In 2020 viert Europa dat de Tweede Wereldoorlog vijfenzeventig jaar voorbij is. In de aanloop ontketent president Poetin een debat over het begin van die oorlog door Polen te verwijten in 1939 het onheil over zichzelf te hebben afgeroepen. De Polen zijn woedend. Terloops herinterpreteert de Russische regering ook de Sovjet-invasie in Tsjechoslowakije in 1968. Historicus Marc Jansen zet feit en fictie op een rijtje.
Stalin en Ribbentrop na ondertekening van het Molotov-Ribbentrop Pact in Moskou in 1939
door Marc Jansen
Rusland bereidt zich voor op de 75e verjaardag van de Pobeda, de Overwinning op Nazi-Duitsland in de Grote Vaderlandse Oorlog, zoals de Russen (in navolging van de Sovjets) hún Tweede Wereldoorlog nog altijd noemen.
Voor de Sovjet-Unie begon de oorlog pas op 22 juni 1941, de dag waarop de Wehrmacht het land aanviel, en eindigde officieel op Overwinningsdag, 9 mei 1945. Het Rode Leger en de Sovjet-burgers kregen ongelooflijke ontberingen te verstouwen. In de perestrojka-jaren is berekend dat tussen 1941 en 1945 26,6 miljoen mensen zijn omgekomen.
Voor anderen in Europa begon de Tweede Wereldoorlog al een kleine twee jaar eerder, op 1 september 1939, toen Duitsland Polen aanviel. De Duitsers hadden zich er eerst van verzekerd dat het niet op een conflict met de Sovjet-Unie zou uitlopen. Dat was gebeurd door middel van een niet-aanvalsverdrag dat Führer Adolf Hitler en Vozjd Jozef Stalin, vertegenwoordigd door hun ministers van Buitenlandse Zaken Joachim von Ribbentrop en Vjatsjeslav Molotov, in de nacht van 23 op 24 augustus sloten.
Tientallen jaren hebben de Sovjets gepoogd de ware toedracht van dit pact te verdoezelen. Er zat een geheim protocol aan vast dat het gebied tussen de twee grootmachten in invloedssferen verdeelde. Duitsland stelde zich voor het moment tevreden met het westen van Polen, de Sovjet-Unie kreeg het oosten van Polen, de Baltische landen, Finland en Bessarabië toebedeeld. Pas in haar nadagen, in december 1989, heeft de Sovjet-Unie het bestaan van dit geheime protocol toegegeven.
Rehabilitatiecampagne
Tachtig jaar na de ondertekening, rond 23 augustus 2019, zette Rusland een diplomatieke en journalistieke campagne op poten om het pact in ere te herstellen, met geheim protocol en al. Volgens Moskou was het een door de Westerse mogendheden afgedwongen stap, en een 'diplomatieke triomf voor de USSR' die 'het land had gered'. In de ogen van de Russen dachten Groot-Brittannië en Frankrijk destijds met hun appeasement-politiek Hitlers agressie naar het oosten te richten, naar de Sovjet-Unie. Dat bleek op de conferentie van München in september 1938, waar Engeland en Frankrijk Tsjechoslowakije aan Nazi-Duitsland uitleverden.
In de Russische redenering waren de Sovjets de Britten en de Fransen met dit pact te slim af. Zelfs de eruit voortvloeiende Sovjet-annexatie van Oost-Polen, de Baltische landen en Bessarabië wordt nu goedgepraat als noodzakelijke bijdrage aan de Sovjet-defensie, want toen de Duitsers de Sovjet-Unie in 1941 alsnog aanvielen, hadden ze door deze buffer langer nodig om door te stoten naar de Sovjet-Unie.
Poolse deling
Niettemin brak de Tweede Wereldoorlog wel degelijk uit als een consequentie van het pact. Na de Duitse aanval op Polen van 1 september 1939 viel het Sovjet-leger een week of twee later hetzelfde land vanuit het oosten binnen. Het nam rond de 15.000 Poolse officieren gevangen die in de lente van 1940, samen met nog zo’n 7.000 andere Poolse gevangenen, in Katyn en op twee andere plaatsen werden gefusilleerd; Stalin en het Politbureau van de Communistische Partij hadden hun goedkeuring aan deze moordpartij verleend. De Sovjets deporteerden bovendien honderdduizenden Polen uit het bezette gebied.
Frankrijk en Engeland staakten hun appeasement-beleid en verklaarden Duitsland de oorlog, maar de Sovjet-Unie bleef buiten schot. Goed een half jaar later was het vasteland van West-Europa, anders dan Stalin had voorzien, grotendeels door het Duitse leger onder de voet gelopen.
Europees Parlement
Vandaar dat het Europees Parlement kort na de tachtigjarige herdenking van het niet-aanvalsverdrag in 2019 een resolutie aannam die vaststelde dat de Sovjet-Unie samen met Nazi-Duitsland de weg had geëffend voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog; de twee totalitaire regimes hadden Europa onder elkaar verdeeld. Tien jaar eerder riep het Europees Parlement 23 augustus al uit tot ‘European Day of Remembrance for Victims of Stalinism and Nazism'.
Dat was tegen het zere been van Poetin, die een cultus van de Grote Vaderlandse Oorlog met de Overwinning als triomfantelijk sluitstuk heeft opgezet. 'Volslagen onzin', was zijn kwalificatie van de resolutie. Eerder, in 2009, noemde hij het niet-aanvalsverdrag nog 'immoreel'. Hoewel hij sindsdien al vaker relativerende opmerkingen over het pact en het begin van de oorlog heeft gemaakt, ging hij er eind 2019 met gestrekt been in.
Kort voor Kerst gaf hij op een topberaad van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten in Sint-Petersburg (na het uiteenvallen van de USSR het nieuwe samenwerkingsverband van ex-Sovjet-republieken) zijn collega-staatshoofden een uur lang college over de omstandigheden waaronder het pact tot stand kwam, waarbij hij zijn betoog kracht bijzette met archiefdocumenten. Hij zei een uitgebreid artikel over het onderwerp voor te bereiden. Drie dagen later deed hij het op een bijeenkomst van het ministerie van Defensie nog eens dunnetjes over. Het zit hem kennelijk hoog.
'Peace for our time.' Premier Chamberlain zwaait met het akkoord van München. Foto Wikimedia
Verraad van München
Poetin begon zijn redenering, niet heel vergezocht, met de herstelbetalingen die de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog Duitsland oplegden. Die waren zo torenhoog dat het de Duitsers tot revanche aanzette. De overwinnaars trokken de nieuwe grenzen van Europa op de tekentafel en er onstonden nieuwe staten. Nadat Hitler in 1933 aan de macht was gekomen, had de Sovjet-Unie gepoogd een antifascistische coalitie te vormen, aldus Poetin, maar zij kwam alleen te staan. De andere Europese landen capituleerden liever voor Hitler. Stalin was niet de eerste die een verdrag met Hitler sloot, vele Europese staten waren hem voorgegaan, te beginnen de Poolse leider Jozef Pilsudski die in 1934 een verdrag met Hitler beklonk. Stalin was slechts de laatste in de rij en had, anders dan andere Europese politici, tenminste nooit een ontmoeting met Hitler gehad, zei Poetin. Niet het niet-aanvalsverdrag van augustus 1939, maar het 'Verraad van München' van september 1938 noemde hij het keerpunt, dat de oorlog 'onvermijdelijk' maakte. De Sovjet-Unie tekende het pact pas nadat alle andere mogelijkheden waren uitgeput.
Poolse uitlokking
Poetin gaf hiermee het slachtoffer van de Duitse en Sovjet-agressie in 1939 de facto zelf de schuld. Volgens hem hadden de Polen na München meegewerkt aan de afbraak van Tsjechoslowakije en de grensplaats Cieszyn geannexeerd. Erger nog, de Poolse ambassadeur in Berlijn Jozef Lipski had zich in een rapport van september 1938 uiterst positief uitgelaten over Hitlers plannen om de Joden naar Afrika te deporteren en geschreven dat hij hierom een prachtig standbeeld in Warschau verdiende. Volgens Poolse historici had Lipski dat ‘sarcastisch’ bedoeld. Poetin noemde Lipski een ‘ploert’ en een ‘antisemitisch zwijn’. Ook hadden de Polen volgens hem geweigerd het Sovjet-leger doortocht te verlenen om Duitsland teweer te kunnen staan.
Inderdaad bestond er in Polen tot in de hoogste kringen toe een virulent antisemitisme, waarvoor velen in het postcommunistische Polen rekenschap hebben proberen af te leggen. Ook de Poolse annexatie van Cieszyn is door de leiders van het huidige Polen sterk veroordeeld. Maar om daarmee, als Poetin, te suggereren dat niet de Sovjet-Unie maar juist Polen met Hitler samenwerkte en de Tweede Wereldoorlog veroorzaakte, gaat alle perken te buiten. Getalsmatig is Polen trouwens zelfs een groter slachtoffer van de Duitsers dan de Sovjet-Unie: eenvijfde deel van de bevolking (ongeveer 6 miljoen Poolse burgers) kwam om, tegenover ongeveer een-zevende (26,6 miljoen) van de Sovjet-burgers.
De naar de Duitsers overgelopen Russische generaal Andrej Vlasov. Foto Wikimedia
Ook Praag 1968 anders geduid
Daar bleef het Russische revisionisme niet bij. In Tsjechië is 21 augustus, de dag waarop in 1968 de troepen van het Warschaupact onder aanvoering van de Sovjet-Unie een eind maakten aan Alexander Dubčeks poging het communisme in zijn land te hervormen, afgelopen jaar uitgeroepen tot herinneringsdag ter ere van de slachtoffers van de invasie en daaropvolgende bezetting van Tsjechoslowakije. Op 18 december 2019 sprak het Russische Ministerie van Buitenlandse Zaken daar zijn ontevredenheid over uit. Het was al kwaad over de voorgenomen verwijdering van het standbeeld van Sovjet-maarschalk Ivan Konev uit Praag - Konev bevrijdde Tsjechoslowakije van de nazi's - en de Tsjechische plannen om de met de Duitsers collaborerende Sovjet-generaal Andrej Vlasov te eren om zijn bijdrage aan de bevrijding van Praag in mei 1945.
Sovjet-generaal Vlasov werd in juli 1942 door de Duitsers gevangengenomen en bleek bereid de leiding op zich te nemen van een anticommunistisch 'Russisch bevrijdingsleger' in Duitse dienst. Maar hij stond wantrouwig tegenover zijn nieuwe broodheren (en zij tegenover hem) en het enige wapenfeit van de divisie die hij op de been bracht was de bevrijding van Praag van de Duitsers op 7 mei 1945.
Moskou noemde het besluit over 21 augustus strijdig met het wederzijdse verlangen 'eindelijk een punt te zetten achter het totalitaire verleden'. 'Het streven van Praag terug te keren naar gebeurtenissen die zich vijftig jaar geleden hebben afgespeeld met de bedoeling ze in een moderne politieke context te plaatsen, de tegenzin om deze bladzijde van de geschiedenis die de atmosfeer van de Russisch-Tsjechische betrekkingen overschaduwt om te slaan, draagt niet bij aan de verbetering van de bilaterale samenwerking', aldus het Russische ministerie.
Voormalige satellietstaten furieus
Uiteraard zijn dit soort uitlatingen van de kant van Rusland ook zelf bepaald niet bevorderlijk voor de betrekkingen met Polen en Tsjechië, maar ook met andere Westerse landen. (Zou iemand in West-Europa het in zijn hoofd halen om bijvoorbeeld de conferentie van München van september 1938 te betitelen als een 'diplomatieke triomf', zoals de Russen het Molotov-Ribbentrop Pact nu noemen?).
De Poolse premier Mateusz Morawiecki reageerde furieus op Poetins 'herhaalde leugens' dat Polen zelf een deel van de verantwoordelijkheid draagt voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Ook de Poolse president Andrzej Duda beschuldigde Poetin van 'post-stalinistisch revisionisme'. Donald Tusk, tot voor kort voorzitter van de Europese Raad en fel gekant tegen de huidige Poolse regering, twitterde dat regering en oppositie in dit geval de rijen moesten sluiten om gezamenlijk stelling te nemen tegen Poetins 'schaamteloze leugens'. Begin dit jaar nam het Poolse parlement een resolutie aan dat niet Polen, maar de Sovjet-Unie, samen met Duitsland, verantwoordelijk was voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en dat de Russische overheid aan 'manipulatie van de geschiedenis' doet.
Ook in Tsjechië valt het Russische revisionisme in slechte aarde. Zelfs president Milos Zeman, in het verleden vaak tot Putin-Versteher bestempeld, stoorde zich aan Ruslands 'onbeschaamdheid'. Hij zei nu de eerder aangenomen uitnodiging om in Moskou de 75e verjaardag van de Overwinning bij te wonen, te zullen heroverwegen.
Al heeft de Amerikaanse president Donald Trump gezegd op 9 mei graag naar Moskou te komen, als zijn drukke politieke programma het tenminste toelaat, het is de vraag of er op het geplande grote Russische feest veel Europese en andere Westerse gasten aanwezig zullen zijn.