Met regelmaat ontstaan er conflicten in Centraal Azië over water, grond en grenzen. De confrontatie rond de enclave Voroech tussen Kirgizië en Tadzjikistan eind april is de meest gewelddadige tot nu toe. Meer dan vijftig mensen kwamen om het leven, ruim driehonderd raakten gewond en tienduizenden sloegen op de vlucht voor het geweld. Op 29 juni ontmoetten de twee presidenten elkaar in een poging de rust te bewaren. Hoe lang dat zal standhouden is maar de vraag.
Door Bob Deen en Niels Drost
De conflicten in de regio sluimeren al sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991. De grenzen in Centraal-Azië, vijf voormalige Sovjetrepublieken omringd door Rusland, China en de Kaspische Zee, zijn grillig en betwist. Zo delen Tadzjikistan en Kirgizië een 976 kilometer lange grens, waarvan meer dan een derde wordt betwist.
Enclaves in Kirgizië. Beeld Geopolitical Futures.
De Sovjetautoriteiten worden er vaak van beschuldigd deze grenzen opzettelijk zo ingewikkeld gemaakt te hebben als onderdeel van een ‘verdeel-en-heers’ strategie. Maar dat is slechts een deel van de verklaring. De grenzen zijn toentertijd door Sovjet-cartografen getrokken in samenspraak met de lokale communistische partij-afdelingen. Ze deden dat onder andere op basis van censusdata en etnografisch onderzoek, in een poging om tegemoet te komen aan het complexe etnische mozaïek dat de regio kenmerkt.
Desondanks bleken de grenzen die na de val van de Sovjet-Unie opeens landsgrenzen werden, zeer problematisch. Bevolkingsgroepen die eerst in hetzelfde land woonden, bevonden zich ineens aan verschillende kanten van de nieuwe grenzen. Soms zelfs volledig afgesneden van het moederland in enclaves.
De Fergana Vallei met verschillende van dergelijke enclaves is hiervan een sprekend voorbeeld. In deze vallei delen Tadzjikistan, Kirgizië en Oezbekistan het meest vruchtbare en dichtbevolkte deel van de regio. Hun inwoners concurreren dan ook om de toegang tot water, weides en landbouwgrond. In combinatie met de niet afgebakende grenzen zorgt deze rivaliteit voor de voedingsbodem van het continu slepende conflict.
Van vuisten tot vuurwapens
Het epicentrum van de recente oplaaiing ligt bij het betwiste Golovnoi-waterdistributiepunt op de Tadzjieks-Kirgizische grens. Hier wordt water van de Ak-Suu/Isfara rivier verdeeld. Deze rivier stroomt via de Tadzjiekse enclave Voroech naar Kirgizië, om vervolgens wederom via Tadzjikistan in Oezbekistan te eindigen. Een aftakking van het kanaal bij de Golovnoi-sluis zorgt ervoor dat er ook water naar een Kirgizisch reservoir stroomt.
Toen Tadzjiekse autoriteiten hier eind april beveiligingscamera’s installeerden om de waterverdeling in de Golovnoi-sluis te monitoren, namen Kirgizische burgers daar aanstoot aan. Over en weer werden er stenen gegooid. Al snel werden er ook geweren en mortieren ingezet. De gevechten breidden zich uit naar verschillende grensposten waardoor de lokale ruzie escaleerde tot een interstatelijk conflict tussen Tadzjikistan en Kirgizië.
Haastig kwamen Kirgizië en Tadzjikistan een staakt-het-vuren overeen dat desondanks meerdere malen werd geschonden, tot beide landen op 1 mei afspraken om hun troepen uit de grensstreek terug te trekken. Maar de situatie blijft gespannen. Ruim twee weken later werden door beide landen nog mensen gegijzeld en uitgewisseld, Kirgizië sloot de grens voor burgers uit Tadzjikistan en het Kirgizische parlement is bezig met nieuwe wetgeving die burgers in de grensstreek toestaat zichzelf te bewapenen.
Ontmoeting van de presidenten Zjaparov en Rachmon: veel intenties, minder resultaten. Foto AsiaPlus
Eind juni hebben de Kirgizische president Sadyr Zjaparov en zijn Tadzjiekse evenknie Emomali Rachmon elkaar ontmoet. Op een hernieuwde intentie om vijandigheden in de toekomst te voorkomen na, leverde dit gesprek weinig op. En dat terwijl de onderhandelingen al sinds 2002 gaande zijn, zoals Rachmon benadrukte: ‘In de afgelopen bijna 20 jaar hebben wij ongeveer 180 vergaderingen [over] de afbakening van de grens gehad’. Volgens Zjaparov was de confrontatie ‘een zware test voor beide naties’.
Spanningen over enclaves
De spanningen over grenzen en enclaves beperken zich niet alleen tot Kirgizië en Tadzjikistan. Ook Oezbekistan heeft een viertal enclaves in Zuid-Kirgizië, waaronder het relatief grote Soch. In mei 2020 kwam het rond Soch tot gevechten tussen dorpelingen aan beide zijden van de grens over de toegang tot water. Transport en toegangswegen zijn eveneens bronnen van wederzijdse ergernis in de gehele regio. Daarnaast worden de grenzen in de regio steeds meer vanuit een veiligheidsperspectief bekeken, oftewel ‘securitized’. Gemeenschappen die aan de andere kant van de grens wonen, worden afgeschilderd als een existentiële dreiging voor het voortbestaan van het thuisland.
Het spreekt voor zich dat dit negatieve gevolgen heeft voor de gemeenschappen in deze grensstreken. Waar mensen eerst samenleefden en samenwerkten, tonen ze nu haat en nijd naar elkaar. Zo laaien de conflicten telkens weer op.
Etnische dimensies
De situatie wordt bovendien verergerd door de nationalistische en onverzettelijke opstelling van de regeringen in de regio en het feit dat de conflicten ook een etnische dimensie hebben. De bevolking van zowel Voroech als Soch is bijvoorbeeld etnisch Tadzjieks.
Eerder dit jaar zette het hoofd van de Kirgizische staatsveiligheidsdienst de situatie op scherp met een provocatief statement dat Tadzjikistan de vruchtbare enclave maar moest ruilen voor een stuk Kirgizisch grondgebied aan de grens en hield Kirgizië zelfs een grootscheepse militaire oefening. In antwoord daarop reisde president Rachmon demonstratief af naar Voroech en opende hij een nieuwe kazerne voor de aldaar gestationeerde Alfa elitetroepen. Dit nationalistische sentiment – dat in Kirgizië vaker heeft geleid tot etnisch geweld tegenover minderheden - wordt verder aangewakkerd door felle berichtgeving in de media.
Rol van Rusland
De Russische Federatie is traditioneel de dominante politieke speler in de regio en heeft militaire bases in beide landen. Rusland hield in april een gezamenlijke militaire oefening met Tadzjikistan zonder Kirgizië, wat tot hevige speculatie over Russische betrokkenheid bij het conflict leidde. Ook was Rachmon de enige buitenlandse president die op 9 mei Moskou bezocht ter gelegenheid van de jaarlijkse parade om de Sovjetoverwinning in de Tweede Wereldoorlog te vieren. Recenter ontving Poetin ook de Kirgizische president Zjaparov.
Rusland is gebaat bij regionale stabiliteit. Het hield zich grotendeels afzijdig in het conflict, al gaf president Poetin aan altijd bereid te zijn te bemiddelen. Oezbekistan en Kazachstan zijn dat trouwens ook. Hier zijn multilaterale mogelijkheden voor: zowel Kirgizië als Tadzjikistan zijn naast lid van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) ook aangesloten bij de door Rusland geleide Verdragsorganisatie voor Collectieve Veiligheid en de door China en Rusland gedomineerde Shanghai Samenwerkings Organisatie.
Beide landen lijken echter weinig behoefte te hebben aan buitenlandse bemoeienis, noch aan een daadwerkelijke en kostbare oorlog. In de nabije toekomst ligt een groot interstatelijk conflict daarom niet voor de hand. Het is eerder aannemelijk dat de cyclus van conflict voorlopig beperkt blijft tot gelokaliseerd geweld en bilaterale spanningen.
Het probleem van waterschaarste en interetnische spanningen zalde komende jaren alleen maar toenemen, wat het des te belangrijker maakt om het probleem van de niet-afgebakende grenzen zo snel mogelijk op te lossen.
Dit artikel is een samenvatting van een recente briefing van de Rusland / Oost-Europa Kennis Alliantie (REKA) voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken.