De arrestatie van een regisseur en een schrijfster in Moskou is schokkend en omineus. Misschien is het proces tegen Berkovitsj en Petritsjoek het begin van een bredere vervolging van andersdenkenden in Rusland. Het Kremlin wil van Rusland één groot legerkamp maken. Daarvoor is uitroeiïng van de individualistische mentaliteit nodig, vreest cultuurcriticus Andrej Archangelski.
Regisseur en dichteres Zjenja Berkovitsj. Foto: schermafdruk van YouTube
door Andrej Archangelski
Niemand is nog verbaasd over de repressie in Rusland, toch was de aanhouding en arrestatie op 6 mei 2023 van regisseur en dichteres Zjenja Berkovitsj en toneelschrijfster Svetlana Petritsjoek voor velen een schokkende gebeurtenis. De autoriteiten beschuldigen hen naar aanleiding van de toneelvoorstelling ‘Finist de dappere valk’ van rechtvaardiging van terrorisme - na voorlezing van de tekst op YouTube, zo bleek uit de formulering van de officiële aanklacht.
Het stuk gaat over vrouwen die, op zoek naar liefde, na een briefwisseling trouwen met leden van totalitaire sektes. De tekst is gebaseerd op bestaande strafdossiers en Russische gerechtelijke uitspraken. Al in 2020 werd het stuk opgevoerd en in 2022 won het twee keer een Gouden Masker, een prestigieuze Russische toneelprijs. Er kan hen een gevangenisstraf van vijf tot zeven jaar worden opgelegd.
Vervolging om de inhoud
Indertijd werd de vervolging van regisseur Kirill Serebrennikov en zijn collega's ‘een theaterzaak’ genoemd. Maar officieel werden zij vervolgd wegens financiële malversaties. Nu begint er een echte ‘theaterzaak’: voor het eerst in de 21e eeuw in Rusland wordt er vervolging ingesteld vanwege de inhoud van een toneelstuk.
De pro-Kremlin activisten Vjatsjeslav Toenik en Svetlana Sjtsjennikova schreven twee jaar geleden al een denunciatie tegen de auteurs, waarin ze het stuk bestempelden als ‘een instrument in de informatieoorlog tegen de veiligheid van Rusland’. Denunciaties waren trouwens ook vóór de oorlog in Oekraïne heel gebruikelijk, maar bleven tot voor kort zonder gevolgen.
Tijdens de stagnatiejaren onder Brezjnev belandden schrijvers en regisseurs niet in de beklaagdenbank voor ‘foute’ boeken, toneelstukken of films. De premières werden geannuleerd, toneelstukken werden van het repertoire gehaald en films bleven op de plank liggen. Het proces in 1965 tegen de schrijvers Sinjavski en Daniël die onder pseudoniem hun werk in het Westen hadden gepubliceerd leek een nieuwe golf van repressie in te luiden. Maar daarna geen gevangenisstraf meer opgelegd voor creatief werk. Schrijvers bleven boeken schrijven en regisseurs gingen door met toneelstukken opvoeren en films maken.
De vraag die nog onbeantwoord is: waarvoor worden Berkovitsj en Petritsjoek eigenlijk vervolgd? Voor het toneelstuk of voor het openlijk innemen van een anti-oorlogsstandpunt? Het is allebei goed mogelijk.
Toneelschrijfster Svetlana Petritsjoek
Theater was broeinest van creatieve vrijheid
De maatschappelijke invloed van het toneel is in Rusland niet te vergelijken met die van literatuur of film. Maar uitgerekend het Russische theater stond de afgelopen vijftig jaar aan de wieg van veel veranderingen. Het Sovremennik Theater kwam symbool te staan voor de Dooi, en het Taganka Theater voor de op handen zijnde perestrojka. Het theater is in tegenstelling tot andere kunstvormen moeilijk te controleren: een voorstelling komt pas tot leven als ze wordt opgevoerd, op het toneel. Bovendien is het moderne toneel een plek voor communicatie en het verwerken van collectieve trauma’s.
Het Gogol Centrum werd in 2021 gesloten
Voor de recente oorlog beleefde het theater een hernieuwde opbloei: het Gogol Centrum van Kirill Sebrennikov bijvoorbeeld was van 2012 tot 2021 een broeinest van creatieve vrijheid in Poetins Rusland. Al werden er vooral klassieke werken opgevoerd, toch wekten die een griezelig actuele indruk. Het onafhankelijke theater was ook voor de oorlog al een belangrijke vijand van het Kremlin en werd om die reden vervolgd.
Anti-oorlogsstuk
Het eerste geruchtmakende geval was in 2021 de aanklacht van de pro-Kremlin-beweging Officieren van Rusland tegen het anti-oorlogsstuk Het eerste brood van het Sovremennik Theater met Lia Achedzjakova in een hoofdrol. Toen de oorlog al aan de gang was werd het acteursechtpaar Dmitri Nazarov en Olga Vasiljeva wegens anti-oorlogsuitspraken ontslagen uit het Mchat, het Moskouse Kunsttheater (de acteurs zijn geëmigreerd). Onlangs is in St.-Petersburg het Maly Dramatitsjeski Theater onder leiding van de legendarische regisseur Lev Dodin gesloten. Formeel wegens ‘het niet voldoen aan de normen voor sanitair en brandveiligheid’: dé standaardreden om in Rusland iets te sluiten dat ‘fout’ is in de ogen van de machthebbers.
De acteur Danila Kozlovski, die zich aan het begin van de oorlog had gepermitteerd een bescheiden vredeswens uit te spreken, is verbonden aan dit theater. Gewoonlijk chanteert men in dergelijke gevallen de theaterleiding: ‘je ontslaat die of die acteur, je annuleert die of die voorstelling’, en als de regisseur dan akkoord gaat mag er weer gespeeld worden. Maar Lev Dodin heeft blijkbaar besloten niet akkoord te gaan en dus wordt het theater gesloten.
Het theatercollectief Dochters van Soso, een initiatief van Zjenja Berkovitsj
Het Kremlin wil van het toneel een podium voor conservatisme en loyaliteit maken. Onlangs stelde regisseur en pro-Poetin-activist Joeri Solomin voor om wettelijke straffen op te leggen voor ‘foute’ interpretaties van de klassieken. Zo rond het jaar 2022 resteerden er in Rusland alleen nog kleine onafhankelijke theaterprojecten, zoals Soso's Dochters, in het kader waarvan Berkovitsj en Petritsjoek hun toneelstuk opvoerden.
Ongewenste standpunten
Een andere mogelijkheid is dat Berkovitsj en Petritsjoek in feite worden vervolgd om hun anti-oorlogsstandpunten. Met name Berkovitsj, de dichteres en feministe, heeft zich uitgesproken tegen de oorlog in Oekraïne, en is dat aldoor blijven doen. Berkovitsj publiceerde haar gedichten op sociale media: in haar werk stopt ze stelselmatig hints en toespelingen, zoals dat in de Sovjettijd gebruikelijk was. Het bekendste gedicht van Berkovitsj uit 2022 gaat over een grootvader, een al lang overleden oorlogsveteraan, die aan zijn kleinzoon verschijnt in een droom en hem vraagt niet langer zijn naam te gebruiken:
‘En ik zou blij zijn, Serjozja,
Als je me niet meedraagt in de parade,
Ik vraag je met klem (gebaart hij met zijn hand):
Aan geen enkel regiment,
Onsterfelijk of sterfelijk,
Heb ik behoefte.’
Het gedicht verwijst naar de campagne ‘Het onsterfelijke regiment’, waar de Russische propaganda voor de oorlog op grote schaal reclame voor maakte: op 9 mei trekken mensen met portretten van familieleden die in de Tweede Wereldoorlog hebben gevochten naar de pleinen in de steden. Het gedicht van Berkovitsj klonk uiterst actueel: in 2023 blies het Kremlin de landelijke actie af uit angst dat mensen portretten mee zouden dragen van familieleden die intussen gesneuveld waren tijdens de ‘speciale militaire operatie’. Maar het gedicht heeft nog een andere belangrijke betekenis: het Rusland van Poetin heeft de afgelopen dertig jaar nooit geleerd een eigen leven op te bouwen, het bedient zich alleen van overwinningen die de voorouders in het verleden hebben behaald.
Onder curatele van de veiligheidsdiensten
Vervolging voor poëzie of voor toneel is allebei even verschrikkelijk. Deze strafzaak wijst echter op nog een belangrijke verandering binnen het Kremlin. Vóór de oorlog werd het machtsblok van de veiligheidsdiensten (politie, openbaar ministerie, speciale diensten) gecontroleerd door de presidentiële staf, een van de meest invloedrijke bestuursorganen in Poetins Rusland, waarin Sergej Kiriënko deze zaken behandelde. Voor de oorlog gold de presidentiële staf binnen het machtsapparaat voor het meest verlichte bestuursorgaan. In geval van vervolging van mensen uit de cultuurwereld hield de presidentiële staf politie en veiligheidsdiensten in toom. Zij begrepen dat je kunst nooit straffen moest opleggen. Commentatoren wijzen er op dat dit bestuursorgaan tegenwoordig zijn invloed kwijt is geraakt.
FSB in actie. Foto Wikimedia Commons
Er is een andere logica voor in de plaats gekomen: à la guerre comme à la guerre. De politieke strijd tussen de diverse Kremlintorens is gewonnen door mensen die cultuur louter als een ideologisch strijdmiddel opvatten en wars zijn van ieder sentiment. Interessant om te weten is dat in de Sovjettijd de KGB juist gold als de ‘modernistische’ sectie binnen het staatsapparaat, in tegenstelling tot de communistische partij-ideologen. Nu zijn de rollen omgedraaid en zijn de huidige Russische veiligheidsdiensten, opvolgers van de KGB, de belangrijkste dogmatici geworden.
Logica van de terreur
Zit er een logica achter het repressieve optreden van het Kremlin, of is er al een aan de terreur inherente logica aan het werk, zoals in de jaren dertig? En hebben de machthebbers de repressie niet meer onder controle?
Ten eerste kan de verharding van de veiligheidsdiensten (de siloviki) worden verklaard uit de zich almaar voortslepende oorlog: veel siloviki zijn aan het front geweest en zagen met eigen ogen hoe de oorlog er voor staat. Ze zijn kwaad en meedogenloos: wie zich niet ondubbelzinnig voor de machthebbers uitspreekt wordt als vijand aangemerkt. Hierbij krijgen ze hulp van Kremlingezinde figuren uit de cultuursector.
Schrijver en pro-oorlogspropagandist Zachar Prilepin, die onlangs bij een bomaanslag zwaar werd gewond. Foto Wikimedia Commons
Vorig jaar werd de ‘Onderzoeksgroep anti-Russische activiteiten’ (GRAD) opgericht, aangevoerd door de schrijver Zachar Prilepin. Volgens de groep moest de Russische cultuurwereld af van haar onpatriottische vertegenwoordigers. De groep sprak zijn verbazing uit over het ontbreken van grootse toneelstukken ter ondersteuning van de ‘speciale operatie’, en constateerde dat auteurs niet al even grootse romans schreven over dit thema.
De conclusie van GRAD is op zich interessant: zij stellen vast dat de ‘liberale besmetting’ sinds de jaren negentig diep is doorgedrongen in de Russische samenleving, het onderwijs en de cultuur: als gevolg daarvan zijn hele generaties (twintigers en dertigers) ‘aangetast’. En dus zijn er grote nieuwe zuiveringen nodig, zoals onder Stalin. Ook houden zij de liberalen, d.w.z. het verlichte, beschaafde deel van de Russische samenleving, verantwoordelijk voor de Russische nederlagen. Zjenja Berkovitsj is niet toevallig mikpunt geworden: haar grootmoeder Nina Katerli was een prominente Sovjetdissidente.
Misschien is het proces tegen Berkovitsj en Petritsjoek het begin van een bredere vervolging van andersdenkenden in Rusland. Als we terugkeren naar de geschiedenis van de Sovjet-Unie, die bepalend was voor het wereldbeeld van de huidige Kremlinleiders, zien we dat het op verschillende tijdstippen is gebeurd. De Sovjetideologie is gebaseerd op het idee van de ‘sociale rechtvaardigheid’. Zoals alle ideologen gingen de oprichters van de Sovjetstaat, met Lenin voorop, ervanuit dat hun idee zou aanslaan bij het merendeel van de wereldbevolking.
Onverbeterlijke vijanden
Toen bleek dat zelfs in Rusland veel mensen geen Sovjetparadijs wilden, moest de ideologie daar een verklaring voor bieden. De Sovjets kwamen met de droevig stemmende, beruchte etiketten: ‘klassenvijand en volksvijand’. Dat concept was nodig om te verklaren waarom het communisme nog niet was aangebroken. Dat kwam door vijanden, altijd werd het door heimelijke of openlijke vijanden gedwarsboomd. De Sovjetpropaganda beweerde dat bepaalde sociale groepen vanwege hun afkomst, opvoeding en hun aard (sic!) onverbeterlijk waren. Ze konden alleen worden vernietigd.
Dit gold de eerste jaren van de Sovjetmacht voor de vertegenwoordigers van bourgeoisie en adel en diende als rechtvaardiging voor de Rode Terreur. Vervolgens werd deze formule nog vele jaren gebruikt om politieke concurrentie uit te schakelen (Stalins zuiveringen in de jaren dertig). Mogelijk worden vandaag de dag de intelligentsia en de middenklasse, de geschoolde stedelingen die tegen de oorlog zijn of deze tenminste niet steunen, door het Kremlin als zulke ‘klassenvijanden’ beschouwd. De benaming ‘buitenlands agent’ (ingezet als repressiemaatregel tegen andersdenkenden) betekent feitelijk hetzelfde als ‘volksvijand’. Op het ogenblik kan iedereen in Rusland voor willekeurig welke uitspraak of actie tegen de overheid tot buitenlands agent worden verklaard.
Nachtmerriescenario
Er is echter een verschil. De stalinistische terreur in de jaren dertig speelde zich af in een andere maatschappelijke werkelijkheid. Rusland was nog een ‘boerenland’. Stadsbewoners waren in de minderheid, ze vormden een kwart van de bevolking. Tegenwoordig woont tweederde van de Russen in steden, en wat niet onbelangrijk is: ze wonen daar al lang. Hoe ze ook over de regering mogen denken, het zijn individualisten: dat typeert de instelling van de stedeling. Het huidige Kremlin wil van Rusland één groot legerkamp maken: daarvoor is uitroeiing van de individualistische mentaliteit noodzakelijk.
Hoe absurd het ook klinkt, het Kremlin is er misschien wel op uit de geest van de beschaving, van de urbanisatie uit te bannen. Het proces tegen Berkovitsj en Petritsjoek kan het beginsignaal zijn voor een grootschalige repressie tegen de Russische intelligentsia en stedelijke klasse. Dat lijkt nu nog een nachtmerriescenario, maar Rusland heeft al meer dan eens bewezen dat het in staat is de grootste schanddaden uit eigen verleden te herhalen. Niet alleen tegenover andere volkeren en landen, maar ook tegenover het eigen volk.