Dat president Aleksandr Loekasjenko van Belarus de staatsmacht na de verkiezingen van 9 augustus nu alleen nog met geweld kan behouden, komt niet uit de lucht vallen. De maatschappelijke basis, waarop hij decennia kon vertrouwen, was al langer broos geworden.
Sergej Tichanovski bij zijn herenboerenhuis nabij Gomel. Foto Realt.onliner.
Door Hubert Smeets
De erosie van zijn machtspositie in de samenleving is niet alleen het gevolg van zijn autoritaire politiek, zoals nu op straat meer dan ooit zichtbaar wordt, maar ook van zijn onhoudbare economische beleid van de laatste vijf jaar. Door de coronapandemie is slechts versneld aan het licht gekomen dat zijn dictatoriaal bureaucratische staatskapitalistische model niet meer van deze tijd is.
De drie presidentskandidaten, tegen wie Loekasjenko het in de verkiezingen niet durfde op te nemen, zijn ieder voor zich illustraties voor de sociaal-economische spanningen die Loekasjenko zelf heeft opgeroepen. Geen van drieën zijn dissidente politici, maar representanten van de economische bestuurselite. Viktor Babariko (56), die sinds 16 juni gevangen zit, is bankier bij de Belgazprombank, een dochter van de grote Gazprombank in Rusland. Valeri Tsepkalo (55), die eerst naar Moskou is gevlucht en later naar Kiev is uitgeweken, is oprichter van het Belarus Hightech park, maar was voordien ambassadeur in de VS en naaste medewerker van Loekasjenko. En Sergej Tichanovski (42), die sinds 29 mei in detentie wordt gehouden, is een ondernemer in communicatie en entertainment.
Een middenstander die telkens zijn hoofd stoot
Met name de politieke bewustwording van Tichanovski is exemplarisch voor de doodlopende straat die Loekasjenko met zijn economische beleid is ingeslagen. Na zijn studie taalkunde aan de universiteit van Gomel was Sergej Tichanovski de reclame- en videobranche ingegaan. Hij werkte (en woonde deels) in Rusland, Oekraïne en Belarus. Zijn eerste vermogen verdiende hij in deze drie landen met reclame, videoclips voor popgroepen, concerten en een nachtclub in Gomel.
Met dit kapitaal kocht hij in 2017 een oud vervallen herenboerenhuis in het bijna verlaten dorp Ogorodnja ten oosten van Gomel, vlakbij de grens van zowel Rusland als Oekraïne. Tichanovski wilde dit maison de maître ombouwen tot een hotel-restaurant met toeristisch vertier. Het lokale bestuur in Gomel was aanvankelijk niet openlijk tegen zijn plannen. Maar het besloot intussen niets en werd zo gaandeweg ook een sta-in-de-weg. Bij elke stap moest Tichanovski een maand wachten op de bureaucratie. Hoewel de boerenhoeve leeg stond en volstrekt verwaarloosd was, werd hij systematisch tegengewerkt. Als hij in zijn verbouwingsplan ergens een woonkamer wilde inrichten, antwoordde de ambtenaren dat dit een inbreuk was op de bestaande architectuur en dat hij daarom een vergunning nodig had en uiteraard meteen de daarbij horende legeskosten moest betalen. En dat niet eenmaal, maar meerdere keren.
Na twee jaar machteloos overleg met de plaatselijke staatsmacht gaf Tichanovski zijn plannen op en begon hij een onafhankelijk videokanaal op YouTube, waarop hij stem gaf aan ondernemers zoals hij die gefrustreerd werden in hun plannen. Hij werd daarmee in korte tijd zeer populair. Vlak voor zijn arrestatie had de zender al 140.000 abonnees. Tijdens de presidentsverkiezingen, waaraan zijn vrouw Svetlana Tichanovskaja meedeed omdat hij zelf was uitgesloten, was dat aantal gegroeid tot circa 275.000. Ter vergelijking: de satellietzender van staatsomroep Belrus 24 heeft ongeveer 20.000 abonnees.
Kortom, Sergej Tichanovski is politiek actief geworden, omdat hij als middenstander door het regime werd gefnuikt. Een vergelijkbare frustratie is ook voor de andere twee kansrijke presidentskandidaten een motief geweest. Babariko bijvoorbeeld is zelfs verzeild geraakt in een strafzaak, nadat hij zich voor het presidentschap had gekandideerd en daarvoor maar liefst 435.000 handtekeningen had opgehaald. Nog geen twee weken na zijn aankondiging deed de politie invallen bij de Belgazprombank en arresteerde er vijftien medewerkers op verdenking van belastingontduiking. Een week later werd Babariko zelf, samen met zijn zoon, opgepakt en opgesloten.
Coronapandemie
Het vrij plotselinge succes van dit trio heeft te maken met de coronapandemie. Met zijn luchthartige veronachtzamen van het virus had Loekasjenko een kuil gegraven waar hij zelf in viel. Zijn remedie – covid19 is een ‘psychose’, drink wodka of ga ijshockeyen – was voor veel Witrussen te gek voor woorden.
Maar dat was niet meer dan een laatste druppel. Loekasjenko had zijn machtsbasis al eerder ondergraven met zijn wankelmoedige aanpak van de nieuwe sociaal-economische problemen waarmee Belarus kampt. Loekasjenko weet zich met de nieuwe mondiale economische verhoudingen amper raad. Aanvankelijk zocht hij naar een hervormingskoers, die zijn eigen machtspositie niet zou schaden. Die taak legde hij in 2018 op de schouders van de bankier Sergej Roemas. Toen dat niet lukte, greep hij terug op het geweldsapparaat van de staat en benoemde begin juni diplomaat/geheime dienstman Roman Golovtsjenko, de voorzitter van het staatscomité voor het militair industrieel complex, tot premier.
Sovjetkapitalisme
De oorzaak is gelegen in het postcommunistische model, dat Loekasjenko na de onttakeling van de Sovjet-Unie in de wilde jaren negentig had geïntroduceerd en begin deze eeuw dankzij de mondiale hoogconjunctuur had kunnen uitbouwen. Dit model was gebaseerd op een dirigistische vorm van staatskapitalisme, dat werd aangestuurd door de regering in Minsk, gelardeerd met veel van de oude sociale verworvenheden uit de Sovjettijd. Voor Loekasjenko sneed het mes lang aan twee kanten. Dankzij zijn sovjetkapitalisme kon hij voorkomen dat er een onafhankelijke bourgeoisie zou ontstaan. De nieuwe oligarchen, die in dit systeem relatief rijk werden, kon hij op autoritaire wijze onder politieke controle houden. Het sociale contract met de gewone burgerij kon hij intussen ook blijven betalen. Dat sociale contract kwam neer op deze formule: werkgelegenheid, koopkracht en orde ten koste van burgerlijke vrijheden en pluriforme politiek.
Net als president Poetin in Rusland zette Loekasjenko voor de bewaking van dit model de justitiële en gewapende machten in, zij het met dit verschil dat hij een minder kleptocratische entourage om zich heen bouwde. Omdat hij er in 1994 vroeg bij was, was hij in staat om de opkomst van een puissant rijke business-oligarchie te voorkomen en de verschillen tussen arm en rijk te beheersen. Ook de corruptie wist hij volgens Transparancy International beter te beteugelen dan Rusland, Oekraïne en veel andere post-Sovjetstaten.
Staalhard fundament
De etatistische infrastructuur was vooral gegrondvest in de kapitaalsintensieve economie, zoals de machinebouw, constructiemateriaal-industrie, (petro)chemie en ijzermetallurgie. In 2010 was 70 tot 100 procent van de bedrijven in deze laatste vier sectoren staatsbezit en 55 procent van de hele productieve economie in overheidshanden. In die verhoudingen is sindsdien weinig veranderd. In totaal zijn er nu meer dan 14.000 bedrijven, die niet zitten te springen om private concurrentie en daar met graagte het staatsapparaat tegen inzetten, zoals Sergej Tichanovski heeft ervaren. Want zelfs het toerisme is voor de helft een staatszaak. Alleen in de commerciële en technische dienstverlening, ICT, horeca, groothandel en vastgoed is particulier eigendom dominant.
De staatsbedrijven leveren tweederde van de hele werkgelegenheid in Belarus. Veel van deze staatsbedrijven zijn verticaal georganiseerd. Net als in de Sovjettijd verzorgen ze voor hun werknemers en gepensioneerden ook de gezondheidszorg, culturele verheffing, sportactiviteiten en andere sociale voorzieningen. Dankzij de strikte overheidsteugels kan de staat op zijn beurt de opbrengsten investeren in wegen en andere infrastructuur.
De meeste staatsbedrijven zijn daarbij wel in grote mate afhankelijk van Rusland. En daar zit hem nu, ook zonder corona, de kneep. Rusland beheerst de Witrussische economie voor 40 tot 50 procent. De grote Russische oligarchen controleren ook de kleine en snel wisselende oligarchie in Belarus, die zich begin deze eeuw onder auspiciën van de staat meester had mogen maken van de kapitaalsintensieve sovjeterfenis. Rusland voorziet Belarus tegen politiek gemotiveerde kortingen op bijvoorbeeld de olie- en gasprijs van grondstoffen en neemt omgekeerd consumptiegoederen af. De keerzijde is dat Belarus meteen in de problemen komt als Rusland op zijn schreden terugkeert. Dat is nu het geval.
Omslagpunt kredietcrisis
Tot de wereldwijde kredietcrisis kon Loekasjenko de politieke vruchten van dit model plukken. De laatste tien jaar is het model langzaam echter uitgewerkt, want het heeft geen effectief antwoord op het feit dat innovatieve tech-bedrijven de motor van de nieuwe economie zijn. Maar Loekasjenko kan er ook niet zomaar afstand van nemen. Dan zou hij namelijk de basis onder het ‘sociale contract’ met het volk ondermijnen.
Gemangeld tussen de noodzaak tot economische vernieuwing en politieke dictatuur heeft Loekasjenko de nieuwe middenklasse zo steeds meer van zich vervreemd. Omdat ook de economische groei steeds magerder was geworden en daar begin dit jaar door de coronapandemie nog eens een heuse crisis overheen is gekomen die dit jaar kan leiden tot een krimp van 4 tot 5 procent, is Loekasjenko ook de lagere welstandsklassen kwijt geraakt. Hij kan alleen nog vertrouwen op het staats- en geweldsapparaat, dat veel te verliezen heeft.
Geen uitzondering meer
Belarus was met zijn model lang een uitzondering binnen de voormalige Sovjet-Unie. Maar die positie is ‘niet houdbaar’ meer, voorspelden de Wereldbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) in 2019 reeds. Die waarschuwing baseerden Wereldbank en EBRD op het nieuwe beleid van Rusland. Moskou is meer geld gaan eisen voor zijn olie- en gasleveranties. De Russische korting is al gereduceerd van 50 naar 20 procent. Het vooruitzicht is dat die verder terugloopt op 0 procent korting in 2025. Daardoor zijn de Witrussische staatsbedrijven eigenlijk afhankelijker geworden van steun van de eigen binnenlandse overheid, die in 2015 bijna tien procent van het bruto binnenlands product bij wijze van directe en indirecte subsidies in haar staatsondernemingen stak. Maar dat is niet vol te houden. De regering wil die staatssteun juist terugdringen om de overheidsuitgaven meer in balans te krijgen. Als er geen hulp van buiten zou komen en Minsk de gaten met leningen zou vullen, zou de staatsschuld volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) toenemen van 55 procent nu tot 70 procent in 2023.
Vandaar dat Loekasjenko geen trek had in tegenkandidaten uit de zakenwereld en het midden- en kleinbedrijf. Die zouden hem confronteren met de doodlopende weg van zijn economische beleid, of beter, met het ontbreken van beleid. De spanning tussen het oude model en de nieuwe werkelijkheid is zo ver opgelopen dat Loekasjenko aan de vooravond van de verkiezingen nauwelijks nog opties voor economische hervormingen over had. Door zijn potentiële tegenstanders uit de middenklasse uit te schakelen, beroofde hij zichzelf juist van de laatste kans om de steven te wenden.
Volgens de Poolse econoom Piotr Kozarzewski, hoogleraar aan de universiteit van Lublin, blijven onder zijn presidentschap de kansen op ‘grootschalige markthervormingen’ in Belarus hoe dan ook klein. ‘Het autoritaire regime wil de controle over de economie en bevolking niet verliezen’. Het economische systeem zal grote private ondernemingen mogelijk meer ruimte gaan geven, maar zal in de kern gebaseerd blijven op staatsbedrijven, aldus Kozarzewski in een studie die nog geen vier maanden voor de presidentsverkiezingen verscheen.
Dat die voorspelling zich in grootschalig politiegeweld zou gaan uiten, heeft de econoom uit Lublin in het voorjaar van 2020 waarschijnlijk niet kunnen vermoeden.