Epidemie wordt net zo bestreden als misdaad: door isolatie. Feitelijk zegt de overheid tegen de samenleving: verdwijn, verberg je! Alleen op internet bestaat de civil society in Rusland nog. Socioloog Aleksej Levinson van het opiniebureau Levada Centrum vraagt zich af welke samenleving terugkomt als de noodtoestand voorbij is: zullen burgers hun maatschappelijke initiatieven weer oppakken of zal de controlerende en straffende staat die hebben weggedrukt.
door Aleksej Levinson
Meerdere waarnemers hebben op verschillende moeilijke momenten in onze geschiedenis opgemerkt dat als de overheid in een crisis niet als redder optreedt, er in onze (gewoonlijk niet heel actieve) maatschappij snel maatschappelijke initiatieven onstaan, die hulp en wederzijdse hulp bieden en die de ontbrekende instellingen en functies van de overheid effectief vervangen. Zo ging het in lang vervlogen én in recente tijden.
Nu maken dergelijke initiatieven gebruik van moderne communicatiemiddelen, maar de voornaamste activiteiten voor hulpbehoevenden doen ze in de echte wereld. Onze samenleving, de civil society is in deze ellendige periode van betekenis en gedraagt zich waardig. (Er is ook veel verachtelijk gedrag, maar daarover wil ik het niet hebben.)
Peiling
Er komt een grote ramp aan. Hoe reageert onze maatschappij hierop? De peiling die wij eind maart hielden, wijst uit dat de reactie zoals ik die hierboven beschreef er niet is en niet zal komen. Het Levada Centrum stelde de vraag: ‘Wat zal er gebeuren met de onderlinge verhoudingen in ons land tijdens een epidemie?’ De helft van de ondervraagden koos als antwoord: ‘Mensen zullen zich meer bekommeren om zichzelf en hun naasten’. Eenderde koos voor de variant: ‘In de intermenselijke verhoudingen zal niets veranderen.’
Slechts een minderheid van 17% dacht dat ‘mensen elkaar meer zullen steunen’. Terwijl bij de oudere generatie (notabene de mensen die het grootste risico lopen) 20% in wederzijdse hulp gelooft, is het bij de jongeren slechts rond de 10%. En dat terwijl gewoonlijk de groep vrijwilligers die branden gaat blussen enzovoorts, voornamelijk jonge mensen zijn.
Onze eigen contacten creëren de ramp en blokkeren mobilisatie en teambuilding
Wat is er aan de hand? Waarom denkt van de jonge mensen bijna 60% dat de burgers zich alleen om zichzelf en hun allernaasten zullen bekommeren? Dat is vermoedelijk omdat de ramp nu niet van buiten komt, zoals een brand of overstroming, maar van binnen. Onze eigen contacten creëren de ramp. Kennelijk blokkeert dit de mobilisatie en teambuilding van jongeren, ondanks het feit dat zij meer dan de rest van de bevolking er zeker van zijn dat er aan de epidemie niet te ontkomen valt.
Ongebruikelijk actieve overheid
De kern van de verklaring is echter dat onze overheid zich in dit geval niet afzijdig houdt, maar actief ingrijpt. Tot nog toe zijn er meer Russische burgers die zeggen dat de gezondheidszorg niet voorbereid is op een epidemie, dan Russen die denken dat de zorg wel voorbereid is. Tegelijkertijd ziet iedereen dat overheden buitengewoon actief zijn. Weliswaar bereiden ze zich met hun acties en reacties die ze overvloedig in huis hebben net zo voor op een epidemie als voor het geval dat wij massaal in opstand zouden komen.
Overheid haalt dezelfde instrumenten van stal als voor het geval wij massaal in opstand zouden komen
Net zo reageren op ziekte als op wetsovertreding – met isolatie – is een praktijk die teruggaat op de middeleeuwen. Verdachten van een misdaad worden onder huisarrest geplaatst, verdachten van besmetting of besmette mensen eveneens. Een uitgaansverbod is een maatregel van steden waar een uitbraak van terroristen wordt verwacht. Een soortgelijke maatregel is quarantaine en zelfisolatie.
China lichtend voorbeeld van controle
Het eerste land dat de wereld maatregelen liet zien tegen het virus was China. De wereld prees China niet zozeer om het succes bij de bestrijding, als wel om de snelle en stevige afgrendeling van de virushaard. Communistisch China, dat niet aan democratische spelregels doet, is een voorbeeld van electronisch volgen van de bevolking. (De Oeigoeren staan onder totale controle, opdat – zo is de redenering – nieuwe vormen van islam die in andere landen problemen veroorzaken hen niet bereiken.) Russische specialisten toonden belangstelling voor de Chinese ervaring. Nu zijn ze van plan zulke apparatuur in te zetten in de Moskouse metro om zieken op te sporen.
Digitale code die Moskovieten op hun telefoon moeten laden om zich te mogen verplaatsen
De maatregelen om het virus te bestrijden zijn allemaal gericht op het houden van sociale afstand: niet zoenen, omhelzen of handen geven, niet in arbeids- of andere collectieven verkeren, je niet verplaatsen in de stad, tussen steden en landen - kortom alles wat ons tot sociale wezens maakt en daarmee tot een samenleving. Vanuit epidemiologisch standpunt is het vermoedelijk juist om dit te verbieden. Maar vanuit sociologisch standpunt betekent het dat de overheid tegen de samenleving zegt: verdwijn, verberg je!
De samenleving, zo blijkt uit de antwoorden van de ondervraagden, is bereid zich in het privédomein te begraven. De publieke ruimte laat men over aan alle overheidsdiensten die zich gedragen als in een noodtoestand. Het lijkt op de bekende anti-utopieën van de vorige eeuw.
De samenleving is bereid zich in het privédomein te begraven
De symbolische solidariteit – goedkeuring van het optreden van de president – is sinds de bekendmaking van de grondwetswijzigingen enigszins gedaald, maar is niet minder dan het laagst gemeten niveau in 2013: 63% steunt de president, 36% niet. De dreiging van de epidemie verscheen op het moment dat de burgers juist hun trouw aan een nog sterkere staat zouden moeten tonen. Vermoedelijk zouden ze dat ook hebben gedaan. [Voor 22 april was een plebisciet gepland over grondwetswijzigingen die o.a. behelsden dat Poetin nog twee extra termijnen verkiesbaar was, red.] Nu toont de staat in de praktijk hoe hij zich om de burgers bekommert en welke maatregelen hij daartoe neemt. De noodtoestand gaat voorbij, daarna keren we terug naar gewoon bestuur, en dan zullen we zien hoe dat is.
De grenzeloze ruimte van internet
Fijn dat de samenleving zich niet slechts alleen of met z’n tweeën of drieën kan verstoppen. Er is (voorlopig nog) de grenzeloze ruimte van het internet. Van meet af aan was daar meer civil society te zien dan offline. Civil society is daar permanent aanwezig en gaat offline voor reddingsacties of protesten (of het redden van protesten). Op internet bestaat de civil society uit geweldloze en actieve groepen buren, ouders, lezers, kijkers, consumenten, amateurs en noem maar op. Op internet, in de vrije ruimte van het web, riep het dodelijke virus de normale maatschappelijke reacties op: van paniek tot het plaatsen van competente opinies, van hysterie tot het aanbieden van hulp.
Meer dan over de risico's van het virus praten Moskovieten over de vrijheidsbeperkingen
In de twee weken nadat ik dit stuk schreef, is er veel gebeurd. De epidemie heeft zich verspreid, vooral in Moskou waar een uitgaansverbod van kracht is en steeds nieuwe beperkingen op de verplaatsing van burgers worden uitgevaardigd. Mensen praten over de ziekte, over het gevaar van besmetting en het risico van overlijden, maar het is geen overheersend thema. Veel meer onderwerp van discussie onder de Moskovieten zijn de vrijheidsbeperkingen.
Politie, nationale garde en FSB
Naast de politie en de nationale garde, die door middel van bevelen en bekeuringen de burgers op straat tegenhouden, tracht de veiligheidsdienst ook z’n aandeel te leveren en handelt zoals deze dienst eigen is. Pogingen van burgers om geld in te zamelen voor beschermingsmiddelen, waaraan in sommige plaatsen een schreeuwend tekort is, wordt door de FSB verhinderd. De FSB dreigt met strafvervolging wegens ‘verspreiden van valse geruchten die paniek kunnen veroorzaken’ (een wet hiertegen is onlangs aangenomen). Doodsbange chefs de clinique komen met verklaringen naar buiten dat het hun aan niets ontbreekt. Op de sociale media wordt dit weersproken door gewone artsen.
Doodsbange chefs de clinique verklaren dat het hun aan niets ontbreekt
Steeds worden er nieuwe pogingen gedaan om de spontane sociale omgang te vervangen door eentje die de staat regisseert. De directieven richten zich nu op een gebied dat vroeger geen overheidsbemoeienis kende: op de intermenselijke verhoudingen. Mensen die elkaar als naasten beschouwen krijgen de opdracht afstand te houden. Mensen die bejaarden en zieken willen helpen moeten zich registreren bij vrijwilligersorganisaties, die uit naam van de autoriteiten werken.
De moeilijkste tijd moet nog komen. Maar die gaat voorbij, de noodtoestand zal ophouden. Hoe zal onze samenleving tevoorschijn komen: zoals die nu online is of zoals in de reëel bestaande werkelijkheid?