De Russische invasie van Oekraïne is nu iets meer dan een maand oud. Van de 15 republieken van de voormalige Sovjet-Unie zijn alleen de Baltische staten lid van de NAVO - de overige hebben elk een andere verhouding met Rusland. Veel landen zijn economisch zeer vervlochten met Rusland, wat het moeilijk maakt partij te kiezen in de oorlog. Een rondje langs een aantal landen uit de voormalige Sovjet-Unie.
door Daan de Vries
De Azerbeidzjaanse spookstad Ağdam in Nagorno-Karabach, dat in 1993 verwoest werd door het Armeense leger. Foto Wikimedia
Van de veertien voormalige Sovjet-republieken kan Rusland er een aantal tot bondgenoten rekenen, maar anderen zijn juist uitgesproken anti-Russisch. Bondgenootschappen zijn formeel vastgelegd met organisaties als de Verdragsorganisatie voor Collectieve Veiligheid (CSTO) en de Euraziastische Economische Unie (EEU). Belarus, Armenië, Kazachstan en Kirgizië zijn van beide organisaties lid, Tadzjikistan doet alleen mee aan het militaire bondgenootschap, de CSTO. Moldavië, Azerbeidzjan en Oezbekistan zijn alleen lid van het minder nauw samenwerkende Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS). Oekraïne, Georgië en de Baltische Staten vallen volledig buiten het Russische blok.
De houding van Belarus is het duidelijkst: president Loekasjenko laat er geen twijfel over bestaan dat hij achter de invasie in Oekraïne staat. Zijn land fungeert als uitvalsbasis voor Russische troepen, hoewel Belarus ondanks aandringen van Russische kant vooralsnog weigert eigen troepen naar Oekraïne te sturen. Hoe zit dat in de rest van de voormalige Sovjet-Unie?
Gerommel in Nagorno-Karabach
Tussen het christelijke Armenië en het islamitische Azerbeidzjan woedt sinds de jaren 90 een militair conflict over Nagorno-Karabach. Deze bergachtige regio wordt internationaal beschouwd als Azerbeidzjaans grondgebied, maar de meerderheid van de bevolking bestaat uit Armeniërs. Bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, in 1991, verklaarde de enclave zich onafhankelijk en dat was de opmaat naar een oorlog met Azerbeidzjan die duurde tot 1994, toen een wapenstilstand werd bereikt. Armenië heeft de niet-erkende republiek vanaf het begin gesteund. Azerbeidzjan is van mening dat de Azerbeidzjaanse bevolking van de streek onderdrukt wordt en eist de controle over het hele gebied.
In september 2020 barstte de oorlog weer los. In korte tijd wist Azerbeidzjan terreinwinst te boeken, waarna met Russische bemiddeling een nieuwe wapenstilstand overeengekomen werd.
De invasie van Oekraïne veranderde opnieuw het strijdtoneel. Op zondag 26 maart 2022 maakte het Russische ministerie van Defensie bekend dat Azerbeidzjaanse troepen het grondgebied van Nagorno-Karabach in waren getrokken dat sinds 2020 onder gezag van Russische vredestroepen stond. Ook zouden Armeense posities beschoten zijn met Turkse drones, die Azerbeidzjan in 2020 al met veel succes inzette. Azerbeidzjan eist dat de Armeense soldaten in Nagorno-Karabach ontwapend worden, Armenië wijst erop dat die troepen geen lid zijn van het Armeense leger, maar van het leger van Nagorno-Karabach. De ontwapening van de regio is een vrijwel onmogelijke opgave, schrijft het Russische nieuwskanaal Meduza. ‘In iedere familie heeft iemand wel een wapen. Als je geen kalasjnikovgeweer in huis hebt, is dat vreemd.’
Het heeft er alle schijn van dat het geen toeval is dat Azerbeidzjan juist nu weer troepen heeft ingezet. Rusland is verreweg de belangrijkste bondgenoot van het eveneens orthodox-christelijke Armenië. Azerbeidzjan heeft voorzichtige steun uitgesproken voor Oekraïne (het beloofde onder meer gratis brandstof te leveren) en president Ilham Alijev is vanaf het begin van het laatste bestand in 2020 duidelijk geweest over de Russische vredesmissie: na de afgesproken termijn van vijf jaar is de missie hoe dan ook voorbij.
De oorlog in Oekraïne kan de machtsverhoudingen tussen Armenië en Azerbeidzjan doen verschuiven. Waar schade aan de Russische economie het afhankelijke Armenië hard zal raken, kan Azerbeidzjan de komende tijd juist profiteren van de gestegen olieprijzen. Het is dan ook geen verrassing dat waar Azerbeidzjan de Russische invasie heeft veroordeeld, de Armeense premier Nikol Pasjinjan zich op de vlakte houdt. ‘We moeten ons niet bemoeien met processen waarop we geen invloed hebben.’ Pasjinjan heeft wel de hoop uitgesproken dat de vredesonderhandelingen zullen leiden tot een eind aan het geweld.
De premiers van Georgië, Oekraïne en Moldavië tijdens een gezamenlijk bezoek aan Brussel in november 2021. Foto Wikimedia
Georgische terughoudendheid
In de derde Kaukasische republiek, Georgië, ziet men de gebeurtenissen in Oekraïne met lede ogen aan. Het land heeft slechte ervaringen met het Russische leger, maar is tegelijk economisch sterk afhankelijk van Rusland. Hoewel er tussen Georgië en Oekraïne nauwe banden bestaan, doet Georgië niet mee aan de sancties tegen Rusland. Premier Irakli Garibasjvili zei dat sancties ‘ons land en onze bevolking alleen schade zouden berokkenen’.
De Oekraïense president Zelenski noemde dit besluit op zijn beurt ‘immoreel’ en riep de Oekraïense ambassadeur in Georgië terug. De Georgische terughoudendheid is te begrijpen; 13% van de Georgische economie bestaat uit geld dat arbeidsmigranten vanuit Rusland terugsturen naar familie in eigen land. Door de sancties is het internationale betalingsverkeer van en naar Rusland bemoeilijkt.
Maar de zorgen van Georgië zijn niet alleen economisch. In 2008 voerde het land zelf een korte vijfdaagse oorlog tegen Russische troepen. Een poging van toenmalig president Micheil Saakasjvili om de opstandige regio’s Abchazië en Zuid-Ossetië met geweld terug te veroveren leidde tot een confrontatie met Rusland. Russische troepen overrompelden Georgië en binnen vijf dagen tekenden de landen een wapenstilstand.
Nog altijd is het Russische leger gestationeerd in de twee regio’s, die sinds de vroege jaren ‘90 de facto onafhankelijk zijn, maar niet erkend worden door de internationale gemeenschap. Sommigen, zoals parlementslid Nikoloz Samcharadze, zien in Georgië een potentieel volgend doelwit van Poetin. Het moeizame verloop van de Russische invasie van Oekraïne is voor veel Georgiërs een opluchting.
De afgelopen weken hebben veel regimekritische Russen (hoeveel precies is niet bekend) zich in Georgië gevestigd. Het land is, samen met Armenië, één van de laatste bestemmingen waar reizigers met een Russisch paspoort nog zonder problemen terecht kunnen.
President Maia Sandu van Moldavië richt zich tot haar bevolking. 'We zullen sterker uit deze periode komen.' Foto presedinte.md
Moldavië: Russische troepen en vluchtelingenstroom
Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie leidde niet alleen in de Kaukasus tot sluimerende conflicten. Ook Moldavië heeft te maken met een eenzijdig onafhankelijke republiek waar Rusland een flinke vinger in de pap heeft. Transnistrië, een strookje Moldavië aan de oostelijke oever van de rivier de Dnjestr, verklaarde zichzelf in 1990 onafhankelijk. In tegenstelling tot Abchazië en Zuid-Ossetië, die erkenning genieten van onder meer Rusland, Venezuela en Nicaragua, wordt Transnistrië door geen enkel ander land erkend.
Desondanks zijn er permanent Russische troepen gestationeerd in Transnistrië, die in de aanloop naar de invasie van Oekraïne nog oefeningen uitvoerden. Daarom bestond de vrees dat Transnistrië als uitvalsbasis zou kunnen gaan dienen voor de aanval op, bijvoorbeeld, Odessa. Tot nu toe is dit niet gebeurd. Op 6 maart gingen geruchten dat een raketaanval op het vliegveld Vinnytsja vanuit Transnistrië gelanceerd was, maar de beschieting bleek van een Russisch schip in de Zwarte Zee te zijn gekomen.
De oorlog in Oekraïne heeft ook grote gevolgen voor de rest van het land. Moldavië, één van de armste landen van Europa, heeft volgens cijfers van de Verenigde Naties sinds het begin van de oorlog 385.000 vluchtelingen opgevangen. Het land heeft daarmee verreweg het grootste aantal vluchtelingen per hoofd van de bevolking. Een deel van de vluchtelingen reist verder naar andere landen, met name Roemenië, maar velen worden in Moldavië opgevangen. De Moldavische regering heeft de internationale gemeenschap om hulp gevraagd.
President Maia Sandu heeft haar steun betuigd aan de Moldavische bevolking. 'We zullen ons verzetten, zoals onze ouders en grootouders deden,' sprak Sandu in een toespraak op 18 maart. 'Ik beloof jullie - hoe moeilijk het ook is voor ons allemaal, de staat zal er voor de burgers zijn. We zullen sterker uit deze periode komen.'
Kazachstan houdt zich op de vlakte
Op 6 januari 2022 greep een coalitie van de CSTO, de Verdragsorganisatie voor Collectieve Veiligheid, in in Kazachstan. Daar waren vlak na de jaarwisseling massale protesten uitgebroken na een plotselinge stijging van de brandstofprijzen. Het was het eerste militaire ingrijpen door de CSTO, een in 1992 opgerichte organisatie die gedomineerd wordt door Rusland. De Kazachse president Kassim-Zjomart Tokajev kon aan de macht blijven, mede door de Russische steun.
De Russische invasie van Oekraïne, anderhalve maand later, vroeg uiteraard om een reactie van Kazachstan. Rusland deelt met Kazachstan een grens van ruim 7500 kilometer - de langste van de veertien buurlanden. Het land is economisch afhankelijk van Rusland en kent bovendien een grote Russische minderheid (ongeveer een vijfde van de bevolking).
President Tokajev sprak zich op 1 maart voor het eerst uit over de oorlog. ‘We roepen de beide staten op om een gemeenschappelijke taal te vinden en een akkoord te bereiken. Een andere manier is er niet.’ Tokajev veroordeelde de invasie niet, maar benadrukte wel het belang van het beëindigen van de oorlog: ‘Beter een slechte vrede dan een goede oorlog.’
Voor de Kazachse economie kan de oorlog dramatische gevolgen hebben. De economie van het land is sterk vervlochten met die van het buurland, waardoor ook Kazachse ondernemers getroffen worden door de westerse sancties tegen Rusland. Het heeft geleid tot toegenomen belangstelling voor een Trans-Kaspisch handelsproject, waardoor goederen van Kazachstan naar Azerbeidzjan getransporteerd kunnen worden, zonder door Rusland te hoeven. Ten slotte is het afwachten welke gevolgen de oorlog zal hebben voor de graanproductie in Rusland en Oekraïne. Kazachstan is niet alleen afhankelijk van Russisch en Oekraïens graan voor de eigen markt, maar is bovendien doorvoerland voor de rest van Centraal-Azië. Rusland kondigde eerder al aan dat het de export van graan en suiker naar de lidstaten van de Euraziatische Economische Unie terugschroeft.
Troepen van de door Rusland geleide CSTO-vredesmissie in Kazachstan, begin 2022. Foto Wikimedia
Oezbekistan doet niet mee aan blokvorming
Het op een na grootste land van Centraal-Azië, Oezbekistan, heeft eveneens nauwe betrekkingen met Rusland. Het doet echter niet mee aan militaire en economische blokvorming; zo verliet Oezbekistan in 2012 de CSTO en nam daarom ook geen deel aan de militaire operatie in Kazachstan, begin 2022. Oezbekistan is ook geen lid van de Euraziatische Economische Unie (EEU), een organisatie waarvan Rusland, Belarus, Kazachstan, Armenië en Kirgizië lid zijn.
De Oezbeekse minister van Buitenlandse Zaken, Abdulaziz Kamilov, benadrukte op 17 maart de neutraliteit van zijn land: ‘Oezbekistan neemt geen deel aan militair-politieke blokken.’ De minister voegde daar nog aan toe dat Oezbekistan de onafhankelijkheid en de territoriale integriteit van Oekraïne erkent. Oezbekistan ging dan ook niet mee in de Russische erkenning van de separatistische republieken Donetsk en Loehansk.
Tegelijk is ook Oezbekistan economisch afhankelijk van Rusland. Rusland is de grootste handelspartner van Oezbekistan. De devaluatie van de roebel kan tot gevolg hebben dat Oezbeekse producten (textiel, fruit, zink) onbetaalbaar worden in Rusland. De import van Russische olie en graan kan onder druk komen te staan als Rusland exportbeperkingen oplegt. Het loskoppelen van Rusland van het internationale betalingssysteem SWIFT in combinatie met de devaluatie van de roebel kan het bovendien minder aantrekkelijk maken voor Oezbeekse arbeidsmigranten om hun geluk in Rusland te beproeven.
Bronnen: TASS, Meduza, The Guardian, Moscow Times, Azattyk, Eurasianet, Kommersant