Ondanks de verkilling in de bilaterale betrekkingen staat Nederland bij Russische burgers behoorlijk goed aangeschreven. Dat blijkt uit een opinieonderzoek dat het Moskouse onafhankelijke opinieonderzoeksbureau Levada Centrum hield in opdracht van de Universiteit Leiden en Raam op Rusland. Het is de eerste keer dat in Rusland zo'n opiniepeiling over Nederland is gehouden en de uitkomst is spectaculair. Maar de Nederlandse regering moet er wel meer werk van maken om sommige hardnekkige ideeën – dat we een tamelijk onbetekenend land zijn, en vrijplaats voor drugs en prostitutie – bij te stellen. Zie ook Spreek met ons Russen, niet met regering. Here the text in English.
door Menno Hurenkamp, Hella Rottenberg, Jos Schaeken en Hubert Smeets
Met de regelmaat van de klok beschuldigt het Kremlin Nederland van 'hysterische anti-Russische vooringenomenheid'. Pogingen om het gesprek op gang te brengen stranden steeds weer. Zo ging een bezoek van Tweede Kamerleden aan Moskou opnieuw niet door, omdat D66’er Sjoerd Sjoerdsma daar niet welkom bleek te zijn.
Toch hebben Rusland en Nederland elkaar nodig.
Nederland is na China en Duitsland de derde handelspartner van Rusland. Jaarlijks wordt bijna 35 miljard euro omgezet. Rusland exporteert ruim 31 miljard. Omgekeerd is er 3,5 miljard euro in het spel. Als vestigingsplaats is Nederland eveneens belangrijk. Nederland is een schakelkast voor kapitaal, dat uit Rusland wil vluchten of er juist wil terugkeren. Volgens de Centrale Bank in Moskou loopt bijna 10 procent van de directe buitenlandse investeringen in Rusland via Nederland. Alleen Cyprus is een grotere investeerder. De Unctad schat dat 6,5 procent van de zogeheten ‘foreign direct investment’ daadwerkelijk uit Nederland komt.
Desalniettemin is Nederland afgewaardeerd in de buitenlandse politiek van Rusland. Sinds 2016 komt Nederland niet meer voor in het buitenlands politieke beleidsdocument waarin president Poetin de prioriteiten heeft vastgelegd. We hebben plaats moeten maken voor Spanje. Nederland op zijn beurt ziet Rusland sinds 2017 niet meer als een van de acht ‘focuslanden’ in zijn internationale cultuurbeleid.
© Illustraties: Brechtje Rood, Trouw
De verslechtering van de bilaterale betrekkingen begon in 2013 en bereikte een climax na het neerschieten van de MH17 in de zomer van 2014. Volgens de Russische regering ligt de schuld voor de verkilling bij Nederland. De Russische ambassadeur Alexander Shulgin heeft dat onlangs in de Tweede Kamer nog eens herhaald. Het officiële persorgaan Rossiskaja Gazeta wees een paar maanden eerder ook al met de beschuldigende vinger naar Den Haag. Nederland is volgens de regeringskrant in de ban van een 'anti-Russische hysterie'. 'Vandaag de dag is Nederland het enige EU-land dat de politieke dialoog met Rusland heeft begrensd', schreef de krant eind november. 'Tegen de achtergrond van deze Russofobie is het absurd om over de MH17-crash objectiviteit te verwachten van het JIT [het internationale onderzoeksteam naar de ramp, red.]. Moskou is geïnteresseerd in het herstel van pragmatische, zakelijke en gelijkwaardige betrekkingen. Maar dat lijkt niet reëel zolang het politieke establishment in Nederland blijft leunen op zijn eigen niet bestaande mythes en stereotypen.'
Russen krijgen deze kijk regelmatig via de media gepresenteerd. Maar wat is het effect van deze overheidsvoorlichting?
Nederlands imago nooit in kaart gebracht
Daar konden we tot voor kort slechts naar gissen. Raar genoeg is het Nederlandse imago in Rusland nooit serieus in kaart gebracht en daarom waren er tot nu toe weinig aanknopingspunten voor ‘people to people’ diplomatie. Om in die leemte te voorzien, hebben Universiteit Leiden en kennisplatform Raam op Rusland aan de onafhankelijke opiniepeiler Levada Centrum in Moskou gevraagd te onderzoeken hoe Russen dezer dagen werkelijk over Nederland denken.
De Russische publieke opinie doet er namelijk wel degelijk toe. Rusland mag een autoritair geregeerd land zijn, waar de staat zijn boodschap er via de televisie in hamert, de Russen slikken desondanks niet alles voor zoete koek en hebben expliciete opvattingen. De overheid volgt hun stemming nauwlettend en probeert onvrede binnen de perken te houden, soms door repressie, soms door concessies.
Die alertheid geldt vooral de binnenlandse politiek. Wat het buitenlands beleid betreft hoeft de overheid minder zorgen te hebben over de publieke opinie in eigen huis. Russen koesteren weliswaar diep wantrouwen tegen hun overheid, maar ze staan vaak achter president Poetin als hij grootmacht Rusland tegen druk van buiten verdedigt.
Deze tegenstrijdige gevoelens raken Nederland bij uitstek. Ze komen vooral tot uiting in de publieke opinie over de MH17, het grootste struikelblok in de bilaterale betrekkingen.
Omdat het opinieonderzoek van het Levada Centrum een primeur is, kunnen we de resultaten niet vergelijken met vroeger, maar de uitkomsten zeggen genoeg om enkele belangrijke conclusies over het imago van Nederland en de betrekkingen tussen beide landen te kunnen trekken.
Buitengewoon positief beeld
Ondanks berichtgeving zoals in de Rossiskaja Gazeta oordelen de Russen buitengewoon positief over Nederland. Denkend aan Holland waarderen ze vooral ‘vrijheid van meningsuiting’ (68%), ‘rechten voor minderheden’ (67%), ‘tolerantie’ (65%), ‘godsdienstvrijheid’ (65%) en ‘arbeidsethos’ (65%). Ook het ‘respect van de staat voor de individuele burger’ (63%), de sociale zekerheid (54%), de gezondheidszorg (55%) en het onderwijssysteem (52%) worden als typische kenmerken van de Nederlandse samenleving gewaardeerd.
Slechts enkele burgerlijke vrijheden in Nederland - met name het homohuwelijk (69%) en het drugsbeleid (55%) - worden afgewezen. Dat is niet opmerkelijk. Staat én kerk in Rusland grijpen die thema’s graag aan om te illustreren dat Europa in de greep is van een onchristelijke culturele decadentie. In dat verband is het juist wel verrassend dat de kijk op onze euthanasiewetgeving een stuk milder is. Een kwart zegt er geen notie van te hebben, maar wie er een mening over heeft, denkt er vaker positief (32%) dan negatief (27%) over. Een sluitende verklaring is er niet voor. Het zou kunnen dat Russen in praktijk wel degelijk met euthanasie te maken hebben.
Dat Russen Nederland een onbetekenend landje vinden, is evenmin raar. Al is het Russische nationale inkomen amper twee keer hoger dan het Nederlandse, Rusland is toch het grootste land ter wereld en een nucleaire supermacht. Opmerkelijker is dat veel Russen niet weten dat Nederland economisch juist een van de meest serieuze partners van Rusland is en dat die band verder gaat dan de Keukenhof, ons symbool van bloemen en toerisme.
Zo hebben (staats)concerns als Gazprom, Rosneft, Lukoil (gas en olie), Sberbank (bank), Mechel (mijnbouw en staal) en Veon (telecommunicatie) maar ook kleinere ondernemingen hun holdings in Nederland geregistreerd. Op deze manier willen zij hun eigendomsrechten beschermen tegen juridische willekeur in eigen land. Dit soort constructies via 'brievenbusfirma's' kunnen bovendien fiscaal voordelig zijn. Consequentie ervan is hoe dan ook dat de jurisdictie over deze grote bedrijven ten dele naar Nederland verschuift. Een vestiging op bijvoorbeeld de Zuidas in Amsterdam betekent namelijk dat in conflicten de Nederlandse rechter het laatste woord kan hebben en niet de Russische regering. Russische ondernemers hebben kennelijk meer vertrouwen in het Nederlandse civiele recht dan in hun eigen rechtsstaat.
Hun landgenoten moeten daar echter niets van hebben. Dat een Nederlandse rechtbank een civiel conflict kan beslechten ten koste van het Russische staatsbelang wijst 65 procent van de Russen af. Het spectaculairste voorbeeld van zo’n juridische confrontatie tussen een particuliere onderneming en de overheid is het gevecht tussen de aandeelhouders van het genaaste olieconcern Joekos, geregistreerd aan de Zuidas, en de Russische staat. In die zaak staat 50 miljard dollar op het spel. Twee derde van de burgers is tegen dit soort juridische vluchtheuvels voor Russische oligarchen.
Dubbelcheck bij MH17
Nog interessanter wordt het als de MH17 ter sprake komt. Omdat de uitkomsten van de eerste enquête té paradoxaal leken, heeft Levada de vragen over deze ramp bij wijze van extra check in een tweede onderzoek herhaald. Tweemaal rolden er globaal dezelfde antwoorden uit. Wat blijkt? Circa 60 procent volgt de officiële lijn van Moskou: het vliegtuig is neergehaald door de Oekraïense krijgsmacht of vrijwilligersbataljons. Niet verrassend. Wat de rest denkt is dat wel: ruim een kwart ontloopt de vraag. Dat maakt Levada vaker mee. Bij mogelijk heimelijke interventies buiten Rusland, zoals de vergiftiging van de Russische ex-spion Skripal in 2018, is ‘moeilijk te zeggen’ of ‘iedereen kan het gedaan hebben’ een vaak gebruikte optie om alles open te houden.
Nog opzienbarender is het daarom dat in antwoord op de MH17-schuldvraag ongeveer tien procent het wel denkt te weten en naar pro-Russische rebellen of Rusland zelf wijst. Dat is een forse stijging ten opzichte van de publieke opinie in 2015. Hoewel de vraagstelling indertijd anders was – Levada peilde één jaar na de ramp of steun was voor een internationaal tribunaal over de MH17 – schreef in 2015 slechts 2 procent de ramp op het conto van de steun die Rusland aan de rebellen in de Donbass bood.
Dat driekwart van de Russen van mening is dat hun land zich niet onder druk moet laten zetten door Europese sancties, ligt vervolgens weer in de lijn der verwachtingen. Drie vijfde tot twee derde van de burgers zou er dan ook tegen zijn dat de Russische regering onderhands een ‘deal’ sluit door de nabestaanden van de ramp smartegeldngeld uit te keren in ruil voor het opheffen van sancties. Betalen betekent schuld bekennen, is de redenering. De jeugd denkt daar overigens anders over: de helft van de jongeren is juist wel te porren voor zo'n onderhands gebaar richting de nabestaanden.
Bij schuld wil meerderheid smartegeldgeld betalen
Maar op de vraag ‘stel dat uit onderzoek van de internationale gemeenschap blijkt dat Rusland schuldig is’, dan geeft maar liefst 55 tot meer dan 60 procent aan dat schadeloosstelling gepast zou zijn. Onder de jeugd tot 25 jaar is zelfs meer dan driekwart daartoe bereid. Opmerkelijk is dat in dit hypothetische geval – de Russische autoriteiten doen er toe nu toe alles aan om het internationale onderzoek tegen te werken – opleiding en welstand er weinig toe doen. Of Russen hoog of laag geschoold zijn, welvarend of arm, rond 60 procent zou voor smartegeldngeld zijn als deze waarheid boven water zou komen. Wanneer deze consequenties aan de orde komen, ebt bij velen ook de twijfel weg: dan heeft nog maar tien procent moeite een mening te uiten, tweeënhalf keer minder dan bij de vraag wie het vliegtuig heeft neergeschoten. Aan directe vragen over het handelen van de regering brandt men liever niet de vingers. Maar als je doorvraagt blijkt dat de meeste Russen zich kunnen voorstellen dat het MH17-verhaal anders is dan het Kremlin zegt.
Waarheid gaat kennelijk boven politiek. Zou zich hier zowaar de spreekwoordelijke Russische ziel openbaren? Hoe het ook zij, deze cijfers geven de nabestaanden moed en zijn een opsteker voor de onderzoekers van het JIT. De MH17-rechtzaak, die op 9 maart in Nederland begint, doet er immers ook voor de Russen toe.
Zoals overal wordt ook de opvatting van de Russen mede beïnvloed door hun leeftijd, studie, werk en woonsituatie. Jongeren, hoger opgeleiden en stedelingen geven beduidend meer om de rechtsstaat dan ouderen en mensen uit de provincie. Ze zijn ook minder ontvankelijk voor het officiële verhaal. Zo hebben jongeren tot 24 jaar meer belangstelling voor de immateriële waarden die Nederland uitdraagt. Het uitgangspunt dat de burger boven de staat gaat en moet worden beschermd tegen de overheid – een idee dat haaks staat op de historische praktijk in Rusland – wordt eveneens ruimhartiger onderschreven door studerende jongeren (78%) en Moskovieten (75%) dan door de rest van het hele land (63%).
Behoefte aan contact
Goed om te weten hoe Russen naar Nederland kijken. Maar heeft die sociaal-culturele kennis ook politieke betekenis? Jazeker. Het Levada-onderzoek leert dat Russen behoefte hebben aan contact.
En daar kan het kabinet-Rutte wat mee. In tien jaar tijd is het aantal Russische studenten in Nederland verdubbeld tot 900 in 2019. Deze jongeren maken niet alleen kennis met Nederlandse waarden, ze zijn ook de beleidsmakers van de toekomst. Tot nu toe bekommert het Nuffic-Neso, dat een netwerk van Russische studenten onderhoudt en een sleutelrol vervult bij samenwerking en uitwisseling van academici en universiteiten, zich om hen. Het kantoor in Moskou staat echter op de nominatie te worden opgeheven. Dat is een slecht idee. Het parool zou moeten zijn: niet minder maar méér contact tussen jongeren, academici en burgers die actief zijn in maatschappelijke organisaties. In een brief aan de Tweede Kamer hebben we recent nog wat meer suggesties gedaan om de relatie met Rusland over een andere boeg te gooien.
Het onderzoek van Levada dwingt ons sowieso om ons imago wat breder tegen het licht te houden. Draagt Nederland zijn sterke punten in Rusland effectief genoeg uit? Het antwoord is niet eenduidig. Het onderzoek van Levada laat zien dat Nederland enerzijds energie verspilt en anderzijds kansen laat liggen.
Door zijn logistieke en financiële infrastructuur is Nederland op economisch vlak van grote strategische betekenis voor Rusland. Nederland gebruikt die positie te weinig.
Tegelijkertijd is het de vraag of Nederland wel doelmatig tamboereert op zijn ‘normen en waarden’. Sommige verworvenheden van de laatste decennia zijn bijna een exportproduct geworden. Zo komt Nederland in het buitenland consequent op voor de fundamentele rechten van LHBT+. Dat beleid ontmoet in Nederland geen noemenswaardige politieke weerstand. Maar in Rusland staan veel burgers niet open voor dit soort mensenrechten, terwijl diezelfde Russen wel behoefte hebben aan traditionelere burgerlijke vrijheden.
Beter weten wat Russen echt van Nederland denken, hoeft niet te betekenen dat Nederland zijn licht onder de korenmaat moet steken. Russen hebben een hoge pet op van het liberale en sociale karakter van onze rechts- en verzorgingsstaat. Nederland kan in Rusland dus wel degelijk een goed en relevant verhaal vertellen.
Jos Schaeken is hoogleraar bij hoogleraar bij de opleiding Russische en Euraziatische Studies aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden. Hella Rottenberg, Menno Hurenkamp en Hubert Smeets zijn medewerkers van Raam op Rusland.
Over het onderzoek
Ruslands grootste, en enige onafhankelijke opiniepeiler, het Levada Centrum in Moskou, heeft ruim 1600 Russen bevraagd over het imago van Nederland. Universiteit Leiden en Raam op Rusland hadden de opdracht gegeven voor dit eerste representatieve onderzoek over dit onderwerp. De vraaggesprekken vonden plaats van eind 2019 tot begin 2020.
Het onderzoek had een kwantitatieve en een kwalitatieve component.
Enquêteurs gingen in diverse stedelijke en plattelandsgebieden van deur tot deur met vragenlijsten. Levada peilt ter wille van de betrouwbaarheid niet per telefoon of internet.
Daarnaast selecteerde Levada ruim dertig Russen, die van hun belangstelling voor andere landen blijk hadden gegeven, voor diepgaandere groepsinterviews. Deze 32 burgers, allen gemiddeld opgeleid en werkend in navenante beroepen, werden verdeeld in vier aparte focusgroepen. In twee van de groepen waren de gesprekspartners relatief jonger (35-) en in de andere twee waren ze van middelbare leeftijd (40+). De gesprekken duurden twee uur en vonden plaats in Moskou en Sint Petersburg. De deelnemers kregen van Levada de garantie dat ze anoniem zouden blijven.
De onderzoekers waren verrast over de antwoorden op de vragen over de MH17-ramp. Omdat ze daarover meer zekerheid wilden hebben, hebben ze dit deel van het onderzoek medio januari nog eens herhaald in een nieuwe steekproef van ruim 1600 burgers. Daaruit kwamen geen grote verschillen naar voren. De gebruikte cijfers in deze grafieken zijn afkomstig uit het eerste onderzoek.