Belarus gaat een onzeker jaar tegemoet. Svetlana Tichanovskaja, voor velen de legitiem gekozen president, krijgt op 16 december de Sacharov-prijs voor de mensenrechten van het Europees parlement. Maar Aleksandr Loekasjenko blijft de opstand met geweld neerslaan. De Witrussen tonen een ongelooflijk doorzettingsvermogen, een bewonderenswaardige creativiteit en blijven geweldloos, constateert Laura Starink. Wie heeft de langste adem?
Marc Chagalls doek Boven de stad (1918) anno 2020. Chagall is geboren in het Witrussische Vitebsk
door Laura Starink
Op de balkons, de daken en de hemel boven Minsk (en vele andere steden van Belarus) woedt al vier maanden een guerillastrijd tegen de verboden kleur wit-rood, symbool van de oppositie. Mannen op hoogwerkers verwijderen elke dag weer vlaggen of spandoeken van flatgebouwen. Hele woonblokken lichten in de nacht opeens rood-wit op tegen de dictatuur. Zwermen wit-rode ballonnen ontsnappen aan de lange arm van de staat.
Maar ook beneden op straat is de kleur van de oude Witrussische vlag alom tegenwoordig. Vrouwen stappen met grote rood-witte paraplu’s door de plassen. Een meisje schaatst in een stralendblauwe lucht met wapperend wit-rood over een ijsvlakte, onbereikbaar voor de oproerpolitie. Een onverlaat liet de vlag ’s nachts invriezen in een vijver, waarna een mannetje van de plantsoenendienst ambtshalve zijn leven moest wagen om deze schandvlek uit het ijs te bikken. In Bialystok dook een groep mannen en vrouwen met wit-rode vlaggen, naar oud (Wit)Russisch gebruik, in een wak in een bevroren meer.
Automobilisten maakten een muzikale video ter ondersteuning van de media, die het zwaar te verduren hebben bij het verslaan van de protesten. Honderden journalisten zijn bij hun werk opgepakt. Een hardloper in Minsk koos zijn avondroute zo uit dat hij al rennend de strijdkreet Zjivyje Belarus (Leve Belarus) uitbeeldde.
In winkelcentra, metrostations en bibliotheken duiken flashmobs op die Witrussische strijdliederen zingen. Dansers voeren een ballet in wit en rood op en overal in de stad geeft het Vrije Koor, met witte mondmaskers en rode maskers voor de ogen, illegale concerten. Op binnenplaatsen worden gedichten voorgedragen en liederen gezongen. Aan de creativiteit van de actievoerders lijkt geen einde te komen.
Grimmiger vormen
Maar de strijd der symbolen heeft ook grimmiger vormen. Buurtbewoners knopen al maandenlang hekken vol met wit-rode strookjes katoen. Door de overheid gestuurde hooligans knippen die in de nacht weer weg of vullen ze aan met de kleur groen, om er de officiële vlag van Belarus (wit-rood-groen) van te maken.
Die lintjesoorlog kostte kunstenaar Roman Bondarenko (31) het leven. Toen hij naar buiten kwam om te protesteren tegen het vandalisme van de hooligans werd hij afgerost, ontvoerd en in het holst van de nacht stervend bij een ziekenhuis afgeleverd. Het pleintje waar hij in elkaar werd geslagen werd een herdenkingsplek met foto’s en een bloemenzee die snel door de politie werd opgeruimd.
Bij dit lintenhek kreeg Bondarenko ruzie. Hij overleed in het ziekenhuis.
Studenten, arbeiders en journalisten protesteren door met de armen omhoog tegen een muur te gaan staan. Dat is de positie die honderden arrestanten urenlang moeten aannemen in detentieruimtes, een geniepige vorm van marteling.
Uit woede over de mishandelingen waarvan zij de effecten in de spreekkamers zien doet ook medisch personeel aan deze acties mee. In het ziekenhuis waar Bondarenko overleed stonden artsen op de gang met hun armen tegen de muur, een vel papier met ‘0 %’ in de hand. Zo uitten ze hun solidariteit met de arts die onthulde dat Bondarenko, anders dan Loekasjenko deed geloven, geen druppel had gedronken toen hij een auto werd ingesleurd. De arts werd opgepakt en verhoord door de KGB.
Slinkende aantallen
Vier maanden duren nu de demonstraties tegen Loekasjenko’s verkiezingsfraude. Maar gingen er in de eerste weken elke zondag honderdduizenden de straat op, inmiddels heeft de harde repressie, de vermoeidheid en het slechte weer de aantallen fors doen slinken. Daar zat ook tactiek bij: tegen de overmacht van oproerpolitie koos men de ‘be like water’ aanpak van de demonstranten in Hong Kong: kleinere prikacties in heel veel wijken tegelijk, zodat de politie handen te kort komt. In die wijken is inmiddels een stevige civil society geboren.
Op zondag 13 december werden in het hele land nog 120 kleinere marsen geteld, soms met slechts enkele tientallen, soms met enkele honderden deelnemers. In Minsk vindt nog steeds elke maandag de Mars van de Senioren plaats. Tachtig van de pensionado’s die afgelopen weekeinde een reidans uitvoerden rondom een grote kerstboom in de stad werden opgepakt. De totale arrestantenteller sinds augustus staat al boven de 30.000.
Medisch personeel in Minsk protesteert tegen het politiegeweld (foto twitter)
De meesten worden snel weer losgelaten, maar bekende sporters, journalisten en bloggers zitten soms weken vast. Een groeiend aantal demonstranten is inmiddels veroordeeld tot langere gevangenisstraffen. De Zwitserse Natalia Hersche (van Witrussische komaf) kreeg bijvoorbeeld 2,5 jaar omdat ze een agent de bivakmuts van zijn gezicht had getrokken. Aleksandr Kyrylenko uit Vitebsk kreeg 2,5 jaar kamp omdat hij op 6 september tijdens een demonstratie een vrouw tegen de politie had verdedigd. Een handvol twintigers heeft rond de twee jaar strafkamp gekregen omdat ze op de stoep waar in augustus een demonstrant werd doodgeschoten de leus hadden geschilderd: ‘Dit zullen we nooit vergeten!’
Arrestanten worden al in de politiebussen afgeranseld (foto Viasna99)
De martelingen van de oproerpolitie, inmiddels uitvoerig gedocumenteerd, blijven intussen onbestraft. Arrestanten worden al in de politiebussen afgeranseld, in overvolle cellen opgesloten, gedwongen tot bekentenisvideo's op televisie, vernederd, seksueel geïntimideerd, hun wordt voedsel en water onthouden, ze worden gedwongen op de vloer te slapen en er zijn voorbeelden van verkrachting door leden van de oproerpolitie, zoals blijkt uit rapporten van Human Rights Watch, de OVSE en Witrussische mensenrechtenorganisaties.
Geweldloosheid
Een van de grootste raadsels van protestbewegingen in landen als Belarus en Rusland is de volstrekte geweldloosheid van de burgers. Geconfronteerd met hard geweld van in zwart gehulde robocops met onherkenbare gezichten blijven zij zich beheersen. Geen winkelruit gaat aan diggelen, geen agent krijgt een trap na, er wordt niet geplunderd en geen auto wordt ooit in de fik gestoken. Zelfs bloemperkjes worden gespaard. Dat een Zwitserse vrouw tweeëneenhalf jaar krijgt voor het afrukken van een bivakmuts laat zien hoe groot de kloof is tussen actie en reactie. Het maakt de repressie des te weerzinwekkender.
Ook Euromajdan in het buurland Oekraïne begon in 2013 als een vreedzame bijeenkomst van families met grootouders en kinderen met ballonnen. Na drie maanden was het geduld van de Oekraïners op en begon de opstand onder invloed van nationalisten en extreem-rechtse knokploegen te radicaliseren. Het geweld van de Berkut (de Oekraïense oproerpolitie) lokte tegengeweld uit. Op en om Majdan vielen meer dan honderd doden en de weken rond de ijskoude jaarwisseling boden een angstaanjagende aanblik met brandende autobanden op barricades en scherpschutters op de daken van gebouwen rond het Majdanplein. Dat straatgeweld, vastgelegd in de film Majdan van Sergej Loznitsa, bezegelde uiteindelijk het lot van president Janoekovitsj.
Maar Oekraïne heeft een veel martialere traditie en een veel opstandiger geschiedenis dan Belarus, waar sinds de onafhankelijkheid van 1991 al 26 jaar dezelfde dictator aan de macht is. In buurland Oekraïne dreef Rusland met zijn openlijke interventie de bevolking bovendien vanzelf tot radicalisering. Met Belarus gaat het Kremlin daarom nu, net als de Europese Unie trouwens, omzichtiger om. En ook de bevolking kent de prijs van geweld en blijft haar zelfbeheersing bewaren.
Dictaturen kunnen plotsklaps ineenstorten. De enige hoop voor de opstandige bevolking is een omslag bij het onderdrukkingsapparaat van het ministerie van Binnenlandse Zaken, waar de KGB en de oproerpolitie onder ressorteren. Bij dat opgeblazen ministerie werken maar liefst 130.000 mensen. De oppositie biedt deserteurs juridische en financiële steun uit het buitenland en naar verluidt hebben inmiddels enkele honderden mensen ontslag genomen. Maar de meesten zijn bang voor hun baan of voor strafmaatregelen. Zo moeten ze na ontslag de kosten voor hun opleiding terug betalen.
Politierechercheur Andrej Astapovitsj nam al in augustus ontslag, omdat hij het geweld niet kon aanzien. Hij vluchtte naar Rusland, werd opgepakt door de Russische geheime dienst en de grens met Belarus overgezet. Hij dook direct het bos in en wist uiteindelijk naar Polen te ontkomen. Hij is weinig optimistisch over de stemming bij de oproerpolitie en spreekt van een 'kuddeinstinct'.
'Op politiebureaus zijn wasbakken die gebruikt worden om het bloed weg te wassen - de vloer wordt doordrenkt met bloed. De plek naast die wasbakken noemen ze de Klaagmuur. Ik weet niet of ze denken dat dat grappig is, maar nadat ze vreselijke dingen hebben gedaan met mensen zitten ze met hun maten te kletsen en te lachen. Op mij kwam het over als puur sadisme. Ik weet dat ze er plezier in hadden, in de opwinding en de adrenaline.'
Zo trapte een commentator op de staatstelevisie de opstand van de burgers de grond in: ‘De hoofden van de mensen die protesteren zijn gevuld met een idioot mengsel van het betekenisloze woord democratie, betekenisloze mantra’s over mensenrechten en andere westerse schadelijke kauwgum. Het Westen kondigde de start van terreur tegen Belarus aan onder leiding van Tichanovskaja. ’
Zolang zich geen alternatief aanbiedt, zal Rusland Loekasjenko blijven steunen. De wensen van de bevolking spelen voor het Kremlin geen enkele rol, geopolitiek moet Belarus tegen elke prijs in de slinkende Russische invloedssfeer verankerd blijven. De Europese Unie kondigde sancties af en ontvangt Svetlana Tichanovskaja met alle egards van een staatshoofd. Op 16 december kreeg zij in Brussel van het Europees Parlement de Sacharov-prijs voor de mensenrechten. 'We roepen Europa op om moediger te zijn in hun beslissing en het volk van Belarus nu te steunen... niet in de toekomst. Opkomen voor mensenrechten en democratie is geen inmenging, het is een plicht,' zei Tichanovskaja bij de aanvaarding van de prijs. Zodra Loekasjenko weg is, belooft het Westen, krijgt Belarus ruimhartig economische steun. Maar wat als hij blijft zitten en het verzet langzaam verpietert? Belarus gaat een onzeker jaar tegemoet en de bevolking staat er voorlopig alleen voor.