Op 24 februari 2022 in de vroege ochtend viel Rusland van drie kanten Oekraïne binnen, uit het noorden via Belarus, uit het oosten vanuit Rusland en uit het zuiden vanaf de Krim. Rond 200.000 manschappen trokken de grens over, luchtaanvallen werden uitgevoerd op Kyiv en Charkiv. Wat begon als een Blitzkrieg is ontaard in een uitputtingsslag waarbij het Oekraïense leger bovenmatig en het Russische ondermaats presteert. Schattingen van dodentallen lopen tot ver boven de 100.000. Wat moet u weten over de oorlog? Antwoord op de belangrijkste vragen.
Hoe werd Oekraïne onafhankelijk?
Oekraïne werd in 1991 onafhankelijk. Tijdens de perestrojka van Gorbatsjov verzwakte de greep van de communistische partij op de vijftien republieken die samen de Sovjet-Unie vormden. De Baltische landen namen in 1990 onafhankelijkheidsverklaringen aan, waar Gorbatsjov op moest reageren. In augustus 1991 lag er een voorstel voor een nieuw Unieverdrag klaar met grotere autonomie van Oekraïne, Rusland en de andere Unierepublieken. Een behoudende groep Sovjet-ministers en KGB'ers was daar fel op tegen en pleegde op 19 augustus een staatsgreep, die door Boris Jeltsin in drie dagen werd beëindigd.
Toen de staatsgreep mislukte, desintegreerde de Sovjet-Unie. Steeds meer republieken proclameerden hun onafhankelijkheid. Het Oekraïense parlement deed dat op 24 augustus 1991 (met 1 stem tegen) en schreef hier een referendum over uit voor 1 december. Ruim 92% van de kiezers stemde voor onafhankelijkheid. In de Russischtalige Donbas stemde bijna 84% voor. Ook op de Krim was een (kleine) meerderheid voor (54-57%).
Wat vonden de VS daarvan?
De Verenigde Staten achtten het uiteenvallen van de Sovjet-Unie niet in hun belang. Amerika wilde juist dat Gorbatsjov aan het roer bleef van een stabiel land. Bij een bezoek aan Kyiv, op 1 augustus 1991, sprak president George Bush sr. zich uit tegen ‘suïcidaal nationalisme’ en waarschuwde dat Amerika een Oekraïens besluit tot onafhankelijkheid niet zou steunen.
Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie was na de staatsgreep echter niet meer te stoppen. Rusland, Oekraïne en Belarus ontbonden op 8 december 1991 de Sovjet-Unie en richtten een Gemenebest van Onafhankelijke Staten op, waarbij 11 van de 15 voormalige Unierepublieken zich twee weken later aansloten.
Welke afspraken maakten Rusland en Oekraïne?
De presidenten besloten om de grenzen, die bestonden bij de ontbinding van de Sovjet-Unie, te erkennen en lastige kwesties van boedelscheiding later te bespreken. Rusland wilde de Zwarte Zeevloot en haar basis Sebastopol op de Krim niet opgeven. Oekraïne wilde zijn kernwapens niet zonder meer afstaan. In 1997 sloten Oekraïne en Rusland een verdrag, waarbij ze de vloot verdeelden en Rusland de basis in Sebastopol tot 2017 mocht huren. In 2010 werd die periode in de overeenkomst van Charkiv verlengd tot 2042. Met bemiddeling van de VS werd intussen onderhandeld over Oekraïnes kernwapenarsenaal.
Hoe zat het met de kernwapens?
In 1994 werd een akkoord gesloten, waarbij Oekraïne, Belarus en Kazachstan hun kernwapens opgaven in ruil voor soevereiniteit en onschendbaarheid van hun grenzen. Rusland, de VS en Groot-Brittannië (later gevolgd door China en Frankrijk) stonden daarvoor garant. De tekst was niet eenduidig. In de Engelse tekst was er sprake van 'assurances', in de andere talen van 'garanties'. Dit Boedapest Memorandum werd niettemin begrepen als een politieke belofte van de VS en Groot-Brittannië om Oekraïne in geval van schending van de afspraken te hulp te schieten, indien nodig met militaire middelen. Toen Rusland in 2014 de Krim annexeerde en het akkoord voor de eerste keer schond, bleken de garanties respectievelijk verzekeringen niets waard te zijn.
Waarom breidde de NAVO uit?
In februari 1991, ruim een jaar na de val van de Berlijnse Muur (november 1989), werd het Warschaupact opgeheven. Na de ontmanteling van dit militaire bondgenootschap, dat vanaf 1955 door de Sovjet-Unie was gedomineerd, gingen de voormalige socialistische staten in Midden- en Oost-Europa op zoek naar nieuwe allianties. Polen, Hongarije en Tsjechoslowakije – landen die in hun geschiedenis het gewapend Sovjet-Russische expansionisme aan den lijve hadden ervaren – verenigden zich begin 1991 daarom in de zogeheten Visegrad-groep die ernaar streefde om tot de NAVO te worden toegelaten. De Visegrad-staten wilden niet alleen achterblijven in een geopolitiek niemandsland tussen West-Europa en het nieuwe instabiele Rusland en zochten bescherming in westerse allianties.
Tijdens het presidentschap van George Bush sr. hield de NAVO aanvankelijk de boot af. Visegrad voerde de druk daarom op. President Bill Clinton bleek vanaf 1993 toeschietelijker. In 1994 zette de NAVO een speciaal Partnership for Peace op, waar Polen als eerste aan ging meedoen. Dit samenwerkingsprogramma werd de basis voor de latere toelating van de sinds 1991 soevereine Midden- en Oost-Europese landen. Eind 1994 zei Clinton: ‘The question is no longer whether NATO will take on new members, but when and how.’
Schond de NAVO hiermee een belofte?
De NAVO heeft nimmer beloofd dat ze geen nieuwe lidstaten uit het in ontbinding verkerende Warschaupact zou opnemen. Maar de Atlantische alliantie heeft in 1990 wel de indruk gewekt dat ze geen plannen had om uit te breiden. Na de val van de Berlijnse Muur rees al snel de vraag of de NAVO zich in het herenigde Duitsland ook zou uitstrekken tot de voormalige DDR. President/partijleider Gorbatsjov was daar in het begin bang voor en opperde dat het nieuwe Duitsland ook lid kon worden van het Warschaupact. Dat laatste was ondenkbaar. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken James Baker schetste tegenover de Sovjetleider het dilemma in februari 1990 daarom zo: ‘Supposing unification takes place, what would you prefer: a united Germany outside of NATO, absolutely independent and without American troops; or a united Germany keeping its connections with NATO, but with the guarantee that NATO's jurisprudence or troops will not spread east of the present boundary.’
Ook Hans Dietrich Genscher, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, opperde een vergelijkbare pas op de plaats voor de NAVO in ruil voor hereniging. President George Bush sr. riep zijn minister Baker echter tot de orde. Bakers ‘not one inch eastward’ werd daarna niet meer herhaald. Buiten Duitsland werd de suggestie ook in andere NAVO-landen niet meer opgevoerd. Zelfs de Sovjetregering liet Bakers belofte lopen en vroeg er nimmer om het verbod op uitbreiding in een akkoord of verdrag vast te leggen. Integendeel. Tijdens een topconferentie met Bush in Washington in mei 1990 zei Gorbatsjov: ‘Laten we het zo formuleren: de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie zijn het met elkaar eens dat het herenigde Duitsland zelf mag besluiten van welk bondgenootschap het lid wil zijn.’
De Sovjet-Unie erkende hiermee de volledige (buitenlandse) politieke soevereiniteit van Duitsland. Andere landen in Midden- en Oost-Europa vatten deze formulering op als een impliciete erkenning dat ook zij voortaan zelf zouden mogen bepalen bij welke alliantie ze wilden behoren. Maar de toezegging van Baker bleef wel in de lucht hangen en dook steeds op als er in de jaren negentig nieuwe soevereine staten tot de NAVO wilden toetreden.
Wat vond Jeltsin van NAVO-uitbreiding?
President Boris Jeltsin (1991-2000) nam wisselende posities in als de uitbreiding van de NAVO aan de orde kwam. Nu eens toonde hij zich welwillend, dan weer kritisch. Zo verklaarde Jeltsin zich in augustus 1993, tijdens een bezoek aan president Wałęsa in Warschau, akkoord met Pools lidmaatschap. Net als Gorbatsjov was Jeltsin geporteerd van het idee dat ook Rusland ooit lid zou kunnen worden van de Atlantische alliantie. Even zo vaak was de Russische regering in de jaren negentig tegen uitbreiding. De stemming in het Kremlin werd mede bepaald door de binnenlandse politieke krachtsverhoudingen. Waren de nationalisten en communisten sterk, dan keerde Jeltsin zich tegen uitbreiding. Voelde zijn liberalere kamp de wind in de rug, dan liet de Russische president de uitbreiding van de NAVO op haar beloop.
Uiteindelijk legde Jeltsin zich erbij neer dat de Atlantische alliantie in oostwaartse richting zou uitbreiden. In 1997 spraken Rusland en het Westen in Parijs met een Founding Act on Mutual Relations, Cooperation and Security af dat ze elkaar niet meer als ‘tegenstanders’ zouden zien, zoals tijdens de Koude Oorlog, maar samen zouden ‘bouwen aan een stabiel, vreedzaam en onverdeeld Europa, vereend en vrij ter wille van al zijn volkeren’. Die samenwerking zou gestalte krijgen via een Permanente Gemeenschappelijke Raad, waarin allerlei politieke en militaire kwesties konden worden besproken. Beide partijen deden elkaar in Parijs verschillende beloftes. Zo beloofde het Kremlin door te gaan met de ‘democratisering’ van de Russische samenleving. De NAVO op haar beurt zegde toe dat ze ‘niet de intentie, noch plan of reden hadden om kernwapens te plaatsen op het grondgebied van nieuwe lidstaten’. Met deze 'nieuwe' lidstaten werd gedoeld op enkele voormalige Warschaupactlanden.
Hoe keek Poetin tegen de NAVO aan?
In de eerste jaren van zijn presidentschap, vanaf 2000, heeft Vladimir Poetin weinig aandacht besteed aan de uitbreiding van de NAVO, hoewel dat proces met de toetreding van Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Slovenië en Slowakije in 2004 een climax bereikte. Poetin was er niet voor, kondigde aan de troepenbewegingen aan de grenzen met Rusland in de gaten te zullen houden en betwijfelde of de uitbreiding van de NAVO de strijd tegen het internationale (moslim)terrorisme verder zou helpen, maar hij erkende het recht van elk land om zijn eigen veiligheidspolitiek te voeren en zei te hopen dat de uitbreiding van de NAVO 'het onderlinge vertrouwen in Europa en de hele wereld zou versterken’.
Wat was het breekpunt?
Een eerste breekpunt was de Oranjerevolutie in Oekraïne eind 2004. Poetin zag een westerse hand in deze ‘kleurenrevolutie’ tegen de verkiezingsfraude, waarmee de op Rusland georiënteerde premier Viktor Janoekovytsj zich tot staatshoofd wilde laten verkiezen. Het Constitutioneel Hof in Kyiv keurde de uitslag af en de belangrijkste tegenkandidaat, de Westersgezinde Viktor Joesjtsjenko, werd alsnog tot president verkozen. Joesjtsjenko koerste daarna aan op toenadering tot de NAVO.
Op een topconferentie in Boekarest in het voorjaar van 2008 besloot de NAVO dat Oekraïne (en Georgië) niet konden worden toegelaten tot het voorportaal van de alliantie, maar dat beide landen dat vooruitzicht in een verre toekomst wel behielden. Poetin zelf was aanwezig in de Roemeense hoofdstad. In een tête-à-tête vertelde hij de Amerikaanse president George Bush jr. dat Oekraïne eigenlijk niet bestaat. Drie maanden later besloot de Russische regering tot een oorlog tegen Georgië, die slechts vijf dagen duurde, om de provincies Zuid-Ossetië en Abchazië af te scheiden.
Hoe was de verhouding tussen Rusland en Amerika?
Over het algemeen heeft het Kremlin meer op met Republikeinen in het Witte Huis dan met Democraten. Republikeinen zijn in Russische ogen zakelijke machtspolitici. Het ethische aspect in het buitenlandse beleid van de Democraten wekt in Moskou meer wrevel. Poetin en Bush jr. hadden aanvankelijk een goede relatie. Beiden werden ongeveer tegelijkertijd (maart respectievelijk november 2000) voor het eerst gekozen. De Amerikaanse president beweerde na zijn eerste ontmoeting zelfs dat hij Poetin in de ziel had gekeken. Dat bedoelde hij positief.
In de eerste termijn van Barack Obama (2008-2012) was Poetin geen president. Obama had toen te maken met tussenpaus Dmitri Medvedev. Hun contact was niet warm maar wel zakelijk. Het was Obama die de betrekkingen tussen beide kernmogendheden wilde ‘herstarten’. Een opmerking van Obama in zijn tweede termijn dat Rusland niet meer was dan een ‘regionale mogendheid’ zette echter kwaad bloed bij Poetin.
De verhouding met Donald Trump (2016-2020) was meer dan innig. Trump heeft niet alleen geen enkele solidariteit getoond met Oekraïne, maar Poetin ook nooit een strobreed in de weg gelegd. Er zijn aanwijzingen dat een deel van Trumps entourage te nauwe banden onderhield met de autoriteiten in Moskou.
Hoe liep het met de wapenbeheersing?
Sinds de Amerikaanse president George Bush jr. in 2002 eenzijdig het uit 1972 daterende Anti-Ballistic Missile Verdrag (ABM) opzegde, is er van actieve wapenbeheersing door de twee atoommachten weinig sprake meer. Bush trok zich naar eigen zeggen uit het ABM-verdrag terug, omdat de VS zich moest kunnen verdedigen tegen het 'internationale terrorisme' dat Amerika op 11 september 2001 de oorlog had verklaard. De president benadrukte dat Rusland voor Amerika geen vijand was en dat zijn stap dus niets te maken had met het beleid van 'vriend Poetin'. Voor het ABM-verdrag kwam daarna echter weinig in de plaats. In 2010 sloten Rusland en de Verenigde Staten nog wel een nieuw Strategic Arms Reduction Treaty (new START). Maar daar bleef het bij.
In 2019 zegde de Verenigde Staten onder leiding van president Trump het Intermediate-Range Nuclear Forces (INF) verdrag uit 1987 op omdat Rusland er zich niet aan zou houden. Rusland ontkende de beschuldigingen. Het verdrag, destijds getekend door president Reagan en Sovjetleider Gorbatsjov, verbood beide landen om raketten met een bereik van 500 tot 5.500 kilometer op land te stationeren en te produceren. Rusland heeft het verdrag in navolging van de Verenigde Staten ook opgezegd.
Een jaar na het begin van de oorlog tegen Oekraïne staakte Rusland zijn medewerking aan het toch al zieltogende nieuwe START. Tijdens zijn, ditmaal uitgestelde, jaarlijkse 'troonrede' tot het parlement en een selecte groep hoogwaardigheidsbekleders en burgers kondigde Poetin op 21 februari aan dat Rusland zijn deelname aan START, dat het aantal strategische kernwapens van de VS en Rusland beperkt, zou 'opschorten'. Moskou zou het verdrag niet opzeggen, beklemtoonde de president. Poetin kondigde bij deze gelegenheid ook geclausuleerd nucleaire proeven aan. Rusland zou daartoe niet als eerste overgaan, maar zou daartoe wel onmiddellijk overgaan mocht de VS weer gaan testen.
Werd Rusland vernederd?
De onttakeling van de Sovjet-Unie in 1991 wordt in Rusland door velen ervaren als een vernedering. Niet alleen werd het oude imperium territoriaal kleiner dan voor de expansie-oorlogen van Peter de Grote en Catherina de Grote en de oprichting van de USSR, ook sociaal-economisch en demografisch kreeg Rusland zware klappen. Met de ondergang van de Sovjet-Unie kwam volgens president Poetin daarom ook een einde aan het glorieuze ‘historische Rusland’, zoals hij het (Sovjet-)Russische Rijk in december 2021 noemde.
Die teloorgang werd in Rusland al snel tot ‘Versailles-syndroom’ bestempeld. Dat gevoel van vernedering is vooral perceptie maar vormt, gevoed door de propaganda, wel een basis voor de massale steun onder de Russische bevolking voor de Russische invasie in Oekraïne. Rusland is in 1991 en daarna nooit door de westerse mogendheden gedwongen om vernederende verdragen te tekenen, zoals Duitsland in 1919 wel moest doen in Versailles.
Werd Rusland bedreigd?
Bedreiging is in de internationale betrekkingen vaak meer een sentiment dan een feit. Historisch gezien voelt Rusland zich al eeuwen van alle kanten bedreigd. Vanuit het zuiden door Perzen, Turkstalige en andere moslimvolkeren, vanuit het oosten door Aziatische volkeren, vanuit het noorden door Amerikanen en vanuit het westen door Europeanen, waarbij vooral Napoleon en Hitler exemplarisch zijn. Allen zouden het gemunt hebben op de indamming of zelfs vernietiging van de ‘unieke beschaving’ die Rusland is.
Vast staat dat de Russische Federatie in zijn huidige omvang sinds 1991 geen enkele maal concreet is bedreigd door derden. Met uitzondering van Estland (een kleine grenscorrectie) heeft geen enkele voormalige Sovjetrepubliek enige territoriale claim tegen Rusland ingediend. Ook Oekraïne heeft nooit aanspraak gemaakt op de gebieden van de Koeban rond Taganrog die volgens Oekraïense hypernationalisten tot Oekraïens grondgebied moeten worden gerekend, omdat ze vóór de oprichting van de Oekraïense Sovjetrepubliek in 1922 zo werden gezien. De Russische oorlogen tegen de separatisten in Tsjetsjenië (1994-1966; 1999-2009) werden in het westen wel bekritiseerd, met name door mensenrechtenorganisaties, maar nooit werd de regering in Moskou het recht ontzegd om deze opstandige regio’s in de Kaukasus, die volkenrechtelijk deel zijn van de Russische Federatie, met geweld te pacificeren.
Hoe ging de EU met Rusland om onder Poetin?
Rond Poetins aantreden in 2000 bestond er wederzijds optimisme over de betrekkingen tussen de EU en Rusland. De EU sprak van een strategisch partnerschap ‘gebaseerd op gedeelde democratische waarden’ die ‘Rusland zullen helpen om zijn Europese identiteit te behouden en nieuwe kansen voor iedereen op het continent te scheppen’.
In een toespraak tot de Duitse Bondsdag in 2001 verzekerde Poetin dat ‘Rusland een vriendschappelijk Europees land’ was dat ‘de processen van Europese integratie’ niet alleen steunde maar met hoop tegemoetzag. Van het partnerschap kwam uiteindelijk niets terecht. Poetins binnenlandse politiek werd steeds ondemocratischer en zijn buitenlands beleid meer anti-westers.
Handel en energie waren de pijlers van de relatie met Rusland, die door de jaren heen overeind bleven en voor beide partijen voordelig waren. Tot de invasie van 2022 was de EU Ruslands grootste handelspartner. De Nordstream gaspijp tussen Rusland en Duitsland, vanaf 2010 in gebruik, veroorzaakte wel onenigheid binnen de EU. De afnemers van het gas zagen alleen maar voordelen (goedkope energie en via handel dialoog met Rusland), andere EU-leden (zoals Polen) waarschuwden voor te grote afhankelijkheid.
Vanaf 2014 verslechterden de relaties als gevolg van Ruslands annexatie van de Krim, de Russische betrokkenheid bij de oorlog in Oost-Oekraïne en het neerhalen van de MH17. De EU voerde economische sancties in, maar gaf tegenstrijdige signalen af doordat EU-landen waakten voor maatregelen die te veel schade aan henzelf toebrachten. De grootste Europese economie - Duitsland – ging in 2015 zelfs een tweede pijp voor gasleveranties uit Rusland aanleggen, Nordstream 2.
De invasie van Oekraïne heeft de betrekkingen fundamenteel veranderd. Nordstream 2 werd niet in gebruik genomen, de EU stopte met het afnemen van olie en gas uit Rusland, en zware sancties leidden tot het terugtrekken van investeringen uit Rusland. Inmiddels levert ook Europa op grote schaal wapens en financiële hulp aan Oekraïne, ter verdediging tegen Rusland.
Zag Poetin de uitbreiding van de EU als bedreiging?
Rusland had geen ambitie om lid te worden van de EU. Het wenste geen invloed van Brussel op zijn eigen beleid. Maar Rusland beschouwde Europa bij het aantreden van Poetin wel als zijn belangrijkste economische en politieke partner. Dat er in Brussel één loket was om zaken te kunnen doen, was handig. De politieke dimensie van de EU werd allengs steeds bedreigender gevonden. Met name over de uitbreiding van de EU in 2004 met tien landen, gevolgd in 2007 met nog twee landen in Midden- en Oost-Europa, maakte Moskou zich zorgen, omdat het bang was dat er een scheidslijn zou ontstaan tussen een grote en machtige EU enerzijds en Rusland anderzijds. Poetin zag de uitbreiding destijds echter niet als een directe veiligheidsbedreiging.
Was het Oostelijk Partnerschap Poetin een doorn in het oog?
Het Oostelijk Partnerschap, een samenwerking tussen de EU en zes landen van de voormalige Sovjet-Unie - Oekraïne, Belarus, Moldova, Armenië, Georgië, Azerbeidzjan - werd in 2009 gestart op voorspraak van vooral Zweden en Polen, die zo een veiligheidsgordel rond Rusland hoopten te leggen. Sommige EU-landen zagen het als opstap voor een EU-lidmaatschap, andere, waaronder Nederland, slechts als troostprijs in plaats van lidmaatschap. Het doel van het programma was de economische en politieke banden met de zes betrokken staten te verstevigen en hen te overtuigen van de waarde van democratische en rechtsstatelijke beginselen. Rusland beschouwde het niet ten onrechte als een strijd om invloed in zijn eigen achtertuin.
Als tegenhanger wilde Poetin post-Sovjetstaten organiseren in de Euraziatische Economische Unie, die in 2014 werd opgericht. Het was voor Rusland echter moeilijk om te concurreren met de aantrekkingskracht van de vrijheid, welvaart en financiële middelen van de EU. Armenië en Belarus sloten zich behalve bij het Oostelijk Partnerschap ook bij de Euraziatische Unie aan. Belarus stapte in juni 2021 uit het Oostelijk Partnerschap van de EU.
Waarom verzette Poetin zich tegen het Associatieverdrag?
Poetin verzette zich omdat hij Oekraïne economisch en politiek wilde binden aan Rusland. Hij wilde dat Oekraïne zich aansloot bij de Euraziatische Economische Unie. Van de potentiële leden van deze Unie was Oekraïne het land met de grootste bevolking, de omvangrijkste industrie en de vruchtbaarste grond. Ook strategisch kon Poetin Oekraïne niet missen, zo meende hij.
De Oekraïense president Janoekovytsj probeerde de invloed van Moskou terug te dringen via het Associatieverdrag met de EU. In de zomer van 2013 gebruikte Poetin wortel (een lening van 15 miljard dollar) en stok (het sluiten van de Russische markt voor Oekraïense goederen) om Janoekovytsj af te houden van ondertekening van het Associatieakkoord.
De EU liet zich leiden door de gedachte dat Oekraïne zelf de keuze voor het Associatieverdrag maakte, dat het verdrag al jarenlang in de maak was en dat een versterkte band van Oekraïne met de EU voor Rusland niet nadelig hoefde uit te pakken. Het werd ook beschouwd als een manier om Oekraïne voorlopig af te houden van lidmaatschap van de EU. Een minder corrupte, beter bestuurde Oekraïense economie met toegang tot de EU zou ook Rusland kansen geven, dacht men in Brussel. Maar Poetin had daar helemaal geen behoefte aan, integendeel, want het zou Oekraïne minder afhankelijk maken. De EU heeft dat niet begrepen tot het moment dat Janoekovytsj onder druk van Poetin het Associatieverdrag weigerde te ondertekenen.
Wat wilden de betogers op de Majdan?
Nadat de Oekraïense president Viktor Janoekovytsj zijn voornemen om het Associatieverdrag met de EU te ondertekenen onder druk van Poetin introk, gingen in november 2013 in Kyiv studenten en jongeren demonstreren op het Majdanplein. Zij zagen in een koerswending naar Europa een voorwaarde om corruptie en machtsmisbruik in Oekraïne te bestrijden en van Oekraïne een democratische rechtsstaat te maken. Toen geweld werd ingezet tegen de demonstranten breidde de demonstratie zich uit tot een massa-opstand waar honderdduizenden van alle leeftijden aan deelnamen. Rondom Majdan ontstond een immens tentenkamp.
Het Westen omarmde Euromajdan als een teken van verdere democratisering van Oekraïne. Europese en Amerikaanse politici hebben zich ook tijdens Euromajdan in Kyiv laten zien en steun voor de opstand uitgesproken. De Oekraïense civil society kreeg financiële steun uit het Westen, onder meer van filantroop George Soros, maar ook van de Europese Unie en de VS.
Toen de sfeer rondom het plein grimmiger werd, groeide ook de roep om Janoekovytsj’ afzetting. De president stuurde knokploegen en de oproerpolitie Berkoet en er begonnen slachtoffers te vallen. Bij de betogers voegde zich een kleine groep Oekraïense rechts-radicalen (de Rechtse Sector) die bewapend waren. Demonstranten bouwden barricades van brandende autobanden en de politie zette in de vrieskou waterkanonnen in.
Vanaf 18 februari 2014 begon de oproerpolitie op de menigte te schieten. Minstens 116 mensen, waaronder 13 politieagenten, kwamen om. Ook van de kant van de demonstranten is geschoten. Het geweld is naderhand nooit diepgaand onderzocht.
Op 20 februari bewoog een internationale delegatie van de Poolse, Franse en Duitse ministers van Buitenlandse Zaken Radosław Sikorski, Laurent Fabius en Frank-Walter Steinmeier Janoekovytsj aan het eind van het jaar af te treden en vervroegde verkiezingen uit te schrijven. Ook een afgezant van het Kremlin, Vladimir Loekin, was bij die onderhandelingen aanwezig. Loekin vertrok echter voortijdig, zodat hij niet namens Rusland een handtekening onder het akkoord hoefde te zetten.
Is Janoekovytsj gevlucht of afgezet?
Een dag na het bezoek van de Frans-Duits-Poolse delegatie aan Kyiv verdween Viktor Janoekovytsj van de radar. In de Oost-Oekraïense stad Charkiv verzamelde zich een groep bestuurders van zijn Partij van de Regio’s in de veronderstelling dat hij zich aan het hoofd van een pro-Russische regering zou stellen. Maar Janoekovytsj vluchtte naar de Krim, waarvandaan hij met een Russisch vliegtuig naar Moskou werd gebracht. Poetin zei later dat hij de president het leven had gered.
In Kyiv werd het vertrek van Janoekovytsj met gejuich begroet. Zijn vertrek was ongrondwettelijk. In plaats van de macht legaal over te dragen waren hij en zijn regering op de vlucht geslagen. Op 22 februari stemde het parlement voor afzetting van de president, benoemde parlementslid Oleksandr Toertsjynov tot staatshoofd-ad-interim en schreef presidentsverkiezingen uit. In mei werd zakenman Petro Porosjenko, oprichter van chocoladefabriek Rosjen, met 55% van de stemmen in één ronde tot president gekozen.
Hoe ontstond het separatisme op de Krim?
De Krim (in 1783 op het Ottomaanse Rijk veroverd door Catherina de Grote) wordt door Rusland als historisch Russisch grondgebied beschouwd. Voor Poetin was de Krim, behalve een strategisch belangrijke uitweg naar de Zwarte Zee, ook 'heilige grond', omdat de Kyivse vorst Vladimir de Grote in 988 op het schiereiland voor het orthodoxe geloof uit Constantinopol koos. Daar lag dus ook de bakermat van de latere Russisch-orthodoxe kerk.
Partijleider Nikita Chroesjtsjov droeg het schiereiland, van belang vanwege de haven Sebastopol, in 1954 over van de Russische naar de Oekraïense Sovjetrepubliek, destijds een zuiver administratieve grenscorrectie zonder betekenis. Maar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 raakte Rusland daarmee ook de Krim kwijt. Dat werd door Rusland als groot onrecht ervaren en op het schiereiland ontstond in de jaren 90 een separatistische beweging onder de etnische Russen die tweederde van de twee miljoen inwoners uitmaakten.
In 1997 ondertekenden Moskou en Kyiv een Russisch-Oekraïens vriendschapsverdrag waarin Rusland erkende dat de Krim bij Oekraïne hoorde. Het schiereiland kreeg een autonome status en de spanningen namen af.
Dat veranderde in 2004, toen het Kremlin op de Krim pro-Russische partijen, organisaties en media ging organiseren en financieren. In 2014 was de Krim de meest pro-Russische regio van Oekraïne. Een paar dagen nadat president Janoekovytsj op 21 februari 2014 was gevlucht, gingen een paar duizend aanhangers van het Russische Front demonstreren in de Krim-hoofdstad Simferopol en eisten afscheiding van Oekraïne en aansluiting bij Rusland.
Wanneer ging Rusland zich ermee bemoeien?
De overname van de Krim werd in 2014 geheel door het Kremlin geregisseerd.
Op 27 februari 2014, zes dagen na de vlucht van Janoekovytsj, namen Russische militairen zonder insignes ('groene mannetjes') posities in bij het parlement en bezetten vliegvelden, treinstations en gemeentehuizen van de Krim en grendelden Oekraïense legerbases af. In de hoofdstad Simferopol stuurden pro-Russische parlementsleden – zonder het benodigde quorum - de regering naar huis en stelden een nieuwe pro-Russische premier aan. Op 6 maart stemde dit parlement voor afscheiding, aansluiting bij Rusland en het houden van een referendum op 16 maart.
Volgens de autoriteiten stemde 97 procent van de kiezers vóór. De opkomst zou 83 procent zijn geweest. Maar Poetins eigen Adviesraad voor Mensenrechten publiceerde per ongeluk een eigen onderzoek en kwam uit op een opkomst van 30 to 50 procent, van wie 50 tot 60 procent voor aansluiting bij Rusland zou hebben gestemd, op z’n hoogst dus 30 procent van de bevolking.
Op 18 maart 2014 erkende Poetin met een plechtige ondertekeningsceremonie in het Kremlin de aansluiting van de Krim bij Rusland. Er was geen schot gelost en heel Rusland was euforisch over deze meesterzet. Vervolgens namen Russische troepen de militaire bases op het schiereiland in en werden Oekraïense militairen met hun gezinnen geëvacueerd naar het vasteland van Oekraïne. Sindsdien is de Krim de facto van Rusland. Erkend is de inlijving slechts door zes landen: Cuba, Nicaragua, Venezuela, Syrië, Afghanistan en Noord-Korea.
Was er lokaal verzet tegen de annexatie?
Verzet tegen de annexatie kwam vooral van de oorspronkelijke bewoners, de Krim-Tataren. Dit Turkse volk werd in 1944 op last van Stalin gedeporteerd naar Oezbekistan en Kazachstan, op verdenking van 'collaboratie met nazi-Duitsland'. Bij die deportaties van rond de 250.000 mensen kwamen naar schatting 100.000 mensen om. Pas in 1989, onder partijleider Gorbatsjov, werd de deportatie als een misdrijf erkend en mochten de Krim-Tataren terugkeren naar hun geboortegrond. Door deze zwarte bladzijde in hun geschiedenis hebben de Krim-Tataren niets op met Moskou en ze verzetten zich dus tegen de annexatie van 2014. Dat leidde tot nieuwe vervolgingen van Krim-Tataarse activisten. Velen zijn tot lange gevangenisstraffen veroordeeld.
Hoe ontstond de oorlog in de Donbas?
Na het 'succes' van het Krim-scenario begonnen in Oost-Oekraïense steden ook pro-Russische activisten te demonstreren voor aansluiting bij Rusland. Provincie- en gemeentehuizen werden bezet. De separatistische leiders in Donetsk en Loehansk waren onbekende figuren, maar voor hun ideeën over meer autonomie bestond wel een voedingsbodem. De redenen daarvoor waren deels politiek: veel mensen in de Donbas hadden het uiteenvallen van de Sovjet-Unie nooit gewild. En deels economisch. Veel oude zware industriesectoren werden steeds onrendabeler en moesten soms met staatssubsidies draaiende worden gehouden. De bewoners van de Donbas vonden dat hun regio’s achtergesteld werden door Kyiv. Als Oekraïne zich met de EU zou associëren, vreesden ze voor het inzakken van de handel met Rusland en voor hun banen.
Kregen de separatisten steun van de inwoners?
In peilingen die in april 2014 in Donetsk werden gehouden gaf de meerderheid aan decentralisering of federalisering van Oekraïne te wensen, maar slechts een kwart van de ondervraagden was voorstander van afscheiding van Oekraïne. Op 11 mei 2014 hielden de leiders van de rebellen een eigen en naar Oekraïens recht onwettig referendum over de onafhankelijkheid van het gebied. Het Kremlin werd hierdoor overvallen en steunde de volksraadplegingen formeel niet. In Donetsk zou 89% en in Loehansk 96% voor afscheiding van Oekraïne hebben gestemd. De Volksrepublieken Donetsk en Loehansk werden uitgeroepen, maar zelfs Moskou erkende ze niet.
Welke rol speelde Moskou in de Donbas?
De opstand in de Donbas werd van meet af aan vanuit Moskou met Russische militaire en politieke adviseurs, wapens en uiteindelijk met troepen gesteund. Dit gebeurde in het geheim. Moskou heeft nooit toegegeven dat Russische militairen meevochten in de Donbas. Russische krijgsgevangenen heetten 'vrijwilligers' te zijn. Het Maleisische passagiersvliegtuig MH-17 werd op 17 juli 2014 neergehaald met een door Rusland uit het militaire garnizoen van Koersk geleverde Buk-afweerraket. 298 inzittenden kwamen om, merendeels Nederlanders. Daarvoor zijn inmiddels na jarenlang onderzoek in Den Haag op 17 november 2022 twee Russen en een Oekraïner bij verstek veroordeeld. Op 8 februari 2023 concludeerde het Joint Investigation Team (JIT) dat er 'sterke aanwijzingen zijn dat in Rusland door de president is beslist over de verstrekking van de Buk-TELAR aan de separatisten van de DPR [de Volksrepubliek Donetsk].
De annexatie van de Krim was voor het Oekraïense leger een overrompeling geweest, maar ook met de opstand in de Donbas wist Kyiv zich aanvankelijk geen raad. Om escalatie of een openlijke oorlog met Rusland te voorkomen, stuurde Kyiv daarom troepen onder de noemer van een 'anti-terroristische operatie'.
Het verwaarloosde Oekraïense leger had grote moeite de rebellie neer te slaan. Tienduizenden Oekraïners organiseerden zich vervolgens in vrijwilligersbataljons en hielpen het leger de gewapende opstand te beperken tot een deel van de Donbas. Toen het Oekraïense leger begon op te rukken en in de zomer van 2014 Donetsk dreigde te omsingelen greep het Russische leger in. In de slag bij Ilovajsk (augustus) werden honderden Oekraïense soldaten gedood. Dat dwong president Porosjenko tot onderhandelingen.
Zo ontstond in september 2014 het eerste Akkoord van Minsk, maar het afgesproken staakt-het-vuren hield niet lang stand. Na een tweede door de Oekraïners verloren veldslag in december 2014, bij Debaltsevo, werd in januari 2015 Minsk-II gesloten.
Wat behelsden de Minsk-akkoorden?
De Minsk-akkoorden, genoemd naar de plaats van onderhandeling, behelsden een staakt-het-vuren, uitwisseling van krijgsgevangenen, het terugtrekken van zware wapens van de frontlijn, een grondwetswijziging in Oekraïne om het land te decentraliseren en regio's na lokale verkiezingen meer autonomie te geven en de teruggave aan Oekraïne van de controle over 400 km grens met Rusland.
Onderhandelingen over de voortgang van de implementatie werden gevoerd in het Normandië-beraad tussen Frankrijk, Duitsland, Oekraïne en Rusland. Controle op de naleving van het staakt-het-vuren was in handen van een speciale monitoring-missie van de OVSE (Organisatie voor Vrede en Samenwerking in Europa), gestationeerd in de Donbas. Hoewel het directe oorlogsgeweld luwde, werden bestanden steeds opnieuw geschonden. In de periode 2014 tot 2022 zijn in totaal aan beide zijden 14.200 slachtoffers gevallen. Aan Oekraïense kant sneuvelden 4.600 soldaten en kwamen 3.400 burgers om, aan de zijde van de separatisten sneuvelden 6.500 man. Hoeveel Russische soldaten in die periode zijn omgekomen is niet bekend. Overigens telde 2021 het laagste aantal burgerslachtoffers: 25 doden en 85 gewonden. Een aanleiding voor de invasie was dat dus niet.
Waarom zijn ze niet uitgevoerd?
De Minsk-akkoorden zijn met het geweer op de Oekraïense borst afgedwongen. Gevechten en beschietingen over en weer bleven slachtoffers kosten. Pogingen van Frankrijk en Duitsland om de onderhandelingen vlot te trekken liepen op niets uit. Tegen het eind van 2014 werd weer volop gevochten, bijvoorbeeld om het geheel vernieuwde vliegveld van Donetsk, dat met de grond gelijk werd gemaakt, en om de havenstad Marioepol. Ook Minsk-II bracht daarin geen verandering.
De implementatie van Minsk was om meerdere redenen tot mislukken gedoemd. In de eerste plaats weigerde Rusland te erkennen dat het strijdende partij was, maar positioneerde zich als vredestichter en onderhandelaar aan tafel. Anders dan op de Krim is Rusland zijn actieve militaire rol in de Donbas tot de invasie blijven ontkennen. Daarnaast was er verschil van mening tussen Kyiv en Moskou over de volgorde van de implementatie van de akkoorden. Met name een vorm van autonomie voor de Donbas en de teruggave van de grenscontrole aan Oekraïne waren de springende punten.
Kyiv stond op het standpunt dat eerst alle Russische militaire en politieke adviseurs en troepen moesten worden teruggetrokken van hun grondgebied en de controle over de 400 km grens tussen het rebellengebied en Rusland moest worden teruggegeven. Pas daarna wilden de Oekraïners locale verkiezingen en regionaal zelfbestuur voor de Donbas doorvoeren. Maar Moskou eiste van Kyiv precies het omgekeerde: eerst decentralisatie en lokale verkiezingen en pas als sluitsteen teruggave van de grenscontrole.
Om de onderhandelingen weer vlot te trekken stelde de toenmalige Duitse minister van Buitenlandse Zaken Frank-Walter Steinmeier in 2016 een compromis voor: in rebellengebied zouden verkiezingen worden gehouden onder Oekraïense wetgeving en onder toezicht van de OVSE. Als deze verkiezingen erkend zouden worden als vrij en eerlijk, zouden de gebieden een autonome status krijgen en zou Oekraïne tenslotte de controle over haar grens terugkrijgen. Ook deze 'Steinmeier-formule' werd niet uitgevoerd.
Zelensky beloofde vrede in de Donbas. Waarom is dat mislukt?
Na zijn verkiezing tot president van Oekraïne in 2019 heeft Volodymyr Zelensky geprobeerd de Minsk-akkoorden weer tot leven te wekken, maar verder dan enkele spectaculaire krijgsgevangenenuitwisselingen kwam hij niet. Toen hij op 1 oktober 2019 alsnog de controversiële 'Steinmeier-formule' ondertekende, gingen woedende demonstranten in Kyiv de straat op.
Op 9 december volgde een ontmoeting van Zelensky met Poetin in Parijs. Op de kernpunten kwamen beide partijen geen centimeter nader tot elkaar. Na afloop zei president Macron dat Zelensky en Poetin elkaar over vier maanden weer zouden ontmoeten. Zelensky nodigde Poetin meerdere keren uit, maar Poetin ging er niet op in. Het bleef de enige ontmoeting tussen de twee leiders. Er volgden nog enkele uitwisselingen van krijgsgevangenen en een gedeeltelijke terugtrekking van troepen langs de frontlijn, maar daar bleef het bij.
Begin 2022 was de populariteit van Zelensky tot 25% gedaald, omdat het ook hem niet lukte vrede te bewerkstelligen en omdat de strijd tegen de corruptie moeizaam verliep. Sinds de invasie in Oekraïne ontpopte hij zich tot een onbetwiste president-in-oorlogstijd met overweldigende steun onder de bevolking.
Zelfs vlak voor de invasie heeft Zelensky nog geprobeerd het tij te keren. Poetins speciale gezant Dmitri Kozak sloot met hem een principe-overeenkomst dat Oekraïne uit de NAVO zou blijven. Poetin veegde dat van tafel en stuurde zijn troepen de grens over.
De eerste vredesbesprekingen begonnen al vier dagen na de Russische inval, toen de geplande snelle machtswisseling in Kyiv niet was gelukt. In Belarus en Turkije onderhandelden Russische en Oekraïense delegaties regelmatig over een bestand. Oekraïne kwam met een voorstel waarin het behoorlijke concessies deed aan Moskou. Zo beloofde het voorlopig buiten militaire bondgenootschappen als de NAVO te blijven en geen kernwapens te ontwikkelen, mits internationale partners borg zouden staan voor de veiligheid en territoriale integriteit van het land. Daarvoor moest een verdrag worden gesloten, dat omstreden gebieden als de Krim, Sebastopol en eerder bezette delen van de Donbas voor de korte termijn - er was sprake van 15 jaar - buiten beschouwing liet. Er was in het voorjaar sprake van een ontmoeting tussen Poetin en Zelensky. Ook deze onderhandelingen, in Turkije geleid door president Erdogan, liepen op niets uit.
Rond de jaarwisseling klonken er weer geluiden over onderhandelingen uit het Kremlin. Maar uitgangspunt is voor het Kremlin dat de vier (gedeeltelijk) bezette provincies Donetsk, Loehansk, Cherson en Zaporizja niet ter discussie staan, laat staan de Krim. Dat is voor Oekraïne onbespreekbaar. Kyiv eist volledige terugtrekking van de Russische troepen van Oekraïens grondgebied.
Werden Russisch-sprekenden beperkt in hun rechten?
Een van de belangrijkste argumenten van Moskou om de inmenging in Oekraïne te rechtvaardigen was de uit de lucht gegrepen beschuldiging dat de Oekraïners de Russischtalige bevolking in het oosten van het land met 'genocide' zouden bedreigen. Het zou hen worden verboden Russisch te spreken. Moskou kwam dus, net als overigens in 2014, in actie om de 'Roesski Mir' (de Russische wereld) te beschermen.
In de grondwet van het onafhankelijke Oekraïne was Oekraïens de enige officiële taal, maar in de praktijk werd de Russische taal en cultuur niets in de weg gelegd. Russisch was de taal van de etnische Russen (17 procent van de bevolking), maar ook van eenderde van de Oekraïners, die vooral in de grote steden en in het zuiden en oosten van het land woonden. Steden als Odesa, Kyiv, Charkiv en Marioepol waren grotendeels Russischtalig.
Direct na de politieke omwenteling na Euromajdan stemde het parlement voor intrekking van een taalwet uit 2012 waarmee het Russisch in het onderwijs, rechtspraak en bestuur mocht worden gebruikt. Dit leidde tot felle protesten van Russischtaligen op de Krim en in Oost-Oekraïne, gesteund door het Kremlin dat vond dat de grondrechten van etnische Russen geschonden werden. Daarop besloot interim-president Toertsjynov de intrekking niet te tekenen.
Pas vanaf 2016 kreeg het Oekraïens meer en het Russisch minder ruimte op radio en tv en in het onderwijs. In 2019 volgde een wet die kennis van het Oekraïens voor elke staatsburger verplicht stelde, van ambtenaren eiste dat ze vloeiend Oekraïens spraken en die taalquota oplegde voor boeken, theater en films. Op aanbeveling van de Raad van Europa werd de wet geleidelijk in een periode van vier jaar ingevoerd.
President Zelensky, zelf Russischtalig opgegroeid, was voorstander van een gematigdere taalpolitiek om ervoor te zorgen dat de Russisch- en Oekraïenstalige bevolkingen niet tegen elkaar werden opgezet. De invasie van 2022 heeft het Russisch tot de taal van de bezetter gemaakt en ertoe geleid dat de Russische taal en cultuur steeds meer uit het openbare leven worden verdreven.
Hoe hebben Oekraïense burgers sinds 2014 gestemd?
Bij presidents- en parlementsverkiezingen in Oekraïne na de Majdan hebben de verschillende meer of minder pro-Europese partijen steeds gewonnen. De machtspositie van de op Moskou georiënteerde partijen werd sindsdien allengs zwakker. De rol van extreem-rechtse groeperingen is zelfs gemarginaliseerd. Anders dan Moskou beweert hebben de West-Oekraïense partij Svoboda (Vrijheid) en het door een extreem-rechtse activist geleide Azov-bataljon, dat in 2015 een politieke partij oprichtte, na 2014 de kiesdrempel niet meer gehaald. Neonazi’s zijn in het parlement niet doorgedrongen. Bij de laatste parlementsverkiezingen van 2019 haalde Svoboda via het districtenstelsel slechts één zetel.
President Porosjenko slaagde er niet in de opstand in de Donbas neer te slaan en de Russische troepen en adviseurs uit het land te jagen en evenmin kon hij de macht van de oligarchen beteugelen. In de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in 2019 werd hij met driekwart van de stemmen verrassend verslagen door de komiek Volodymyr Zelensky van de partij Dienaar van het Volk. Dat was de naam van de gelijknamige televisiekomedie waarin hij de hoofdrol speelde als een leraar die per ongeluk tot president werd gekozen.
Wat vonden de Oekraïners van EU en NAVO?
Anderhalf jaar na zijn verkiezing in 2019 was Zelensky ervan overtuigd dat er geen compromis met Poetin over de Donbas mogelijk was. Voor de veiligheid van Oekraïne achtte hij het noodzakelijk om aansluiting te zoeken bij de NAVO. In oktober 2020 pleitte hij bij de Britse premier Johnson voor toelating van Oekraïne tot het 'NAVO-klasje’, het lidmaatschapsactieplan. De mening van de Oekraïense bevolking veranderde in 2014 radicaal na de annexatie van de Krim en het begin van de Donbas-oorlog. Was in 2013 nog ruim 40% voor aansluiting bij de door Rusland opgerichte Euraziatische Unie en ongeveer een evengrote groep voor lidmaatschap van de EU, een jaar later wilde nog maar 18% bij de Euraziatische unie horen.
Na de vlucht van president Janoekovytsj tekende de nieuwe Oekraïense regering alsnog het Associatieverdrag met de EU. In 2015 was bijna de helft van de bevolking vóór lidmaatschap van de EU, 28% was tegen en 23% wist het niet. Het percentage voorstanders van EU-lidmaatschap groeide in 2021 tot 52% en sprong na de invasie in 2022 omhoog naar 81%.
Wat de NAVO betreft zag in 2012 slechts 13% een NAVO-lidmaatschap zitten. In 2014 steeg dat percentage naar 31% en dat groeide in de daaropvolgende jaren naar 40 tot 46%. Het aantal Oekraïners dat de voorkeur gaf aan een militair bondgenootschap met Rusland kwam niet boven de 5 tot 7% uit. Voor een ongebonden status was 21-28% in de jaren na 2014. In 2021 sprak bijna de helft van de ondervraagden - 48% - zich uit voor NAVO-lidmaatschap en in 2022, na de invasie, was dit gegroeid tot 71%. Ook in het overwegend Russischtalige Oost-Oekraïne was in 2022 een meerderheid van 56% van mening dat Oekraïne lid moest worden van de NAVO. Een jaar eerder was dat nog maar 25%.
Erkende Poetin ooit wel de soevereiniteit van Oekraïne?
Nee. Poetin was daarover altijd onduidelijk. Als de Russische president de Oekraïense onafhankelijkheid ter sprake brengt, deed hij dat geclausuleerd. Oekraïne is op dit moment een soeverein land, zei hij dan schimmig, maar dat is eigenlijk een vergissing van de geschiedenis. In de zomer van 2021 had Poetin zijn visie op Oekraïne vervat in een lang historisch essay: ‘Over de eenheid van Russen en Oekraïners’. In de eerste regel van dit stuk schreef de president al dat ‘Russen en Oekraïners één volk vormen, één geheel’ zijn. Poetin spreekt daarom liever over Groot-Russen (Rusland), Klein-Russen (Oekraïne) en Wit-Russen (Belarus), die verenigd worden door een gezamenlijke taal, religie, cultuur en zelfs een ‘duizendjarige’ geschiedenis.
Oekraïne is volgens Poetin daarom een kunstmatig gedrocht. Dat Lenin na de Oktoberrevolutie van 1917 een Oekraïense Sovjetrepubliek creëerde, was een fatale fout van de communist. Stalin zou dat nooit hebben gedaan. Het nationale en culturele zelfbewustzijn van Oekraïne is ook niet authentiek, meende Poetin. Het onafhankelijkheidsstreven in Oekraïne was volgens hem altijd door vreemdelingen aangewakkerd: door respectievelijk de Oostenrijkers, de Polen, de Nazi’s en nu de Amerikanen die allen Oekraïne gebruiken in een Westers complot genaamd ‘project anti-Rusland’.
Wat waren Poetins eisen aan de vooravond van de invasie?
Eind december 2021 heeft de Russische regering eenzijdig twee conceptverdragen opgesteld en ter ondertekening voorgelegd aan de VS en de NAVO. In beide verdragen moest het Westen toezeggen dat de NAVO geen nieuwe lidstaten meer zou verwelkomen. Met andere woorden: Rusland eiste niet alleen dat Oekraïne nooit zou worden toegelaten, maar ook dat bijvoorbeeld Zweden en Finland geen aanspraak zouden mogen maken op lidmaatschap. Bovendien eiste Rusland van de NAVO dat de alliantie haar bondgenootschappelijke troepen zou terugtrekken achter de grenzen van voor de uitbreiding van 1997. De nieuwe lidstaten zouden op hun grondgebied dan alleen eigen militaire eenheden mogen stationeren. Van gezamenlijke oefeningen zou geen sprake meer kunnen zijn.
Zijn de NAVO en de VS hem tegemoetgekomen?
Nee. NAVO en VS hebben geantwoord de voorstellen te zullen bestuderen. Twee maanden later ontketende Rusland zijn oorlog tegen Oekraïne en waren de Russische conceptverdragen niet meer aan de orde.
Wat deed het Westen om te de-escaleren?
Tot de oorlog op 24 februari 2022 begon, was het Westen niet eensgezind. De VS waarschuwden voor een grootschalige oorlog en bereidden zich daar ook op voor. De Europese bondgenoten waren onderling verdeeld. Groot-Brittannië, Polen en de Baltische landen volgden de lijn van de VS. Duitsland en Frankrijk hoopten te kunnen bemiddelen. Ook na het begin van de invasie hebben de regeringsleiders Scholz en Macron nog gepoogd om president Poetin te bewegen pas op de plaats te maken. Ze slaagden daar niet in. Het sanctiebeleid van de NAVO- en EU-landen was er op gericht om de escalatieladder stapsgewijs te betreden en de tegenstelling niet meteen op de spits te drijven. Elk pakket ging daarom vergezeld met concrete eisen aan het adres van Rusland. Mocht Moskou die niet willen inwilligen, dan zou het Westen met nieuwe sancties komen. Na een jaar oorlog is de EU intussen aan haar tiende sanctiepakket toe.
Waarom noemt het Kremlin de regering in Kyiv neonazistisch?
'Denazificatie' was naast 'demilitarisatie' een van de doelen van Poetins 'speciale militaire operatie'. Poetin stelde de regeringswisseling na Euromajdan van meet af aan voor als een neonazistische staatsgreep. Hij zette het ‘neonazistische’ West-Oekraïne rondom Lviv, dat vóór de Tweede Wereldoorlog onderdeel van Polen was, tegenover het trouwe en pro-Russische Oost-Oekraïne rondom Donetsk en Loehansk, dat hij als ‘Novorossia’ (Nieuw-Rusland) aan de Russische Federatie wilde toevoegen.
In het Kremlin-narratief werd elke vorm van opbloeiend nationalisme in Oekraïne sinds de Tweede Wereldoorlog voorgesteld als neonazisme. Men wees daarbij altijd op de West-Oekraïense fascistische partijleider Stepan Bandera, die collaboreerde met de nazi's in de hoop op een onafhankelijk Oekraïne. Zijn aanhangers maakten zich schuldig aan massamoord op joden en Polen. Bandera werd door de Duitsers aan het begin van de oorlog in concentratiekamp Sachsenhausen gestopt en werd na de oorlog door de KGB vermoord. Voor veel Oekraïners is hij een vrijheidsstrijder gebleven.
Omdat de overwinning op nazi-Duitsland, die de Sovjet-Unie 27 miljoen doden heeft gekost, het wapenfeit is waarop de Russen zonder uitzondering trots zijn, is propaganda tegen een nieuw ‘bruin gevaar’ zeer effectief.
Dat de burgers van Oekraïne het Russische leger in 2022 niet als bevrijders hebben binnengehaald wijt Moskou aan hersenspoeling van de bevolking door het neonazistische regime in Kyiv. Dat de huidige president Zelensky van joodse komaf is, daar geen geheim van maakt en door 73% van de kiezers werd gekozen, doet in Rusland niets af aan de effectiviteit van dit frame. De joodse gemeenschap van Oekraïne staat vierkant achter het beleid van Zelensky en heeft de Russische invasie van meet af aan scherp veroordeeld.
Wat is het Azov-bataljon?
Het Azov-bataljon was in 2014 een van de tientallen vrijwilligersbataljons die het leger hielpen de Russen in de Donbas tot staan te brengen. Die tienduizenden vrijwilligers waren mensen uit alle lagen van de bevolking. Het Azov-bataljon is vernoemd naar de Zee van Azov en was gestationeerd in Marioepol. Het kende een harde kern extreem-rechtse skinheads en stond onder leiding van de extreem-rechtse neonazi Andriy Biletsky, die wegens geweldsdelicten een gevangenisstraf had gekregen. Het Azov-bataljon heeft een logo dat sterk aan de nazistische Wolfsangel doet denken.
Het bataljon dankt zijn roem aan het feit dat het in 2015 de stad Marioepol heeft verdedigd tegen een Russische aanval. De door de Russen begeerde havenstad bleef toen in handen van Oekraïne. Voor Moskou paste Azov naadloos in het frame dat neonazi's de macht hebben overgenomen in Oekraïne. Russische propaganda - en hun vechtlust - heeft Azov tot het bekendste (en beruchtste) bataljon gemaakt. In werkelijkheid was het er maar een van de velen.
Na de Akkoorden van Minsk heeft de Oekraïense regering de vrijwilligersbataljons ontbonden of in het reguliere leger opgenomen, ook Azov. Dat richtte in 2016 een politieke partij op, maar die is nooit tot het parlement doorgedrongen. Azov-strijders nemen jaarlijks deel aan fakkeloptochten op de verjaardag van de West-Oekraïense nationalist Stepan Bandera.
Na de Russische invasie van 2022 hebben de Azovtsy hun heldenstatus in Oekraïne bij de belegering van Marioepol opnieuw vergroot. Vanaf half april verschansten zij zich in de staalfabriek Azovstal en hielden een maand lang vanuit keldergewelven stand. Op 16 mei beval Zelensky hen zich over te geven om een slachting te voorkomen. De Russen hebben overwogen hen als hun belangrijkste nazistische vijand voor een Neurenberg-achtig tribunaal te slepen, maar hebben daarvan afgezien. Een flink aantal is bij een krijgsgevangenenruil teruggekeerd naar Oekraïne, tot woede van Russische militaire patriotten.
Wat was de aanleiding voor de inval van Rusland?
Volgens Poetin moest Rusland militair ingrijpen om een 'genocide' tegen Russische (of Russisch-sprekende) bevolking van Oekraïne te voorkomen. De Russische president maakte zelfs gewag van de aanwezigheid van massavernietigingswapens in Oekraïne. Die beweringen zijn nooit met feiten gestaafd. Hoewel de Russische politieke en militaire top het, gesteund door de staatstelevisie, deed voorkomen alsof Oekraïne op het punt stond Rusland binnen te vallen, was ook daarvoor geen enkele aanwijzing. Oekraïne voert een defensieve oorlog. Ook een NAVO-lidmaatschap van Oekraïne stond niet op de agenda. Het argument van genocide op de bevolking van de door Rusland op 22 februari 2022 erkende Volksrepublieken in de Donbas was uit de lucht gegrepen.
Rusland presenteerde het Westen een onacceptabel ultimatum en trok honderdduizenden troepen samen aan de grens met Oekraïne. De voorbereidingen voor een inval waren zo serieus dat de VS tot de overtuiging kwamen dat de inval werkelijk plaats zou vinden. In Europa geloofde, op de Britten na, bijna niemand dat.
Welke oorlogsdoelen had Rusland?
De Russische oorlogsdoelen in Oekraïne zijn steeds veranderd. Moskou heeft ze het afgelopen jaar aan de realiteit moeten aanpassen. Poetin sprak van de 'denazificatie en demilitarisatie' van Oekraïne. Dat moest bereikt worden met een snelle Blitzkrieg en regime change in Kyiv. Maar Rusland stuitte direct op fel verzet van het Oekraïense leger en bleek uitermate slecht voorbereid op een landcampagne. De opmars naar Kyiv, vanuit Belarus en de Donbas, liep snel vast en resulteerde in het najaar in een wanordelijke terugtrekking richting Charkiv. Het Russische leger bleek een logistieke nachtmerrie. Charkiv is ondanks felle bombardementen Oekraïens gebleven, maar Marioepol werd na een maand beleg op 20 mei 2022 veroverd en met de grond gelijkgemaakt. Provinciehoofdstad Cherson werd bezet, maar op 11 november 2022 werd door de Oekraïners bevrijd. Plannen om via Cherson en Mykolajiv door te stoten naar havenstad Odesa moesten worden gestaakt.
Op 30 september 2022 vond in het Kremlin de officiële inlijving bij de Russische Federatie plaats van vier Oekraïense provincies, Donetsk, Loehansk, Cherson en Zaporizja. Rusland heeft de gebieden overigens nooit in hun geheel kunnen bezetten.
Wat beoogt het Kremlin na één jaar oorlog?
Rusland lijkt zich na twaalf maanden te concentreren op de verovering van de hele Donbas en het consolideren van het bezette gebied in de Oekraïense provincies Zaporizja en Cherson. Het Kremlin eist dat de Oekraïense regering dat die zich neerlegt bij de Russische bezettingsmacht in deze vier provincies. Alleen op die basis is Rusland bereid te onderhandelen over een wapenstilstand. Moskou hoopt dat Zelensky zichzelf met concessies aan Poetin politiek de das omdoet, waarna de weg naar een Russische machtsgreep in Kyiv begaanbaarder zou worden.
Kunnen we Poetin op zijn woord nemen? Zegt hij wat hij denkt en doet hij wat hij zegt?
Nee. Poetin heeft er in de aanloop naar de oorlog niet alleen een gewoonte van gemaakt om schimmig te zijn over doelen, maar heeft vaak ook ronduit gelogen. Er zijn voorbeelden te over. Zo ontkende de president lang dat Russische militairen in 2014 actief deelnamen aan de (gewelddadige) afscheiding van Krim en Donbas, om vervolgens later juist trots toe te geven dat het Kremlin wel degelijk betrokken was bij de separatistische bewegingen in Oekraïne.
Een van de treffendste voorbeelden van misleiding als consequente strategie was Poetins televisietoespraak op 21 februari 2022. In deze ongeveer vijfkwartier durende rede tot het Russische volk zei Poetin dat hij over zou gaan tot staatkundige erkenning van de ‘volksrepublieken Loegansk en Donetsk’. Zijn woordvoerder Dmitri Peskov vergrootte de mist door desgevraagd in het midden te laten of de president daarmee doelde op het territorium waarover de separatisten effectief controle uitoefenden of ook op de gebieden in deze provincies die feitelijk onder Oekraïens gezag vielen. Ruim twee etmalen later gaf Poetin bevel om ook de rest van Oekraïne over land, over zee en door de lucht aan vallen en vielen er bommen in Charkiv en nog verder buiten de Donbas.
Hoewel Rusland zich in zijn grondwet, die in 2020 is gewijzigd, de opvolgerstaat van de Sovjet-Unie noemt, distantieert Poetin zich met enige regelmaat van verdragen en beslissingen die door de leiding van de toenmalige Sovjet-Unie zijn gesloten en genomen. Zo zei Poetin in zijn jaarlijkse toespraak tot het parlement in 2023, een speech die precies een jaar na zijn belangrijkste oorlogsrede aan de vooravond van de invasie werd uitgesproken, dat het Westen 'de erfenis van de conferenties van Jalta en Potsdam' willens en wetens had doorkruist. Poetin ging eraan voorbij dat de regering in Moskou daar van begin tot einde bij was betrokken geweest. De uitkomsten van Potsdam (juli/augustus 1945) werden tenietgedaan door de hereniging van Duitsland in 1990. De Sovjet-Unie heeft daarom toen ingestemd. Aan de verdeling van Europa conform de afspraken tijdens de Jalta-conferentie (februari 1945) kwam definitief een einde toen de Sovjet-Unie en haar voormalige bondgenoten uit het 'socialistische kamp' in 1991 het Warschaupact ophieven.
Steunt de Russische bevolking de oorlog?
Na een kortstondige week van protest in verschillende grote steden van Rusland verstomde het verzet. De tegenstanders van de oorlog waren en bleven in de minderheid. Volgens opiniepeilingen van het Levada Centrum in Moskou is ongeveer twee derde van de Russische burgers de militaire operatie blijven steunen. Tegenstanders van Poetin kritiseren de onderzoeksmethode van het onafhankelijke Levada, dat al jaren is gebrandmerkt als 'buitenlands agent', en menen dat de Russen geen eerlijk antwoord meer geven in enquêtes. Feit is niettemin dat er in Rusland geen sprake is van grootschalige oppositie tegen de oorlog. De meeste steun peilde Levada in maart meteen na het begin van de invasie (80% meer of minder voor de oorlog en 14% tegen). De minste steun was er in december vorige jaar (71% versus 22%). Deze steun is eerder passief dan actief. De Russische bevolking kijkt in meerderheid liever weg. Van enthousiasme is geen sprake. Dat bleek ook na de militaire mobilisatie van september. Circa 300.000 jongere mannen ontvluchtten toen Rusland om te ontkomen aan de dienstplicht.
Steunt de Oekraïense bevolking de oorlog?
De publieke opinie in Oekraïne is door de Russische agressie diepgaand beïnvloed. Daardoor is het moeilijk om de opvattingen van de burgers nu te vergelijken met de vooroorlogse toestand. Onderzoek van de Ilko Kucheriv Democratic Initiatives Foundation en het gerespecteerde Razumkov Center toont niettemin aan dat de Oekraïners in overgrote meerderheid (93%) denken dat het land van Rusland kan winnen. Slechts 3% rekent op een nederlaag. Er is brede steun voor het standpunt van de regering om niet te capituleren. De steun voor koste wat kost doorvechten varieert wel per regio: van 61% in het westen en 51% in het centrum tot 47% in het oosten en 26% in het zuiden. De behoefte om te onderhandelen met Rusland is gering, al is die in het zuiden (27%) en oosten (18%), waar gevochten wordt, groter dan in het midden (9%) en westen (5%) van het land.
Werken de westerse sancties?
Ja en nee. De sancties werken niet, omdat ze geen effect hebben op de besluitvorming van het Kremlin. Het Westen heeft de maatregelen stapsgewijs opgebouwd om president Poetin de ruimte te geven op zijn schreden terug te keren. Dat is tot nu toe niet gebeurd. Na een jaar is de EU al toe aan haar tiende sanctiepakket, zonder dat Rusland in de oorlog concessies heeft gedaan. Ook de Russische bevolking is nog niet direct geraakt. Onder leiding van de Centrale Bank, en met hulp van enkele grote (staats)ondernemers, is Rusland monetair en macro-economisch niet in elkaar geklapt. Volgens het Internationaal Monetair Fonds kromp het nationaal inkomen in 2022 met slechts 2,3% en bleef de inflatie beperkt tot 5%. In maart 2022 werd een crisis in de dubbele cijfers verwacht.
De sancties hebben op langere termijn vermoedelijk wel effect. Vooral de kapitaalintensieve industrieën en ict-branche hebben last van de sancties, omdat ze niet meer op een normale wijze kunnen importeren en exporteren. De gasuitvoer naar Europa is teruggevallen. Olie moet via omwegen als India en tegen gereduceerde tarieven worden verkocht. Westerse goederen kunnen alleen nog via parallelimporten worden aangekocht. Vooral het verlies van leveranciers in de hoogwaardige technologische sectoren (niet alleen de luchtvaart- en auto-industrie maar ook het militair industrieel complex) berokkent op langere termijn economische schade die zelfs structureel kan uitpakken.
Heeft Rusland steun buiten Europa en de VS?
Moskou kan niet rekenen op veel actieve ondersteuning. Bij een eerste stemming in Verenigde Naties steunden slechts vier staten Rusland: Belarus, Syrië, Noord-Korea en Eritrea. De belangrijkste grote mogendheden in de zogeheten 'global south' proberen zich in stemmingen afzijdig te houden. Ook Brazilië, India, China en Zuid-Afrika - samen met Rusland de BRICS vormend - stemden in de VN niet openlijk in met Poetins oorlog. Ze schaarden zich echter ook niet aan westerse zijde. Deze neutraliteit ziet de Russische regering als een steun in de rug. Moskou gokt daarbij vooral op afstand en oorlogsmoeheid. Voor de 'global south' is Europa ver weg en vaak ook een oude kolonisator. Naarmate de oorlog langer duurt, lijken sommige landen, zoals Zuid-Afrika, ook meer toenadering tot Rusland te zoeken.