Sinds 2012 worden ngo's met buitenlandse financiering in Rusland als 'buitenlands agent' aangemerkt. Het is een bureaucratische manier om de civil society tegen te werken, met een stalinistische ondertoon. Een nieuwe wet maakt het binnenkort ook mogelijk individuele burgers als 'buitenlands agent' te afficheren als zij werken voor bepaalde buitenlandse persagentschappen of honoraria uit het buitenland krijgen. Journalisten en publicisten slaan alarm.
Onbekenden bekladden in 2015 het kantoor van anti-stalinistische organisatie Memorial met de term Inostranny agent ('buitenlands agent') (foto Memorial)
door Laura Starink
Op 25 november keurde de Russische Senaat (met 155 stemmen voor en 1 tegen), in navolging van de Doema (311 voor, 4 onthoudingen) een wet goed die individuen kan aanmerken als ‘buitenlands agent’. De term ‘buitenlands agent’ wordt in Rusland sinds de Stalin-terreur geassocieerd met 'landverraad'. Poetin zal de wet binnenkort ondertekenen, waarna hij in februari 2020 van kracht moet worden. Omdat de wet veel onduidelijkheden bevat biedt hij de overheid nieuwe mogelijkheden om critici en opponenten van de regering het leven zuur te maken met boetes en andere maatregelen, zoals beperking van toegang tot informatie.
Parlementariërs spreken sussende woorden dat de vrijheid van meningsuiting in het geheel niet in het geding is, maar organisaties als Amnesty International en Human Rights Watch waarschuwen voor de gevolgen voor de persvrijheid en de toch al zwak ontwikkelde civil society. Volgens hen is de definitie van buitenlands agent bedoeld om ‘bloggers en onafhankelijke journalisten die mogelijk beurzen, salaris of honoraria ontvangen van willekeurig welke buitenlandse bron’ in het nauw te drijven.
De nieuwe wet bepaalt dat privépersonen kunnen worden aangemerkt als ‘buitenlands agent’ als ze werken voor een tiental zelf eerder al als buitenlands agent geoormerkte buitenlandse persorganisaties als The Voice of America of Radio Free Europe/Radio Liberty, hun materiaal verspreiden of honoraria van hen ontvangen. Wanneer ze weigeren zich als 'buitenlands agent' te laten registreren, riskeren ze boetes die kunnen oplopen tot 5 miljoen roebel (70.000 euro), voor individuele Russen astronomische bedragen.
Sterker nog: individuen kunnen nu ook zelf als ‘buitenlands massamedium’ worden aangemerkt, wanneer ze informatie verspreiden onder een massapubliek en gefinancierd worden uit het buitenland. Ze dienen zich dan als juridisch persoon te registreren en financiële verantwoording af te leggen. Doen ze dat niet, dan riskeren ze opnieuw boetes.
Russische publicisten beschouwen de onverhoeds snelle behandeling van het wetsvoorstel, dat al sinds eind 2017 op de plank lag, als direct gevolg van de Moskouse zomerprotesten tegen het weren van de oppositie bij de locale verkiezingen en vermoeden ook dat de wet vast in stelling wordt gebracht om oppositie bij de parlementsverkiezingen van 2021 te ontmoedigen. Poetins partij Verenigd Rusland, die domineert in de volksvertegenwoordiging en op alle bestuursniveaus in het land, boet snel aan populariteit in.
Nasleep van 2012
Het etiket ‘buitenlandse agent’ dook in 2012 voor het eerst op in de ‘wet op niet-gouvernementele organisaties’ en tal van ngo’s hebben daar sindsdien last van gehad. Russische ngo’s die politiek actief zijn en geld aannemen uit het buitenland moeten zich op hun website als ‘buitenlands agent’ afficheren, als zij daar door het ministerie van Justitie worden verplicht. Het ministerie heeft een register aangelegd van 'buitenlandse agenten', waarop volgens de nieuwssite van Deutsche Welle nu zo'n zeventig organisaties figureren. De wet maakt onderdeel uit van een serie repressieve wetten die door de Doema zijn aangenomen na de onderdrukking van de massaprotesten tegen verkiezingsfraude van 2011/2012, toen Poetin, na een kortstondige wisseltruc met premier Medvedev, voor de derde keer tot president werd gekozen.
De bekendste organisaties op de stigmatiserende lijst zijn het historisch genootschap Memorial, dat zich ook met mensenrechten bezighoudt en daarmee in de ogen van de overheid politiek bedrijft. Memorial maakt al jaren bezwaar tegen het etiket en wordt keer op keer beboet. Op 28 november 2019 meldde de organisatie dat zij opnieuw door een Moskouse rechter bestraft is wegens het nalaten van de vermelding van de pejoratieve kwalificatie op een van haar websites, de site Hier is het, een digitale kaart met locaties van stalinistische repressie in Moskou. Het gaat om twee boetes van 300.000 roebel. In totaal heeft Memorial nu boetes ter hoogte van 2.300.000 roebel (35.000 euro) opgelegd gekregen, nadat 11 van de 20 volgens Justitie begane 'administratieve overtredingen' door de rechter zijn behandeld. Memorial gaat opnieuw tegen de boetes in beroep.
Een tweede bekende organisatie die het leven zuur wordt gemaakt is het onafhankelijke opinieonderzoeksbureau Levada Centrum, dat de kwalificatie sindsdien wel op zijn site vermeldt, maar daarnaast een verklaring plaatste van directeur Lev Goedkov, die bezwaar maakt tegen de dwangmaatregel.
Politie-inval in een van de kantoren van Navalny's FBK
Recente slachtoffers van de wet zijn het Fonds voor Corruptiebestrijding (FBK) van Aleksej Navalny, dat tot buitenlands agent is verklaard vanwege een onduidelijke Spaanse overboeking van 140.000 roebel (2.000 euro) door ene Roberto Fabio Mon Francisco Suarez uit Madrid. Navalny zegt geen idee te hebben om wie het gaat en wat de bedoeling was van de overboeking, die toevallig binnenkwam op het moment dat bij veertig kantoren van FBK in het hele land politie-invallen plaatsvonden, waarbij computers en archieven in beslag werden genomen. Tegen FBK is deze zomer een nieuwe strafonderzoek geopend op verdenking van fraude. Aleksej Navalny zat zelf afgelopen zomer meermaals in de cel wegens zijn rol bij de demonstraties in Moskou.
Een van de oudste mensenrechtenorganisaties van post-communistisch Rusland, ‘Voor de mensenrechten’ van Lev Ponomarjov, werd begin 2019 tot ‘buitenlands agent’ verklaard. Ponomarjov weigerde het beladen etiket te gebruiken en de boetes te betalen en dus werd zijn organisatie op 15 oktober 2019 door het ministerie van Justitie geliquideerd.
De mensenrechtenorganisatie Za prava tsjeloveka (Voor de mensenrechten) van Lev Ponomarjov is geliquideerd.
Volgens Ponomarjov (78) stoorde de overheid zich aan het activistische karakter van zijn organisatie, die bijvoorbeeld opkwam voor mensen die ten onrechte worden vervolgd wegens ‘terrorisme’, zoals in de geruchtmakende zaak tegen de jeugdige actiegroep Novoje Velitsjije, die volgens het OM plannen smeedde om de staat omver te werpen. Journalisten ontdekten dat een infiltrant van de geheime dienst werd ingezet om de groep aan te zetten tot revolutie.
Oog om oog
Na de ophef over de Russische inmenging in de Amerikaanse presidentsverkiezingen verplichtte het Amerikaanse ministerie van Justitie de Russische tv-zender RT (voorheen Russia Today) zich in november 2017 onder de Foreign Agent Registration Act te laten registreren. Amerikaanse veiligheidsdiensten constateerden dat ‘Russia’s state-run propaganda machine’ RT, dat in de VS uitzendt, een rol zou hebben gespeeld bij de beïnvloeding van de verkiezingen. RT ging onder protest akkoord en moet nu ook inzage geven in zijn financiën.
De FARA dateert uit 1938 en was aanvankelijk bedoeld om 'propagandisten van buitenlandse mogendheden' te detecteren. De wet werd in 1966 verengd tot de registratie van politieke lobbyisten. Organisaties of personen konden pas opgenomen worden in de lijst nadat de overheid bewijs had geleverd dat zij handelden 'op bevel, verzoek of onder leiding of controle van een buitenlandse leider' en zich bezighielden met 'politieke activiteiten in het belang van die buitenlandse leider'.
Rusland reageerde op de Amerikaanse stap tegen RT met een eigen lijst van tien buitenlandse persorganisaties die in Rusland werken, waaronder The Voice of America, Radio Free Europe/Radio Liberty, Krim.realii en Kavkaz.realii en tv-station De huidige tijd. Ook zij dienen zich sindsdien als ‘buitenlands agent’ te registreren en inzage te geven in hun geldstromen.
Grafiek van bezigheden van ngo's die aangemerkt zijn als 'buitenlands agent' (bron: Deutsche Welle)
‘Niks aan de hand’
De nieuwe wet gaat nog een forse stap verder, door ook individuen op de korrel te nemen. Dat daar een intimiderende werking van uitgaat leidt geen twijfel. Volksvertegenwoordigers roepen om het hardst dat de wet niet bedoeld is om burgers te beletten om vrijelijk informatie te vergaren. Doemalid Leonid Levin, indiener van het wetsvoorstel en in het parlement verantwoordelijk voor communicatie en informatiepolitiek, beloofde dat de wet niet massaal zal worden ingezet tegen bloggers en publicisten, maar sprak tegelijkertijd duidelijke waarschuwende woorden:
‘Als een individu materiaal vervaardigt of verspreidt over cultuur, sport of muziek, dan loopt hij met zo’n samenwerking heus niet het risico opgenomen te worden in de lijst met buitenlandse agenten,’ zei Levin. Maar als hij informatie verbreidt die ‘verband houdt met de maatschappelijk-politieke situatie’, dan zijn de risico’s aanzienlijk groter.
Ook senator Andrej Klisjas ziet geen enkel probleem: [Een burger kan informatie] ‘publiceren, reposten of zelfstandig vergaren, maar als wordt vastgesteld dat hij dat doet in het belang van een buitenlands persoon en [buitenlandse] financiering ontvangt, dan voert het Russische Ministerie van Justitie hem in op een lijst van individuele buitenlandse agenten. […] Waar ziet u hier een beperking van constitutionele rechten?’ aldus de voorzitter van de senaatscommissie voor de grondwet. En volgens senator Andrej Klimov gaat het ‘niet om miljoenen, niet om duizenden, niet om honderden mensen’.
Grote willekeur
Kritische columnisten zien in de wet wel degelijk een groot gevaar voor de vrijheid van meningsuiting, vooral vanwege de onduidelijke formulering. Zoals altijd zal de wet heel willekeurig worden ingezet, zei Svetlana Osipova, die een column schrijft voor Radio Free Europe. Ze werkt voor de site van de NGO Rusland achter de tralies, die (juridische) hulp geeft aan vervolgden en als organisatie zelf ook al tot ‘buitenlands agent’ is verklaard. ‘Ik ben dus een potentiële buitenlandse agent,’ zei Osipova tegen persbureau Deutsche Welle, dat een nieuwssite in het Russisch verzorgt.
Jurist Michail Fedotov, onlangs met 'pensioen' gestuurd als voorzitter van Poetins officiële Mensenrechtenraad, noemde de wet een aanfluiting en ‘totale abracadabra’. ‘Hier is alles door elkaar gegooid. Pretenderen dat een individuele persoon een massamedium kan zijn is juridische nonsens, omdat een massamedium volgens de Russische Perswet [waarvan Fedotov een van de opstellers was – red.] een vorm van periodieke verspreiding van massa-informatie is. En een mens kan geen vorm zijn,’ aldus Fedotov, die spreekt van juridische ‘fouten op het niveau van een tweede klas van een juridische faculteit’.
Jurist Michail Fedotov, tot voor kort voorzitter van de Mensenrechtenraad, spreekt met Poetin (foto Kremlin)
Volgens Jamie Fly, directeur van Radio Free Europe/Radio Liberty maken de aanvullingen op de perswet onderdeel uit van ‘de gevaarlijke, groeiende pogingen om de journalisten van RFE/RL en andere buitenlandse mediacorporaties te vervolgen’.
‘In hun streven om invloed te krijgen op leven en veiligheid van concrete journalisten doet deze wet denken aan de donkerste tijden uit Ruslands verleden,’ zei Fly. ‘Het is een poging om onafhankelijke stemmen in Rusland het zwijgen op te leggen en het publiek de toegang tot informatie te ontzeggen. De Amerikaanse wetten garanderen de redactionele onafhankelijkheid van RFE/RL en elke veronderstelling dat wij of onze journalisten agenten van enigerlei regering zouden zijn, is pertinent onjuist.’
Onder de kop Burger-agenten: hoe de overheid een partij van professionele revolutionairen creëert schreef politicoloog Fjodor Krasjennikov op de kritische website Republic.ru dat ‘het hoofddoel van de wet op 'burgers-buitenlandse-agenten' niet slechts is mensen die de overheid onwelgevallig zijn te belasteren als handlangers van het sluwe Westen, maar een reële en volkomen legale mogelijkheid te creëren om bepaalde Russische burgers hun door de Grondwet gegarandeerde rechten te ontnemen.’
De overheid doet dat omdat de ‘jarenlange verkettering op de staatstelevisie’ en de ‘eindeloze stoet aan patriottische bot-nets’ geen enkel resultaat hebben geboekt. ‘Het lijkt erop of de openlijke of heimelijke vijanden van het regime betrekkelijk ongestoord kunnen leven en werken in Rusland, autonoom van de staat die hen zo ongeveer van alle geldbronnen heeft afgesneden.’ En dat, aldus Krasjennikov, is onverteerbaar voor het regime.
Hoe de machthebbers ook hun best doen, er is in Rusland geen sprake van de gewenste ‘eigenrichting' tegen 'agenten van het Westen', schreef de politicoloog. Integendeel: de repressie van de overheid promoveert die kritische burgers juist tot 'dragers van een alternatief voor de steeds duidelijker doodlopende steeg van het Poetinisme’. Daar wil de overheid nu kennelijk een einde aan maken.
Als de machthebbers hun meest geharnaste critici niet toestaan zich te organiseren in een legale partij, dan leidt de vorming van een 'register van vijanden’ eerder tot een erkenning van hun verdiensten, aldus Krasjennikov. ‘Door critici aan de schandpaal te nagelen benoemt de overheid feitelijk haar toekomstige rechters en laat hen geen andere keus dan in werkelijkheid te worden wat de samenzweringstheoretici [van het regime - red.] denken dat ze zijn: professionele revolutionairen die gedoemd zijn tot het einde te gaan en zich tot het uiterste in te spannen een regime change in Rusland te bewerkstelligen.’