Vorige week gingen duizenden burgers van Georgië de straat op om te protesteren tegen een wet die de buitenlandse financiering van het maatschappelijk middenveld en onafhankelijke media zou ondermijnen. De wet ging dezelfde week nog van tafel. Georgië-kenner Jelger Groeneveld legt uit dat de veenbrand niet geblust is, elk moment weer kan oplaaien en zelfs in een revolutie kan uitmonden.
Oproerpolitie slaat protesten neer in het centrum van Tbilisi. Foto Twitter Jelger Groeneveld.
door Jelger Groeneveld
De directe aanleiding voor de uitbarsting van onvrede in Georgië was de gewraakte wet ‘Over transparantie van buitenlandse invloed’. De wet werd op dinsdag 7 maart in weerwil van een storm van kritiek uit binnen- en buitenland in een gehaaste procedure toch aangenomen door regeringspartij Georgische Droom, die inmiddels tien jaar aan het roer staat. Met deze wet kunnen NGO’s en onafhankelijke media die voor meer dan 20% uit het buitenland gefinancierd worden aangemerkt worden als ‘buitenlands agent’, net als met de vergelijkbare wet die in 2012 in Rusland is ingevoerd.
De Georgische leiders hielden vol dat de wet is bedoeld om transparantie te bieden over de buitenlandse financiering van organisaties, maar er is een wet die deze organisaties al dwingt transparant financiële verantwoording af te leggen. Het verschil bestaat uit het toekennen van het label ‘buitenlands agent’, dat net als in het Russisch ook in het Georgisch de connotatie heeft van ‘spion’, oftewel een staatsvijand. Na de eerste golf van protest toonde partijleider Irakli Kobachidze dat aan door de Rozenrevolutie van 2003 de ‘Spionnenrevolutie’ te noemen.
De Rozenrevolutie vond plaats nadat de gerenommeerde Georgische NGO ISFED, gespecialiseerd in onafhankelijke verkiezingswaarneming, grootschalige verkiezingsfraude blootlegde, en was een keerpunt in de moderne Georgische geschiedenis die het land van de afgrond redde. Nu stelde de partijleider van Georgische Droom op 14 maart dat de Rozenrevolutie door het binnenhalen van NGO’s destijds juist de democratische achteruitgang van Georgië zou hebben veroorzaakt. Hij benadrukte dat Georgische Droom nooit zou toestaan dat de Verenigde Nationale Beweging van voormalig president Saakasjvili nog aan de macht kan komen via ‘agenten van buitenlandse invloed’.
Partijleider Irakli Kobachidze van regeringspartij Georgische Droom. Foto Wikimedia.
ISFED is een van de NGO’s die de Georgische regeringspartij graag zou zien verdwijnen. Georgische Droom verwijt organisaties die door het Westen worden gesponsord uit te zijn op wanorde en oneigenlijke machtswisseling en zet zich daarmee in toenemende mate af tegen haar westerse bondgenoten. Nadat de regering in oktober 2020 voor de derde keer op rij een verkiezingsoverwinning boekte, raakten de tegenstellingen in een stroomversnelling.
Onder publieke druk in Georgië diende de regering, in navolging van Oekraïne, in maart 2022 een aanvraag voor lidmaatschap van de Europese Unie in. In lijn met de verkiezingsbelofte wilde Georgië dat aanvankelijk pas in 2024 doen. Maar de relatie met de EU verslechterde sinds de verkiezingen van 2020. Volgens de oppositie, ISFED en andere organisaties zijn die frauduleus verlopen. Zij boycotte maandenlang het parlement.
In de wachtkamer
De Europese Unie greep in en voorzitter van de Europese Raad Charles Michel kon uiteindelijk in april 2021 een akkoord sluiten tussen de regeringspartij en de oppositie over hervormingen en het delen van de macht in parlementaire commissies. Enkele maanden later trok Georgische Droom haar handtekening onder het akkoord in. De partij veegt sindsdien geregeld de vloer aan met de Europese en Amerikaanse ambassadeurs en Europarlementariërs.
Ondertussen kwam de regering ondanks herhaaldelijke oproepenverschillende politieke afspraken uit het in 2014 afgesloten Associatieverdrag met de EU niet na, bijvoorbeeld over de benoemingsprocedure van rechters voor het Hooggerechtshof. De voortgangsrapportages van de EU werden kritischer van toon, ook over de oprichter en financier van de Georgische Droom, oligarch Bidzina Ivanisjvili. Hij wordt gezien als de informele leider van het land, die weliswaar op politieke afstand staat maar ondertussen via de regeringspartij grote delen van de overheid beïnvloedt.
Hoewel Georgië in 2022 een vergelijkbaar acquis met de Europese Unie had bereikt als Oekraïne en, bijvoorbeeld, in corruptiebestrijding beter scoorde dan Moldova, werd het land toch in de wachtkamer gezet voor de kandidaatstatus. In juni 2022 braken grote pro-Europese demonstraties uit, waaraan zelfs de achterban van de regeringspartij deelnam.
Om alsnog kandidaat-lid te worden moet Georgië binnen een jaar een lijst met twaalf aanbevelingen uitvoeren. Een belangrijke voorwaarde is ‘het elimineren van de buitensporige invloed van gevestigde belangen in het economische, politieke en openbare leven’ met behulp van een ‘de-oligarchisatiewet’.
In het najaar van 2022 zette de regeringspartij een aantal wetsvoorstellen in gang, waaronder een anti-corruptie-agentschap en de de-oligarchisatiewet, om te laten zien dat de partij serieus werkt aan deze lijst. De kritiek was dat de wetten niet op de juiste manier waren geïmplementeerd en dus niet zouden voldoen aan de eisen van de EU. De Venetië-commissie van de Raad van Europa gaf in maart 2023 feitelijk aan dat dit inderdaad het geval was.
Kort na de Europese afwijzing van de kandidaatstatus heeft een aantal parlementsleden zich van Georgische Droom afgescheiden. Zij hebben een eigen fractie gevormd onder de naam Volkskracht, om ‘het echte verhaal over de Europese druk op Georgië’ te kunnen vertellen. Volgens hen willen de Europese en Amerikaanse bondgenoten Georgië inzetten als tweede front in de oorlog tegen Rusland, en met de hervormingseisen een revolutionair scenario uitrollen. Dit verhaal wordt herhaaldelijk door het Kremlin verspreid. Algemeen wordt verondersteld dat de nieuwe fractie een verlengstuk is van de Georgische Droom, die op afstand is gezet om de handen vrij te hebben voor anti-westerse boodschappen. Het was Volkskracht, dat de anti-NGO-wet voorstelde. Het voorstel werd vervolgens door Georgische Droom omarmd.
Toen het idee eerder deze winter werd gelanceerd liet de EU weten dat het wetsvoorstel in strijd is met minimaal twee van de twaalf condities die het had gesteld ten aanzien van de kandidaatstelling. Toch zette Georgische Droom in een gehaaste procedure door en werd de wet in eerste instantie door het parlement aangenomen. Meteen daarna braken er spontane protesten uit, gedragen door vooral jongeren en studenten die zagen dat hun Europese toekomst op het spel stond.
Demonstranten nemen rozen mee naar de protesten, een verwijzing naar de Rozenrevolutie van 2003. Foto Twitter Jelger Groeneveld.
Georgische Droom trekt de wet in
Na drie dagen en twee nachten van protest tegen de anti-NGO-wet, waarbij het parlementsgebouw werd beschadigd, en zware internationale kritiek, zag de regeringspartij zich genoodzaakt van de wet af te zien. De wet werd drie dagen later in een gehaaste tweede stemming weggestemd, vlak voor het weekend en zonder de deelname van Georgische Droom en de initiatiefnemers aan deze stemming. Hiermee werd de angel uit het protest getrokken, maar daarmee is de kwestie niet opgelost.
Georgische Droom heeft aangegeven aan de bevolking uit te zullen leggen waarom deze wet nodig is en welke leugens er volgens de partij door de tegenstanders zijn verspreid. De partij gaat met andere woorden op een later moment een nieuwe poging wagen. In de daaropvolgende dagen lieten zowel de premier als de partijleider van Georgische Droom van zich horen met snoeiharde anti-westerse en anti-liberale speeches, waarin ze het Westen verweten een revolutie te willen ontketenen en de protesterende studenten ‘satanisten’ noemden.
De regering van het land neemt hiermee steeds openlijker afstand van toenadering tot de EU, terwijl ruim 80 procent van de bevolking daar voorstander van is. Op 14 maart stelde partijleider Kobachidze dat ‘lidmaatschap van de Europese Unie niet mogelijk is ten koste van het opgeven van waardigheid en onafhankelijkheid’. De partij stelt dat de eisen van de EU en onverenigbaar zijn met de soevereiniteit van Georgië.
Er is geen sprake van een duidelijke draai van Georgië naar Rusland
Georgische Droom zinspeelt daarmee openlijk op een breuk met het eerdere regeringsbeleid van verdere Europese integratie, een gegeven dat in de grondwet verankerd is. President Salome Zoerabisjvili herinnerde de regering recentelijk aan deze grondwettelijke verplichting. Dat roept de vraag op of Georgische Droom het land onder Russische invloed wil brengen, maar daarvoor zijn geen tekenen. Een dergelijke openlijke beleidswijziging kan een revolutionaire stemming ontketenen, en dat lijkt de regering absoluut te willen voorkomen. Het heeft er de schijn van dat de regering Georgië in een quasi-neutraal en niet-gebonden land wil veranderen, maar dit opent de weg voor beïnvloeding vanuit Moskou.
De relaties tussen Moskou en Tbilisi zijn officieel verbroken sinds de oorlog in 2008, maar oligarch Ivanisjvili heeft nauwe betrekkingen met Rusland die al sinds zijn entree in de Georgische politiek in 2011 een bron van speculatie zijn. De Georgische veiligheidsdienst tekende in 2021 nog een controversiële overeenkomst met de Belarussische tegenhanger over de uitwisseling van persoonsgegevens, en de Georgische politie gebruikt Russische software. Regelmatig worden Russische critici van Poetin aan de grens teruggestuurd als ze proberen Georgië binnen te reizen. Het land heeft zich daarnaast het afgelopen jaar zeer koeltjes opgesteld jegens Oekraïne en spreekt zich maar beperkt uit over de oorlog. Toch is er geen sprake van een duidelijke draai van het land naar Rusland.
Vooral een rol lijkt te spelen dat oligarch Ivanisjvili een eigen rijk heeft ingericht om zijn gevestigde en zakelijke belangen te blijven behartigen. Deze zijn niet gediend met een land dat moet voldoen aan strenge voorwaarden rond democratie, rechtsstaat, scheiding der machten, belangenverstrengeling en anti-corruptie. Sinds Georgische Droom in 2012 aan de macht is gekomen is de democratie langzamerhand uitgehold, en dan met name de balans van macht en tegenmacht. Sinds de overgang van een presidentiële- naar een parlementaire republiek is de macht van de president verder ingeperkt, en is de rechtstreekse verkiezing van dat ambt ook afgeschaft. Georgië kent slechts een eenkamerparlement, waarbij alle macht bij de premier en de parlementsvoorzitter ligt. Als de president weigert wetten te ondertekenen, komt deze bevoegdheid automatisch de parlementsvoorzitter toe.
Wat kunnen de EU en de VS doen?
De Georgische Droom heeft de afgelopen tien jaar gebruikt om met een sterk pro-Europees geluid zich te verzekeren van verkiezingszeges en ondertussen grip op alle delen van de staat te krijgen en loyaliteit af te dwingen. De partij heeft de oppositie zwak weten te houden, en sinds oktober 2021 is de legendarische aanvoerder van de grootste oppositiepartij, voormalig president Micheil Saakasjvili, opgesloten in gevangenschap. Door ernstige gezondheidsproblemen die tot zijn dood kunnen leiden, kwijnt hij hier weg. Ook hierin is de Georgische regering doof voor kritiek van buiten, en bovenal ook doof voor suggesties Saakasjvili in het buitenland te laten behandelen en oog te hebben voor de menselijke waarden.
De aanval op de onafhankelijke media en NGO-sector is het sluitstuk van dit proces van democratisch verval, het bestendigen van de macht en het verlaten van de Europese koers. Hierin volgt Tbilisi de blauwdruk van andere illiberale en autocratische regimes.
De Europese Unie en Verenigde Staten hebben nog maar beperkt grip op de Georgische regering. Zij zouden niettemin strafmaatregelen kunnen overwegen die de staat en de samenwerking met het Westen treffen, maar niet de bevolking. Zo zouden ook gerichte sancties ingesteld kunnen worden jegens oligarch Ivanisjvili en zijn directe kring. Georgië stevent af op een situatie waarin een revolutie nog de enige noodrem wordt van de bevolking, en het is voor iedereen beter als dat voorkomen kan worden. Maar of het lukt vervroegde verkiezingen af te dwingen is helemaal de vraag.