De betrekkingen tussen Nederland en Rusland zijn al jaren uitgesproken slecht. De strafzaak over de MH-17 en economische sancties vanwege de annexatie van de Krim raken Rusland. Maar nu gaat Rusland andersom de belangen van Nederland treffen. Moskou zal namelijk binnenkort het belastingverdrag met Nederland opzeggen. Een uitzonderlijke stap, zeggen belastingexperts, die de relatie naar een voorlopig dieptepunt brengt.
Stand van Heineken, dat zeven brouwerijen heeft in Rusland. Foto Heinekenrussia.ru
door Hella Rottenberg en Hubert Smeets
Een voorstel om het bilaterale belastingverdrag met Nederland op te zeggen ligt al sinds begin december bij de Staatsdoema. Het is één velletje en zal niet meer dan een hamerstuk zijn. Zolang het nog niet is aangenomen, kan in theorie nog een compromis tussen beide landen worden gesloten. Maar dat ziet er niet naar uit. Beide landen houden hun poot stijf en daarom wordt verwacht dat nog deze maand de Doema de opzegging zal goedkeuren. Dan is het aan de Russische regering om vóór 1 juli het besluit te nemen om het verdrag te beëindigen, waarna vanaf volgend jaar het bedrijfsleven uit beide landen over en weer zwaarder zal worden belast.
Het nu nog geldende belastingverdrag is bedoeld om met verdeling van heffingsrechten, zoals tariefafspraken over dividend en bronbelasting, de onderlinge investeringen te bevorderen en te voorkomen dat bedrijven over hetzelfde inkomen tweemaal worden belast. Wie in het ene land betaalt, hoeft dat niet in het andere nog een keer te doen. Als het verdrag wordt opgezegd, kan dat wel gaan gebeuren en worden de tarieven hoe dan ook hoger. Volgens het Centraal Plan Bureau van Nederland leidt een belastingverdrag grosso modo tot 20 procent meer investeringen over en weer. Zonder verdrag zou het omgekeerde het geval kunnen zijn.
Waarom wil Rusland deze drastische maatregel nemen? Gaat het Rusland louter om verhoging van de belastinginkomsten voor de Russische schatkist? Is het bedoeld om de kapitaalvlucht uit Rusland naar ‘belastingparadijs’ Nederland te stuiten? Of spelen er eveneens buitenlands-politieke motieven een rol?
Corona en de schatkist
Een jaar geleden, op 25 maart 2020, sprak president Poetin de natie toe over de gevolgen van de pandemie. Hij kondigde een gedeeltelijke lockdown aan en steunmaatregelen voor bedrijven en sprak van de noodzaak om met extra inkomsten de schatkist te vullen.
Poetin kondigt belastingverhoging en herziening van verdragen aan in zijn toespraak op 25 maart 2020. Foto Kremlin
‘Om te beginnen moeten rente en dividend, die uit Rusland vloeien en naar het buitenland naar offshore jurisdicties worden overgeheveld, adequaat worden belast. Tweederde van deze middelen wordt nu tegen een tarief van slechts 2 procent belast, dankzij allerlei zogenaamde optimalisatiestrategieën’, aldus Poetin. Die percentages moesten omhoog. Als een land het voorstel van Rusland om de tarieven te verhogen niet wil accepteren, zal Rusland het belastingverdrag eenzijdig opzeggen, zo dreigde de president. ‘We zullen beginnen met landen die forse middelen van Rusland aantrekken.’
Kapitaalvlucht
Al in 2014 verklaarde president Poetin de oorlog aan kapitaalvlucht uit Rusland. Tot nog toe hebben de maatregelen, zoals het verplicht melden van buitenlands vermogen, de instelling van speciale offshore regio’s in Rusland en amnestie voor belastingontduiking niet het gewenste effect gehad, zo schrijft de financieel-economische nieuwssite The Bell.
Eind 2020 waren er naar de Russische offshore-regio Kaliningrad niet meer dan 37 bedrijven verhuisd, deels bedrijven die in het Westen vanwege sancties in de problemen waren gekomen. Ze betaalden over 2020 in totaal 425 miljoen roebel (5,7 miljoen dollar), een miniem bedrag in vergelijking met wat Russische bedrijven met hun hoofdkantoor in het buitenland en dochterbedrijven in Rusland voor de Russische schatkist opbrengen, aldus The Bell.
Het kapitaal dat Rusland heeft verlaten bedroeg de afgelopen tien jaar 603 miljard dollar, calculeert The Bell, 60 miljard dollar per jaar. Het jaar 2014, toen het Westen tot economische sancties tegen Rusland besloot, was een piekjaar met 152 miljard dollar. Tegelijkertijd wordt de stroom kapitaal die wegens belastingvoordelen offshore is geparkeerd en naar Rusland terugkeert kleiner. Het aandeel van Russisch kapitaal in directe buitenlandse investeringen daalde de afgelopen jaren van 60% naar 50%. Dit wordt geweten aan het slechte en onvoorspelbare investeringsklimaat en de juridische onzekerheid voor bedrijven en hun eigenaars.
In augustus maakte Rusland bekend welke landen dat waren: Cyprus, Malta, Luxemburg, Zwitserland en Nederland, de top vijf waarheen de Russische geldstromen binnen Europa vloeien. Al deze landen bieden gunstige fiscale voorwaarden en tarieven aan buitenlandse firma’s en zijn daarom een aantrekkelijke plek voor vestiging. Rusland legde zijn wensen op tafel: dividend dat Rusland verlaat wordt door de Russische belastingdienst voortaan met 15 procent in plaats van 5 procent belast, rente en royalties met 20 procent in plaats van 0 procent, zoals nu nog in het bilaterale verdrag is geregeld. Alleen staatsondernemingen en volledig beursgenoteerde (dochter)bedrijven zouden daarvan gevrijwaard blijven.
Minister van Financiën Petrides (rechts) van Cyprus tekende in augustus 2020 een nieuw belastingverdrag met Rusland. Foto gov.ru
Cyprus, Malta en Luxemburg stemden snel in en sloten een nieuw belastingverdrag met Rusland. In deze landen zitten heel veel Russische brievenbusfirma’s. De moederorganisatie is op papier bijvoorbeeld op Malta gevestigd, maakt met een werkend dochterbedrijf winst in Rusland, roomt die af via rente en royalties en stuurt het dividend voor de aandeelhouders naar Malta. Op die kapitaalstromen hoeft het bedrijf nu geen of nauwelijks belasting te betalen. Straks verandert dat. Dividend wordt dan belast met 15 procent, rente- en royaltybetalingen met 20 procent.
Slikken of stikken
Zakenman Jeroen Ketting, die al 25 jaar in Moskou woont en werkt, vindt het begrijpelijk dat Nederland niet akkoord is gegaan. ‘Nederland is een vreemde eend in deze bijt’, meent hij. ‘Nederland is meer dan een haven voor Russische brievenbusfirma’s. Vanuit Nederland worden ook reële investeringen door Nederlandse bedrijven in Rusland gedaan. Nederland wilde best praten over wijzigingen in het verdrag, maar wilde een uitzondering voor bedrijven met echte investeringen in Rusland. Rusland reageerde met: slikken of stikken.’
Met name de uitzondering die Rusland voor staats- en beursgenoteerde bedrijven wil maken, is voor Nederland onaanvaardbaar. Zo’n onderscheid zou de grote Russische concerns die in Nederland zijn gevestigd de oude belastingvoordelen blijven geven, terwijl veel Nederlands ondernemingen met gemengde joint ventures in Rusland en het midden- en kleinbedrijf dat in Rusland investeert aan het nieuwe fiscale regime zouden worden onderworpen. ‘Dat zou onzalig zijn’, aldus Dirk Jan Sinke, stafmedewerker fiscale zaken bij werkgeversorganisatie VNO-NCW/MKB-Nederland.
Ambassadeur Renée Bos-Jones bezoekt Nederlandse agrofarm in Rusland. Foto NL ambassade Moskou
De gesprekken liepen daarop vast. Er is daarna nog wel over en weer gecorrespondeerd en op departementaal en diplomatiek niveau ook contact geweest. De Association of European Business in Rusland schreef een brief aan premier Misjoestin, waarin zij benadrukte dat Nederlandse bedrijven en aandeelhouders flink hebben bijgedragen aan de Russische schatkist (8,4 miljard euro in de afgelopen 7 jaar) en tienduizenden arbeidsplaatsen hebben geschapen. Door opzegging van het verdrag met Nederland, zo pleitte de organisatie, kan Rusland een van de actiefste economische partners met een goede reputatie verliezen.
Maar dit alles heeft geen soelaas geboden. In Den Haag hebben ambtenaren de indruk dat het Russische ministerie van Financiën geen eigen onderhandelingsruimte heeft en zich volledig moet voegen naar de directieven van het Kremlin. ‘Rusland zegt eigenlijk: we zeggen het verdrag op als jullie niet tekenen bij het kruisje’, aldus een bron in Den Haag.
Verder zonder belastingverdrag
Als Nederland zou toegeven aan de wensen van Rusland, zouden de tarieven fors stijgen. Hetzelfde gebeurt als het verdrag niet meer geldig is. Dan zullen vanaf volgend jaar Nederlandse bedrijven met een vestiging in Rusland 15 procent dividendbelasting moeten betalen in plaats van 5 procent. Rente en royalties spelen voor Nederlandse bedrijven in Rusland nauwelijks een rol. Het tarief is nu nul, maar wordt dan 20 procent. Door de hoge dividendbelasting zullen Nederlandse bedrijven (en buitenlandse bedrijven die via Nederland in Rusland investeren) in het nadeel zijn ten opzichte van Europese bedrijven uit landen die nog wel een belastingverdrag met Rusland hebben. Bedrijven riskeren ook dat ze dubbele belasting moeten betalen: in Rusland en vervolgens nogmaals in Nederland.
Belastingverdrag tussen Nederland en Rusland
- Het bilateraal verdrag werd in 1996 gesloten en in 1998 van kracht
- In 2013 is besloten om het verdrag aan te passen, omdat het toe was aan modernisering volgens het model van de OESO
- In 2014 was de eerste ronde onderhandelingen gepland, maar Nederland bevroor de betrekkingen vanwege de MH-17 en de Russische annexatie van de Krim
- In 2018 besloot Nederland de ‘functionele samenwerking’ met Rusland te hervatten, waaronder over het belastingverdrag
- In januari 2020 was er overeenstemming bereikt over gedeeltelijke herziening. Inhoudelijk was het niet ingrijpend, niet meer dan een modernisering
- Op 25 maart kondigde president Poetin maatregelen aan om het belastinginkomen van Rusland i.v.m. corona te verhogen, o.a. door belastingverdragen aan te passen
- In augustus 2020 werden vijf Europese landen waarheen de grootste Russische geldstromen vloeien aangewezen: Cyprus, Malta, Luxemburg, Zwitserland en Nederland
- Cyprus, Malta en Luxemburg gingen akkoord met de Russische wensen ter verhoging van de bron- en dividendbelasting, Nederland verzette zich. Met Zwitserland zijn nog gesprekken gaande
- Op 4 december 2020 stuurde de Russische regering een wetsvoorstel naar het parlement ter opzegging van het belastingverdrag met Nederland
Andersom geldt hetzelfde. Van Russische bedrijven houdt de Nederlandse belastingdienst nu nul procent in van het dividend dat aan de aandeelhouders buiten Nederland wordt uitgekeerd. Dit gaat een stap verder dan het minimale tarief van 5% onder het verdrag. Nederland hanteert een vrijstelling voor aandeelhouders in de EU en in verdragslanden. Zonder belastingverdrag zal de inhouding 15 procent bedragen. Nederland heft geen rente- en royaltybelasting, en zal dit ook na opheffing van het verdrag niet doen, tenzij het gaat om betalingen naar specifieke belastingparadijzen, een regel die pas sinds 1 januari 2021 wordt toegepast onder druk van internationale kritiek op het Nederlandse belastingregime.
Onrust bij Nederlandse bedrijven
Nederlandse bedrijven met grote investeringen in Rusland, zoals Heineken (bierfabrieken), AkzoNobel (Sikkens verf- en autolakfabrieken) of SHV (veevoederproducent Nutreco, en Mammoet dat technische installaties voor de olie-industrie maakt) willen niets zeggen over de mogelijke gevolgen of hun toekomststrategie. Volgens Lodewijk Schlingemann, die als directeur van Juralink Nederlandse bedrijven in Rusland adviseert en al 23 jaar in Moskou woont, zal opzegging van het verdrag voor Shell, Heineken en dergelijke bedrijven geen reden zijn om uit Rusland te vertrekken, want hun belangen zijn te groot en ze hebben enorme buffers. ‘Het scheelt hun veel geld, maar dat compenseren ze elders.’
Voor kleine MKB-bedrijven speelt het volgens hem ook niet zo, want zij maken geen grote winsten. ‘Het treft vooral de middelgrote bedrijven en dienstverleners, veelal actief in de IT-sector. Die gaan rekenen, wat is het ons nog waard om in Rusland te werken?’ Er is veel onrust onder zijn klanten, zegt Schlingemann. Ze vragen wat ze moeten doen. ‘Tsja, wat kunnen ze doen?’
Nederlandse bedrijven zullen minder gaan investeren in Rusland of hun investeringen verkopen, verwacht Schlingemann. Die tendens was toch al gaande, merkt hij. ‘De directe buitenlandse investeringen lopen met 10 procent per jaar terug. Dat komt door een negatieve stemming jegens Rusland en het onvoorspelbare investeringsklimaat.’
Grafiek @RaamopRusland Bron: DNB
Op het eerste gezicht zal een verdere verslechtering Rusland hard raken, want Nederland staat wereldwijd op de vierde plaats als land met de grootste directe investeringen in Rusland. Maar dat is een geflatteerd beeld. Van de ongeveer 100 miljard euro per jaar die vanuit Nederland naar Rusland vloeien, is slechts een tiende daadwerkelijk toe te schrijven aan Nederlandse bedrijven (in de grafiek aangeduid met Nederlandse investeringen). Negentig procent komt van Russische holdings en internationale bedrijven die vanwege het belastingklimaat in Nederland zijn gevestigd en hiervandaan in Rusland investeren (in de grafiek aangeduid met Nederlandse kapitaalstroom). Zij zullen wellicht een andere omweg zoeken of de hogere belasting voor lief nemen.
Russische bedrijven aan de Zuidas
De Russische aanwezigheid in Nederland bestaat bijna volledig uit kapitaal dat via Nederland vanwege fiscale voordelen terug naar Rusland of naar elders wordt gesluisd. De werkelijke Russische investeringen zijn tussen 2015 en 2018 per saldo teruggelopen van 3,7 naar 0,1 miljard euro. Het leeuwendeel van de nog wel lopende investeringen wordt gestoken in de delfstoffen, olie- en chemische industrie.
In Nederland hebben zich holdings van grote Russische staatsbedrijven in de energie gevestigd (waaronder Gazprom en Rosneft), particuliere ondernemingen in de energie en chemie (Lukoil), financiële instellingen (VTB) en IT-bedrijven, waaronder Yandex, het Russische Google. Bij elkaar zijn dat zeker 200 Russische bedrijven, die dankzij het verdrag hun rente, royalties en dividend tegen slechts 2 tot 3% Russische belasting kunnen overschrijven naar Nederland, waar ze verder gevrijwaard zijn. In 2017 stuurden bedrijven in Rusland ongeveer 5 miljard euro aan dividend en rente naar hun Nederlandse vestigingen, in 2018 ging het om een bedrag van bijna € 4,6 miljard en in 2019 om bijna € 3,8 miljard, zo berekende het Russische ministerie van Financiën.
RUSSISCHE BEDRIJVEN IN NEDERLAND.
Staatsbedrijven / sector / topmannen
Gazprom / Gazprombank. Olie en gas. Financiën. Aleksej Miller.
Rosneft. Olie en gas. Igor Setsjin.
Basjneft. Olie. Dochter Rosneft.
Uranium One. Kernenergie. Dochter Rosatom. Aleksej Lichatsjov & Sergej Kiriljenko (adjunct-chef presidentiële apparaat).
InterRao. Elektriciteit. Igor Setsjin & Boris Kovaltsjoek.
RusHydro. Elektriciteit. Viktor Chmarin.
Tatneft. Olie. Neil Maganov & Roestam Minnichanov (president Tatarstan).
Alrosa. Mijnbouw diamant. Sergej Ivanov & Anton Siloeanov (minister van Financiën).
VTB. Financiën. Andrej Kostin & Anton Siloeanov.
Multinationale concerns
RZDL. Spoorwegen. Dmitri Moerev & Andrej Belooesov (vicepremier).
LUKoil. Olie. Vagit Alekperov.
Lukarco. Oliepijplijnen. Dochter Lukoil.
Gunvor. Oliehandel. Gennadi Timtsjenko.
NLMK. Staalindustrie. Vladimir Lisin.
Mechel. Mijnbouw kolen, ijzererts, staal. Igor Zjoezin.
Norilsk Nikkel. Mijnbouw nikkel, palladium. Vladimir Potanin.
OMG Harjavalta. Petrochemie. Dochter Norilsk Nikkel.
Uniconf. Zoetwaren. Nikolaj Vasjoekov & Sergej Nosenko.
X5 Retail Group. Retail en supermarktketens. Igor Sjechterman & Stephan DuCharme (USA/BRD).
Yandex. ICT. Arkadi Volozj & Ilja Segalovitsj.
Svyaznoy. Retail telecommunicatie. Maksim Nogotkov.
Veon (voorheen Vympelcom). Dochter Alfa Groep. Telecommunicatie. Gennadi Gazin & Dmitri Zimin.
De vraag is echter of de Russische bedrijven terug zullen keren naar Rusland, als ze vanaf volgend jaar hun vrijstelling in Nederland verliezen en 15 procent dividend moeten afdragen. Volgens Lilia Gontcharova, fiscaliste bij het Amsterdamse advocaten- en accountantskantoor Loyens en Loeff, kiezen de Russische ondernemingen niet alleen vanwege de lage tarieven voor Nederland. ‘De juridische vermogensbescherming en het civiele recht zijn belangrijke factoren. Nederland heeft een uitstekende reputatie qua rechtsbescherming en rechtspraak, die bovendien ook in het Engels kan.’ Een holding overbrengen naar een ander land met een gunstig belastingklimaat, zoals Hongarije of Zwitserland, zou een optie zijn. ‘Maar Zwitserland is al genoemd als land waarmee Rusland het belastingverdrag ook wil herzien en overplaatsing kost tijd en geld’, zegt Gontcharova.
Uitzonderlijke stap
Arnold Merkies van Tax Justice Nederland, een organisatie die zich inzet voor een eerlijk en transparanter mondiaal belastingsysteem, verbaast zich erover dat Rusland bereid is het verdrag met Nederland op te geven. ‘Het gebeurt haast nooit dat een land met een economie als Rusland een belastingverdrag opzegt. Ontwikkelingslanden doen dat, omdat ze vaak grote nadelen ondervinden, want ze lopen belastinginkomsten mis.’ Zijn collega Maarten Hietland refereert aan Mongolië en Malawi die twintig of dertig jaar geleden een verdrag met Nederland sloten en vonden dat de afspraken niet meer in hun belang waren. ‘Maar voor een land als Rusland is het heel opmerkelijk.’
Grafiek @RaamopRusland Bron: International Trade Centre/Unctad
Tegelijkertijd zien de medewerkers van Tax Justice wel dat opheffing met name voor Nederland nadelig is, terwijl het Rusland wellicht hogere inkomsten zal opleveren. Nederland beschermt met zijn belastingverdragen de eigen multinationals, die daardoor lage tarieven in het buitenland betalen, aldus Merkies en Hietland. De wederzijdse werking van de afspraken kost Nederland weinig of niets, want in Nederland hoeven buitenlandse bedrijven toch al geen bronbelasting op rente en royalties af te dragen, terwijl ook de dividendbetalingen beperkt zijn.
Nederland is nog steeds een belastingparadijs, oordeelt Tax Justice. ‘Aan de heel agressieve belastingstructuur is de laatste jaren wel iets gedaan’, zegt Hietland. ‘De scherpe randjes zijn eraf, maar dat is vooral goed voor het imago. Het gros van de regelingen waarmee belasting wordt ontweken is nog mogelijk, want volgens Nederland kunnen die alleen internationaal worden aangepakt. Dit klopt in zoverre dat het een mondiaal probleem is. Maar er bestaat wel een individuele verantwoordelijkheid. Nederland speelt een kwalijke rol.’
'Nederland is nog steeds een belastingparadijs'. FotoZuidas Amsterdam Han Jongeneel CC 0.3
Het voorstel van Rusland om de tarieven te verhogen, maar staats- en beursgenoteerde bedrijven hiervan te vrijwaren, vinden ze deels logisch, deels merkwaardig. ‘De inkomsten van Russische staatsbedrijven vloeien toch terug naar de schatkist, dat geldt ook voor dividend. Waarom zou je dan een buitenlandse heffing toestaan, daar zit een zekere logica in’, aldus Hietland. ‘Maar om lage tarieven in stand te houden voor beursgenoteerde bedrijven vind ik een heel vreemd onderscheid. Ik heb het nooit eerder gezien in een belastingverdrag. Heeft het iets te maken met de elite, met rijke Russen die grootaandeelhouders van beursgenoteerde bedrijven zijn?’
Volgens zakenman in Moskou Jeroen Ketting passen deze plannen in het politiek-economische systeem van Rusland. ‘Bij de staats- en beursgenoteerde bedrijven zitten de grote geldstromen. Zij zijn onderdeel van het Russische systeem. Men wil het leven voor hen niet moeilijker maken. Ik stel me zo voor dat Aleksej Miller, de CEO van Gazprom, voor zijn bedrijf een uitzondering verlangt.’
Bescherming multinationals
Zetten we op een rijtje wat we weten, dan kunnen we concluderen dat Nederland meer belang heeft bij het belastingverdrag met Rusland dan andersom. Nederland wil zijn eigen bedrijven in Rusland beschermen. Het bestaande belastingverdrag zorgt ervoor dat die bedrijven hun dividenden grotendeels onbelast naar hun moedervestiging in Nederland kunnen overboeken. Het voorstel van Rusland zou daaraan een einde maken, opzegging doet dat eveneens.
Moskou hoopt misschien dat na opzegging van het verdrag Russische bedrijven hun vennootschappen uit Nederland repatriëren, omdat ze hun tariefvoordelen in Nederland kwijtraken, maar of dat gebeurt is de vraag. Uit de eerste signalen na invoering van hogere tarieven op Cyprus blijkt het niet zo simpel te werken. Russische bedrijven nemen gewoon een andere omweg, er wordt drukke belangstelling gesignaleerd om te verhuizen van Cyprus naar Dubai.
Voor Nederland, dat anders dan Cyprus, Malta en Luxemburg, niet alleen als belastingroute voor Russische bedrijven fungeert, maar ook reële investeringen in Rusland doet, wil Rusland geen aangepaste regeling treffen. Als dat leidt tot het afbouwen van Nederlandse investeringen in Rusland, is dat een risico waarmee Rusland kennelijk weinig probleem heeft.
Met onderhandelingen zou er misschien een middenweg zijn gevonden, waarbij misbruik van het belastingverdrag effectiever zou worden bestreden zonder de doelstellingen van het verdrag teniet te doen. Maar de onderlinge betrekkingen zijn te slecht daarvoor. Dat Nederland de Russische staat verantwoordelijk acht voor het neerhalen van de MH-17 en Russen strafrechtelijk vervolgt, maakt een normale diplomatieke omgang vrijwel onmogelijk.
Yukos-zaak
Daar komt nog bij dat de Russische staat van de Nederlandse rechter het lid op de neus kreeg bij de claim van olieconcern Yukos dat 50 miljard dollar schadevergoeding eiste. Rusland verloor de civiele zaak, die in Nederland werd uitgevochten omdat Yukos, dat in de jaren 2003-2006 door de Russische staat ontmanteld en in stukken verkocht werd, een vennootschap aan de Zuidas in Amsterdam geregistreerd had. Nadat eerder vorig jaar het Gerechtshof in Den Haag de aandeelhouders van Yukos gelijk had gegeven, bepaalde op 4 december jongstleden de Hoge Raad dat er geen schorsende werking voor die claim werd verleend vanwege de cassatie die Rusland had ingesteld. Dezelfde dag nog zette de Russische regering de procedure voor opzegging van het belastingverdrag met Nederland in werking. Toeval of een strafexercitie?
Hoe dat ook zij, de verhouding is zo beroerd, dat Rusland de politieke en economische schade van opzegging van het belastingverdrag op de koop toe neemt. Dat Rusland veel meer goederen (olie en gas) naar Nederland exporteert dan omgekeerd en dus dominant is in de handelsbalans, is onderdeel van die calculatie. Een voorlopig dieptepunt wordt daarmee bereikt. Als Rusland een vergelijkbaar geschil had gehad met Duitsland, Italië, Frankrijk of andere ‘strategische partners’ in de EU zou de afweging in Moskou wellicht een andere zijn geweest. Maar nu het om Nederland gaat, is het risico kennelijk overzichtelijk.