Zo omstreden is econoom en premier Jegor Gaidar, de vader van de shocktherapie, dat het lang heeft geduurd voor een fatsoenlijke Russische biografie over hem werd geschreven. Gaidar heeft niet alleen met zijn economische beleid, maar later ook als politicus en parlementslid een belangrijk stempel gedrukt op het post-communistische Rusland van Boris Jeltsin. Het is buitengemeen spannende lectuur, schrijft Laura Starink, maar een objectief boek is het niet geworden, met dank aan de nieuwe polarisatie in het Rusland van Poetin.
Jegor Gaidar (foto uit besproken boek)
door Laura Starink
Op Michail Gorbatsjov en Boris Jeltsin na is er in Rusland vermoedelijk niemand die zo gehaat wordt als Jegor Gaidar, die de geschiedenis in is gegaan als de vader van de shock-therapie. Als premier van Jeltsins eerste hervormingskabinet vermorzelde hij op 2 januari 1992 (een maand na het uiteenvallen van de USSR) de centraal-geleide planeconomie in Rusland door de prijzen los te laten.
Binnen enkele weken stegen de prijzen van de toch al schaarse consumptiegoederen en levensmiddelen met 350% en dat veroorzaakte paniek. Het zorgde er ook voor dat de markteconomie met horten en stoten op gang kwam en dat de schappen van de winkels langzaam weer gevuld raakten. Maar het spaargeld van de mensen verdampte en daarmee maakte hij zich zo impopulair dat hij aan het eind van het jaar al weer het veld moest ruimen, een scenario waar Jeltsin en hijzelf overigens vantevoren rekening mee hadden gehouden.
Hoeveel slachtoffers die 'armoedeval' heeft veroorzaakt valt niet te becijferen, maar vast staat dat het aantal zelfmoorden, tbc-doden, drankslachtoffers en doden bij geweldsdelicten begin jaren 90 zo ongeveer verdubbelde. Natuurlijk had dat meer oorzaken dan de shocktherapie van Gaidar (het uiteenvallen van het imperium veroorzaakte bijvoorbeeld een enorme explosie van criminaliteit), maar de ‘woeste jaren 90’ zijn voor het Poetin-regime nog steeds het afschrikwekkende voorbeeld om de bevolking af te houden van politieke avonturen.
Uitzonderlijke mensen
Het heeft lang geduurd voor de eerste serieuze Russische biografie over deze belangrijke man in de Russische post-communistische geschiedenis het licht zag. Gaidar (1956 - 2009) is zo omstreden dat niemand zich daar kennelijk eerder aan heeft gewaagd. Dat boek is er nu, in de gezaghebbende Russische reeks Het leven van uitzonderlijke mensen, die bestaat sinds 1890.
De co-auteurs zijn bekende publicisten, Andrej Kolesnikov (medewerker van Carnegie Moscow Center) en de bekroonde journalist Boris Minajev, die eerder een biografie over Jeltsin schreef. Het is een fascinerend boek, waarin de auteurs hun ontzag voor Gaidar niet onder stoelen of banken steken. En daaruit blijkt meteen dat de erfenis van Gaidar dertig jaar na dato in Rusland nog steeds een rol speelt in de politiek.
Toen ik Gaidar in 2007 interviewde voor mijn boek De Russische kater, vroeg ik hem hoe het voelde te worden gehaat door 140 miljoen landgenoten. Hij antwoordde: ‘Kijk. In december 1991 was het gemiddelde salaris van de Rus zeven dollar per maand. Nu is dat 500 dollar. Hun inkomen is de afgelopen jaren gestaag toegenomen. Maar als u denkt dat ik ooit verwacht heb dat de mensen me daar dankbaar voor zouden zijn, dan gaat u ervan uit dat ik geestelijk onderontwikkeld ben.’
In zijn boek De ondergang van een imperium (2006) toonde Gaidar aan dat de USSR eind jaren 80 voor een totale economische ineenstorting stond. Wij journalisten hebben dat destijds zelf kunnen waarnemen: voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog stonden mensen voor dag en dauw urenlang in de rij voor brood. De communistische machthebbers waren verlamd van schrik, schreef Gaidar.
‘De Sovjet-Unie had het grootste leger ter wereld, een van de beste geheime diensten en complete controle over de massamedia. Ze hadden dus alle machtsmiddelen tot hun beschikking om in te grijpen. Op het eind liepen de valuta-inkomsten met 20 miljard dollar per jaar terug en wat deden zij? Niets.’ Begin jaren 90 importeerde de Sovjet-Unie meer graan dan China en Japan samen. De hongersnood stond voor de deur.
Het boek van Kolesnikov en Minajev boekstaaft nauwgezet dat Gaidar veel meer is geweest dan de man van de shocktherapie. Hij heeft een belangrijk stempel gedrukt op de politiek van de Russische Federatie. Gaidar was zelfs een van de architecten van het Akkoord van Belovezje, dat op 8 december het uiteenvallen van de Sovjet-Unie bekrachtigde. Hij had daar economische motieven voor: de knalharde overgang naar een markteconomie was volgens hem niet te realiseren zonder de Russische roebelzone af te schermen van de Unierepublieken met hun protectionistische financiële beleid. Het zou al lastig genoeg zijn om de shocktherapie in één land door te voeren. Hij koos dus voor de vlucht naar voren. En Jeltsin met hem.
Iconische sovjet-familie
Daarnaast was Gaidar (telg uit een iconische sovjet-familie) actief politicus, medeoprichter van nieuwe politieke partijen als Democratische Keuze en de Unie van Rechtse Krachten, onvermoeibaar pleitbezorger van samenwerking tussen de versplinterde democraten, parlementslid, fanatiek anticommunist en actief betrokken bij Jeltsins strijd tegen het hem vijandig gezinde parlement.
Daarin ging Gaidar zelfs zo ver dat hij in het najaar van 1993 de Moskovieten persoonlijk opriep de straat op te gaan (en naar de wapens te grijpen) om het door de communisten bezette parlement te bestormen (voor mij was nieuw dat Jeltsins tanks het parlement toen met losse flodders hebben beschoten), een daad van agressie die voor velen het einde van de democratie in Rusland inluidde.
Maar Gaidar was ook fel tegenstander van de door Jeltsin ontketende oorlog in Tsjetsjenië en Poetins arrestatie van olietycoon Michail Chodorkovski. Hij deed een (vergeefse) bemiddelingspoging bij de NAVO-bombardementen op Belgrado en werd door de Amerikanen uitgenodigd te assisteren bij de economische transitie van Irak na de eliminatie van Saddam Hoessein. Daarnaast schreef hij ontelbare artikelen en boeken over de transitie van Rusland en gaf leiding aan zijn eigen economisch instituut in Moskou.
Hij overleefde naar eigen zeggen in 2006 zelfs een vergiftigingspoging, ongeveer op dezelfde dag waarop ex-spion Aleksandr Litvinenko in Londen met polonium werd vergiftigd door twee geheim agenten, die later door Poetin werden beloond (een van de daders, Andrej Loegovoj, behoorde begin jaren 90 tot Gaidars beveiligers!). Tijdens een presentatie van zijn boek De ondergang van een imperium in Ierland werd hij onwel en bloedde uit neus en mond. De artsen stonden voor een raadsel, maar sporen van gif werden niet gevonden. De biografen achten zijn verhaal geloofwaardig.
Gaidar (links) met Boris Jeltsin
Panische angst voor communisten
Gaidar was dus allesbehalve een studeerkamergeleerde, maar een actief politicus, die een stempel heeft gedrukt op het publieke leven in het post-communistische Rusland. Hij deed dat op een bijzonder consequente manier: zijn grootste angst was de terugkeer der communisten, die gepaard zou gaan met het terugdraaien van de hervormingen waarin hij heilig geloofde. Anders dan velen in Jeltsins entourage deed hij het niet voor het grote geld. Een datsja was al wat hij had. Hoewel hij steeds sterker teleurgesteld raakte in Jeltsin, bleef hij respect hebben voor de moed waarop de president de shocktherapie (waarvoor Gorbatsjov was teruggeschrokken) had doorgezet. Ook Jeltsin heeft altijd waardering gehouden voor de man die Rusland veranderde. ‘Gaidar is een zeer onafhankelijke man, met een reusachtig, innerlijk, ongekunsteld gevoel van eigenwaarde’, schreef Jeltsin zijn memoires. ‘Het was duidelijk dat hij geen draaikont was en dat was voor mij van onschatbare betekenis.’
In 1993 belandde Rusland in een constitutionele crisis door Jeltsins aanval op het 'Witte Huis', het door de communisten gedomineerde parlement (foto van onbekende fotograaf)
In de eerste maanden van Gaidars hervormingskabinet werden 500 decreten uitgevaardigd. Dat betrof zulke uiteenlopende zaken als de liberalisering van de prijzen, de invoer van vrijhandel, een regeling voor de buitenlandse schulden, zware bezuinigingen, bijvoorbeeld op militaire uitgaven, de invoering van een Russische munt (de roebel van de Russische Federatie), de conversie van de militaire industrie, regeling van de economische betrekkingen met de ex-sovjet-republieken, het invoeren van wisselkoersen, de oprichting van een Russisch leger, het veiligstellen van het kernwapenarsenaal, het vaststellen en controleren van de grenzen, invoering van een belastingstelsel, de terugtrekking van troepen uit Oost-Europa etc. etc. Het hele land moest opnieuw worden uitgevonden.
Voor een gemiddelde westerse lezer is nauwelijks te bevatten hoe ingrijpend de revolutie van Gorbatsjov en Jeltsin in Rusland is geweest. Zelfs als je er als journalist met je neus bovenop hebt gezeten, blijk je driekwart van de gebeurtenissen niet te hebben waargenomen. Gaidar vertelt ergens in een interview dat hij bij een besloten economenforum eens had opgesomd voor welke uitdagingen hij had gestaan, waarop de aanwezige Mexicaanse minister van Financiën, na een lange pauze, zei dat hij zich in zijn positie onmiddellijk door het hoofd zou hebben geschoten.
Strijd met ondemocratische middelen
Die totale herijking van alle waarden stuitte uiteraard op enorme tegenstand. Hoe fel en agressief de strijd tussen democraten en communisten in die jaren was, wordt in het boek helder uiteengezet. Dat die strijd met totaal ondemocratische middelen werd gevoerd wordt ook niet verzwegen. Het is daarmee een ongemeen spannend boek geworden, maar objectief en wetenschappelijk-afstandelijk zou ik de biografie niet durven noemen.
Gaidar (rechts vooraan) riep in 1993 op tot verzet tegen de opstand van het parlement
Dat is waarschijnlijk ook niet zo verwonderlijk. Nu het Poetin-regime met man en macht de geschiedenis van de Sovjet-Unie aan het vervalsen is en de repressie hand over hand toeneemt, is het kennelijk opnieuw moeilijk over die roerige jaren te schrijven zonder positie te kiezen. Voor Kolesnikov en Minajev (en voor alle kritische denkers in Rusland) is de strijd immers weer in volle gang. Deze keer gaat het niet over de terugkeer van de communisten, maar de inzet is net zo hoog: de terugkeer van de dictatuur.
De fouten die destijds zijn gemaakt (en dat waren er vele) worden nu duur betaald. Menige democraat vervloekt zichzelf achteraf dat hij Jeltsins persoonlijke zalving van zijn opvolger Poetin (destijds de grote onbekende Man zonder Eigenschappen) in 2000 heeft toegejuicht. Het doet ook pijn dat de communist Gennadi Zjoeganov intussen alle stormen heeft overleefd en met zijn fake-oppositiepartij CPRF (Communistische Partij van de Russische Federatie) nog altijd stevig in de Doema zit, waar de democraten allang zijn weggewerkt.
Opkomst der oligarchen
Bepaald opmerkelijk is de manier waarop de biografen de omstreden privatisering van de grote staatsbedrijven in 1996 behandelen. In haar boek The Sale of the Century heeft Cynthia Freeland, journalist van de Financial Times, deze veilingtruc meesterlijk ontrafeld: in ruil voor leningen aan de staat kreeg een zevental bankiers het recht op besloten veilingen te bieden op aandelen van de meest begeerde staatsbedrijven.
Zo kregen ze voor een fractie van de marktwaarde bijna de complete grondstoffensector van Rusland in handen. Als tegenprestatie zetten de miljardairs hun televisiestations in om Jeltsins schier onmogelijke herverkiezing in 1996 te garanderen. De grote man achter deze constructie was Anatoli Tsjoebais, de privatiserings-tsaar van Rusland en nog steeds invloedrijk in het Kremlin.
Tegen mij zei Gaidar in 2007 dat hij nog steeds achter die veilingen stond. ‘Er zaten betwistbare kanten aan, maar ik kan u zeggen dat de toestand in de Russische olie-industrie vóór die privatisering catastrofaal was, terwijl de industrie ná de veilingen is opgebloeid. Dat is een waarheid die niemand kan ontkennen. De olie-industrie was verantwoordelijk voor meer dan de helft van onze betalingsbalans en de oliewinning liep van jaar tot jaar terug. Na de veilingen begon ze te stijgen. Dat was belangrijk voor het land.’ Voor de renationalisering van de industrie die onder Poetin is ingezet had Gaidar uiteraard geen goed woord over.
In de biografie wordt deze uitverkoop van de grondstoffen behandeld als een voetnoot in de geschiedenis. Het ging maar om 9 bedrijven, zeggen de biografen sussend. De echte macht lag niet bij hen, maar bij de talloze ‘rode directeuren’ die zich in het hele land meester hadden gemaakt van hun fabrieken (dat ze dat gedaan hadden door misbruik te maken van de mogelijkheden die de regering hen had gegeven wordt niet vermeld).
Volgens Kolesnikov en Minajev is het onzin de herverkiezing van Jeltsin op het conto van dat handjevol bankiers te schrijven, zoals westerse analisten gemeenlijk doen. Veel kwam volgens hen ook op het conto van een uitgekiende verkiezingscampagne. Ze citeren politicus Vladimir Ryzjkov (op dit moment een van de weinige oppositiepolitici die aan de parlementsverkiezingen van 19 september mag meedoen): ‘Jeltsin heeft gewonnen omdat het hem en zijn team lukte de keuze tussen hem en Zjoeganov voor te stellen als een keuze voor een lotsbestemming: U kiest ofwel voor voortzetting van de hervormingen, vrije markt, privé-eigendom, Europa, beschaving, democratie, ofwel Back to the USSR, en u zult honger lijden met voedselbonnen, herverdeling, kolchozen, de Goelag enzovoort’.
De auteurs noemen dit geniaal, ik zie hier eerder populisme. Nou is nuance in een land dat nooit een normaal politiek stelsel heeft gehad ongetwijfeld te veel gevraagd, maar het gemak waarmee de auteurs begrip op brengen voor, bijvoorbeeld, het uiteenjagen van een parlement geeft toch te denken. Laten we zeggen dat de strijdmethoden niet bepaald hebben bijgedragen aan het ontstaan van een goede voedingsbodem voor de democratie.
Andrej Kolesnikov, Boris Minajev: Jegor Gaidar. In de serie Het leven van uitzonderlijke mensen. Uitgeverij Molodaja Gvardia, 600 blz. Te bestellen bij boekhandel Pegasus in Amsterdam.
Lees meer over Gaidar op de website van het Gaidarforum.