Het Joint Investigation Team (JIT), dat de MH17-ramp onderzoekt, heeft het presidentiële apparaat van Rusland in het vizier. Volgens het JIT is er aan de vooravond van de crash direct contact geweest tussen de leiding van de separatistische Volksrepubliek Donetsk (DNR), waar op 17 juli 2014 vlucht MH17 met een uit Koersk afkomstige Boek-raket werd neergeschoten, en een regeringsfunctionaris in het Kremlin. Hun mobiele telefoonnummers zijn door dezelfde Russische provider geleverd en verschillen amper van elkaar.
door Hubert Smeets
Hoewel het internationale onderzoeksteam gewoon verder gaat met zijn onderzoek naar eventuele ‘commandolijnen’ tussen de regering in Moskou en de pro-Russische rebellen in de Donbas, zegt het Openbaar Ministerie in Nederland nu al voldoende materiaal te bezitten om de eerste vier verdachten daadwerkelijk te dagvaarden.
De vier verdachten die het OM gaat dagvaarden voor berechting in Nederland. Foto OM
Volgens Fred Westerbeke, de hoofdofficier van Justitie die het strafrechtelijk onderzoek van het JIT leidt, is het ‘ niet meer nodig’ om de mogelijke bevelslijnen tussen het Kremlin en Donetsk verder te ontrafelen voordat het proces volgend jaar in Nederland begint. Nader onderzoek naar de bevelslijnen is geen ‘conditio sine qua non’ voor de strafzaak, zei Westerbeke tijdens een speciale persconferentie in Nieuwegein op woensdag 19 juni, maar het JIT gaat dit hoofdstuk ook niet afsluiten. De strafzaak staat voor het eerst op 9 maart 2020 op de rol van de speciaal beveiligde rechtbank bij Schiphol. Intussen gaat het JIT wel verder met zijn onderzoek naar de eventuele rol van het Kremlin.
De vraag of het OM zich in de strafrechtelijke vervolging op dit moment tevreden zou kunnen stellen met alleen de uitvoerders van de raketaanval, kan van belang zijn voor de diplomatieke gesprekken die Nederland en Rusland momenteel voeren over de aansprakelijkheid van Rusland. De Nederlandse regering stelt de Russische staat verantwoordelijk voor de ramp, in de hoop via deze weg smartengeld voor de nabestaanden te kunnen bedingen. Hoewel de Russische regering tot nu toe elke verantwoordelijkheid dan ook ontkent, is ze wel bereid tot verkennende gesprekken met Nederland.
Maar Westerbeke lijkt tegelijkertijd de druk op het Kremlin juist verder op te voeren. De rol van het Kremlin blijft onderdeel van het ‘plaatje’ dat in het onderzoek nog 'volledig moet worden ingekleurd', aldus Westerbeke. Ook de Oekraïense procureur-generaal Joeri Loetsenko, die aanwezig was in Nieuwegein, denkt niet dat het Openbaar Ministerie in Nederland er op uit is om de strafrechtelijke vervolging nu vooral te richten op de verdachten ter plaatse in de Donbas. Loetsenko, die daags voor de persconferentie apart met Westerbeke sprak, zei na afloop van de persconferentie desgevraagd tegen RaamopRusland ‘niet de indruk te hebben’ dat Westerbeke zich wil beperken tot een veroordeling van de vier hoofdverdachten en de mogelijk nog op te sporen mannen die de Boek-raket vijf jaar geleden daadwerkelijk hebben gelanceerd.
Donetsk vroeg Kremlin om hulp
De verdenking dat het Kremlin betrokken is geweest bij de leverantie van de Boek-installatie baseert het JIT op enkele afgetapte telefoongesprekken tussen de leiders van de rebellen in de Donbas en hoge Russische functionarissen. De onderzoekers zijn bijvoorbeeld een telefoongesprek op het spoor gekomen tussen Vladislav Soerkov, indertijd een hoge adviseur van president Vladimir Poetin, en de toenmalige premier van de DNR (de ‘Volksrepubliek Donetsk’) Aleksandr Borodaj. In dat gesprek van 11 juli 2014 vraagt Borodaj aan Soerkov om meer ‘steun’ voor de rebellen in de Donbas, die in de zomer van 2014 niet meer opgewassen zijn tegen de Oekraïense krijgsmacht. Soerkov, binnen de presidentiële administratie toen als ‘curator Oekraïne’ medeverantwoordelijk voor het Russische beleid in de Donbas, zegt tegen Borodaj dat hij in Moskou reeds gesproken heeft over steun die het tij zal kunnen keren. Zes dagen later wordt de MH17 neergeschoten.
Poetins adviseur Vladislav Soerkov. Foto Kremlin.ru
Het JIT heeft ook beslag gelegd op een conversatie tussen de DNR-defensieminister Igor Girkin en Sergej Aksjonov, sinds maart 2014 de ‘president’ van de toen geannexeerde Krim. Daaruit blijkt dat Girkin op 8 juni 2014 aan Aksjonov vraagt om meer ‘substantiële militaire steun’, met name luchtafweer en getraind personeel, omdat de DNR-milities niet zijn opgewassen tegen de Oekraïense (transport)vliegtuigen. Aksjonov laat Girkin negen dagen voor de crash weten dat er een beslissing is genomen en dat er al mensen bezig zijn om deze steun te coördineren.
Igor Girkin, alias Strelkov (‘de schutter’), is een van de drie Russische verdachten die het OM heeft gedagvaard. De andere gedagvaarde verdachten uit Rusland zijn Sergej Doebinski (in 2014 werkzaam bij de Russische militaire inlichtingendienst GROe en hoofd van de inlichtingendienst van de DNR) en Oleg Poelatov (indertijd officier bij de speciale commandotroepen van de GROe en plaatsvervangend hoofd van de DNR-inlichtingendienst). De enige Oekraïense verdachte is Leonid Chartsjenko (gaf in juli 2014 leiding aan een gevechtseenheid van de rebellen in de regio Donetsk). Volgens het JIT zijn alle vier aantoonbaar betrokken geweest bij het vervoer van de Boek-raket naar Oekraïens grondgebied en de plaatsing van de lanceerinstallatie bij Pervomajskoje nabij Snezjnoje in de provincie Donetsk. Hen worden volgend jaar twee strafbare feiten ten laste gelegd: de aanslag op vlucht MH17, die de dood van de inzittenden tot gevolg heeft gehad, en de moord op de 298 passagiers.
Moskouse telefoonnummers
Vooral het telefoongesprek tussen Soerkov en Borodaj wijst op directe lijnen tussen het Kremlin en Donetsk. Anders dan Girkin en Aksjonov, die met elkaar bellen via Oekraïense mobiele nummers, gebruikten Soerkov en Borodaj mobiele telefoons met Russische nummers van telecomprovider Megafon. De van oorsprong uit Sint Petersburg komende provider Megafon heeft nauwe (commerciële) banden gehad met een Russische minister voor Communicatie en heeft volgens de Georgische regering tijdens de vijfdaagse oorlog tussen Rusland en Georgië in 2008 een belangrijke rol gespeeld bij de Russische annexatie van de provincie Zuid-Ossetië. De mobiele nummers van Soerkov en Borodaj leken bovendien ook heel erg op elkaar. Alleen de laatste twee cijfers van hun mobiele nummer verschilden. Dat zou er op kunnen wijzen dat hun simkaarten ongeveer tegelijkertijd en/of door een en dezelfde organisatie zijn aangeschaft en uitgedeeld.
Afgetapt telefoongesprek tussen DNR-premier Borodaj en Poetin-adviseur Soerkov. Schermafdruk van video OM.nl
Procureur-generaal Loetsenko uit Kiev twijfelt er niet aan dat de simkaarten van Soerkov en Borodaj door het Kremlin zijn verstrekt. Volgens hem communiceerden Soerkov en Borodaj met versleutelde mobiele telefoons, die indertijd door de Oekraïense geheime dienst SBOe zijn uitgepeild. De SBOe beschikt naar zijn zeggen over circa 600 afgeluisterde gesprekken, zowel mobiele conversaties als chats, die relevant zijn voor het MH17-onderzoek van het JIT.
Moskou beschuldigt Oekraïne
In Rusland deed onder meer het persbureau Tass verslag van de persconferentie. Het Engelstalige Russische nieuwskanaal Sputnik zond de persconferentie van het JIT zelfs live uit. Twee eerdere persconferenties over conclusies van het JIT-onderzoek werden in Rusland voorafgegaan door eigen bekendmakingen, waarin een alternatieve versie van de MH17-ramp werd gepresenteerd. Dat gebeurde ditmaal niet.
Dat wil echter niet zeggen dat de autoriteiten in Moskou zich neerleggen bij de door het JIT gepresenteerde feiten. Een Russische televisiejournalist stelde Wilbert Paulissen van het onderzoeksteam de vraag waarom het JIT niets heeft gedaan met de gegevens die Rusland - pas na enkele jaren - heeft verstrekt, zoals de ruwe data van het radarstation in de Russische grensplaats Rostov aan de Don waaruit zou blijken dat er op 17 juli 2014 geen enkel projectiel in het luchtruim boven de Donbas zou zijn waargenomen. Wilbert Paulissen, hoofd van de Nationale Recherche, ontkende dat het JIT deze gegevens terzijde heeft gelegd. Volgens hem hebben de best denkbare experts naar het materiaal gekeken en geconcludeerd dat de radardata de feiten dat de MH17 door een Russische Boek-raket is neergeschoten niet onderuit halen. 'Absence of evidence is not the same as evidence of absence', zei Paulissen over de stelling van de Russische journaliste dat er geen Boek-raket bij de crash kan zijn betrokken omdat het radarstation in Rostov die niet heeft waargenomen.
In Moskou was de persconferentie ook slechts korstondig nieuws. Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken volstond ermee de aanklacht van het JIT te verwerpen. ‘Voor de zoveelste keer wordt de Russische Federatie met ongefundeerde beschuldigingen voor het oog van de internationale gemeenschap in diskrediet gebracht’, aldus het departement in een eerste reactie. Het ministerie ontkent dat het JIT ook maar één concreet bewijs voor Russische betrokkenheid heeft geleverd en verwerpt eveneens het verwijt dat de Russische autoriteiten niet meewerken aan het onderzoek. Volgens Buitenlandse Zaken is het omgekeerd: Rusland wordt niet toegelaten om volwaardig binnen het JIT deel te nemen.
Minder eenduidig was de reactie van de politicoloog Aleksej Tsjesnakov, die in 2014 contact onderhield met de Russische opstandelingen in de Donbas en volgens Alec Toler van onderzoekscollectief Bellingcat in nauwe verbinding staat met Soerkov. Volgens Tsjesnakov hadden Borodaj en Soerkov in die tijd inderdaad regelmatig contact, maar nooit per telefoon. 'Soerkov sprak om veiligheidsredenen niet per telefoon over militaire zaken. Soerkov onderhield in een andere vorm contact met Borodaj', aldus Tsjesnakov.
Vice-voorzitter Pjotr Tolstoj van de Doema benadrukte na de persconferentie van het JIT dat er ‘geen enkel feit of bewijs’ is gepresenteerd. Op zijn Facebookpagina schreef Tolstoj vermoedelijk sarcastisch: ‘Het summum van professionalisme!’
Wie is Kremlin-ideoloog Vladislav Soerkov, de uitvinder van het Russische begrip 'souvereine democratie'? Lees hier zijn essay over de Rus als eenzame alfaman die niet kan kiezen tussen Europa en Azië.