Voormalig ambassadeur Robert Serry, in de jaren negentig de eerste ambassadeur van Nederland in de onafhankelijke staat Oekraïne, is weer in Oekraïne. Hij volgt het spoor van de oorlog, die inmiddels ook een culturele strijd is geworden. Deel 8 van zijn oorlogsdagboek, dat Serry in juli in 2022 begon te schrijven.
Massagraf in Izjoem. Foto Robert Serry
Door Robert Serry
Op de eerste dag van een reis naar het noordoosten van Oekraïne, waar in de eerste weken van de oorlog hard is gevochten, kwamen we na een rit van ruim zes uur aan in Trostjanets, een provinciale stad in de Soemy-regio op ongeveer 35 kilometer afstand van de grens met Rusland. Er was in deze – tot nu toe – zachte winter geen vlokje sneeuw te bekennen op de zwarte aarde en uitgestrekte bosgebieden die we in deze stille uithoek van Oekraïne op lange rechte wegen doorkruisten. Toen we aankwamen was het al donker geworden en de door een stroomstoring verduisterde stad verhulde de sporen van de oorlog.
De volgende dag werden we door burgemeester Joeri Bova rondgeleid in de stad die een maand lang bezet is geweest, tot het Russische leger zich terugtrok. De slag om Trostjanets is minder bekend, maar net als in Irpin en Boetsja is hier een Russische tankkolom tot stilstaan gebracht die vanuit het noordoosten naar Kyiv wilde doorstoten. Dat is vooral het werk geweest van Oekraïense partizanen die in hinderlagen langs de bosrijke wegen tientallen tanks wisten uit te schakelen.
Een jaar later zijn de uitgebrande tanks opgeruimd, maar de burgemeester wees ons op de plekken met verschroeide aarde waar zij hadden gestaan. Met trots wees hij ook de plek aan waar de eerste Russische generaal in deze oorlog was omgekomen. Zelf was hij net op tijd uit zijn stad gevlucht: ‘Ik had anders nu niet meer geleefd.’ Hij heeft vanuit de omringende dorpen geprobeerd de burgers in de stad te helpen. Enkele honderden zijn omgekomen tijdens de bezetting, toen hongerige Russische soldaten de stad op grote schaal plunderden.
We waren naar Trostjanets gegaan om de door OpenDoorUkraine.NL, de mede door mij opgerichte stichting om Oekraïners te helpen, herstelde hulpkliniek te bekijken, evenals nieuwe projecten die de bevolking door de winter kunnen helpen. Met de burgemeester is afgesproken dat vier grotere generatoren kunnen worden aangeschaft om de elektriciteit voor stadsverwarming en licht in cruciale overheidsgebouwen, waaronder een grote school, aan te houden (de gemiddelde stroomonderbreking duurt hier meer dan twaalf uur).
Over een hobbelige weg bereikten we het dorp Soldatske op slechts vijftien kilometer afstand van de grens met Rusland. Ook hier is gevochten en het dak van de school is daardoor zwaar beschadigd. We spreken af dat OpenDoorUkraine het herstel van het dak zal financieren als de gemeente de school verder zelf opknapt. In september moeten kinderen uit de omgeving hier weer naar school kunnen gaan. Recht tegenover de school staat een kleine gloednieuwe dorpsbibliotheek met koffie en computers die bezoekers vrijelijk mogen gebruiken.
‘Als we ze niet helpen, woont hier binnenkort niemand meer.’ De leegloop van de dorpen rondom Trostjanets baart de burgemeester zorgen. In de verlaten huisjes bivakkeren nu zonder enige voorzieningen oudere mensen uit Charkiv die de strijd in hun stad ontvlucht zijn. Voor deze internally displaced people transformeert burgemeester Bova een gebouw in Soldatske tot gemeenschapshuis waar deze mensen een eigen warme plek met voorzieningen krijgen. We spraken af dat OpenDoorUkraine de inrichting zal financieren
Tsjaikovski en de cultuurstrijd
Ik informeerde bij de burgemeester naar het huis in deze stad waar de beroemde componist Pjotr Tsjaikovski enkele maanden heeft gewoond. Het bleek gelegen vlak bij het grote centrale stadsplein dat tijdens de bezetting dienstdeed als militaire parkeerplaats. Een zijvleugel van het landhuis uit de negentiende eeuw is beschadigd door een mortiergranaat, maar gelukkig is het verder ongeschonden gebleven.
Het gebouw is nu een museum, waarin naast aandacht voor Tsjaikovski ook regionale schilderkunst wordt geëxposeerd. In de grote zaal op de benedenverdieping was het portret van Tsjaikovski op last van Kyiv voorlopig weggehaald, vertelde Bova. Maar op de tweede verdieping bleek in een hoekzaaltje nog een portret van de grote componist te hangen. Hier zou hij als jonge student aan de muziekacademie in Sint-Petersburg gewerkt hebben aan een ouverture. Enigszins aarzelend ging de burgemeester toch met mij op de foto met het portret op de achtergrond.
Achter de schroom van de burgemeester schuilt de cultuurstrijd die nu ook tussen Kyiv en Moskou is losgebarsten. Poetin probeert met alle macht het bestaan van een Oekraïense identiteit en cultuur te liquideren en daarin is Tsjaikovski een twistappel geworden. Ondanks zijn deels Oekraïense afkomst (zijn grootvader was een kozak) is hij toch vooral bekend geworden als de componist van meesterstukken uit het klassieke Russische ballet zoals Het Zwanenmeer en De Notenkraker. Kyiv heeft daarom Oekraïense dansers en balletgezelschappen opgedragen deze balletten voorlopig niet meer op te voeren.
Dit geldt ook voor de The United Ukrainian Ballet, zo’n zestig dansers die sinds de oorlog als vluchtelingen zijn opgevangen in het oude conservatorium in Den Haag, en de bijbehorende Foundation. Als dansers niet kunnen optreden verliezen ze snel hun vaardigheden en uitgerekend de balletten van Tsjaikovski zijn wereldberoemd. Zouden we niet kunnen spreken van cultuur die van iedereen is geworden, ook in oorlogstijd? In het Foundation-bestuur waarvan ik voorzitter ben, is hierover stevig gediscussieerd.
Gelukkig lijkt er een oplossing voor dit dilemma in zicht. Uit de drieënhalf miljard euro die de Nederlandse regering dit jaar ter beschikking stelt voor hulp aan Oekraïne is behoud en herstel van Oekraïense cultuur ook opgenomen. Kyiv heeft laten weten dat het gewaardeerd zou worden als The United Ukrainian Ballet Lisova Pisnja (Het boslied), een in West-Europa onbekend Oekraïens klassiek ballet geïnspireerd op een verhaal van de dichteres Lesja Oekrainka (1871-1913), zou opvoeren.
Whisky Sour met een S-300 nasmaak
We kwamen na ons bezoek aan Trostjanets aan in Charkiv om acht uur, een uur voordat de avondklok inging. Te laat om nog te dineren, maar in de donkere stad vonden we wel nog een cocktailbar die bereid was whisky sours voor ons te mixen.
Later op de avond, toen mijn vrouw en ik wilden gaan slapen, hoorden we een oorverdovende knal die het hotel op zijn grondvesten deed trillen. We holden de trap af naar de kelderverdieping waar andere hotelgasten zich al hadden verzameld en probeerden uit te vinden wat er was gebeurd. Al snel werd duidelijk dat een Russische raket een woning had getroffen op nog geen tweehonderd meter afstand van ons hotel. Degenen die zich in kamers op de bovenste verdieping bevonden hadden ook een enorme lichtflits gezien. Er woonden mensen in het gebouw en er waren slachtoffers gevallen.
Een S-300-raket die vanuit Belgorod vlak over de grens met Rusland wordt afgeschoten vindt binnen drie minuten zijn bestemming in Charkiv. Het is daarom vrijwel onmogelijk voor de Oekraïense luchtafweer ze te onderscheppen. We beseften dat het een close call was. Toch blijft de kans dat je je net op de verkeerde plek bevindt klein. Die nacht ging het alarm nog tweemaal af. Ik heb een slaapmiddel genomen en het laatste luchtalarm heb ik niet meer gehoord.
De hel van Izjoem
De volgende ochtend werden we afgehaald door Valeria Moerajeva, plaatsvervangend hoofd van de provincie Charkiv. In de steden Tsjoegoejiv en Balaklija zagen we twee flatgebouwen met beschadigde platte daken die OpenDoorUkraine gaat herstellen. Voor het nu onbewoonbare gebouw in Balaklija (geen water, gas en licht vanwege de lekkages) troffen we tientallen bewoners aan die uren op ons hadden gewacht. Bij herstel van dit dak wordt het mogelijk voor de zo’n vijfhonderd inwoners naar hun flats terug te keren.
Onze reis door voormalig oorlogsgebied bracht ons uiteindelijk in Izjoem, op zo’n zestig kilometer van de huidige frontlijn. De gruwelijkheden die hier hebben plaatsgevonden zijn welbekend. Toch waren we onthutst zoveel vernietiging te zien, bedekt met een laagje verse sneeuw. De vrijwel totaal vernielde oostelijke kant van de stad is alleen via een pontonbrug te bereiken. Onze provinciale begeleidster kwam zelf tot de conclusie dat het hier nog te vroeg was voor early recovery, want waar te beginnen?
Op de terugweg sloegen we een zijpad in dat naar een bos leidde. Het was surrealistisch om in de verse sneeuw de houten kruizen te zien die naast de open kuilen waren gezet waar slachtoffers - zo’n vierhonderd - van de Russische bezetting waren opgegraven. Het was het aangrijpendste moment tijdens deze tocht langs het spoor van Russische vernielingen en oorlogsmisdaden.
Nederlandse delegatie in Irpin. Rechts van Serry (groene jas) burgemeester Oleksandr Markoejsin, links Rudmer Heerema (VVD), voorzitter van de Tweede Kamerdelegatie.
Nederlands bezoek aan Irpin
Op maandag 6 februari arriveerde een delegatie van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken per trein in Kyiv. Nog dezelfde ochtend kwamen zij langs bij het ODU-dakproject in Irpin dat door de Nederlandse ambassade in Kyiv wordt gefinancierd. Mede dankzij de tot nog toe zachte winter staan er alweer daken op alle drie ODU-projecten in deze voorstad van Kyiv, waardoor kapitaalvernietiging door dreigende afbraak van deze flatgebouwen na de winter is voorkomen. Het merendeel van de bewoners, waaronder vluchtelingen, is al teruggekeerd naar hun flatwoningen. Generatoren houden de flatgebouwen warm en geven licht.
Oekraïners vechten niet alleen, maar herbouwen tegelijk. Ik hoop dat het parlementaire bezoek uit Nederland in Irpin heeft duidelijk gemaakt dat ook kleinschalige projecten die de zelfredzaamheid van de bevolking ondersteunen belangrijk zijn. In onze horizontale benadering werken wij weliswaar samen met lokale overheden die zoveel andere prioriteiten hebben, maar verlenen we rechtstreekse steun aan Oekraïense verenigingen van eigenaren (equivalent aan onze VvE) om de herstelwerkzaamheden zelf uit te voeren.
De burgemeester van Irpin was ook langsgekomen en beloofde ter plekke het isolatiemateriaal te zullen leveren voor herstel van nu ook de beschadigde gevel van de flatwoning. Mede dankzij steun van grotere hulporganisaties als Stichting Vluchteling en Oxfam-Novib staan we voor de volgende uitdaging deze projecten op te schalen en uit te breiden naar andere delen van het land, zoals de bevrijde oostelijke gebieden, Tsjernihiv in het noorden en Mikolajiv in het zuiden. Er is nog zoveel te doen.
Intussen is het eind van deze oorlog die deze maand een jaar oud wordt nog allerminst in zicht. Ten koste van tienduizenden, uit Russische gevangenissen gerekruteerde soldaten, probeert het Russische leger nu al wekenlang door te breken bij het oostelijke stadje Bachmoet. Zwaardere Westerse wapens, zoals de Leopard tanks, komen te laat om Oekraïne in staat te stellen de succesvolle tegenoffensieven voort te zetten uit de tweede helft van het vorige jaar, toen de regio's Charkiv en Cherson weer werden bevrijd. Beleven we een mogelijk kantelpunt in de oorlog? President Zelensky zelf vreest van wel en waarschuwt voor een mogelijk groot nieuw Russisch offensief rond 24 februari. De stemming onder Oekraïners die ik spreek is veranderd in somberheid en berusting. Het besef groeit dat een lange uitputtingsslag voor de deur lijkt.
Dit is het achtste deel van het oorlogsdagboek dat Robert Serry afgelopen jaar schreef voor Vrij Nederland en Raam op Rusland. Deel zeven is hier te lezen.