De herinneringscultuur van Rusland heeft in de dertig jaar na de val van het communisme geen ontwikkeling doorgemaakt. In plaats van de overwinning op de nazi's een universeel karakter te geven van triomf van het goede over het kwaad, zoekt Rusland de confrontatie met Polen en het Westen op. De archaïsche opvatting van de Grote Vaderlandse Oorlog en de Overwinning heeft ten doel de Russische samenleving te scharen rond de leiders en vast te houden in een voortzetting van het verleden, schrijft Andrej Archangelski.
Poetin in het oorlogspanorama 'Het geheugen spreekt' in Petersburg, op 18 januari 2020, bij de herdenking van 77 jaar na het einde van het beleg van Leningrad (foto Kremlin)
door Andrej Archangelski
De toespraak van Vladimir Poetin op de informele GOS-top in december [GOS is het losse verbond van staten dat werd gevormd na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 - red.] lijkt de leidraad te vormen voor de opmaat naar mei 2020. Het grootste deel van de toespraak stond in het teken van kritiek op het gedrag van Polen tot 1939 en die kritiek werd herhaald op een bijeenkomst bij het Russische ministerie van Defensie. Waarom is Polen het doelwit geworden? Daar zijn een aantal begrijpelijke antwoorden op te geven: in 2019 werd de Russische regering niet uitgenodigd voor de herdenking van de landing van de geallieerden in Normandië en evenmin voor de herdenking van het begin van de Tweede Wereldoorlog op 1 september in Polen. Daar komt nog bij dat Het Europees Parlement een resolutie heeft aangenomen over ‘het belang van Europese herinnering voor de toekomst van Europa’ waarin het beleid van de Sovjetleiders wordt bekritiseerd. Moskou besloot dus uiteindelijk een inhoudelijk antwoord te geven.
Maar naast de gebruikelijke strijd tegen 'geschiedenisvervalsers' streeft het Kremlin ook binnenlandse doelen na. Met de parlementsverkiezingen van 2021 en natuurlijk de presidentsverkiezingen in 2024 in het vooruitzicht heeft het Kremlin opnieuw maatschappelijke consolidatie nodig. Maar deze keer kiest het geen levende tegenstander [zoals Oekraïne bij de Krim - red.] maar een historische of, om preciezer te zijn, een mythische tegenstander om de bevolking opnieuw te verenigen. Dit is echter niet de lijm die de Russische maatschappij bij elkaar houdt, maar ambtelijk knip-en-plak werk.
De enige verrassing is de timing: men nam de beslissing om de confrontatie aan te gaan aan de vooravond van de 75ste viering van Overwinningsdag [op 9 mei in Moskou traditioneel met een militaire parade gevierd - red.]. Wie twijfelt eraan dat het komende half jaar in het teken zal staan van dit specifieke evenement? Het zal een feestdag van enorme omvang worden, inclusief het aantal buitenlandse gasten dat naar Moskou moet komen. Het Kremlin wil blijkbaar dat de Overwinningsdag een zo 'internationaal' mogelijk karakter krijgt.
Maar om dat universele karakter mogelijk te maken moet je zelf proberen zo universeel mogelijk te zijn. Dat wil zeggen dat je tenminste een tijdje af moet zien van harde woorden en tegenstellingen moet begraven. Maar nee: de voorbereidingen voor de feestdag zijn niet begonnen met het kwijtschelden van historische schulden maar letterlijk met een mokerslag. Dit compleet andere perspectief van de 'feestdag' is geheel in de geest van de [satirische - red.] schrijver Vladimir Sorokin, waarmee de viering verandert in een poppenshow. Het opvallendst was de buitenproportionele reactie op de Poolse ambassadeur Józef Lipski [tot woede van de Polen, inclusief de Poolse opperrabbijn Michael Schudrich, noemde Poetin de Poolse ambassadeur in Berlijn (van 1934 tot 1939) Josef Lipski 'die schoft, dat antisemitisch zwijn'. Lipski onderhandelde met de Duitsers over een Pools-Duits niet-aanvalsverdrag en sprak over mogelijke emigratie van de Poolse Joden, bijvoorbeeld naar Madagascar, een optie die Polen in die tijd ook met de zionisten besprak - red.]
Gebrek aan visie
En plotseling realiseer je je dat de overreactie in verband staat met een gebrek aan inhoud voor het concept achter de feestdag zelf. Dat is inderdaad heel vreemd: de belangrijkste feestdag van het land is op intellectueel niveau nog steeds niet helemaal doordacht. Wie durft te betwisten dat het onze overwinning is? Maar die overwinning werd in de Sovjet-tijd bewust afgeschermd van de rest van de wereld. En nu, dertig jaar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, moet de overwinning weer een plek krijgen in de mondiale context.
Als je al kunt spreken van nieuwe ideeën in deze [post-communistische - red.] tijd dan is het in de bedding van een cultuur van wrok: nu wordt alle overwinningsenergie gestoken in de vervloeking van allen die onze overwinning niet willen 'erkennen'. Waarom 'erkennen' ze die niet even hard als wij? Natuurlijk kun je respect eisen voor de heldendaden van de Sovjet-soldaat, maar je kunt niet hetzelfde respect eisen voor het totalitaire regime. Erger nog is respect eisen voor het nog kunstmatiger concept van 'onze geschiedenis'.
Er is maar één geschiedenis voor ons allemaal en geen enkel land ter wereld kan bogen op perfect en feilloos gedrag in de jaren voor de oorlog, want in de jaren dertig kon niemand zich voorstellen hoe dit allemaal zou aflopen. En het alleroneerlijkst is vandaag het gedrag van anderen te beoordelen vanuit het oogpunt van Tolstojaanse alwetendheid, alsof alleen wij vanaf het allereerste moment alles begrepen en hadden voorzien.
In de moderne wereld hebben de aandacht voor het slachtoffer en de 'cultuur van het getuigen' gewonnen, schrijft filosoof Michail Jampolski: dit concept bleek voor de meeste landen van de wereld universeler en beter hanteerbaar dan de cultus van de overwinnaar die we kennen uit Rusland. Europa kijkt terug op de oorlog door de ogen van de slachtoffers, de oorlog wordt in de eerste plaats beschouwd als het resultaat van de tragische fouten van de wereld.
Maar - en dit is het zeldzame geval wanneer je het eens kunt zijn met onze patriotten - de Grote Vaderlandse Oorlog [zoals de Russen de Tweede Wereldoorlog noemen - red.] kan niet uitsluitend bekeken worden door de ogen van het slachtoffer. In dit geval moet bij de volgende Overwinningsdag de focus worden verlegd van de allesoverheersende staatsmacht naar de gewone mensen die die overwinning hebben behaald - naar hen die bleven volhouden en knokken en alle verschrikkingen van de oorlog voor hun rekening hebben genomen. Om het in moderne taal uit te drukken: de herinnering aan de oorlog moet worden geïndividualiseerd. In dit concept past bijvoorbeeld het werk van talloze vrijwilligers die zelf op onderzoek uitgaan. De symbolische betekenis daarvan is niet alleen een naam maar ook een persoonlijk verhaal terug te geven aan ieder omgekomen en vermiste persoon. Zo kunnen ook veteranen en hun nakomelingen uit de voormalige Sovjet-republieken, ongeacht hun huidige staatsburgerschap, een gelijkwaardige positie in gaan nemen.
Sovjet-monument bij Babi Jar, het ravijn bij Kiev, waar 33.000 Joden werden vermoord (foto Baby Yar Memorial Centre)
Tegelijkertijd zou het de moeite waard zijn om de Dag van de Overwinning zelf te vertalen naar de taal van universele waarden. 'Ga weg, je lijkt niet op haar,' schreeuwden de ouders van Dina Pronitsjeva tegen haar, de bekendste overlevende van Babi Jar. [De joods-Oekraïense actrice Pronitsjeva was een van de weinige overlevenden van de massamoord van Babi Jar, het ravijn bij Kiev waar eind september 1941 de nazi's 33.000 Joden doodschoten. Pronitsjeva was de enige getuige op het naoorlogse tribunaal over de massamoord - red.] Deze twee woorden, 'je lijkt wel' of 'je lijkt niet' vormden in 1941 de grens tussen leven en dood. Het antwoord op de vraag 'waarvoor heeft de Sovjet-soldaat gevochten?' zou bijvoorbeeld zo kunnen luiden: opdat niemands uiterlijk, accent, stand van de ogen of haarkleur ooit nog een dodelijke factor kunnen worden. De Tweede Wereldoorlog kan vandaag worden beschouwd als een existentiële keuze tussen goed en kwaad die in die jaren op de een of andere manier door iedereen moest worden gemaakt.
Verleden als bewustzijnsvernauwing
Maar in plaats van Overwinningsdag te universaliseren zien we in Rusland het tegenovergestelde gebeuren: archaïsering als een bewuste betekenisvernauwing. En de integriteit van de Sovjet-soldaat verandert in een rechtvaardiging van een totalitair regime. Een gedachtenwisseling over de overwinning op het kwaad wordt omgesmeed tot een discours van wrok. Dit is een soort intellectuele zelfcastratie. Voor dit wrokkige beeld moeten we heden ten dage natuurlijk de 'kameraden' bedanken, die de toon hebben gezet op de staatstelevisie en radio. Voor hen is geschiedenis - waarschijnlijk zelfs onbewust - een strijd van eeuwige krachten. Volgens deze opvatting hebben alle volkeren en staten een onveranderlijk karakter en is hun gedrag vooraf bepaald (dit wereldbeeld komt ruwweg overeen met de Edda van de Vikingen). En wanneer ze de agressieve acties van de vooroorlogse USSR met betrekking tot Finland of andere 'onbeduidende landen' moeten uitleggen antwoorden ze in de trant van: 'in feite hebben deze landen zich zelf schofterig gedragen!'
Is het werkelijk nog nodig om te zeggen dat dit beeld, zelfs met de Tweede Wereldoorlog als voorbeeld, onhoudbaar is? In de realiteit begonnen immers veel landen als agressors, bleken vervolgens slachtoffers te zijn en werden bondgenoten in een coalitie tegen Hitler. Moet je nog uitleggen dat dit standpunt hooguit geschikt is voor binnenlands gebruik maar volledig ineffectief en rampzalig is in het buitenlands beleid? Het is bijzonder symbolisch dat juist Polen er vandaag als negatief voorbeeld uit is gepikt. Drie eeuwen lang is de Poolse staat door grootmachten constant 'in twijfel getrokken', zoals ze vandaag zouden zeggen. Maar het was juist Polen dat de wereld een uniek voorbeeld van burgerlijke zelforganisatie liet zien, een ondergrondse staat die gedurende de hele nazi-bezetting functioneerde. Ondergrondse organisaties zoals een leger, ziekenhuizen, scholen en zelfs universiteiten - dit was in geen enkel ander bezet land het geval.
Poolse soldaten tijdens de opstand van Warschau, augustus 1944(foto Wikipedia)
Ook de Raad voor de Steun aan Joden (Żegota) maakte deel uit van deze ondergrondse staat. Ook dat was een unicum, want onder de initiatiefnemers en deelnemers waren Poolse nationalisten. Kortom, zelfs op pijnlijke vragen over vooroorlogs antisemitisme (dat destijds een veel voorkomende Europese ziekte was) kan Polen wel iets antwoorden. Zoals al duidelijk is geworden, zijn de Polen dan ook niet van plan een blad voor de mond te nemen. We zullen tijd te over hebben om de volgende oorlog over het verleden te zien afspelen en je kunt je gemakkelijk voorstellen hoe die eruit zal zien in Rusland waar staatskanalen die de baas proberen te behagen ijverig op zoek gaan naar nieuwe 'onweerlegbare feiten' over de verschrikkelijke Poolse, Amerikaanse of andermans vooroorlogse wandaden. Natuurlijk kun je die vinden en je kunt de geschiedenis ook altijd antedateren.
Nu komen we bij de kern van de zaak: dit hele debat heeft niets te maken met geschiedenis of zelfs met moderniteit, het doel is om ons opnieuw in tautologie en retorische competitie te storten en ons te dwingen tot de zoveelste ideologische dans. Dit alles is waarschijnlijk opgezet met één doel voor ogen: om de gemiddelde Rus het komende halfjaar of jaar weer uit de moderne tijd te gooien, opdat hij zo lang mogelijk blijft hangen in een uitgebreid, gereconstrueerd en voortgezet verleden. Mooi meegenomen als hij daaruit aan de vooravond van de parlementsverkiezingen van 2021 weer in een half-bewusteloze staat opduikt, zodat hij er opnieuw niet klaar voor is om, Alain Badiou parafraserend, 'zichzelf politiek uit te vinden'. Waarom? Omdat mythische vijanden voor de zoveelste keer de werkelijkheid hebben overschaduwd en opnieuw kostbare tijd is verkwist met het construeren van een utopie. En wat nog belangrijker is: weer glipt de moderniteit ons door de vingers.
Wat is dat eigenlijk: moderniteit en hoe stel je die vast? Dat is niet makkelijk, maar wie weet kan de nieuwjaarstoespraak van de Oekraïense president Volodymyr Zelensky het best worden beschreven als 'modern'. Misschien wel omdat hij de vraag stelt: 'wie zijn wij?' Een vraag die ons dwingt tot een antwoord vanuit het hier en nu? Die ons dwingt ons te definiëren vanuit het heden? Als je zo naar de wereld kijkt helpt zelfs het verleden ons het heden te verwezenlijken. Dit staat in schril in contrast tot ons land waar de moderniteit zelf wordt beschouwd als een 'ongewenste organisatie' en waar zelfs de belangrijkste geschiedenislessen klinken als een antwoordapparaat.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Russisch gepubliceerd op Republic.ru