Op 28 december 2021 deelde de Russische Hoge Raad de laatste klap uit aan de dit jaar zwaar gehavende civil society. De liquidatie van historisch genootschap Memorial, opgericht door Andrej Sacharov, leidt tot machteloze woede in binnen- en buitenland. Volgens het OM schond Memorial de 'wet op de buitenlandse agenten', 'wast nazimisdadigers schoon' en 'creëert een leugenachtig beeld van de USSR als een terroristische staat'. Volgens Memorials advocaat Genri Reznik leek de rechtszaak op de showprocessen uit de Stalin-tijd. Vorige maand schreef Laura Starink voor Raam op Rusland over Ruslands oudste ngo, die van onschatbare betekenis is wegens zijn onderzoek naar de zwarte bladzijden van de Stalinterreur.
Het nieuwe actielogo van het bedreigde Memorial: 'Wij'
door Laura Starink
Als de Hoge Raad van Rusland op 25 november de eis van het Openbaar Ministerie honoreert en Memorial liquideert (en in Moskou twijfelt daar eigenlijk geen zinnig mens aan), wat gaat er dan gebeuren met het onschatbare archief dat de afgelopen dertig jaar door het historisch genootschap is bijeengebracht? Memorial is de oudste, eerbiedwaardigste en gezaghebbendste ngo van post-communistisch Rusland. De historiografische en mensenrechtenorganisatie werd in 1989 door dissident, atoomgeleerde en parlementslid Andrej Sacharov opgericht en wordt nu, zo zegt Memorial zelf, door Poetin om zeep geholpen.
Memorial gaat de liquidatie in de rechtszaal aanvechten en heeft daartoe een groep advocaten in de arm genomen, die geleid wordt door twee grote namen in de Russische advocatuur: Genri Reznik (83) en Ilja Novikov. Zij hebben hun diensten gratis aangeboden.
De perestrojka was in volle gang toen sovjet-burgers schoorvoetend hun familiearchief, correspondentie, dagboeken en officiële documenten over vervolgde familieleden bij Memorial begonnen in te leveren. Dankzij Gorbatsjov durfden ze niet alleen voor het eerst openlijk te praten over hun (groot)ouders, ooms en tantes die in de kelders van de KGB werden gemarteld en geëxecuteerd, in massagraven werden gegooid of de hongerdood stierven in Stalins strafkampen.
Met de oprichting van Memorial ontstond eindelijk een van de oppermachtige staat onafhankelijk instituut waar zij hun familieschatten veilig waanden en waar toegang tot de archieven voor iedereen gewaarborgd zou zijn. Zo kregen burgers hoop dat hun dierbaren een plek zouden krijgen in de geschiedenis, opdat die zich nooit meer zou herhalen.
Die hoop wordt sindsdien jaarlijks levend gehouden op 29 oktober (aan de vooravond van de Herdenkingsdag voor de slachtoffers van politieke repressie'), tijdens Memorials plechtigheid 'De teruggave van de namen'. Vele duizenden deelnemers lezen dan bij het gedoogde monument tegen het stalinisme de namen voor van de 40.000 tijdens de terreur geëxecuteerde Moskovieten.
Dat monument is een simpele zwerfkei van Solovki - een eilandengroep in de Witte Zee waar op last van Lenin in 1921 het eerste communistische strafkamp werd geopend. Memorial plaatste de kei in vrijer tijden pal tegenover de Loebjanka, het hoofdkwartier van de geheime dienst, waar nu de FSB huist. Ik was bij die eerste bijeenkomst, in 1989, en herinner het me als een van de indrukwekkendste gebeurtenissen uit mijn correspondentschap voor NRC Handelsblad. Memorial voelde letterlijk als een rots in de branding.
De eerste openbare herdenking van de geëxecuteerde Moskovieten. Op het spandoek: Memorial is een beweging van het geweten.
Woedende reacties
De aanval op Memorial heeft in Rusland tot grote ongerustheid geleid. Nobelprijswinnaar Dmitri Moeratov, hoofdredacteur van de Novaja Gazeta, noemde Memorial 'een ongelooflijk belangrijk tegengif tegen repressie'. 'Memorial is geen vijand des volks, maar een vriend des volks. Terwijl men in ons land Stalin probeert te rehabiliteren, blijft Memorial onvermoeibaar de slachtoffers van de Stalinterreur rehabiliteren. Terwijl onze machthebbers proberen ons verleden te verfraaien, doet Memorial alles om onze toekomst beter te maken, om te voorkomen dat dat gruwelijke verleden dat het land heeft vermalen zich zal herhalen.'
Schrijfster Ljoedmila Petrasjevskaja (83) gaf onmiddellijk de Staatsprijs terug die ze uit handen van Poetin kreeg voor haar toneelstukken over de Stalinterreur.
‘Men berooft mij van Memorial, de herinnering aan de veroordeelden en geëxecuteerden, aan hen die onder de wielen werden gegooid en de hongerdood stierven, aan hen die omkwamen in vrachtwagens, tijdens de etappe van kamp naar kamp, aan hen die gemarteld werden in de Loebjanka en in Kolyma, aan hen die recentelijk nog op straat, in arrestantenwagens en politiebureaus in elkaar zijn geslagen. Aan hen die op dit moment opgesloten zitten op grond van gefabriceerde, valse zaken. Aan die duizenden gevangenen die gevaarlijk zijn voor het regime.’
Petroesjevskaja zag af van de prijs ‘omdat de medaille, het doosje en het boeket bloemen mij zijn overhandigd door Poetin. Voor een toneelstuk dat is gewijd aan hen die niet uit de kampen zijn teruggekeerd. Voor de herinnering aan hen.’
Politiek analist Andrej Kolesnikov van Carnegie Moscow twitterde: 'Deze staat is ziek en immoreel. Door te besluiten Memorial te vernietigen doden ze het geheugen van de natie'. Tichon Dzjadko, (hoofdredacteur van internet-tv-station Dozjd (Rain-tv, onlangs tot 'buitenlands agent verklaard): 'Memorial is zo ongeveer de enige ngo in Rusland die gebaseerd is op de humanisering van de samenleving, het opbouwen van menselijkheid in de samenleving, en dat de procureur-generaal nu vraagt om opheffing is een ten hemel schreiend démasqué.'
En bestseller-detectiveschrijver en amateur-historicus Boris Akoenin (geëmigreerd naar Londen) riep op Grani.ru mensen op hun stem te verheffen: 'Als ze Memorial nu verbieden, dan is daarmee een grens bereikt, waarna de Poetin-staat het monopolie heeft over de herinnering'.
Ljoedmila Petroesjevskaja (83) gaf onmiddellijk haar Staatsprijs terug (bron: Dozjd - Open Source)
Tientallen geleerden van de Academie van Wetenschappen ondertekenden een open brief: 'Memorial is van onschatbare betekenis voor de informatievoorziening, die moet voorkomen dat miljoenen totaal onschuldig gerepresseerde, omgekomen en vermoorde mensen vergeten worden. Alle lagen van de bevolking zijn het slachtoffer geworden van deze oorlog tegen het eigen volk, die werd ontketend door de misdadige top van het land.'
Volgens de wetenschappers is Memorial het meest respectabele onderzoeksinstituut naar 'de activiteiten van de beulsinstellingen en hun invloed op alle sectoren van de sovjet-maatschappij'. De teloorgang van het archief zou 'een heuse catastrofe zijn voor de geschiedwetenschap'. Ook mensen uit de culturele sector tekenden protest aan, waaronder de vrouw van Aleksandr Solzjenitsyn, evenals alle nog resterende mensenrechtenorganisaties in Rusland.
Het Jeltsin Centrum in Jekaterinburg protesteerde tegen de dreigende opheffing. Het centrum spant zich in een eerlijker beeld te geven van de 'heftige jaren 90' (de overgang van communisme naar kapitalisme) dan de karikatuur die daarvan sinds Poetin aan de macht is in de staatsmedia wordt geschetst. Jeltsin zelf zat in de Maatschappelijke Raad van Memorial. Een petitie Handen af van Memorial is door meer dan 30.000 mensen getekend.
Volgens econoom Sergej Guriev (in ballingschap) heeft zijn onderzoek naar de economische ondergang van de Sovjet-Unie dankbaar gebruik gemaakt van het monnikenwerk van Memorial. Hij twitterde: 'Memorial heeft een sleutelrol gespeeld bij het verzamelen van gegevens over Ruslands 20ste-eeuwse geschiedenis. Deze tabel [in ons onderzoek] toont de verwoestende schaal van het verlies aan mensenlevens en het leed tijdens Stalins heerschappij. Veel van deze getallen komen van Memorial.'
(Bron: Sergej Guriev e.a.: New Russian Economic History)
Steen des aanstoots
Memorial was een van de eerste organisaties die in Rusland tot ‘buitenlands agent’ werd verklaard (al in 2014, toen de inkt van de repressieve wet nog maar net droog was). Dat stigma heeft het altijd geweigerd te accepteren en dat wordt nu als stok gekozen om de hond te slaan. Volgens het OM heeft Memorial verzuimd op al haar publikaties openlijk dat etiket te plakken, zoals inmiddels alle onafhankelijke nieuwsmedia en civil society-clubs op straffe van sancties gedwongen worden te doen. Het ministerie van Justitie kan iedere organisatie onbeargumenteerd op een zwarte lijst zetten, en beroep is niet mogelijk. De Mensenrechtenraad van de president heeft amendementen op de wet naar het parlement gestuurd, maar ieder weldenkend mens in Rusland vindt dat de wet in zijn geheel van tafel moet.
Voor Memorial was het weglaten van dat etiket een principiële kwestie. Het genootschap houdt zich immers bezig met de Stalinistische repressie, toen de beschuldiging ‘buitenlands agent’ (lees: landverrader) kon leiden tot executie.
De afgelopen tien jaar werd de organisatie, die leeft van buitenlandse giften omdat de Russische overheid onafhankelijk onderzoek naar de zwarte bladzijden van de geschiedenis niet financiert, voortdurend getreiterd. Maandelijks werd ze bekogeld met administratieve verordeningen, extra controles van de boekhouding, razzia’s van de brandweer of overvallen van de belastingdienst. Directeur Arseni Roginski (in 2017 overleden) vertelde me jaren geleden al hoeveel tijd, geld en advocaten ze kwijt waren aan die pesterijen.
In feite probeerde de overheid Memorial de herinnering aan het stalinisme te ontfutselen. In tijden van Poetin is de geschiedschrijving immers weer een onderdeel van de staatsideologie van het duizendjarig Rusland geworden. Zo onthulde de president, voorstander van 'gezond conservatisme', op 30 oktober 2017, in aanwezigheid van patriarch Kirill en honderd zorgvuldig geselecteerde burgers, aan de Sacharovstraat een staatsmonument voor de slachtoffers van het stalinisme. Maar die 'Muur van het Verdriet' van beeldhouwer Georgi Frangoeljan heeft nooit een publieke functie van betekenis gekregen.
De Moskouse burgemeester Sergej Sobjanin probeert al enkele jaren de 'Teruggave van de namen' naar een neutralere plek te verplaatsen of te verbieden door onverwachte herstelwerkzaamheden aan het Loebjankaplein, maar de bevolking heeft zich nooit laten afschrikken. Maar dit jaar vond de bijeenkomst alleen online plaats, omdat er, toeval of niet, precies in die week een korte lockdown tegen corona in de hoofdstad was afgekondigd.
Historische tak en mensenrechtencentrum
Memorial bestaat uit twee losse organisaties: Internationaal Memorial en Mensenrechtencentrum Memorial. Beide worden met liquidatie bedreigd. Internationaal Memorial (de 'historische' tak) omdat ze bij herhaling het verplichte etiket 'buitenlands agent' niet bij hun publicaties hebben vermeld (Memorial verzet zich tegen het stigma en betaalde daarvoor jaarlijks talloze boetes). Daarmee schenden ze volgens het OM de grondwet en tal van andere Russische wetten.
De mensenrechtenafdeling is politieker en houdt zich bezig met hedendaagse repressie, politieke gevangenen, de situatie in de kampen en marteling en vervolging in, bijvoorbeeld, het Tsjetsjenië van Ramzan Kadyrov. Zij wordt tevens beschuldigd van 'rechtvaardiging van terrorisme en extremisme'.
Aantallen politieke gevangenen in Rusland tot 2018 volgens Memorial
Het OM ziet bij Memorial 'linguistieke en psychologische tekenen van rechtvaardiging van de activiteiten van de deelnemers van internationale terroristische en extremistische organisaties als Hizb ut-Tahrir al-Islami, Tablighi Jamaat, evenals van de extremistische organisaties Art-podgotovka en de Jehovah's Getuigen.' Memorial wijst de beschuldiging, die gebaseerd is op haar lijst met politieke gevangenen, van de hand. De lijst meldt duidelijk dat Memorial geen verantwoordelijkheid neemt voor uitspraken of opinies van politieke gevangenen. De bekendste politieke gevangene op de lijst is Aleksej Navalny.
Een ander teken aan de wand was de inval van gemaskerde Russische nationalisten in het hoofdkwartier van Memorial, een maand geleden, bij de vertoning van de film Mr Jones van de Poolse cineaste Agnieszka Holland. De film handelt over de door Stalin veroorzaakte hongersnood die miljoenen Oekraïense boeren in 1932/33 het leven kostte. Toen de politie op het filmfestival ter plekke was, konden de amokmakers ongestoord vertrekken, terwijl de aanwezigen urenlang werden vastgehouden, verhoord en een verklaring moesten ondertekenen met al hun persoonsgegevens.
Terwijl in binnen- en buitenland direct fel werd geprotesteerd tegen de voorgenomen liquidatie, was er één aan Memorial verwante instelling die een opmerkelijke draai maakte. Het Moskouse Museum voor de geschiedenis van de Goelag, een staatsinstelling die niet kan tippen aan Memorial, protesteerde aanvankelijk op zijn site tegen de aanval op Memorial. Die mededeling werd schielijk verwijderd. Misschien is het van staatssubsidie levende museum op de vingers getikt, maar wie weet aast het ook op de archieven van Memorial. Het zou de beperkte collectie een enorme boost geven. En de overheid een vette vinger in de pap. Als de archieven weer achter slot en grendel gaan staan de familieleden van de slachtoffers opnieuw met lege handen.
Protest in Jekaterinburg: 'Door Memorial te liquideren kun je de repressie niet verbergen'