Voormalig ambassadeur Edy Korthals Altes bepleitte in NRC Handelsblad een ‘deal’ met Rusland. In ruil voor garanties van Moskou dat het de soevereiniteit van zijn andere Europese andere buurlanden zou respecteren, moet Oekraïne zich verplichten nooit lid van de NAVO of de EU te worden. Een week later reageerde Hubert Smeets in dezelfde krant. Hieronder een iets aangepaste versie van die reactie plus enkele literatuurverwijzingen.
door Hubert Smeets
Europa is zwak en schizofreen, meent ex-diplomaat Korthals Altes. Europa moet volgens hem daarom met Rusland een ‘deal’ over Oekraïne sluiten. Op de opiniepagina van NRC Handelsblad van 13 juli 2016 pleitte de voormalige ambassadeur in Polen en Spanje er voor om in een ‘speciale regeling’ vast te leggen dat Oekraïne nooit lid mag worden van zowel NAVO als EU. De expansie van de NAVO is volgens Korthals Altes namelijk in strijd met een belofte van de Amerikaanse minister James Baker van Buitenlandse Zaken in 1989 aan Sovjetpresident Michail Gorbatsjov dat het westerse bondgenootschap niet in oostelijke richting zou opschuiven.
Korthals Altes presenteerde deze stelling in NRC met ponteneur. Maar klopt het ook? Is er een onweerlegbare belofte van de Verenigde Staten? Nee. Eigenlijk staat alleen vast dat Rusland zich sinds begin jaren negentig soms meer, soms minder zorgen heeft gemaakt over de uitbreiding van de NAVO en dat deze zorg in de eenentwintigste eeuw is uitgemond in tegenmaatregelen van de kant van Moskou.
De geschiedenis zit, kortom, weer eens ingewikkelder in elkaar.
Gorbatsjov maakt in zijn memoires uit 1995 bijvoorbeeld geen gewag van welke belofte dan ook. In interviews spreekt hij zichzelf sindsdien bovendien regelmatig tegen. Nu eens zegt Gorbatsjov in interviews dat er iets is beloofd, dan weer dat het onderwerp nooit ter tafel is gekomen. Toenmalig minister Sjevardnadze van Buitenlandse Zaken heeft het bestaan van beloftes expliciet ontkend.
Vanwaar dan toch die mythevorming?
Verward door de snelheid van de gebeurtenissen wilde Gorbatsjov na de val van de Berlijnse Muur inderdaad voorkomen dat het nieuwe Duitsland zich bij de NAVO zou voegen. Tijdens geheim beraad in kleine kring met leden van het Centraal Comité van de partij zei hij op 26 januari 1990: ‘de hoofdzaak is dat niemand er op moet rekenen dat het herenigde Duitsland in de NAVO zal stappen’.
Bondskanselier Kohl wilde echter precies het omgekeerde. Het nieuwe Duitsland moest zijn Westbindung voortzetten. Om Gorbatsjov te laten wennen aan het onvermijdelijke, opperde minister Genscher van Buitenlandse Zaken in een van de vele multilaterale besprekingen over de toekomst van de twee Duitslanden daarom een embargo op NAVO-uitbreiding ten oosten van de Oder/Neissegrens. Deze suggestie van Genscher was een louter Duits idee. Minister Baker en president Bush sr. namen deze handreiking niet over. Dat Bonn met twaalf miljard D-mark terloops de financiële nood van Moskou lenigde, deed vervolgens de rest.
Boris Jeltsin na het fiasco van de coup. Foto Oleg Klimov
De toenmalige Sovjetleiding kwam niet meer terug op de toekomst van de NAVO. De nieuwe Russische president Boris Jeltsin, die na een mislukte staatsgreep tegen Gorbatsjov in 1991 de macht naar zich toetrok, had ook andere zorgen.
‘Amerikaanse en West-Duitse politici hadden Gorbatsjov er kundig uit gemanoeuvreerd door de NAVO naar Oost-Duitsland uit te breiden en beloften over de toekomst van de alliantie te vermijden’, concludeerde historica Mary Elise Sarotte in 2014 op grond van een uitvoerige bronnenstudie in het Amerikaanse vakblad Foreign Affairs.
Dat dit succesje niet eeuwig stand zou houden, wist de gesprekspartner James Baker, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, toen al. ‘Bijna elke verworvenheid draagt het zaad van toekomstige problemen in zich’, schreef Baker in zijn memoires na zijn aftreden begin 1993.
Iets later in de herfst van 1993, toen Midden-Europa naar de NAVO lonkte, ging president Clinton op dit pad verder. Ter geruststelling van het Kremlin zei minister Christopher van Buitenlandse Zaken, op bezoek in Moskou kort nadat president Jeltsin het Russische parlement had weggebombardeerd, dat de Verenigde Staten niet met een select clubje voormalige satellietstaten van de Sovjet-Unie in zee wilde. Het Partnership for Peace met de NAVO, voorportaal voor volledig lidmaatschap van het westerse bondgenootschap, stond open voor iedereen, dus ook voor Rusland, zei Christopher.
Jeltsin vond dat een ‘briljant idee’, op het ‘geniale’ af zelfs, zo blijkt uit de vrijgegeven notulen van dit gesprek tussen de Russische president en de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken
Harde garanties: al eens eerder gegeven
Korthals Altes verdonkeremaant deze geschiedenis in zijn beschouwing voor NRC. Tegelijkertijd jongleert hij op zijn beurt wel met de eis dat Rusland ‘harde garanties’ moet afgeven voor de soevereiniteit van de andere Europese buurlanden.
Een goed idee. Ware het niet dat Moskou al een keer zulke garanties over soevereiniteit heeft gegeven. Nota bene aan Oekraïne, in 1994. Rusland ondertekende toen het Boedapest Memorandum. Daarin bezwoer het, samen met Verenigde Staten en Groot-Brittannië, de onafhankelijkheid van Oekraïne te zullen respecteren in ruil voor het besluit van de jonge staat zijn atoomwapens te ontmantelen. Oekraïne was indertijd de derde kernmacht ter wereld.
Mocht Oekraïne worden bedreigd, dan beloofden de grote drie onmiddellijk via de Veiligheidsraad te hulp te schieten. Toen Oekraïne daarmee twintig jaar later werd geconfronteerd (annexatie van Krim, Russische militairen in de Donbas) gaf de Veiligheidsraad niet thuis. Door een veto van Moskou.
Heeft Korthals Altes nu betere garanties in de aanbieding als Kiev, eenmaal bezweken onder zijn diplomatieke druk, instemt met een ‘deal’ die Oekraïne feitelijk verbiedt om als onafhankelijk land een zelfstandige buitenlandse politiek te voeren?
Artikel van Mary Elise Sarotte