Om de schrikbarende kapitaalvlucht tegen te gaan kondigde de Russische overheid herhaaldelijk amnestieregelingen voor gevluchte zakenlui aan. Bij terugkeer naar Rusland zouden ze hun vermogensopgave keurig kunnen indienen, zonder te hoeven vrezen voor rechtsvervolging. Boris Titov, Poetins ombudsman voor de zakenwereld, haalde Russen in Londen over terug te keren. Maar Andrej Kakovkin werd direct na de landing in Rostov ingerekend en kreeg drie jaar. Geen hoopvol teken voor zakenlui, schrijft Tijs van de Vijver.
Andrej Kakovkin met zijn gezin. Bron: Facebookaccount van Boris Titov
door Tijs van de Vijver
Direct na zijn aankomst op het vliegveld van Rostov aan de Don in februari 2018 werd de naar Londen gevluchte ondernemer Andrej Kakovkin in de boeien geslagen. In november 2019 werd hij tot 3 jaar strafkamp veroordeeld wegens het verduisteren van zo’n 10 miljoen roebel (toen zo'n 140.000 euro). Kakovkin vluchtte in 2015 uit angst voor celstraf naar Londen, maar in 2018 dacht hij veilig naar huis terug te kunnen keren. Boris Titov, de Russische ombudsman voor ondernemers, had Kakovkin namelijk opgenomen op zijn Londense Lijst met gevluchte Russische zakenlieden die terug willen keren naar Rusland. Deze lijst presenteerde Titov aan president Poetin, die wil dat zakenlieden mét het geld dat zij offshore gestald hebben naar huis komen. Maar na de veroordeling van Kakovkin zullen andere gevluchte zakenlieden vermoedelijk wel twee keer nadenken voor zij zich aan een terugkeer wagen.
Russische kapitaalvlucht
Rijke Russen hebben sinds de jaren negentig een astronomisch bedrag van naar schatting 800 miljard à 1 biljoen dollar naar offshore bankrekeningen weggesluisd en in vastgoed omgezet. Omdat de Russische staat over dit geld geen belasting kan heffen, is dat een enorme aanslag op de schatkist. Sinds de Russische inmenging in Oekraïne en de economische sancties tegen Rusland heeft de kapitaalvlucht pas echt urgentie gekregen. In 2014 werd daarom een wet aangenomen met verschillende amnestieregelingen voor in het buitenland gestald vermogen.
Drie amnestieregelingen
Bij de eerste amnestieregelingen voor kapitaal (van juli 2015 tot juni 2016 en weer van maart 2017 tot februari 2019) moest de waarde van bezittingen en bankrekeningen in het buitenland worden opgegeven. Het doen van zo'n buitenlandse vermogensopgave vrijwaarde de indiener van vervolging voor overtredingen zoals belastingontduiking en witwassen. Dat zou de indiener de gelegenheid geven het opgegeven vermogen weer veilig naar Rusland te brengen.
De derde amnestieregeling voor kapitaal (tot februari 2020 van kracht) stelt meer eisen. Om in aanmerking te komen voor ‘kapitaalamnestie’ moeten buitenlandse bezittingen en bankrekeningen geliquideerd worden of verplaatst worden naar Speciale Economische Zones (SARs) in de regio’s Kaliningrad of Primorski.
De eerste resultaten van de wetgeving waren pover. Hoewel de Russische minister van financiën Anton Siloeanov de tussen juli 2015 en februari 2019 teruggehaalde 35 miljard euro als een succes presenteerde, is dit bedrag slechts een fractie van de geschatte honderden miljarden die Russen offshore geparkeerd hebben. Daarnaast is van deze 35 miljard euro aan buitenlands vermogen slechts een klein deel daadwerkelijk overgebracht naar Rusland.
Russische minister van financiën Anton Siloeanov. Bron: Kremlin.ru
De zorgen van zakenlui
Veel in het buitenland wonende Russische zakenlieden reageren terughoudend omdat ze er ondanks de veiligheidsgaranties in de amnestieregelingen niet gerust op zijn dat hun buitenlandse vermogensopgaven uit handen van openbaar aanklagers blijven. Ze vrezen dat na terugkeer de gerechtelijke onderzoeken naar hun financiële overtredingen heropend worden of dat hun buitenlandse vermogensopgaven als bewijslast in onderzoek gebruikt gaan worden, terwijl zij de uitkomst in de cel moeten afwachten.
Russische zakenlui voelen zich in hun vaderland steeds onveiliger, blijkt uit een onderzoek van het door de overheid gefinancierde onderzoeksbureau VTsIOM. Maar liefst 71% van de Russische zakenlui beschouwt het zakenklimaat in Rusland als ‘ongunstig’, waarbij rechtsstatelijkheid een grote rol speelt. Van de ondervraagden klaagt 62% over de bescherming van eigendomsrechten en de werking van het rechtssysteem, heeft 63% klachten over de controle-instanties en toezichthouders, en vreest 64% onvoorspelbare wetswijzigingen die investeren bemoeilijken. Maar liefst 52% zegt te vrezen voor de eigen veiligheid, wat verband houdt met het slecht functionerende rechtssysteem en het lage aantal vrijspraken.
De kapitaalvlucht uit Rusland heeft dus twee kanten. Russische zakenlui stallen hun vermogen graag in het buitenland omdat ze belasting willen ontduiken, maar ook omdat ze gegronde zorgen hebben over het Russische rechtssysteem en het zakenklimaat. Veel zakenlui overtreden dus moedwillig de wet, maar anderzijds is de handhaving van die wet onvoorspelbaar en is de willekeur bij vervolging groot. Eerder dit jaar werd dat opnieuw duidelijk met de vervolging van de Amerikaanse zakenman Michael Calvey van Baring Vostok, die huisarrest heeft in afwachting van zijn rechtszaak, en automagnaat Sergej Petrov, die uit angst voor arrestatie in Oostenrijk bleef.
Charmeoffensief van Titov
Zakenombudsman Boris Titov begon in 2018 een charmeoffensief om de zorgen van gevluchte zakenlui weg te nemen. Tegen zakenkrant RBK zei hij: ‘Meestal is de strafrechtelijke vervolging van deze personen totaal ongegrond en bedoeld om ondernemingen onder druk te zetten of te confisqueren. Ze willen allemaal terugkeren naar hun thuisland en hier werken, zonder steeds gevaar te voelen. Ze hebben zich tot mij gewend voor hulp en rechtsbescherming.’
De door president Poetin benoemde ombudsman voor het zakenleven Boris Titov. Bron: Kremlin.ru
Voor dit charmeoffensief reisde Titov naar Londen, waar hij op 3 februari 2018 zo’n veertig Russische zakenlieden ontmoette. Hij verzekerde ze dat zij zonder gevaar naar Rusland terug konden keren en hun buitenlandse vermogen zonder nadelige gevolgen gewoon bij het ministerie van Financiën op mochten geven. Titov garandeerde de zakenlieden ook dat zij bij een eventuele heropening van gerechtelijk onderzoek hun verdediging in vrijheid mochten voeren.
Na zijn bezoek aan Londen stelde Titov in samenspraak met zakenlui de Londense Lijst op, een officiële namenlijst van zestien Russische zakenlieden die aangaven wel naar Rusland te willen, maar niet te durven terugkeren. Met de lijst hoopte Titov Poetin ervan te doordringen dat angst voor vervolging een belangrijke reden is voor het uitblijven van de gevraagde vermogensopgaven. Sinds de eerste versie van de lijst van februari 2018 heeft Titov er steeds meer namen van gevluchte Russische zakenlieden aan toegevoegd. Inmiddels telt hij zo’n 34 in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Spanje, Griekenland, en Oekraïne wonende zakenlieden.
Bijval van het Kremlin?
Titov bood de namenlijst aan het Kremlin aan, maar de eerste reacties waren niet erg hoopvol. Zo zei Poetins persvoorlichter Dmitri Peskov: ‘Van ons kan natuurlijk geen algemene aanpak verwacht worden, elke zaak moet apart bekeken worden. De veiligheid van ondernemers is niet de bevoegdheid van de president.’ Het leek alsof het Kremlin de bescherming van ondernemers niet wilde garanderen en dat was volgens Peskov ook niet nodig, aangezien de Russische wet immers de ‘beste garantie’ op rechtsbescherming biedt.
Het bleef enige tijd stil rondom de lijst, totdat Titov de Russische president er in mei 2018 aan herinnerde dat de zakenlui nog steeds in Londen zaten. Poetin maande procureur-generaal Joeri Tsjajka, de voorzitter van het Onderzoekscomité Aleksandr Bastrykin, FSB-directeur Aleksandr Bortnikov en minister van Binnenlandse zaken Vladimir Kolokoltsev om een gezamenlijke oplossing voor de kwestie te zoeken.
Procureur-generaal Joeri Tsjajka. Bron: Kremlin.ru
Procureur-generaal Tsjajka leek aanvankelijk niet onwelwillend. Zijn plaatsvervanger Viktor Grin zei in januari 2019 dat een vijftal zakenlieden terug kon keren zonder angst voor arrestatie en Tsjajka vroeg in oktober 2019 aan Titov advies hoe de beloftes aan de personen op de Londense Lijst het best in het Russische wetboek van strafrecht verankerd zouden kunnen worden.
Ook het Russische Hooggerechtshof leek mee te werken: de hoogste rechtbank verbood Russische aanklagers gerechtelijk onderzoek naar gevluchte Russische zakenlieden te heropenen op basis van hun buitenlandse vermogensopgaven. Hiermee leek een andere vrees van de zakenlieden van de Londense Lijst weggenomen.
De veroordeling van Kakovkin
Deze positieve signalen werden breed uitgemeten op Titovs sociale media. Maar het proces tegen Andrej Kakovkin biedt een ander beeld. Andrej Kakovkin, ook op de Londense lijst, dacht zonder problemen terug te kunnen keren naar Rusland. De zakenman uit Rostov aan de Don ontvluchtte Rusland in 2015 en woonde sindsdien met zijn gezin in Londen. Zijn bedrijf zou in augustus 2015 zo’n 10 miljoen roebel (toen zo’n 140.000 euro) hebben geleend van een ander bedrijf zonder dat hij van plan was dat geld ooit terug te betalen.
De Rostovse rechtbank waar Kakovkin veroordeeld is. Bron: Rechtbank van Rostov's Kirov District
Kakovkin werd bij aankomst op het vliegveld van Rostov in februari 2018 direct opgepakt, maar een medewerker van Titov wist hem snel weer op vrije voeten te krijgen. In de vroege zomer van 2018 sloot de politie het onderzoek wegens gebrek aan bewijs. Kakovkins zaak leek dus een goed visitekaartje voor Titovs campagne. Maar al in september 2018 werd het onderzoek hervat en de rechtsbijstand die Titov en zijn advocaten hem verleenden haalde niets uit. Op 31 oktober 2019, één dag na de uitspraak van het Russische Hooggerechtshof, werd Kakovkin schuldig bevonden aan fraude en tot drie jaar strafkamp veroordeeld.
Titov ‘in shock’
Zakenombudsman Titov, ‘in shock’, reageerde met een lange facebookpost op de veroordeling van Kakovkin, waarin hij beloofde rechtsbijstand te zullen blijven verlenen bij Kakovkins hoger beroep. Ook hekelde Titov het feit dat het conflict – volgens hem economisch van aard – strafrechtelijk wordt beslecht: 'Dit is een standaard burgerlijk geschil, waarom wordt er een strafzaak van gemaakt?' Titov voerde bovendien aan dat Kakovkin de geleende 10 miljoen roebel nooit gebruikt heeft en dat het bedrag al in 2017 is teruggestort naar de wederpartij: 'Waar zijn de "gestolen" 10 miljoen roebel? Waarom heeft Kakovkin ze "gestolen" en niet gebruikt?' schreef Titov, die zijn volgers aan de eerdere successen van zijn campagne herinnerde. Van de Londense Lijst zijn inmiddels negen zakenlui teruggekeerd naar Rusland, drie van hen zijn ook daadwerkelijk vrijgesproken, en Kakovkin is de enige die tot nu toe is veroordeeld. Titov riep de uitgeweken Russische zakenlieden dan ook op niet bij de pakken neer te zitten: ‘Ja, het is zwaar, maar dit is geen kaartspel, maar een spel tegen een oneerlijk rechtssysteem. Niemand zei dat het makkelijk zou worden, maar wij geven niet op!’
Onrustbarender voor kapitaalvluchtelingen is dat Titov na de uitspraak van de rechter terug leek te komen op eerder gedane veiligheidsgaranties: ‘De Londense Lijst moet niet als een pardonregeling gezien worden en garandeert de vrijspraak van geen enkele deelnemer, daarover beslist de rechtbank.’ Volgens Titov is zijn grootste prioriteit dat verdachten hun rechtsvervolging in vrijheid moeten kunnen aanvechten. Hij vindt dat de verdachte zakenlui niet onder druk gezet mogen worden met een voorarrest.
Het proces van Kakovkin toont aan dat het lot van terugkerende gevluchte Russische zakenmannen nog steeds erg onzeker en erg onvoorspelbaar is. Het is daarom zeer de vraag of andere zakenlieden terug zullen keren naar Rusland. Voor een groot deel van de zakenlieden zal vermoedelijk gelden: bij twijfel niet doen.
Bronnen: The Bell, Interfaks, Kommersant, The Moscow Times, Rapsi, RBK, Svoboda.org, Vedomosti, VTsIOM