Na incidentele repressie tegen journalisten in de afgelopen jaren heeft het Kremlin nu de frontale aanval op de journalistiek ingezet. Tientallen journalisten zijn opgepakt omdat ze de demonstraties voor Navalny versloegen. Jonge redacteuren van het studentenblad Doxa zijn voor de rechter gedaagd. En de in Riga zetelende nieuwssite Meduza is tot 'buitenlands agent' verklaard. De invloed van de staatstelevisie is tanend en jongeren zijn niet meer gevoelig voor propaganda. Repressie is vooralsnog het enige antwoord, zegt cultureel commentator Andrej Archangelski.
Jonge journalisten van studentenblad Doxa opgepakt wegens berichtgeving over Navalny-demonstraties van 21 april
door Andrej Archangelski
Het doet bijzonder symbolisch aan: in het honderdste geboortejaar van de bekende dissident Andrej Sacharov (1921 -1989) en twintig jaar na sluiting van de onafhankelijke tv-zender NTV (2001) wordt de druk op de Russische pers opgevoerd. Al die jaren oefende de macht bij voorkeur economische druk uit op het vrije woord (door eigenaren van bladen te vervangen). Vorig jaar nog ging de politiek onafhankelijk gebleven krant Vedomosti (Mededelingen) over in handen van de zoveelste Russische eigenaar. Een deel van het krantencollectief nam uit protest ontslag. Eind 2020 heeft de Doema de wet inzake buitenlandse agenten aangepast: voortaan kunnen niet alleen organisaties, maar ook privépersonen als zodanig worden aangemerkt. Onder de eerste vijf privépersonen die in 2021 tot buitenlands agent werden verklaard waren ook journalisten. En er zijn onlangs zware boetes opgelegd aan de Russische vestiging van Radio Svoboda.
De druk op de pers moet gezien worden in de context van een algehele aanval op instellingen die in Rusland met vrijheid zijn verbonden. De arrestatie van oppositieleider Aleksej Navalny in de winter van 2021 kan als een nieuw startpunt worden beschouwd; de haviken in het Kremlin zullen deze gelegenheid mogelijk willen aangrijpen om ‘alle problemen in één keer op te lossen’ en alle onafhankelijke politieke activiteiten onwettig te verklaren. Waar onafhankelijke politiek is, is een onafhankelijke pers. De politie doet op het moment huiszoekingen bij tientallen journalisten die verslag deden van de protesten, dit betreft onder andere journalisten van radio Echo Moskvy (Echo van Moskou) en televisiemaatschappij Dozjd (Regen). De bekende journalist en schrijver Dmitri Bykov is tot twee keer toe ontboden bij de politie.
Een verslaggever van demonstraties moet jaarlijks aan steeds lastiger eisen voldoen: hij moet een speciaal uniform dragen (gele hesjes met het opschrift ‘pers’), een officiële accreditatie hebben en telkens weer toestemming krijgen van de autoriteiten. Dat maakt hun werk overigens niet minder riskant: tijdens de protesten van 2021 werden tientallen journalisten aangehouden. Terwijl de Moskouse politie het gesprek aangaat met verslaggevers en proces verbaal opmaakt, gaat het er in de provincie allemaal strenger aan toe: in Tambov legde de rechtbank dertig dagen hechtenis op aan de journalist Sergej Stepanov, die op 21 april verslag had gedaan van de demonstraties in zijn stad. De autoriteiten maken duidelijk dat ze journalisten niet langer speciale rechten garanderen.
Het publiek van de staatstelevisie vergrijst. Tv-host Dmitri Kiseljov spreekt met zijn antiwesterse tirades de jeugd niet aan
De politicoloog Kirill Rogov meent dat het Kremlin momenteel strijd voert tegen een potentiële uitbreiding van de demonstraties, en dat het de jeugd als grootste bedreiging beschouwt. Volgens socioloog Grigori Joedin is de jongere generatie ‘hopeloos verloren’ voor het Kremlin. Het Kremlin heeft er bovendien een nieuwe rivaal bij: de demografie. Gepensioneerden en overheidspersoneel, mensen met sovjetervaring, waren altijd de grootste steunpilaar voor het Kremlin. Maar die worden een dagje ouder. Mogelijk is het Kremlin bang dat zijn basiselectoraat al bij de komende parlementsverkiezingen (september 2021) geen meerderheid meer zal vormen.
In dit verband lijkt het erop dat de meeste concurrentie en dreiging uitgaat van studenten – zo was het al in de Sovjet-Unie en zelfs in de 19de eeuw. DOXA was aanvankelijk een studentenblad van de Economische Hogeschool in Moskou, maar deze status is het collectief in 2019 door de hogeschool ontnomen. In april werden na huiszoekingen door de politie journalisten van DOXA opgepakt wegens publikatie van een video met protestdemonstraties. Momenteel staan vier journalisten van het blad de facto onder huisarrest. Daarmee geven de autoriteiten aan studenten te kennen dat ze niet alleen nauwlettend op hun gedrag toezien, maar ook op hun meningen.
Gedoogde oppositiepers
De burgerlijke revolutie van 1991 (toen Rusland een democratisch en kapitalistisch land werd) heeft twee onafhankelijke persgeneraties voortgebracht. Novaja Gazeta (De Nieuwe Krant) en radio Echo Moskvy behoren tot de eerste onafhankelijke mediageneratie en bestaan al meer dan twintig jaar. Tv-zender Dozjd, in 2008 onder president Dmitri Medvedev opgericht, kan men ook tot die categorie rekenen. De bazen van deze media zijn gedwongen tot een ingewikkeld spel met de macht, dat bestaat uit het sluiten van compromissen die voor het grote publiek verborgen blijven. Niettemin gaan ze in de ogen van het Kremlin door voor legitiem, ook al zijn ze voor het gezag politieke ‘buitenstaanders’.
In het tweede decennium van deze eeuw echter werd met de opkomst van het internet in Rusland een nieuwe mediageneratie geboren: internetfora die niet al te veel medewerkers hebben of grote uitgaven vergen. De laatste jaren zijn alle geruchtmakende onderzoeken naar corruptie in de hoogste machtsechelons gepubliceerd op dergelijke websites (Mediazona, Vazjnye Istorii [Belangrijke Verhalen], Projekt, The Insider en tientallen andere). Met name journalisten die moeite hadden met de vrijheidsmarges van de officiële media zijn ervoor gaan werken. Deze nieuwssites zijn onafhankelijk van het Kremlin, en vooral zij worden nu onder druk gezet.
Actievergadering van de redactie van het bedreigde Meduza, tot buitenlands agent verklaard (foto website Meduza)
Ook nieuwssite Meduza kan men scharen onder deze categorie ‘nieuwe onafhankelijken’. De basis voor Meduza werd gelegd door journalisten die ontslag namen bij Lenta.ru toen deze Russische nieuwssite in 2014 van eigenaar wisselde. Het kantoor van de website bevindt zich in Letland, maar Meduza publiceert in het Russisch en heeft een hoofdzakelijk Russisch lezerspubliek. Ivan Goloenov, die in 2019 een geruchtmakend onderzoek publiceerde over de begrafenisbranche in Moskou, werkt voor deze nieuwssite [hij werd in juni van dat jaar op een valse beschuldiging van drugshandel gearresteerd maar onder publieke druk weer vrijgelaten, red.]. Op 23 april heeft het Russische Ministerie van justitie Meduza op de lijst van buitenlandse agenten geplaatst. Dit brengt de site aan de rand van een financieel bankroet, schrijft hoofdredacteur Ivan Kolpakov: ‘We kunnen een aanzienlijk deel van onze adverteerders kwijtraken.’ Aan journalisten liet Poetins perswoordvoerder Dmitri Peskov weten dat deze nieuwe status geen verbod op informatieverspreiding inhoudt.
Nog een probleem voor het Kremlin: populaire vloggers, zoals Joeri Doed. Zij doen geen onderzoek naar corruptie, maar maken wel populaire programma’s op You Tube en trekken een groot publiek. Zodra vloggers niet langer honderdduizenden maar al miljoenen kijkers trekken, gaat het Kremlin ze als concurrenten beschouwen. Temeer daar de autoriteiten geen enkel middel hebben om invloed op deze mensen uit te oefenen. Tegen Joeri Doed is nu een administratieve rechtszaak aangespannen wegens het propageren van verboden genotsmiddelen (lees: drugs).
Staatstelevisie is voor bejaarden
Het Kremlin heeft erg lang ingespeeld op het feit dat de Sovjetburger gewend was ‘dat ze op tv de waarheid spreken’ (terwijl de belangrijkste tv-zenders in handen van de staat zijn). Maar de laatste twintig jaar heeft de tv zelfs voor bejaarden zijn status van enige informatiebron verloren. Het internet is tegenwoordig voor iedereen toegankelijk: in dat opzicht doet de televisie nu ouderwets aan. Kortom, het Kremlin stuit vandaag de dag op de zoveelste grote omslag in de culturele oriëntatie. Een belangrijk detail daarbij: de afgelopen tien jaar heeft het Kremlin niet één eigen medium opgericht. Onder president Dmitri Medvedev (2008-2011) werden bijvoorbeeld nog (neutrale) regeringsgezinde media opgericht die enerzijds het overheidsstandpunt weergaven, maar daarbij hip en eigentijds moesten zijn.
Vanaf de jaren tien heeft de overheid geen nieuwe media meer opgericht, waarschijnlijk ervan uitgaand dat de televisie volstond. Een interessant detail: onlangs heeft er bij de staatszenders een ontslaggolf plaatsgevonden onder het gewone personeel (cameralieden en editors). Aanleiding voor de inkrimping was ‘het uiten van oppositiestandpunten’ op sociale media. Vroeger werd dat gezien als ‘iets wat ieder persoonlijk aangaat’. Tegenwoordig eist de staat 100 procent loyaliteit van zijn medewerkers: het wordt van belang geacht dat iedereen niet alleen hetzelfde zegt maar ook hetzelfde denkt. Dat is een belangrijk signaal: buiten verboden en controle heeft de staat niets meer te bieden. Tegelijkertijd zal het Kremlin het budget van de staatsomroepen dit jaar met tientallen miljarden roebel verhogen, ten teken dat voor loyaliteit nog altijd goed wordt betaald.
Blogger en sportjournalist Joeri Doed politiseerde na een documentaire over de Goelag; hij heeft meer dan 10 miljoen volgers
Demonstratie van machteloosheid
Paradoxaal genoeg is er een andere interpretatie mogelijk van de huidige situatie. De druk die op de pers wordt uitgeoefend lijkt op machtsvertoon van de staat – maar tegelijkertijd op een demonstratie van machteloosheid. De staat zou graag als voorheen de controle hebben over alle nieuwsvoorziening, maar krijgt dat alleen al technisch niet voor elkaar. Natuurlijk kan het internet worden platgelegd of vertraagd: dat risico bestaat al lang, maar zo’n maatregel houdt het Kremlin als laatste redmiddel achter de hand. Daarbij garandeert de Russische constitutie nog steeds het vrije woord, de vrije meningsuiting en de persvrijheid. Noodgedwongen verklaart het Kremlin daarom herhaaldelijk ‘het vrije woord te respecteren’.
Wat de staat nu in eerste instantie bereikt in media en maatschappij is een psychologisch effect: het Kremlin wil laten zien hoe nadelig en gevaarlijk het is om onafhankelijke journalistiek te bedrijven. Ook moet de samenleving duidelijk worden gemaakt dat een journalist in Rusland niet als een heilige koe wordt gezien. Wat niet zo moeilijk is. Het vak van journalist als zodanig heeft zich de afgelopen dertig jaar niet ontwikkeld tot wat het in de VS of in Europa is. In de ogen van de meerderheid is een journalist geen verdediger van rechten of bewaker van vrijheidswaarden. In laatste instantie willen de autoriteiten echter de suggestie wekken dat alle democratische instellingen semilegaal zijn, zowel die van de vrije pers als van de onafhankelijke politiek. En natuurlijk zijn er geen transparante spelregels: ook dat schept onzekerheid.
De manier waarop op dit moment druk wordt uitgeoefend op de onafhankelijke pers doet denken aan de strijd die in de Sovjet-Unie in de jaren zeventig en tachtig onder Joeri Andropov tegen dissidenten werd gevoerd – alleen is er tegenwoordig geen sprake meer van honderden mensen met ‘incorrecte opvattingen’, maar van honderdduizenden. Misschien zou het Kremlin het wel best vinden als mensen met een onafhankelijke mening zich opnieuw zouden ‘terugtrekken in de keuken’ zoals tijdens het Sovjetbewind. De vraag is nu of de hedendaagse Russische burgermaatschappij bereid is akkoord te gaan met de nieuwe spelregels. Ook het lot van de onafhankelijke journalistiek in Rusland zal daarvan afhangen.
Lees hier de tijdlijn die journalist Ilja Azar opstelde over de recente repressie van activisten en journalisten.