In 2014 noemde de Russische propaganda de Oekraïense opstandelingen fascisten en moordenaars. Oorlogstaal, die betekende dat de vijand vernietigd moest worden. Over de revolte in Belarus zijn de Russische staatsmedia tot nu toe opvallend mild en richtingsloos. Het ene moment zit Loekasjenko stevig in het zadel, het volgende tonen ze de massaliteit van de demonstraties. Dit zaait twijfel bij miljoenen Russische kijkers en twijfel zet de bijl aan de wortel van een moderne dictatuur, schrijft cultuurcriticus Andrej Archangelski.
Staatstv toont Loekasjenko op bezoek bij tractorfabriek. Still van Rossia 1
door Andrej Archangelski
De Russische propaganda velde een radicaal oordeel over de revolutie in Oekraïne in 2014. Op televisie werd met de hardste woorden de taal van de Tweede Wereldoorlog gebezigd: fascisten, moordenaars, nationalisten. Deze woorden betekenden: met zulke vijanden kun je niet onderhandelen. Je kunt ze alleen vernietigen. Het is niet overdreven om te zeggen dat deze haatzaaiende taal uiteindelijk heeft geleid tot de dood van vele duizenden Oekraïners.
Maar er waren ook andere voorbeelden. Anderhalf jaar geleden vond in Armenië een vreedzame revolutie plaats. Tenslotte kwam een nieuwe president, oppositieleider Nikol Pasjinjan, aan de macht. En het Kremlin ging ermee akkoord. Economisch is Armenië - net als Belarus (daar bevinden zich ook Russische militaire radar- en communicatiestations) afhankelijk van Rusland. Maar het officiële oordeel over de revolutie in Belarus is totaal anders dan anders. Het veranderde een paar keer binnen een week.
Propagandisten geven eigen interpretatie
Het Kremlin heeft de volledige controle over de televisie. Daarom kun je stellen dat snelle stemmingswisselingen in de media de stemmingswisselingen in het Kremlin zelf weerspiegelen. Dit maakt de propaganda minder monolithisch. De propagandisten weten niet wat ze moeten zeggen - en geven hun eigen interpretatie van gebeurtenissen.
Aan de ene kant staan Russische militaristen en revanchisten altijd klaar om de autoriteiten het slechtste advies te geven. Het hoofd van de grootste staatsholding, hoofdredacteur van de Russia Today-zender Margarita Simonjan, herinnerde aan het belangrijkste wapen van het Kremlin, de ‘groene mannetjes’ (dit was de naam voor Russische soldaten in uniform zonder insigne die in 2014 de Krim innamen). De belangrijkste propagandist van het Kremlin, Vladimir Solovjov, noemde de revolutie in Belarus ‘sabotage van het Westen’, en zijn gesprekspartners presenteerden als enige optie om Belarus te ‘redden’ de reanimatie van het Sovjet-imperium.
Voorpagina pro-Kremlin krant Komsomolskaja Pravda op 12 augustus
Aan de andere kant zorgden de reguliere kranten, die ook door het Kremlin worden gecontroleerd, voor verrassingen. Komsomolskaja Pravda publiceerde foto's van deelnemers aan vreedzame protesten met sporen van marteling. Izvestia schreef over stakingen en protesten.
Wisselende standpunten
Het standpunt van de staatstelevisie veranderde in de loop van de week verschillende malen. Aanvankelijk steunden de grootste Russische televisiekanalen – het Eerste Kanaal en Rusland 1 - het regime van Loekasjenko volledig. Ze zeiden niets over protesten en stakingen. Het Eerste Kanaal zei dat de demonstranten met ‘enkele tienduizenden waren.’ NTV, formeel een particuliere zender, maar in werkelijkheid pro-Kremlin, berichtte anders. Al op 16 augustus zei NTV dat aan de protestbijeenkomst in Minsk ‘meer dan 100 duizend mensen’ hadden deelgenomen en dat het ‘de grootste meeting’ in de geschiedenis van Belarus was. Vervolgens lachte NTV Loekasjenko gewoon uit. Hij was komen spreken voor de arbeiders van stakende fabrieken. De arbeiders reageerden met een fluitconcert en riepen ‘ga weg!’ en deze opnamen liet NTV ook zien. Vervolgens toonde NTV ongecensureerde beelden van de demonstratie in Minsk.
Is de propaganda gek geworden? Nee, dat niet. Misschien werd er van 16 op 17 augustus een belangrijke beslissing genomen in het Kremlin, toen in Belarus een algemene arbeidersstaking begon. Daarna noemde het Eerste Kanaal de gebeurtenissen in Belarus ‘een onrustige situatie’. Het toonde ook arbeiders die floten en het ontslag van Loekasjenko eisten.
Het Eerste Kanaal liet de wreedheden van de Witrussische politie zien.
De belangrijkste aandacht van de Russische televisie ging uit naar de goedkeuring van een ‘nieuwe grondwet’ in Belarus, naar nieuwe presidents- en parlementsverkiezingen en naar ‘een mogelijke machtsoverdracht’. Rusland 1 toonde de verwondingen van demonstranten door de wapenstokken van de politie, en berichtte over de eis van de oppositie om politieke gevangenen vrij te laten en het massale protest van de arbeiders. En ook over Witrussische functionarissen die ‘de kant van het volk kiezen’. Zelfs propagandist Vladimir Solovjov werd voorzichtiger in zijn oordelen. Op 16 augustus zei hij in zijn programma dat hij ‘vrede en vriendschap tussen de volkeren’ wilde en vroeg ‘het uiteenvallen van het land’ te voorkomen.
Loekasjenko - verrader en partner
Men kan zich voorstellen dat een dergelijke berichtgeving over de revolutie in Belarus door de gewone Russische kijker niet begrepen wordt. Jarenlang heeft de Russische propaganda de kijker bijgebracht dat elke revolutie slecht is en dat alle revoluties ‘door het Westen worden geëxporteerd’. Kijkers van de Russische televisie zijn eraan gewend dat er altijd een 'algemene partijlijn’ is. Maar ineens is alles ingewikkeld en niets eenduidig.
Beeld van pro-Loekasjenko meeting in tv-journaal Vesti.
Je kunt echter aannemen dat het Kremlin in dit geval een sluwer spel speelt. Ten eerste koestert het Kremlin een persoonlijke wrok jegens Loekasjenko. Begin 2020 probeerde Poetin Loekasjenko over te halen een plan voor ‘nauwe integratie’ tussen Rusland en Belarus te aanvaarden.
Als dit zou zijn gebeurd, had Vladimir Poetin een formele reden om zijn presidentschap als leider van de ‘verenigde staat’ te verlengen. Loekasjenko wilde echter zijn soevereiniteit niet verliezen. Dictatoriale regimes zijn sterk afhankelijk van de persoonlijke relaties van hun leiders. Poetin vatte de weigering op als verraad. Het gerucht gaat dat de persoonlijke relatie tussen Poetin en Loekasjenko verpest is. Maar tegelijkertijd bleef Loekasjenko formeel de leider van een bevriende staat en kwam zelfs naar Moskou voor de Overwinningsparade. Toen de protesten begonnen, had de Russische propaganda een lastige taak: ze schold Loekasjenko uit wegens verraad, maar verdedigde hem tegelijkertijd als strategische partner.
Alles is te volgen in moedertaal van Russen
Met het uitbreken van protesten werd het nog ingewikkelder. Het punt is dat Rusland en Belarus met elkaar verbonden zijn in het kader van het zogenaamde Verdrag van de Statenunie. Dit geeft economische voordelen aan beide landen, evenals open grensverkeer. De Russische propaganda is gebaseerd op de bekende stelling van Poetin, die Russen, Oekraïners en Witrussen als één volk beschouwt. Deze stelling heeft op dit moment echter een dubbelzinnig effect: de meerderheid van de Russen ziet de revolutie in Belarus als een voorbeeld van wat er met Rusland zelf kan gebeuren. Dit effect wordt versterkt door het feit dat de meeste mensen in Belarus Russisch spreken. De slogans van de demonstranten, de eisen van de arbeiders en de oppositie zijn zonder vertaling door Russen te verstaan. Alle harde woorden over Loekasjenka, evenals zijn toespraken, klinken in de moedertaal van de Russen.
Dit schept een ongecontroleerde dynamiek in Rusland: in de eerste plaats maakt het de revolutie tot een 'normaal proces'. Dit vreest het Kremlin het meest: dat vervanging van een autoritair regime in een buurland zal worden gezien als een maatschappelijke en menselijke norm. Daarom heeft het Kremlin besloten afstand te bewaren in de berichtgeving over de revolutie in Belarus en duidelijk te maken dat dit gebeurt in ‘een andere staat’.
Talkshow op het Eerste Kanaal. Foto: schermafdruk
De propaganda is nu heel vreemd. Het lijkt op een matrjosjka.
Eerst hoor je het nieuws dat het regime van Loekasjenka ‘stevig staat’. Maar dan citeert de propaganda de leiders van de Witrussische oppositie en heeft het over een vreedzame machtsoverdracht. En vermeldt dat de Witrussische oppositie belooft goede betrekkingen met Rusland te zullen behouden. Staatsmedia berichten dat in industriële ondernemingen in Belarus stakingen zijn begonnen. In principe is dit objectieve informatie, maar in de Russische propagandamedia is het ongehoord.
Kremlin gelooft niet in zelfstandigheid burgers
De enige traditionele retoriek uit het oude repertoire die het Kremlin zich nu permitteert, is de suggestie dat elk protest kunstmatig is. Het Kremlin kan niet erkennen dat voormalige sovjetmensen zelf in staat zijn hun leven te veranderen, het Kremlin kan zich niet voorstellen dat de protesten een initiatief van de mensen zelf zijn. 'De protesten zijn door iemand vanuit het buitenland georganiseerd.' Elke toespraak van een burger in Rusland wordt geïnterpreteerd als ‘cynische methode die vrouwen en kinderen gebruikt’. Het Kremlin gelooft helemaal niet in de zelfstandige menselijke wil, en dit vertekent natuurlijk z’n wereldbeeld enorm.
Het Kremlin blijft ervan overtuigd dat de wereld roept om stabiliteit (dat wil zeggen, geen machtswisselingen). Het Kremlin hoopt stiekem dat het bij Belarus een brede integratie kan doordrukken, aangezien het land nu economisch zwak zal zijn. De val van Loekasjenko wordt in het Kremlin blijkbaar niet langer als een catastrofe gezien. Maar zolang nog niets duidelijk is, wedt het Kremlin op twee paarden. Het Kremlin hoopt dat het, als dit voorbij is, zijn spel kan spelen. Sterker nog: dit keer speelt het Kremlin een rustig spel, teveel overbodige getuigen lopen maar in de weg.
Vooral niets zeggen
Daarom is het enige doel van de propaganda over de revolutie in Belarus, niets te zeggen. In Rusland weten ze hoe ze taal moeten gebruiken om gedachten te camoufleren. Het is te eng om rechtstreeks te zeggen dat de burgers van een buurland hebben besloten de dictator af te zetten. Maar het is onmogelijk om er over te zwijgen. Daarom biedt propaganda in deze situatie het enige denkbare recept: ‘Het is beter om er niet over na te denken’. Er is heel veel verschillende informatie nodig om de kijker en de lezer volledig in de war te brengen. Zodat er een gevoel overblijft dat het om iets troebels en onbegrijpelijks gaat.
Voor het Kremlin is op dit moment de meest gunstige strategie afwachten hoe de revolutie in Belarus eindigt. Maar hoe ervaren Russische kijkers dit? Het totalitair gevormde menselijk karakter, dat de sleutel is om het Rusland van vandaag te begrijpen, beschouwt geweld en brute kracht als de norm in het openbare- en privéleven. Maar als het staatsgeweld afneemt, groeit er paniek en een gevoel van onzekerheid bij de gewone man. Zodra er een vacuüm ontstaat in de uitleg van gebeurtenissen door de staat, vullen mensen dit met hun eigen interpretaties. Dit zorgt voor twijfel bij mensen, het ergste dat kan gebeuren onder een modern dictatoriaal regime (dat bestaat bij de gratie van het charisma van een leider).
Stakingen in Gdansk van 1980
Vreemd genoeg sluiten de gebeurtenissen van veertig jaar geleden in de Sovjet-Unie het beste aan bij Belarus in 2020. In augustus 1980 begonnen protesten en stakingen in het socialistische Polen, een bevriend land van het Warschaupact (in Gdansk begon een staking op een scheepswerf, nadat de autoriteiten besloten hadden de prijzen te verhogen). De sovjetpropaganda berichtte over deze gebeurtenissen ongewoon mild en richtingsloos, net als nu met Belarus. Hoe begreep een sovjetmens dit veertig jaar geleden? ‘Er is iets veranderd, en het regime ondernam geen actie’ om protesten direct te onderdrukken en ‘broederhulp’ te verlenen, zoals in Hongarije in 1956 en Tsjechoslowakije in 1968. Dus, dacht de sovjetmens, het regime is zwak. Vergeet niet dat het socialistische kamp na de stakingen in Polen de eerste barsten vertoonde. Het was het begin van het einde. Het sovjetvolk voelde dat er iets ongewoons gebeurde. Ongeveer hetzelfde gebeurt vandaag in de hoofden van miljoenen Russen, die anders dan sovjetmensen veel beter geïnformeerd zijn over wat er werkelijk in Belarus gebeurt.