De nietsontziende agressie van Rusland heeft de banden tussen de buurlanden voorgoed verziekt. Niemand weet waar dit eindigt. Laura Starink heeft vrienden in beide landen en ziet hun wanhoop en ontreddering van dag tot dag toenemen.
School in Zjitomir
door Laura Starink
Ik heb vrienden in Rusland en in Oekraïne en nooit is de kloof tussen hen zo diep geweest. In beide landen worden normale mensen heen en weer geslingerd tussen shock, walging, woede, angst, schaamte en ongeloof. In beide landen wilde niemand geloven in de totale invasie, omdat ieder normaal mens ervan uitging dat het militair-technisch onmogelijk zou zijn zo’n groot land te bezetten en voorzag hoe ontwrichtend zo’n oorlog zou zijn.
Alleen Kremlin-keizer Poetin zag het in zijn zelfverkozen isolement niet aankomen. Nu de Blitzkrieg is mislukt, kiest hij voor terreur, zoals hij eerder deed in Tsjetsjenië en Syrië. Normale mensen kunnen of willen zich geen voorstelling maken bij zo’n verblinde haat, maar ook velen in het establishment bleven verbijsterd achter. Intussen grijpt niemand in en sterven er steeds meer Oekraïense burgers.
Poetin viel het buurvolk aan waarmee Rusland tot in alle haarvezels en familiebanden is verknoopt. In zijn gekrenkte trots slaat hij het beleg voor de hoofdstad Kyiv, voor hem de bakermat van de ‘Russische wereld’. Zo wil hij de Oekraïense cultuur uitwissen, maar hij trekt ook zijn eigen land mee de afgrond in. Mijn vrienden aan beide kanten van het front zijn verpletterd.
Wanhoop uit Rusland...
‘Er is een gruwelijke tijd aangebroken, Rusland verzinkt in duisternis’, schreef een oude vriend uit Moskou me. Nikita is historicus en heeft zijn hele leven gewijd aan openbaarmaking van de sovjet-archieven om het stalinisme te doorgronden, beschrijven en verwerken. Hij heeft Poetin altijd fel, openlijk en moedig bekritiseerd en zich nooit laten inpalmen door de glamour-facade van Moskou, die hij beschouwde als brood-en-spelen voor het volk. Nikita heeft onwankelbare principes en angst heeft hij nooit gekend. Maar zelfs in zijn berichten klinkt nu louter wanhoop door.
Irina uit Petersburg appte: ‘Ik bel je als ik er de kracht voor heb. Het is een angstaanjagende tijd om in te leven.’ Ik ken haar en haar man nog uit mijn studententijd, toen we samen in de veilige beslotenheid van de keuken wodka dronken en verboden grappen maakten over Brezjnev. Ze haatten en vreesden het communisme, gaven Poetin ooit het voordeel van de twijfel, maar voelen op hun oude dag de angst terugkeren. ‘Dit is erger dan het communisme’, zegt Irina.
Een andere vriend, de zachtaardige filosoof Andrej, weet zich geen raad met zijn schaamte. ‘We zijn allemaal schuldig. We moeten de Oekraïners de rest van ons leven op onze knieën om vergiffenis vragen. Los van wie wat gedacht en gedaan heeft...’ appt hij me.
Ik zie ons twee jaar geleden, vóór corona, nog zitten in een Georgisch restaurant in Moskou, waar hij in een discussie verzeild raakte met een hippe jonge ober die tijdens het serveren de loftrompet over Poetin stak. Ik herinner me de wanhoop op Andrejs gezicht over de onwetendheid van de jonge generatie. Dat is het effect van de jarenlange propaganda van de staatstelevisie, zei hij toen. Nu zien we hoe verwoestend het vitriool van de zombojasjtsjyk (zombiedoos, zoals de televisie in Russisch newspeak wordt genoemd) is geweest. Het merendeel van de Russen heeft de haat tegen Oekraïne geïnternaliseerd.
Jevgeni, met wie ik al decennia bevriend ben, schreef me: ‘Het is een absolute catastrofe. Ik snap niet hoe we verder moeten leven. Ik heb elke dag contact met vrienden in Kyiv, Charkov, Odessa, Lviv. Het is gruwelijk! Ik zou liever bij hen zijn dan hier. Liever een slachtoffer zijn van die krankzinnige maniak dan zijn onvrijwillige collaborateur. We leven in ketenen. Ik haat het en vervloek het.’ Hij blijft voorlopig in Moskou omdat hij zich verantwoordelijk voelt voor de studenten van de school die hij heeft opgericht.
... en woede in Oekraïne
Aan de andere kant van het front, op het Oekraïense slagveld, zijn de reacties van mijn vrienden soms bijna koelbloedig te noemen. Jurist Andryi heeft besloten in Kyiv te blijven, Russische omsingeling of niet. Hij maakt zich vooralsnog vooral druk over de evacuatie van zijn vele huisdieren naar Polen, ‘voor hun veiligheid en om zelf de handen vrij te hebben’. Ik heb het hem nog niet durven vragen maar ik denk dat ook Andryi bereid is de wapens op te nemen. Als ik informeer of hij in geldnood is, zegt hij: ‘Stuur liever geld naar het Oekraïense leger, die hebben het veel harder nodig.’ Hij geeft de link naar de website erbij.
Andere vrienden, een jong stel met driejarig dochtertje Aleksandra, zijn uit Kyiv eerst uitgeweken naar Vinnitsa, maar toen het vliegveld werd gebombardeerd trokken ze door naar Ivano-Frankivsk, waar het nog rustig is. Twee dagen later meldde Olga dat ze met haar dochtertje gaat proberen via Tsjechië naar Nederland te komen. Artjom blijft achter, want mannen tussen de 18 en 58 jaar mogen het land niet verlaten.
Toen ik Olga in 2014 in Dnepropetrovsk leerde kennen, zat Artjom in krijgsgevangenschap in de Donbas, nadat zijn vrijwilligersbataljon bij de veldslag om Ilovajsk door Russische tanks was neergemaaid. Daarbij kwamen 800 Oekraïners om en het dwong Kyiv om een staakt-het-vuren en de Akkoorden van Minsk te accepteren. De vanzelfsprekendheid waarmee Artjom, een vriendelijke jurist, zijn baan opzei, zich twee weken liet trainen en met een kalasjnikov ten strijde trok tegen de Russen, maakten destijds enorme indruk op me.
Artjom had niet gedacht dat hij de gevangenschap zou overleven maar hij werd in 2015 bij een krijgsgevangenenuitruil vrijgelaten. Hij vertelde me over de martelingen en vernederingen in een overvolle cel in Donetsk, de hoofdstad van de ‘Volksrepubliek Donetsk’. Het waren locale voorboden van het geweld waarmee heel Oekraïne nu wordt geconfronteerd. Na terugkeer uit de hel ging Artjom hommels kweken, die gebruikt worden voor bevruchting van de rijke Oekraïense zwarte aarde.
Vasyl ontvluchtte Kyiv op de eerste dag van de invasie en bracht zijn gezin naar de Roemeense grens. Zelf keerde hij terug. In een telefoongesprek beschreef hij de spanning en het ongeloof, die hem de eerste dagen van de oorlog verlamden. Die heeft nu plaatsgemaakt voor woede. Het is allang niet meer alleen woede tegen Poetin en zijn kliek, waarschuwt hij. Het is een breedgedeelde haat geworden tegen de hele Russische bevolking die Poetin blijft steunen in deze broedermoord. ‘Dit zullen wij de Russen nooit vergeven en we zullen niets vergeten’.
Vasyl spreekt mensen die totaal doordraaien door de oorlog. De druk is enorm. Over de uitkomst is hij somber: ‘De Russen hebben een enorme overmacht. We snakken naar iemand die Poetin omlegt.’
Het is die groeiende haat tegen de Russen waar ook Olga van repte. Als Oekraïners met familieleden in Rusland bellen, krijgen ze de meest absurde beschuldigingen over zich heen. 'Ze roepen dat we gebrainwashte chochly zijn. De haat is onvoorstelbaar!' Chochly ('kuifjes') is het Russische scheldwoord voor Oekraïners. De vlecht was de traditionele haardracht van de kozakken.
De verhalen over de bommen en granaten en het Russische geweld worden in Rusland niet geloofd. De Oekraïners worden uitgemaakt voor Amerikaanse marionetten. Dat Poetin erin is geslaagd zijn bevolking in een fictieve parallelle wereld te doen geloven, is misschien nog wel het griezeligste aspect van deze oorlog.
Terwijl het aantal burgerslachtoffers met het uur stijgt, is de band tussen Rusland en Oekraïne voorgoed verbroken. Uit de geschiedenis weten we hoe lang zulke wonden open blijven en hoe ontwrichtend haat kan zijn.
Olga, Artjom en Aleksandra zouden in mei bij ons in Amsterdam op bezoek komen, een bezoek dat twee jaar was uitgesteld door corona. Nu komt Olga met haar dochtertje als vluchteling en blijft Artjom achter. Ze is als de dood dat hij de wapens weer gaat opnemen.