkeerd. Die dialoog was nadrukkelijk aanwezig in de voorstelling Sea.Pines, een niet eerder uitgevoerde tekst van de onlangs overleden onafhankelijke theatervernieuwer Michail Oegarov, uitgevoerd door het team van zijn Teatr.doc in een piepklein zaaltje van het Meyerhold Centrum. We zien een groep vrienden herinneringen ophalen aan de jaren zestig: vakantie aan zee, kamperen tussen pijnbomen, dansen op melancholieke liedjes, goedkope wijn drinken en rijden in derde klas treinen. Een vrij en blij leven met de suggestie dat dat er heden ten dage niet meer zou zijn (waarvan ook een glimp kan worden opgevangen in de film Leto van Serebrennikov, over de jonggestorven cult-zanger Viktor Tsoj die onlangs in ons land werd uitgebracht).
Nog radicaler ging Teatr. Na Vynos (Theater. Onderweg), een nieuwe onafhankelijke groep uit Sint-Petersburg, te werk. Deze groep had, zoals de naam al aangeeft, helemaal geen theaterruimte, en ermee gemoeide financiering, meer nodig om haar voorstellingen te lokaliseren. Poe.tri bestond eenvoudigweg uit een wandeling door een non-descripte buitenwijk van Moskou waar om de honderd meter wordt stilgestaan bij een zuil, een muur of een lantaarnpaal waarop genummerde gedichten zijn bevestigd die steeds door een andere deelnemer, de ene keer in het Engels, de andere in het Russisch, via een megafoon worden voorgelezen.
'Door de rechtszaak tegen regisseur Serebrennikov is het theater een schietschijf van de politiek geworden'
Tegenover dit innovatieve, onafhankelijke theater selecteerden de drie curatoren ook producties van gerenommeerde en door de overheid gesubsidieerde huizen. Zo waren van de eerdergenoemde Bogomolov ook Tsjechovs Drie zusters en Dostojevski's De Karamazovs te zien, alle twee in het Moskouse Kunst Theater. Beide voorstellingen waren met veel technische hulpmiddelen vormgegeven. In Drie zusters maakte Bogomolov gebruik van gigantische projecties wat tot een fraai gestileerde maar tamelijk statische opvoering leidde – de personages waren voortdurend gefocust op de twee camera’s waarvan de beelden vijfvoudig werden geprojecteerd op boven-, zij- en achterwanden.
Drie zusters in het Moskouse Kunst Theater (foto pr Theater)
Bij de minder gepolijste vijf uur durende Karamazovs slaagde Bogomolov er wel in om spel en handeling met een aantal enorme beeldschermen effectief te ondersteunden. Het werk van Bogomolov kan zich inmiddels meten met het werk van zijn internationaal geroemde collega’s, al zat er voor hem dit jaar geen Gouden Masker in.
Van de grotezaalproducties die ik zag, maakte de voorstelling Utopia van Marat Gatsalov bij het Theater van de Naties uit Moskou de meeste indruk. In deze tekst van Michail Doernenkov wil een rijke man een café dat bijna failliet is opkopen en teruggebracht zien in exact dezelfde staat als waarin het zich twintig jaar geleden bevond. Compleet met hetzelfde slechte bier! Maar net als een utopie in de toekomst is ook deze utopie naar een geïdealiseerd verleden gedoemd te falen. Het gezin van de uitbater valt uit elkaar en de kroeg verdwijnt in de vlammen. Dat alles in een schitterend decor van Ksenija Peretroechina: een spiegelplafond dat onder een bepaalde hoek de op de vloer liggende spelers weergeeft als figuren in een schilderij van Chagall. Terecht sleepte zij daarmee een Gouden Masker in de wacht, evenals Doernenkov voor zijn tekst.
Verhulde kritiek
De Russian Case van dit jaar overziende, kom ik tot de conclusie dat een ontwikkeling die ik de afgelopen twee jaar al meende te kunnen vaststellen, vastere grond heeft gekregen. Het expliciet politiek getinte theater uit de eerste jaren van dit millennium is duidelijk op zijn retour en ingeruild voor klassieke teksten; teksten die via een omweg onderwerpen die in het huidige Rusland spelen aan de orde stellen en een verhulde vorm van kritiek mogelijk maken.
Daarnaast is de ontwikkeling van een nieuwe underground opmerkelijk. Volgens Russian Case-curator Aleksej Kiseljov ontstaat deze underground niet omdat onafhankelijkheid als zodanig belangrijk wordt gevonden maar om het bestrijden van politieke onzekerheid en een zo groot mogelijke artistieke vrijheid mogelijk te maken. ‘De selectie is onbedoeld het resultaat van deze ontwikkelingen,’ zegt Roman Dolzjanski. ‘De zaak tegen Serebrennikov heeft het theaterlandschap in Rusland totaal veranderd. Serebrennikov en enkele van zijn naaste medewerkers worden gezien als “verraders van het moederland”. Het theater is een schietschijf van de politiek geworden. Het ministerie van Cultuur zegt de theaterstructuur te willen optimaliseren, maar in feite is er geen echt onafhankelijk theater in Rusland. Om op dit moment onder de druk en de invloed van de overheid af te komen, kun je niet anders dan als onafhankelijk maker te werk gaan.’
Ondanks het slopende proces (Serebrennikov wordt beschuldigd van fraude met overheidssubsidies, volgens theatermensen een absurde zaak) en zijn strenge huisarrest slaagde Kirill Serebrennikov er ook het afgelopen jaar in een aantal voorstellingen te regisseren. Vorige maand werd zijn huisarrest dan eindelijk opgeheven en een week later, op 16 april, kon de geplaagde regisseur twee Gouden Maskers in ontvangst nemen. Een voor zijn ballet Nurejev, waarvan hij de première in datzelfde Bolsjoi theater eind vorig jaar niet mocht bijwonen, en een voor zijn regie van Little Tragedies.
Lees hier Ballet absurde van kunstcriticus Andrej Archangelski over de zaak tegen Serebrennikov