Rusland heeft veel meer militaire vliegtuigen dan Oekraïne. Bombardementen op infrastructuur en steden gaan maar door. Toch lukt het de Russen ook vanuit het luchtruim niet Oekraïne te breken. Hoe kan dat? Westerse militair analisten trekken wekelijks lessen uit de Russische missers, schrijft Laura Starink. Traditioneel ligt de nadruk in Rusland bij de landmacht. De luchtmacht is inflexibel en opereert vooral vanaf Russisch grondgebied. Een enorm verschil met de westerse aanpak. Helaas is de verwoesting er niet minder om.
De drone is in de oorlog tegen Rusland het icoon geworden van de Oekraïense luchtmacht (foto twitter)
door Laura Starink
Als er iets is in de Russische oorlog tegen Oekraïne dat Poetin zwaar op de maag moet liggen dan is het dat de Russische gevechtsmachine sinds de invasie van 24 februari 2022 door westerse analisten en geheime diensten dag in dag uit nauwgezet wordt geanalyseerd.
Militaire experts zagen de oorlog niet aankomen omdat ze de effectiviteit en slagkracht van het op 1 na grootste leger ter wereld totaal verkeerd hebben ingeschat. Dat gebrek aan kennis wordt nu snel ingehaald. Het slagveld ligt bij de hele wereld, inclusief China, onder het vergrootglas. Maar ook Oekraïnes onverwacht inventieve oorlogsvoering wordt door de NAVO en alle militaire en politieke denktanks bestudeerd.
Een van de kwesties waarover ook leken zich verbaasden bij de Russische aanval is de rol van de Russische luchtmacht in de oorlog. Die is nog steeds veel groter, beter bevoorraad en ontwikkelder dan de Oekraïense. Materieel gesproken was het een totaal ongelijke strijd. Daarom hameren de Oekraïners zo op de levering van de F16.
Toen de landinvasie verzandde na een reeks Russische militaire nederlagen (Kyiv, Charkiv, Cherson) verlegden de Russen het accent weliswaar naar straaljagers, Iraanse drones en lange-afstandraketten, maar ondanks het overwicht in de lucht is Rusland er nog steeds niet in geslaagd Oekraïne op de knieën te dwingen.
De afgelopen jaren heeft Poetin de wereld een luchtmacht voorgespiegeld van onoverwinnelijke supersonische kruisraketten die huns gelijke in de wereld niet zouden kennen. Maar toen zijn paradepaardje de Kinzjal (De dolk) afgelopen maand op Kyiv werd afgevuurd, haalde de Oekraïense luchtverdediging er (met behulp van Amerikaanse Patriots) zes uit de lucht.
Deels valt Oekraïnes knappe verweer natuurlijk te verklaren uit de levering van westers materieel aan Oekraïne, maar afdoende is dat niet. Hoe zit het dan?
Westerse lessen uit de oorlog
De Zweedse politiek-militaire specialist Robert Dalsjö zet in een rapport in samenwerking met het Zweedse National Defence Research Institute (FOI) voor het militaire blog Wavellroom helder op een rijtje wat militaire analisten tot dusver voor lessen hebben getrokken uit de Russische luchtoorlog.
Het beeld van de ‘glanzende Russische oorlogsmachine’, dat door westerse experts klakkeloos werd overgenomen bleek fictie. Het gaat te ver van een ‘Potjomkin-leger’ te spreken, aldus Dalsjö, maar het leger blijkt ‘vergeven van incompetentie en corruptie, terwijl veel materieel slecht heeft gepresteerd, mankementen vertoont of gewoon helemaal niet blijkt te bestaan’.
Net als in Syrië koos Rusland voor het bombarderen van steden als Marioepol
Als alle andere militair specialisten onderscheidt Dalsjö vier fasen in de oorlog:
I. Blitzkrieg van februari tot april 2022
Direct na de invasie waren de Russische luchtaanvallen gericht op militaire vliegvelden, munitiedepots, radarsystemen en luchtverdedigingsinstallaties op de grond. Deze luchtaanvallen mislukten vooral omdat de Oekraïners dankzij voorkennis via de Amerikanen hun grondinstallaties bliksemsnel wisten te verplaatsen. De Russen waren niet flexibel genoeg om daarop te reageren. Hun raketten misten ook gewoon vaak doel.
Dit was des te opvallender omdat de Russen numeriek een enorme overmacht hadden: 300 Russische vliegtuigen tegenover 80 Oekraïense, 200-300 Russische vluchten per dag tegenover 20-40 Oekraïense.
De Oekraïense tactiek van verrassingsaanvallen dwong de Russen vervolgens lager te gaan vliegen, wat hun vliegtuigen kwetsbaar maakte voor Oekraïense Manpads (draagbare luchtverdedigingsraketten). Oekraïense piloten bleken beter getraind voor lage vluchten. Ook hadden de Oekraïners de overhand in drone-tactieken.
Zo moesten de Russen uiteindelijk hun toevlucht nemen tot de Syrische tactiek van het platbombarderen van steden, met Marioepol als meest gruwelijke voorbeeld.
Twee dingen vallen op aan de Russische luchtmacht, zegt Dalsjö. De Russische krijgsmacht is hoofdzakelijk een landleger, waarbij de luchtmacht vooral bedoeld is voor verdediging van het eigen territorium. Ze is niet ingericht op de onmiddellijke stationering van straaljagers op een veroverd grondgebied. En de Amerikaanse tactiek van snelle uitschakeling van de luchtverdediging van de tegenstander is bij de Russische luchtmacht niet of nauwelijks ontwikkeld.
Het gevolg van deze specifieke inrichting van de Russische luchtmacht is dat zij goeddeels met langeafstandsraketten vanuit Rusland opereert. Dat verklaart de onnauwkeurigheid van de beschietingen en het grote aantal inslagen op woonblokken, scholen, ziekenhuizen en andere burgerdoelen.
II. Massaal grondoffensief: half april – half augustus
Deze fase kostte beide partijen grote hoeveelheden manschappen en materieel. De Russische luchtmacht bepaalt haar militaire doelen niet zelfstandig, maar op basis van informatie van de landtroepen. Ter verdediging van de in het nauw gebrachte grondtroepen koos ze daarom voor lage aanvallen op militaire doelen, vooral met ongeleide bommen.
Daarnaast begon men met de structurele uitschakeling van de Oekraïense infrastructuur. Dat gebeurde met langeafstandsraketten vanuit Rusland. In beide gevallen leidde dat opnieuw tot vele missers en afzwaaiers. Daar komt nog bij dat westerse analisten veronderstellen dat de Russen de oorlog ingingen met niet meer dan 100 getrainde straaljagerpiloten, die dus onevenredig zwaar belast werden.
III. Oekraïense tegenaanval: eind augustus – midden november
Naast het succesvolle Oekraïense grondoffensief in de richting van Charkiv in het oosten en Cherson in het zuiden is Oekraïne erin geslaagd Amerikaanse radarsystemen te installeren op haar verouderde MIG-29 straaljagers uit de Sovjet-tijd.
‘Dit was technisch gesproken een huzarenstukje dat waarschijnlijk enige “dirty engineering” [implementatie zonder aan de vereiste veiligheidsregels te voldoen - red.] behoefde, maar het gaf de Oekraïense luchtmacht de mogelijkheid de Russische luchtafweer op [door de Russen] bezet gebied in Oekraïne aan te vallen’, aldus Dalsjö.
Hoewel de Russen daarna de lange-afstandsaanvallen op de energie-infrastructuur fors opvoerden, hielden de Oekraïners stand door uitval onmiddellijk te repareren. Zo kwamen ze min of meer de winter door. Het moreel werd niet gebroken.
IV. Deadlock - half november tot heden
Poetin veranderde van tactiek met de afkondiging van een gedeeltelijke mobilisatie, hernieuwde dreiging met kernwapens en de annexatie (in september) van 4 Oekraïense regio’s die tot op de dag van vandaag nog niet helemaal in handen van de Russen zijn. Met name het verlies van provinciehoofdstad Cherson aan de rivier de Dnipro was een gevoelige nederlaag voor de Russen. (Overigens maakte de bevrijding van Cherson het leven voor de bevolking er alleen nog maar gevaarlijker op, want de Russen blijven de stad met drones en raketten bestoken).
De door Poetin als onoverwinnelijk betitelde Kinzjal werd door de Oekraïners uit de lucht gehaald (foto Kremlin)
Concluderend zegt Dalsjö: wij keken met een westerse (lees Amerikaanse) bril naar het Russische leger. ‘Maar terwijl de VS sinds 1945 overwegend een lucht- en zeemogendheid zijn geweest, die die onderdelen een onafhankelijke of leidende rol gaf, is Rusland altijd een landmogendheid gebleven. Dat betekent dat Rusland niet beschikt over de westerse concepten van militaire campagnes in de lucht.’
Ongeschikt voor veroveringsoorlog
Materiële Russische superioriteit in de lucht heeft Rusland dus niet de bovenhand gegeven. Dat de eerste opdracht van de luchtmacht is Russisch grondgebied te beschermen maakt haar ongeschikt voor veroveringsoorlogen zoals in Oekraïne. Zo hebben de Russen bijvoorbeeld te weinig vliegende radarsystemen, tankvliegtuigen voor brandstofbevoorrading in de lucht, eletkronische apparatuur voor een luchtoorlog en verkenningsvliegtuigen. Ze lopen technisch gezien fors achter op westerse luchtlegers. Dat is een constatering waar de NAVO en het Westen hun voordeel mee zullen doen.
Naast deze specifiek militaire handicaps van de Russische luchtmacht spelen natuurlijk andere factoren een rol, zoals al vaak is vastgesteld: corruptie, gebrek aan moreel, een slecht functionerende commandostructuur waarbij alles top-down geregeld is, compleet foute inschattingen over de vastberadenheid van de Oekraïners en van het Westen, overschatting van de steun voor de oorlog in Ruslands eigen NAVO (de CSTO), etcetera. Ook de menselijke factor in oorlog is zeer belangrijk gebleken en motivatie van de soldaten en piloten kan een substantieel verschil maken.
Gevechten bij de grensstad Belgorod
De Oekraïners hebben altijd gezegd dat ze niet van plan zijn Rusland aan te vallen. Ze houden vol dat hun enige doel is de vijand te verdrijven van hun grondgebied. De aanvallen op Russische olieopslagplaatsen en de drone-vluchten boven Moskou maken deel uit van hun zenuwenoorlog in de aanloop naar het aanstaande offensief en zijn ook een begrijpelijke woedende reactie op de aanhoudende barrage aan Russische raketten op Oekraïense steden.
Maar de gevechtshandelingen van de twee vanuit Oekraïens grondgebied opererende Russische bataljons in de omgeving van de Russische grensstad Belgorod laten zien dat de grenzen ook hier letterlijk aan het vervagen zijn. De eerste Russische burgerslachtoffers zijn gevallen. Vooralsnog laten de Oekraïners ook hiermee vooral zien dat het Russische leger zelfs de verdediging van zijn eigen land niet op orde heeft. Dat past in de psychologische oorlogsvoering die ze nodig hebben voor het offensief. Maar de acties geven de Russen ook brandstof om de Oekraïnehaat in Rusland aan te wakkeren en zo mogelijk de steun voor de oorlog te verlengen.
Vooralsnog halen de Oekraïners hier hun schouders over op. Hoe meer problemen in Rusland, hoe minder in Oekraïne, is hun uitgangspunt. En hoe eerder er misschien een einde komt aan het Poetin-regime.
Invallen van Russische vrijwilligersbataljons (met Oekraïense steun) in de provincie Belgorod
Russisch of Oekraïens offensief
Volgens sommige analisten was de langdurige en mensenlevens verslindende inname van Bachmoet wat er overbleef van het aangekondigde Russische winteroffensief. In de woorden van Kyrylo Boedanov, hoofd van de Oekraïense militaire geheime dienst: ‘Ruslands grote nieuwe offensief is aan de gang, maar op een manier dat het niet iedereen opvalt’.
Ook het aantal Russische raketaanvallen op infrastructuur nam aanzienlijk af. Wel voert het Russische leger, in afwachting van het Oekraïense offensief, al weken bijna dagelijks bombardementen uit op Oekraïense steden, vooral op Kyiv. Veel drones en raketten worden door de Oekraïense luchtafweer uit de lucht gehaald, maar de psychologische terreur is enorm en er vallen bijna dagelijks burgerdoden.
Na de inname van Bachmoet door de Russen - een pyrrhusoverwinning - lijken de Oekraïners nu geleidelijk aan te beginnen met de tegenaanval. Het net rond Bachmoet sluit zich opnieuw en de Oekraïners zijn ook in het Zuiden bij Melitopol aan het optrekken.
Grote vraag blijft hoe goed geïnformeerd opperbevelhebber Poetin is over het verloop van de oorlog. Zijn persoonlijke ingrepen in het krijgsverloop hebben tot op heden nog weinig succes gehad. Het steeds driester wordende optreden van de Russische warlord Jevgeni Prigozjin,die openlijke vetes uitvecht met minister van Defensie Sjojgoe en legerleider Gerasimov, wijst op groot gebrek aan leiderschap.
Hoe gruwelijk het ook klinkt, de oorlog in Oekraïne is ook een Europees laboratorium gebleken voor oorlogvoering in de 21ste eeuw. En ook de Russen zullen leren van hun fouten, zoals twee landmacht-specialisten van het gerenommeerde Britse RUSI (Royal United Services Institute) in een recent rapport aantoonden. Of het Russische leger en de militaire industrie, gehandicapt door immense materiële en menselijke verliezen en door de westerse sancties, in staat zullen blijken die fundamentele gebreken op korte termijn te repareren is de vraag.
Leedvermaak misplaatst
Desalniettemin is leedvermaak over een Russisch ‘Potjomkin-leger’ misplaatst, zegt ook Dalsjö. Technologische en organisatorische achterstanden en gebrek aan motivatie hebben niet kunnen voorkomen dat het Russische leger enorme verwoestingen aanricht en het menselijk leed in Oekraïne niet is te overzien. Destructie zoals het opblazen van de dam van het waterreservoir bij Nova Kachovka aan de rivier de Dnipro - naar alle waarschijnlijkheid door de Russen - kan enorme gevolgen hebben, overigens niet in de laatste plaats voor de nog door de Russen bezette Krim, waar de watertoevoer de afgelopen tien jaar het grootste probleem is geworden. En steeds ligt er de dreiging van een nucleaire oorlog in het verschiet. Het einde van de oorlog is nog niet in zicht.
Lees hier het hele rapport van de Zweedse militair expert Robert Dalsjö.