Aan drie Nederlandse universiteiten kunnen studenten Russisch leren. De Russische invasie van Oekraïne heeft de opleidingen in Leiden, Groningen en Amsterdam het afgelopen half jaar flink opgeschud. Academische samenwerking met Rusland is bevroren, studieprogramma’s zijn snel bijgesteld en er worden pogingen ondernomen om het Oekraïens als taalvak aan te bieden. Daan de Vries maakt de balans op met Egbert Fortuin (Leiden), Ksenia Robbe (Groningen) en Ellen Rutten (Amsterdam).
Beroemd schilderij van Ilja Repin: De Zaporozje kozakken schrijven de Turkse sultan een brief
door Daan de Vries
De drie studies Russisch zijn heel verschillend. In Leiden heet de opleiding Russische studies en richt zich op een brede bestudering van de Russische taal, cultuur, geschiedenis, politiek en economie. Door die brede opzet onderscheidt de Leidse studie zich: waar de opleiding in Amsterdam vooral gericht is op taal en cultuur, kunnen studenten in Leiden daarnaast ook de Russische economie en politiek bestuderen. Aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) is Russisch één van de vier talen die studenten kunnen kiezen bij Russische en Slavische studies. Naast Russisch biedt de UvA als enige Nederlandse universiteit ook andere Slavische talen aan: Pools, Tsjechisch en Bosnisch/Servisch/Kroatisch.
Aan de Rijksuniversiteit Groningen maakt Russisch deel uit van de bachelor Europese talen en culturen. Dat maakt de opzet anders dan die van de andere studies, vertelt Ksenia Robbe, die als universitair docent onder meer college geeft over Russische literatuur. ‘Onze studie is geen onderdeel van regiostudies, en het is ook geen opleiding “Russisch”. Studenten kiezen bij ons één van drie tracks: cultuur en literatuur, politiek en maatschappij of taal en maatschappij. Daarnaast kiezen ze één hoofdtaal waarin zij zich specialiseren, en een minortaal.’
Bij alle drie de opleidingen geldt dat het aantal studenten niet hoog is, maar wel stabiel. In Amsterdam ligt het aantal eerstejaars Russisch meestal rond de vijftien, in Leiden gemiddeld op 20 tot 25. Het aantal eerstejaars dat zich voor volgend jaar heeft aangemeld laat ook geen grote afwijking zien, vertelt Egbert Fortuin, hoogleraar aan de Universiteit Leiden. ‘Aanvankelijk leken de aanmeldingen voor komend jaar wat achter te blijven, maar inmiddels is die achterstand ingehaald. De dip valt dus heel erg mee.’ De oorlog in Oekraïne heeft vooralsnog dus niet geleid tot een enorme toe- of afname van het aantal studenten Russisch.
Universitaire samenwerking met Rusland
Tot de Russische invasie onderhielden Nederlandse universiteiten nauwe banden met het Nederlands Instituut in Sint-Petersburg (NIP). Studenten Russisch uit Leiden en Amsterdam gingen in hun tweede jaar naar Sint-Petersburg om daar een periode te studeren. Na 24 februari besloten de universiteiten hun banden met het NIP te bevriezen. Rutten: ‘De UvA heeft daarbij altijd de nadruk gelegd op het werkwoord “bevriezen”. Het universiteitsbestuur vond het ook vreselijk om niet door te kunnen met het NIP, dus wilden ze de banden niet definitief verbreken.’
Zodra het weer kan hoopt Rutten dat de banden weer aangehaald zullen worden. Het NIP is overigens niet gesloten, begin juni organiseerde het instituut nog twee W.F. Hermans-dagen, met lezingen en een filmvertoning. Rutten: ‘Uitnodigingen voor zulke evenementen werden voorheen ook via de Nederlandse universiteiten verspreid. Op dit moment richt het NIP zich op evenementen in Rusland, voor mensen in Rusland.’
Fortuin benadrukt het belang van een instituut als het NIP. ‘Het zou dom zijn om het NIP af te schaffen, het is nu zelfs extra belangrijk om het instituut te behouden. Het is voor de mensen die op het NIP werken natuurlijk ook verschrikkelijk.’ Fortuin: ‘De regels over institutionele banden met Rusland zijn duidelijk. Zolang die er zijn kunnen onze studenten niet naar Sint-Petersburg, dat heeft ook te maken met de landelijke sancties.
De eerste weken
Ellen Rutten, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam
De Russische invasie van Oekraïne had direct grote gevolgen voor docenten en studenten aan de studies Russisch. ‘Onze studenten en collega’s moesten echt opkrabbelen,’ vertelt Ellen Rutten. ‘Toen het allemaal weer een beetje liep zijn we met het team gaan nadenken over de korte, maar zeker ook de langere termijn.’
Met collega’s zette Rutten een internationaal mentorprogramma op voor studenten en docenten uit Oekraïne en kritische studenten en docenten uit Belarus en Rusland.
‘Hierbij heb ik veel institutionele steun ontvangen, dat is best bijzonder. Ik mag hier van de UvA een deel van mijn contracturen aan besteden en ik kon een student-assistent aanstellen voor tien uur per week voor het komende halfjaar. Samen coördineren we het mentorprogramma voor studenten en docenten in nood. Sommigen van hen zijn al in Nederland en willen bijvoorbeeld studeren, maar weten niet hoe.’
Door hun kennis van het Russisch konden Nederlandse studenten zich al snel nuttig maken bij de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Fortuin: 'Tijdens een speciale bijeenkomst spraken we onze studenten, die aangaven dat ze graag iets wilden doen. Wij zeiden: ga kijken of je vrijwilligerswerk kunt gaan doen. Dat is ook gebeurd.' Veel Leidse studenten zijn als vrijwilliger aan de slag gegaan, onder meer bij opvanglocaties.
Amsterdamse studenten richtten kort na 24 februari met medewerking van de studievereniging van de opleiding ‘Uitzendbureau Radost’ op, dat studenten in contact bracht met plekken waar zij vrijwilligerswerk konden doen. ‘In gesprekken met studenten benoemen zij vaak het vrijwilligerswerk als uitweg uit het gevoel van machteloosheid dat ze voelden na de invasie,’ vertelt Ellen Rutten.
Daarnaast zijn de afgelopen maanden in Leiden, Amsterdam en Groningen allerlei lezingen, gastcolleges, filmvertoningen en andere evenementen georganiseerd. ‘Je merkt dat er onder studenten behoefte is aan dit soort evenementen,’ vertelt Rutten. ‘Het animo voor de twee lezingenreeksen die wij de afgelopen periode georganiseerd hebben was groot.’ Na de zomer wil Rutten daar graag mee doorgaan. ‘Zeker omdat de media-aandacht voor de oorlog begint af te nemen, hoewel ik verwacht dat die in de herfst terug zal keren, door zorgen over gas en graan.’
Ksenia Robbe, universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen
De opleiding ‘thuis’
De invasie had ook gevolgen voor de inhoud van het studieprogramma. In Leiden gaf een gevluchte taalkundige, Viktoriia Ryhovanova, colleges bij het eerstejaarsvak Sociolinguïstiek. 'Zij is afkomstig uit de Donbas en vluchtte in 2014 naar Kyiv. Vanuit Kyiv is ze nu naar Leiden gevlucht,' zegt Fortuin. Inmiddels is Ryhovanova gastonderzoeker en gastdocent in Leiden.
In Groningen probeert Ksenia Robbe bij haar vakken over Russische literatuur meer materiaal van buiten de traditionele canon te behandelen. ‘Doordat onze studie thematisch georganiseerd is in plaats van gericht op één taal, is het makkelijker om bijvoorbeeld Oekraïense of Belarussische literatuur en films toe te voegen.’ Ook nodigde Robbe gastdocenten uit om te vertellen over Oekraïense literatuur.
Net als in Groningen wordt in Amsterdam voortdurend nagedacht over mogelijke aanpassingen aan het programma. Rutten: ‘Een term als Russische avantgarde stond al langer onder druk, ook omdat veel kunstenaars uit die stroming afkomstig waren uit het huidige Oekraïne. Onze studenten lazen al theoretische teksten die dit soort termen bevraagden, dat is nu nog belangrijker geworden.’
De universiteiten organiseerden regelmatig bijeenkomsten waar docenten en studenten elkaar konden spreken over de oorlog en over de toekomst van hun opleidingen. Een belangrijke vraag daarbij was of er op de universiteit meer aandacht moet komen voor Oekraïense geschiedenis, kunst en literatuur. Aan de UvA werd het afgelopen semester in korte tijd een nieuw vak in elkaar gezet, ‘Oekraïne en Rusland: tussen het verleden en de toekomst’.
'Wij zijn geen Oekraïnologen, dat blijft ongemakkelijk'
In het kader van een ander vak bezochten studenten onder meer het Stedelijk Museum. Rutten: ‘Een mooi moment daarbij was dat we met docenten en studenten samen zwijgend keken naar fragmenten uit het meesterwerk Zemlja, een film uit de jaren dertig die gezien wordt als één van de beste Oekraïense film aller tijden.’
‘Toch ervaren wij als docenten enige stress bij het inpassen van Oekraïense elementen in onze programma’s. Wij zijn geen Oekraïnologen, dat blijft ongemakkelijk.’
‘Bovendien,’ benadrukt Rutten, ‘is het belangrijk dat we niet blind Oekraïniseren; daar hoort ook meer aandacht bij voor landen als Belarus en de Baltische Staten. We moeten niet alleen onze vier taalgebieden bespreken, maar ook verder kijken naar de hele regio.’ Bij die verbreding is het niet de bedoeling dat Russische meesterwerken in de verdrukking komen, benadrukt Rutten. ‘Het heeft natuurlijk geen zin om Poesjkin dan maar overboord te gooien.’
Dekolonisatie
Op universiteiten is de 'dekolonisatie' van het curriculum al langer onderwerp van discussie. Zo ook bij opleidingen Russisch.
In Leiden werd direct ingegrepen, zo kwamen er bijvoorbeeld twee vakken in de master bij over de Oekraïense politiek en over het gebruik van propaganda in de oorlog.
‘De term “Oost-Europa”, die in ons vakgebied vaak voorbij komt, is problematisch,’ legt Ellen Rutten uit. ‘Niet alleen loop je het risico om dit hele gebied als één geheel te zien, in plaats van als verschillende landen. Er zijn namelijk ook landen - zoals Polen, Tsjechië en Slowakije - die zich helemaal niet zien als Oost-Europees. De term Centraal- en Oost-Europa heeft dan ook de voorkeur, maar in sommige gevallen, zoals in de titels van vakken, is die term simpelweg te lang.’
Op de UvA lossen ze dat pragmatisch op: ‘Waar we de term Oost-Europa gebruiken, zorgen we dat we altijd uitleggen waarom die problematisch is, en dat bespreken we ook met onze studenten.’
De Sovjet-Unie was een veelvolkerenstaat, nu ook wel als een koloniaal imperium betiteld (foto Wikipedia)
Volgens Ksenia Robbe speelt deze discussie ook in Groningen. ‘Ik gaf voorheen twee vakken over Russische literatuur. Momenteel ben ik bezig om een nieuw vak te ontwerpen, over de dekolonisatie van de Russische literatuur. Daarmee hoop ik ook de vraag te beantwoorden: hoe kan het dat de samenleving oorlog accepteert en wat kunnen we daaraan doen?’
Aan de UvA stond de naam van de studie ‘Russische en Slavische studies’ al langer ter discussie. Nu zijn er concrete plannen om de naam aan te passen. Voorheen heette de studie ‘Slavische talen en culturen’, in 2016 kreeg de studie haar huidige naam. ‘Dat had destijds een aantal redenen,’ legt Ellen Rutten uit. ‘In 2016 stonden talenstudies onder hevige druk, en de kleinere talen dreigden veranderd te worden in bijvakken. Daar moesten we iets mee, en zo kwamen de talenstudies gezamenlijk tot een aangepaste opzet. De naamsverandering hoorde daar ook bij. Een pragmatische reden om “Russisch” in de naam te zetten is ook dat veel scholieren de term “Slavisch” simpelweg niet kennen.’
‘Inmiddels is het financiële gevaar grotendeels verdwenen en zijn we ook in gesprek om de naam van de studie weer terug te veranderen. Het is nog niet zeker, maar vermoedelijk gaat de studie in de toekomst weer “Slavische talen en culturen” of “Slavische studies” heten.’ Daarmee verdwijnt het woord ‘Russisch’ na zes jaar uit de titel.
Oekraïense taal
Nederlandse studenten kunnen vier Slavische talen op universitair niveau leren. Het Oekraïens hoort daar niet bij. Als het aan Ellen Rutten ligt komt daar zo snel mogelijk verandering in. ‘Vanuit het ministerie kwam al snel na de invasie het geluid dat Nederland na de oorlog moet investeren in de wederopbouw van Oekraïne. Daarvoor is het van belang dat Nederlanders de Oekraïense taal kunnen leren.’
In Groningen is het afgelopen half jaar een webinar Oekraïens georganiseerd, de universiteit Leiden bood een open keuzevak Oekraïens voor beginners aan. Ellen Rutten wil aan de UvA op structurele basis Oekraïens aan gaan bieden. ‘Het vak in Leiden werd gegeven in het Nederlands, ons voorstel is om een Engelstalig vak te organiseren,’ vertelt Rutten. ‘Het liefst wilden we een volledig minor Oekraïens opzetten, maar dat was te duur en bovendien logistiek te moeilijk. Uiteindelijk hebben we voor nu gekozen voor één vak van zes studiepunten.’
'Dat Rusland de focus van onze opleiding is gaat niet veranderen.'
Rutten hoopt dat dit vak in het tweede semester van komend collegejaar zal beginnen. ‘Samen met collega’s van East European Studies hebben we een plan opgesteld, dat hebben we deze week opgestuurd.’ Het enige obstakel dat nog resteert is de financiering. Rutten: ‘Uit intern overleg bleek dat er vanuit de universiteit niet genoeg geld is om dit vak te financieren. Ik ben nu in gesprek met verschillende stichtingen en ook het ministerie van Buitenlandse Zaken reageerde per ommegaande op mijn mail en is welwillend om met ons mee te denken.’
Het idee om buiten de universiteit fondsen te werven keek Rutten af van haar collega’s van Joodse studies, die het op een vergelijkbare manier voor elkaar hebben gekregen om een vak Jiddisch op het programma te krijgen.
In Leiden blijft het waarschijnlijk bij het vak Oekraïens zoals dat het afgelopen semester plaatsvond. ‘Veel studenten wilden dat vak volgen. Ook proberen we een cursus 'Oekraïns voor gevorderden' van de grond te krijgen. Maar uiteindelijk zijn en blijven wij Russische studies, anders dan de UvA boden wij voorheen ook alleen Russisch aan,’ licht Egbert Fortuin toe.
‘Het bestaan van Russische studies is juist nu van groot belang. Uiteraard blijven we daarbij wel aandacht geven aan Oekraïne. Zo organiseerden we kort na de invasie een symposium om duiding te geven aan de oorlog vanuit het perspectief van de geesteswetenschappen.’
Maxim Osipov in Leiden
Fortuin vindt het belangrijk om naast Oekraïense stemmen ook een ander geluid vanuit Rusland te laten horen. ‘Vanaf september komt de Russische schrijver Maxim Osipov een jaar in Leiden college geven.' Osipov is een dissident die zich uitsprak tegen de oorlog en moest daarom vluchten. 'Rusland is de focus van onze opleiding en dat gaat ook niet veranderen. Daarom is het zo belangrijk om Russische dissidenten aan het woord te laten.’
Door de oorlog lopen Russische wetenschappers het risico geïsoleerd te raken van de rest van de academische wereld. Ellen Rutten merkt dat tijdens haar werk als hoofdredacteur van het wetenschappelijke blad Russian Literature. ‘In de weken na 24 februari kreeg ik mailtjes van Russische auteurs, met de vraag of zij nog bij ons mogen publiceren. Ons antwoord daarop was: natuurlijk mag dat. Wel publiceren wij hun stukken sindsdien op persoonlijke titel in plaats van namens hun Russische universiteiten.’
Universitair docenten zijn behalve docenten ook onderzoekers. Veel Ruslandexperts proberen hun onderzoek na de Russische invasie aan te passen. Fortuin: ‘Het is goed om vanuit je vakgebied te kijken wat je kunt bijdragen. Ik kijk bijvoorbeeld voor mijn eigen onderzoek nu veel naar propaganda. Ook hadden we recent een bijeenkomst, georganiseerd door Hester Bijl, de rector van de Universiteit Leiden, met wetenschappers uit verschillende disciplines om te kijken hoe we samen kunnen bijdragen.’
Ksenia Robbe is in Groningen lid van een nieuwe onderzoeksgroep over Oost-Europa, met leden uit verschillende faculteiten. ‘Oorlog maakt interdisciplinair onderzoek noodzakelijk. Het is belangrijk om de brede, wereldwijde context te zien.’
Writer in residence Maxim Osipov gaat les geven in Leiden
Buitenlandverblijf
Bij het leren van een taal is het cruciaal om de taal in de praktijk te brengen. Daarom brachten studenten Russisch traditioneel een deel van hun studie in Rusland door. Dit was de afgelopen jaren al vrijwel onmogelijk door de coronapandemie. De laatste keer dat de UvA studenten Russisch naar Rusland kon sturen, was in 2019. In 2022 was alles geregeld, maar op het laatste moment gooide de Russische invasie roet in het eten.
Rutten: ‘In 2023 is de vraag niet of studenten op buitenlandverblijf kunnen, maar hoe. We zijn in gesprek met universiteiten in de Baltische staten, maar het is nog niet bekend hoe dat er precies uit gaat zien. Eén universiteit wilde bijvoorbeeld dat we zouden tekenen voor vijf jaar, maar wij gaan hier in met de insteek: zodra het weer kan, gaan onze studenten weer naar Rusland. Een vijfjarig contract is dus geen optie.’ In de Baltische landen wonen veel Russen en wordt nog veel Russisch gesproken. Vanouds waren dat sovjet-burgers die na het uiteenvallen van de USSR in het Balticum bleven, nu is er een levendige diaspora van gevluchte Russen die de oorlog afwijzen.
Ook de Leidse studenten zouden dit jaar eigenlijk weer naar Sint-Petersburg vertrekken. ‘Nadat het twee jaar niet door kon gaan wilden we per se dat onze studenten dit jaar naar het buitenland konden. Op korte termijn konden we gelukkig regelen dat ze naar Daugavpils in Letland konden.’ Mogelijk vindt het buitenlandverblijf daar ook volgend jaar plaats. ‘De eerste geluiden zijn heel positief, maar voor we een besluit nemen, gaan we eerst evalueren, en dan pas kijken we naar volgend jaar.’
Studenten Russisch uit Groningen studeerden in Rusland een half jaar aan Russische universiteiten, bijvoorbeeld in Moskou of Sint-Petersburg. Ook hier is het al drie jaar geleden dat dit voor het laatst door kon gaan. Robbe: ‘We denken nu na over alternatieve bestemmingen. Denk bijvoorbeeld aan Armenië of Kazachstan, of aan Tartu in Estland, waarmee onze universiteit al een bestaande overeenkomst heeft.’