De eerste die Viktor Orbáns feliciteerde met zijn verkiezingsoverwinning was Vladimir Poetin. De Russische invasie in Oekraïne maakt Orbáns amicale verhouding met Poetin nog problematischer dan ze al was. De Europese Unie was van plan om Hongarije strafkortingen op te leggen vanwege het afglijden van de rechtsstaat onder Orbán. Zal dat ook gebeuren of is de EU nu bang Hongarije verder in de armen van Moskou te drijven? In dat geval compromitteert de EU haar eigen kernwaarden, schrijft Berend de Haas.
De Hongaarse Poetin of Europa? Foto schermafdruk CBC CC
door Berend de Haas
'We hebben een overwinning behaald die zo groot is dat je hem vanaf de maan kunt zien, en je kunt hem zeker zien vanuit Brussel.' Dat waren de woorden van de Hongaarse politicus Viktor Orbań die voor een vierde maal op rij sinds 2010 is aangetreden als premier. Dit lukte hem nadat de door hem voorgezeten Fidesz-partij in coalitie met de aan Fidesz gelieerde Christendemocratische Volkspartij (KDNP) in de Hongaarse parlementsverkiezingen van 3 april 53% van de stemmen binnen wist te halen. Hoewel het in de peilingen een nek-aan-nekrace leek te worden, kreeg de grootste oppositiepartij, Verenigd voor Hongarije (bestaande uit zes partijen die zich tegen Fidesz in één blok verenigd hadden), slechts 35%. Hiermee behaalde de Fidesz-KDNP-coalitie 135 van de 199 zetels, een ruime tweederde meerderheid, in het Hongaarse parlement.
Hoewel de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), die 218 verkiezingswaarnemers had uitgezet, het verkiezingsproces als zeer goed uitgevoerd beoordeelde, meldde de organisatie ook dat het speelveld sterk in het voordeel van Fidesz-KDNP overhelde. Partijdigheid van de media en een financieel voordeel voor de zittende coalitie maakten het voor de oppositie moeilijk een voet aan de grond te krijgen. Zo kreeg Verenigd voor Hongarije gedurende de campagneperiode maar 5 minuten spreektijd op de Hongaarse publieke omroep, dat onder de strenge controle van de zittende premier Orbán staat, terwijl Fidesz op de staatstelevisie de rest van de tijd de onverdeelde aandacht genoot.
Orbán als vredesduif
Orbán, die veelal bestempeld wordt als Poetins hechtste bondgenoot binnen de EU, vaart al jaren een buitenlandkoers die zich laat kenmerken als uitgesproken anti-westers en pro-Russisch. De Russische invasie van Oekraïne, maakte Orbáns amicale verstandhouding met Moskou nog problematischer dan ze al was.
De oorlog in Oekraïne waarmee Hongarije een grens van 135 kilometer deelt, verdrong eerdere hoofdthema’s in de verkiezingscampagne (zoals het bedenkelijke LHBTI-referendum waarover de stemming gelijktijdig met de parlementsverkiezingen plaatsvond of de beroerde staat van de door de covid-pandemie hard getroffen Hongaarse economie) naar de achtergrond. Niet meer ging de discussie over het ontbreken van een langetermijnplan aan de kant van Fidesz over hoe Hongarije een nieuwe economische recessie moest afwenden of over de manier waarop de oppositie liberale waarden zou propageren die de christelijke volksaard van Hongarije zouden aantasten. Het debat richtte zich volledig op hoe de andere partij zich opstelde tegenover de Russische agressie jegens buurland Oekraïne.
Sinds het uitbreken van het conflict lijkt Orbán een middenweg te zoeken tussen zijn westerse EU- en NAVO-bondgenoten en Rusland. Zo heeft de Hongaarse premier zich in tegenstelling tot menig ander Europees staats- of regeringshoofd niet negatief uitgelaten over de Russische president Vladimir Poetin, maar heeft hij zich wel in het algemeen tegen de oorlog in Oekraïne uitgesproken. Ook heeft Hongarije tot nu toe alle sanctiepakketten onderschreven die de EU tegen Rusland en specifieke Russische staatsburgers en bedrijven heeft afgekondigd. Daar staat tegenover dat Orbán te kennen heeft gegeven dat Hongarije tegen mogelijke EU-restricties op de import van Russisch olie en gas (waar de Hongaarse economie sterk afhankelijk van is) zou stemmen. Wel heeft Hongarije in lijn met de rest van de EU ruimhartig Oekraïense vluchtelingen ontvangen. Het merendeel van de Oekraïense vluchtelingen gebruikt Hongarije als transitland; van de 540.000 vluchtelingen die de Hongaars-Oekraïense grens zijn overgestoken hadden er op 30 maart slechts 7947 in Hongarije asiel aangevraagd.
De Hongaarse minderheid in Oekraïne
Veel vluchtelingen die vanuit Oekraïne Hongarije binnenkomen maken deel uit van de etnisch Hongaarse minderheid van Oekraïne die zo'n 156.600 individuen telt. Daarmee beslaat zij slechts 0,3% van de totale Oekraïense bevolking, maar wel 12,1% van de bevolking van de Oekraïense Oblast Transkarpatië (een regio die tot het eind van de Eerste Wereldoorlog aan het Hongaars-Oostenrijkse Rijk toebehoorde) en op sommige plekken, zoals het stadje Berehove (Hongaars: Beregszász), is bijna de helft van de inwoners van Hongaarse afkomst.
De meeste Oekraïense Hongaren bezitten, in weerwil van het feit dat het hebben van een dubbele nationaliteit in Oekraïne verboden is, een Hongaars paspoort. Onder Orbán is het voor etnische Hongaren buiten Hongarije (er bevinden zich grote Hongaarse minderheden in Servië, Roemenië, Slowakije en Oekraïne) namelijk makkelijker geworden om een Hongaars paspoort aan te vragen. Deze 'extraterritoriale' Hongaarse burgers betalen geen belastingen aan Hongarije, maar zijn wel stemgerechtigd. Vaak stemmen zij op Fidesz, hetgeen ook heeft bijgedragen aan de overwinning van de partij in de parlementsverkiezingen van 2022 en 2018. Onder de bevolking van Hongarije leeft er aanzienlijke twijfel of de Oekraïense Hongaren, toch veelal woonachtig in het uiterste Westen van Oekraïne dat geen deel uitmaakt van het strijdtoneel, vluchten voor oorlogsgeweld of de Russische invasie als excuus gebruiken om in het rijkere Hongarije of neer te strijken.
Tijdens de verkiezingscampagne portretteerde Orbán zichzelf als pragmatisch en vredelievend staatsman. Hongarije, zo redeneerde hij, kon het zich niet permitteren betrokken te raken in een gewapend conflict tussen twee enorme staten (waarvan één aangrenzend). De militair-strategische en economische gevolgen zouden niet te overzien zijn. Boedapest weigerde daarom ook wapens aan Oekraïne te leveren of om wapentransporten van derden over Hongaars grondgebied toe te staan.
Oppositie zet Oekraïne in campagne tegen Orbán in
Met deze afzijdigheid haalde Orbán zich aanzienlijke binnenlandse en internationale kritiek op de hals. De Hongaarse oppositie ́die zelf de verkiezingsbelofte had gedaan om een hardere lijn tegenover Rusland in te nemen, maakte gebruik van Orbáns geschipper tussen Moskou en Brussel om de premier af te schilderen als een autocratische Poetin-loyalist. De oppositie had langs de Hongaarse snelwegen aanplakborden laten plaatsen waarop een foto van een samenzwerende Poetin en Orbán vergezeld werd door de tekst 'de Hongaarse Poetin of Europa?'.
Ook door de Hongaarse bevolking werd visueel verband gelegd tussen de kliek rondom Orbán en het Poetin-regime. Zo werden posters voor de Fidesz-KDNP-kandidaat voor het kiesdistrict Boedapest beklad met een Z, die symbool staat voor steun aan de Russische invasie van Oekraïne.
Kandidaat van Fidesz beklad met Z. Foto Berend de Haas
De standpunten van oppositieleider Peter Márki-Zay stonden pal tegenover die van Orbán; hij beloofde om Hongaarse wapenleveringen aan Oekraïne en de afkondiging van sancties in de energiesector goed te keuren. Ook gaf Márki-Zay aan van plan te zijn de door het Russische Rosatom bekostigde uitbreiding van de Hongaarse Paks-kerncentrale af te blazen en de Russische International Investment Bank (een van spionage beschuldigde investeringsbank die haar hoofdkantoor in 2019 van Moskou naar Boedapest verhuisde) te sluiten. Orbán verweerde zich door de oppositie ervan te beschuldigen een kortzichtig en oorlogszuchtig buitenlandbeleid door te willen drukken dat Hongarije sterk zou benadelen.
Waaruit bestaat de Hongaarse afhankelijkheid van Rusland?
1. Energiebelangen
Om te beginnen is Hongarije een grote netto-ontvanger van Russische energieproducten. Zo importeerde het land volgens Eurostat in 2021 110,4% van zijn aardgas, dat goed is voor zo'n 35,5% van de Hongaarse energiemix, uit Rusland. Dit getal is hoger dan honderd, aangezien Hongarije meer gas importeert dan nodig is voor het binnenlandse gebruik waarbij het het overgeblevene exporteert. Ook de groei van nucleaire energie, dat 15,5% van Hongarije’s energiesamenstelling voor zijn rekening neemt, drijft op Russische investeringen. Zo zal het Russische staatsbedrijf Rosatom 80% van de uitbreiding van de kerncentrale in het Hongaarse Paks (de enige kerncentrale in het land) financieren.
Goedkope energieprijzen zijn een pilaar waarop de populariteit van de Fidesz-regering steunt; voor de parlementsverkiezingen van 2014 ploften er in Hongaarse huishoudens energierekeningen op de mat waarin precies stond hoeveel Fidesz de consumenten bespaard had. Orbán heeft herhaaldelijk gezegd geen sancties op het gebied van energie tegen Rusland in te zullen voeren.
De premier verkoos goedkoop gas ook boven solidariteit met Oekraïne toen hij in september 2021 bekend maakte dat Hongarije een contract voor 15 jaar met Gazprom had afgesloten over de levering van 4,5 miljard kuub gas. Ook zou dit gas niet meer, zoals vroeger, via Oekraïne, maar via de nieuwe Turkish Stream-pijpleiding geleverd worden waarmee Oekraïne zijn transitinkomsten misliep. Kyiv reageerde verontwaardigd op deze actie die Rusland, dat in mindere mate afhankelijk zou zijn van Oekraïne als doorvoerland, in staat zou stellen de politieke druk op het land op te voeren. Tijdens Orbáns staatsbezoek aan Moskou op 1 februari 2022 sprak Poetin van een verhoging van Ruslands gastoevoer naar Hongarije van 4,5 naar 5,5 miljard kuub. Hoewel er geen details werden verstrekt, zou volgens Orbán het langetermijncontract met Rusland Hongarije 'beschermen voor toekomstige pieken in energieprijzen in Europa'.
Op 6 april brak Orbán met de officiële lijn van de EU door aan te geven dat Hongarije bereid was om, als gevraagd, de Russische gasleveringen in roebels uit te betalen. Op 1 april zette Poetin tegen een devaluerende roebel de eis uit dat Europese gaskopers hun rekeningen voortaan in de Russische valuta aan leveranciers uit Rusland moesten betalen, maar daar wilde de EU geen gehoor aan geven. De Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken, Péter Szijjártó, gaf aan dat de EU 'geen rol' te spelen had in de gasdeal tussen Hongarije en Rusland.
2. Zakenrelaties
Ook bestaan er gedeelde zakenbelangen tussen Russische bedrijven en de kliek rondom Orbán. Zo werd in 2020 het Hongaarse bedrijf Ganz geweigerd voor een aanbesteding ter waarde van 1 miljard euro voor het fabriceren van 1300 treinwagons. Op het laatste moment kreeg het bedrijf Transmashholding Hungary Ltd. (waarvan Orbáns hoofdadviseur Kristóf Szalay-Bobrovniczky 50% van de aandelen bezit en dat een dochteronderneming is van het Russische Transmashholding) de productie toegewezen. Dat Ganz de aanbesteding in 2012 al had gewonnen maakte volgens de Hongaarse autoriteiten niet veel uit.
Een ander voorbeeld is het verhuizen van het hoofdkantoor van de Russische International Investment Bank (IIB) van Moskou naar Boedapest. In maart 2019 haalde Orbán deze van spionage beschuldigde bank naar Hongarije en verstrekte verregaande vrijstellingen en immuniteit aan de IIB en zijn werknemers. Zo genieten de bankfunctionarissen diplomatieke immuniteit en worden de bank en diens transacties niet onderworpen aan financieel en regelgevend toezicht door de Hongaarse staat. Er wordt gezegd dat Hongaarse oligarchen uit Orbáns kringen, zoals de aan Fidesz verbonden zakenman István Garancsi, van deze intransparante constructie gebruik maken om leningen te ontvangen en onrechtmatig verkregen gelden weg te sluizen.
3. Ideologische overeenkomsten
Ook ideologisch vlak ligt Poetin de regering van Hongarije na aan het hart. In 2014 noemde Orbán Rusland een voorbeeld. Sindsdien draagt hij in toenemende mate een lijn uit die het Westen bekritiseert vanwege zijn zwaktes, diversiteit en gebrek aan 'traditionele waarden'. Er bestaan binnen de gelederen van Fidesz veel Ruslandsympatisanten en Orbán heeft, naar het voorbeeld van Poetin, de bewegingsruimte van veel onafhankelijke media en civil society-organisaties in Hongarije sterk aan banden gelegd. Ook heeft de Hongaarse premier 'de promotie van homoseksualiteit' onder het mom van de strijd met pedofilie verboden en demoniseert hij organisaties die vanuit het buitenland gefinancierd worden.
Hongarije buitenbeentje in Centraal-Europa
Ook bij Hongarije’s Centraal- en Oost-Europese buren zette Orbáns 'pacifistische' positie kwaad bloed. In zijn videotoespraak tot Europese staatshoofden en regeringsleiders van 25 maart berispte de Oekraïense president Volodymyr Zelensky de Hongaarse premier om diens ambivalente houding met de volgende woorden: 'Luister, Viktor [Orbán - red.], weet jij wat er gebeurt in Marioepol? Ga, als je kunt, alsjeblieft naar je kade. Kijk naar die schoenen [op de Donaukade, een gedenkteken voor de tijdens de Tweede Wereldoorlog in Boedapest gefusilleerde Joden - red.] en je zult zien hoe massamoorden zich in de wereld van vandaag opnieuw kunnen voordoen. Dat is wat Rusland vandaag doet: diezelfde schoenen in Marioepol.' Zelensky riep Orbán tenslotte op om 'te beslissen aan wiens kant Hongarije staat.'
Hongarije's afzijdigheid is ook niet onopgemerkt gebleven bij zijn regionale partners, met name in de Visegrádgroep (een cultureel en politiek regionaal samenwerkingsverband tussen Hongarije, Polen, Tsjechië en Slowakije). Zo springt het fel anti-Russische Polen op alle mogelijke terreinen bij om Oekraïne een helpende hand te bieden en zijn op 15 maart alledrie de premiers van Polen, Tsjechië en Slovenië naar een belegerd Kyiv afgereisd om hun onvoorwaardelijke steun 'voor Oekraïne en zijn vrijheid en onafhankelijkheid' uit te spreken. Orbáns stellingname dreigt een wig te drijven tussen de leden van Centraal-Europese alliantie.
De premiers van Polen, Tsjechië en Slovenië op bezoek in belegerd Kyiv. Foto president.gov.ua
De Poolse premier Mateusz Morawiecki heeft openlijk zijn Hongaarse ambtgenoot bekritiseerd vanwege diens gebrek aan steun voor Oekraïne en het onderhouden van nauwe banden met Poetin. Ook de Poolse vicepremier en voorzitter van de regerende Recht en Rechtvaardigheid-partij (PiS), Jarosław Kaczyński, heeft de acties van Orbán, die gezegd heeft eerst een onafhankelijk onderzoek af te willen wachten alvorens Rusland te beschuldigen van het doden van burgers in Boetsja, sterk afgekeurd: 'Mijn oordeel is ondubbelzinnig negatief - ik moet toegeven dat het allemaal heel triest is. Als Orbán zegt dat hij niet kan zien wat er in Boetsja is gebeurd, moet hij het advies krijgen om naar een oogarts te gaan.'
De twist over Oekraïne zou de opmaat kunnen vormen voor een breuk tussen Polen en Hongarije in wijdere regionale verbanden, waaronder de EU. De twee landen, die beide met een absolute meerderheid in het parlement geregeerd worden door conservatief-nationalistische partijen (respectievelijk PiS en Fidesz) en allebei vanuit de EU onder vuur liggen vanwege hun manco's op het gebied van de rechtsstaat en mensenrechten, traden vaak in tandem op binnen Europese instanties. Zo spanden (en verloren) Polen en Hongarije eind 2020 samen bij het Europese Hof van Justitie een zaak aan tegen de Europese Commissie over de mogelijkheid tot het ontzeggen van subsidies aan lidstaten waar het bewezen schort aan democratische rechten en vrijheden, het zogenaamde 'conditionaliteitsregime'. De kans op het uiteenvallen van het illiberale duo binnen de EU neemt door hun onenigheid ten aanzien van de oorlog in Oekraïne echter alleen maar toe. Door geen duidelijke anti-Russische positie in te nemen loopt Orbán het risico zich in toenemende mate te vervreemden van Warschau en zo Hongarije’s isolement binnen de EU te vergroten.
Winst Orbán is winst Kremlin
Fidesz’ zege in de parlementsverkiezingen betekent waarschijnlijk dat Boedapest goede banden met Moskou zal blijven onderhouden en elke vorm van betrokkenheid in het conflict, behalve Europese (en voor Hongarije aanvaardbare) sancties, zal willen minimaliseren. De winst van Orbán is ook deels de winst van het Kremlin. Dit werd nog eens duidelijk toen Poetin de eerste was die Orbán feliciteerde met diens overwinning. Poetins felicitatie luidde dat 'het Russische staatshoofd zijn vertrouwen heeft uitgesproken dat, ondanks de uitdagende internationale situatie, de verdere ontwikkeling van bilaterale partnerschapsbanden volledig voldoet aan de belangen van de Russische en Hongaarse volkeren.'
Nieuw na de verkiezingsuitslag is Orbáns vijandigheid tegenover de president van Oekraïne, vermoedelijk een reactie op de oorvijg die Zelensky eerder uitdeelde. Orbán noemde in zijn overwinningsspeech het Oekraïense staatshoofd in zijn rijtje van tegenstanders: 'Nu moeten wij strijden tegen de grootste krachten: links thuis, het internationale links, de Brusselse bureaucraten, alle organisaties van het Sorosimperium, de internationale media en tenslotte ook de Oekraïense president.' Op 6 april werd ook de Oekraïense ambassadeur bij het Hongaarse ministerie van Buitenlandse Zaken op het matje geroepen om zich te verantwoorden voor de 'onacceptabele' en 'beledigende' uitspraken van Zelensky.
EU moet geopolitieke en principiële belangen afwegen
Op de vraag of de herverkiezing van Orbán het innemen van een sterke (en eendrachtige) positie van de EU tegenover Rusland bemoeilijkt, is het antwoord een volmondig ja. Hongarije, dat onder Orbán steeds meer pro-Russisch en alsmaar ondemocratischer is geworden, stelt Brussel voor een keuze: of de erbarmelijke staat van de Hongaarse rechtsstaat aanpakken of Hongarije aan boord houden tegen de Russische agressor. De gedachte is dan dat er binnen de EU in de omgang met Hongarije een afweging gemaakt zal moeten worden tussen geopolitieke belangen en principiële overwegingen.
Om Boedapest niet verder in de armen van Moskou te drijven en zo ook niet Hongarije’s stem voor verdere sanctiepakketten te verliezen, zou de EU terughoudendheid moeten tonen in het bestraffen van schendingen van de rechtsstaat onder Orbán. In dat geval comprommiteert de EU echter de kernwaarden waarop zijzelf gebaseerd is. De keuze in deze afweging leek gemaakt te zijn toen op 5 april Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, bekend maakte dat het uitvoerende orgaan van de EU het conditionaliteitsregime op Hongarije wil toepassen. Dit mechanisme zal de EU in staat stellen subsidies voor Hongarije te bevriezen zolang het land de principes van de rechtstaat niet eerbiedigt. Maar er zal pas na lang beraad en een gekwalificeerde meerderheidsstemming in de Raad van de Europese Unie (d.w.z. een verplichte 55% van de EU-lidstaten die minstens 65% van de EU-bevolking vertegenwoordigen) een besluit hierover vallen.
Laat Polen wegens Oekraïne Hongarije vallen?
Het is nog maar de vraag of het even ondemocratische Polen tijdens dit proces voor Hongarije in de bres zal springen. Het zou kunnen dat Warschau het risico om zelf de volgende te zijn wiens EU-subsidies bevroren worden zwaarder vindt wegen dan Orbáns warme banden met Rusland en daarom een stokje zal steken voor de toepassing van het conditionaliteitsregime op Hongarije. Maar het is ook mogelijk dat Orbáns ambivalente houding ten aanzien van de oorlog in Oekraïne voor de Polen een brug te ver is en Boedapest er in de EU voortaan alleen voor zal komen te staan.
En dat zou nou precies de kans kunnen zijn waar de EU op heeft zitten wachten. Volgens The Economist zou Brussel de situatie die gecreëerd is door de oorlog in Oekraïne moeten aangrijpen om de illiberale Orbán nu eindelijk onklaar te maken: ‘Niemand, in de EU of elders, kan van de heer Orbán de liberale politicus maken die hij ooit leek te zijn. Toch heeft Europa nu een zeldzame kans om hem te isoleren en te neutraliseren. Als het werkt, zal de heer Orbán, de langstzittende EU-leider die momenteel in functie is, een politicus worden wiens relevantie nauwelijks verder reikt dan de grenzen van Hongarije.’
Bronnen: Radio Free Europe/Radio Liberty, CBC, The Guardian, Interfax, BBC, Direkt36, European Council on Foreign Relations, The New York Times, The Economist