Voordat de Russen massaal uitweken naar Litouwen was het land een toevluchtsoord voor Belarussen die de dictatuur van Loekasjenko ontvluchtten. Litouwen was ze welgezind. Maar dat beeld is veranderd. Belarussen worden nu vaak over één kam geschoren met Russen en zijn minder optimistisch over hun toekomst, noteerde Jeroen Bult.
Svetlana Tsichanovskaja leidt vanuit Vilnius haar schaduwkabinet voor Belarus
door Jeroen Bult
Sinds het hardhandig neerslaan van de protesten tegen het Loekasjenko's vervalsing van de presidentsverkiezingen in de nazomer van 2020 werd Litouwen, in het bijzonder hoofdstad Vilnius, een geliefd toevluchtsoord voor de Belarussische oppositie-activisten. Nadat ook oppositieleider Svetlana Tichanovskaja er neerstreek, werd Litouwen de broedplaats voor jong politiek en intellectueel talent dat Belarus naar de liberale democratie moet loodsen.
Inmiddels is de stemming een stuk minder optimistisch. Niet alleen is Belarus met instemming van Loekasjenko steeds meer meegesleurd in Poetins smerige oorlog tegen Oekraïne en is het land, onder het mom van ‘een toekomstige uniestaat’, een dociele satelliet van Rusland geworden, in Litouwen zelf lijkt de affiniteit met de Belarussische ballingen op haar retour te zijn. Het anti-Russische sentiment wordt indirect, vooral door het opwerpen van bureaucratische obstakels, ook op de Belarussen gebotvierd.
Hoe ervaren de Belarussen dit guurdere klimaat?
Een speciale band
Litouwen heeft zich na zijn vertrek uit de Sovjet-Unie in augustus 1991 (de Litouwers zelf houden het liever op maart 1990) met vallen en opstaan ontwikkeld tot een relatief succesvolle democratie en markteconomie. Qua persvrijheid behoort het land tot de wereldtop – in de World Press Freedom Index van 2023 prijkt het op de zevende plaats, pal achter Nederland (Belarus: plaats 157). En wat betreft digitalisering steekt Litouwen pionier Estland onderhand al aardig naar de kroon.
Kortom, een zeer verleidelijk klimaat voor naar vrijheid, welvaart en zelfontplooiing snakkende Belarussen. Bovendien bedraagt de afstand van Minsk naar Vilnius slechts honderdtachtig kilometer. Veel van de Belarussische migranten zijn aan de slag gegaan in de snel uitdijende hoofdestedelijke ICT-sector en proberen hun computertechnische vaardigheden tevens aan te wenden om de achterblijvers in Belarus van waarheidsgetrouwe informatie te voorzien.
Binnen de EU en de NAVO heeft Litouwen zich, sedert zijn toetreding in 2004, ontpopt tot een fanatieke voorstander van zo hecht mogelijke banden met ex-Sovjet-republieken als Oekraïne, Georgië en Moldavië en van een keiharde aanpak van oud-kolonisator Rusland. De relatie met Belarus is evenwel altijd een stuk ambivalenter geweest.
De buurlanden onderhouden een speciale band, die dateert van de late middeleeuwen, toen Litouwen een machtig groothertogdom was, waarvan ook een groot deel van het huidige Belarus deel uitmaakte. Het wapenschild van de ridder te paard dat Belarus van 1991 tot de machtsovername door Loekasjenko gebruikte, de Pahonja, is bijna identiek aan dat van Litouwen, de Vytis, en verwijst naar het groothertogdom van weleer.
Een ander ‘symbool’ van die historische verstrengeling is de Belarussische minderheid in Litouwen die, ongeacht alle verschuivende grenzen, bestuurlijke herindelingen en buitenlandse bezettingen door de eeuwen heen, altijd is blijven bestaan. Uit de officiële volkstelling van 2021 bleek dat er in heel Litouwen 28.183 Belarussen resideren, ofwel één procent van de bevolking (een deel daarvan is ‘verpoolst’ of ‘gerussificeerd’). Dat aantal is na 202l natuurlijk sterk toegenomen. Juist door de gedeelde geschiedenis en culturele raakvlakken voelen veel Belarussen zich aangetrokken tot Litouwen. ‘Het heeft integratie voor mij vrij eenvoudig gemaakt’, zegt Axana die drie jaar geleden in Vilnius aankwam.
Belarussen vierden ooit Vrijheidsdag met een menselijke keten van Vilnius totaan de grens met Belarus. Nu voelen ze zich minder welkom
Tweeslachtig beleid
Tot 2020 voerde Litouwen een tweeslachtig beleid ten aanzien van het Belarus van Loekasjenko. Aan de ene kant bekritiseerde het de repressie en opende het de poorten voor vluchtelingen en NGO’s uit Belarus. Aan de andere kant wilde Litouwen een dialoog met Loekasjenko gaande houden, ook om te voorkomen dat die in de armen van Poetin-Rusland zou worden gedreven. Het scenario van een Russisch-Belarussische unie is voor Litouwen, dat ook aan de Russische Kaliningrad-exclave grenst, namelijk een geopolitieke nachtmerrie.
Maar de diplomatieke kanalen raakten steeds meer verstopt. Aan het einde van het vorige decennium was de relatie met Rusland al behoorlijk verzuurd, met name door de bouw (door het Russische Rosatom) van de Astravjets-kerncentrale, op twintig kilometer afstand van de grens met Litouwen. De centrale voldoet bij lange na niet aan de veiligheidsnormen, maar de eerste reactor werd in november 2020 gewoon opgestart.
Na de verkiezingen in Belarus in augustus 2020 en de daarop volgende onderdrukking is Litouwen een heel andere weg ingeslagen. De ambigue Belarus-politiek behoort voorgoed tot het verleden. Door te blijven refereren aan het gedeelde verleden en door het groothertogdom van weleer te presenteren als een onlosmakelijk onderdeel van de Europese beschaving hoopte Litouwen Belarus aan te sporen zich van Rusland af te keren. Maar Loekasjenko koos definitief voor de oosterse autocratie en Rusland.
De Litouwse koerswijziging tekende zich meteen af. Litouwen weigerde Loekasjenko te erkennen als wettig staatshoofd, bood onderdak aan oppositieleider Svetlana Tichanovskaja en haar Coördinatieraad en drong er bij de EU op aan om stante pede sancties tegen het repressieve regime in Minsk in te stellen. Diplomatieke contacten werden tot een minimum beperkt, in de Belarussische ambassade brandde nog maar een enkele lamp.
De bilaterale betrekkingen bereikten in 2021 en 2022 een dieptepunt. De centrum-rechtse regering-Šimonytė in Vilnius reageerde woest op het onderscheppen van een passagiersvliegtuig dat onderweg was van Athene naar Vilnius in mei 2021. Na de gedwongen landing in Minsk werd een Belarussische passagier, de kritische journalist Roman Protasevitsj, gearresteerd.
Loekasjenko sloeg terug door weerloze migranten uit het Midden-Oosten en Afrika door te sluizen naar Litouwen, met een humanitaire crisis bij de grens en propvolle opvangkampen als gevolg. Loekasjenko's steun voor de Russische aanval op Oekraïne, inclusief het openstellen van Belarussisch grondgebied voor Russische militairen en wapentuig (en, binnenkort, atoomwapens), zette nog meer kwaad bloed in Litouwen.
Muurschildering van de gevangen Belarussische Nobelprijswinnaar Ales Bialiatsky in Vilnius
Het meest cruciale aspect van Litouwens aangepaste Belarus-politiek was zijn nog prominentere rol als veilige haven voor de Belarussische oppositie. Zo’n 46.000 personen die tussen 2020 en 2022 naar Litouwen trokken kregen een verblijfsvergunning. De meesten vonden hun weg naar de ICT, de logistiek, de horeca of de bouw of hebben in Litouwen hun bedrijf voortgezet. Of zijn voltijds activist gebleven. Zeventig procent van de nieuwkomers geniet een vast inkomen en slechts tien procent heeft een beroep hoeven doen op de sociale zekerheid, blijkt uit het eind 2022 verschenen rapport van de Vilniuse denktank Eastern Europe Studies Centre. In een souterrain in het centrum van Vilnius is een Belarussisch oppositiecafé, Pahonia. Aan de muren hangen een schilderij van Svetlana Tichanovskaja, wit-rood-witte vlaggen en een enorm blauw-geel dundoek, uit solidariteit met Oekraïne.
Maar Vladimir Poetins ‘speciale militaire operatie’ aldaar heeft voor de Belarussen in Litouwse ballingschap ook minder prettige gevolgen.
Politieke en bureaucratische tegenwind
De meesten hebben er alle begrip voor dat de Russische oorlog tegen Oekraïne en de komst van duizenden Oekraïense vluchtelingen naar Litouwen de Belarussische Zaak heeft overschaduwd. ‘Natuurlijk, we moeten ervoor zorgen dat die zichtbaar blijft, maar veel Belarussen hier doen mee aan protesten tegen Rusland. Dat probeert ook onze identiteit kapot te maken’, aldus Axana (‘liever geen achternaam’) die voordat zij naar Litouwen uitweek in de NGO-wereld actief was.
Slechts een kleine groep Belarussen meent dat de Oekraïners worden voorgetrokken en heeft op sociale media haar gedachten laten gaan over vertrek uit Litouwen, maar het lijkt eerder om mensen te gaan die dat met het oog op hun carrière toch al van plan waren.
Het is eerder een andere tendens die de Belarussen verontrust en teleurstelt. Dovilė Jakniūnaitė, verbonden aan het Instituut voor Internationale Betrekkingen en Politieke Wetenschappen van de Universiteit van Vilnius, vatte dat gevoel bij publieke omroep LRT als volgt samen: ‘Het verdedigen van Russen en zelfs Belarussen wordt [in Litouwen] bijna gezien als verraad, als iets disloyaals of op zijn minst als een teken van slechte smaak’.
De Russen zijn sinds het begin van de oorlog (en sinds het afkondigen van de ‘gedeeltelijke mobilisatie’ door Poetin) nooit echt welkom geweest in Litouwen, Letland en Estland. Maar dat politici de Belarussen op Litouwse bodem nu kennelijk ook voor potentiële trawanten van het Russisch imperialisme houden, enkel en alleen omdat Loekasjenko zijn hachje wil redden, vinden zij ronduit stuitend. Werden de Belarussen in 2020 niet met open armen verwelkomd?
Omstreden wetten
Twee nauw met elkaar verweven kwesties van politiek-bureaucratische aard brachten onlangs onrust teweeg binnen de Belarussische gemeenschap. Het Litouwse parlement nam op 4 april een wetsvoorstel aan dat het onder andere moeilijker maakt voor Belarussen (en Russen) om een visum voor Litouwen aan te vragen. De oorspronkelijke versie ging nog veel verder: Belarussen zouden helemaal geen visum meer kunnen bemachtigen, geen onroerend goed meer kunnen kopen en geen naturalisatieprocedure meer kunnen doorlopen. President Nausėda sprak zijn veto uit over de tweede variant, maar het parlement negeerde hem door op 21 april toch voor de versoepelde versie te stemmen.
Bar Pahonia in Vilnius
‘We zijn zeker niet blij met die wet’, zegt Julia Mickiewicz (44), in haar donkere kantoor in een keurige straat even buiten de oude binnenstad van Vilnius. Julia is het hoofd van de NGO ABF, die zich in Belarus inzette voor de opbouw van democratie ‘van onderop’, door deelnemers zich in kleine ‘kringen’ met een bepaald thema te laten bezighouden. Na de demonstraties in 2020 werd ze gearresteerd en door de KGB aan dreigementen en psychologische marteling onderworpen.
Ze besloot in november 2020 in Vilnius te blijven, waar ze ABF, een afkorting van ‘het is goed om actief te zijn’, opnieuw oprichtte. Met de leiders van andere NGO’s besprak ze de opties om tegen de ‘visumwet’ in het verweer te komen – met een petitie als resultaat. ‘We stapten over onze onderlinge verschillen heen, een succes voor de Belarussische civil society hier’, zegt Axana.
Diezelfde controversiële wet, die tot mei 2024 van kracht zal blijven, maakt het Russen in Litouwen zelfs onmogelijk nog een verblijfsvergunning aan te vragen. Voor de Belarussen werd een uitzondering gemaakt, omdat er, in de woorden van een parlementslid, ‘ook Belarussische vrachtwagenchauffeurs nodig zijn’.
In december 2022 kondigde het Departement van Migratie opeens aan dat wie een aanvraag indient of zijn verblijfsvergunning wil verlengen een vragenlijst dient in te vullen. Die bevat vragen als ‘van welk land is de Krim?’ en informeert naar een mogelijk verleden als militair of ambtenaar. De VSD, ’s lands inlichtingendienst, analiseert de antwoorden, met het argument dat zij wil controleren of een persoon ontvankelijk is voor recrutering door Loekasjenko’s KGB (of Poetins FSB). Een oordeel kan lang op zich laten wachten, wat al tot de nodige frustratie heeft geleid. LRT meldde dat er dit jaar reeds 365 aanvragen zijn afgewezen – en dat de Belarussen het hoogst scoren binnen het totale aantal afwijzingen door de Migratiedienst.
Maryia Sliaptsova (33) van het Belarusian Human Rights House, een NGO (‘meer een koepel van zelfstandige NGO’s’) die sedert 2006 vanuit Vilnius opereert, noemt de vragenlijst ‘discriminerend’. Mariya, een jurist die in 2011 naar de Litouwse hoofdstad vertrok maar tussen 2019 en 2021 weer in Minsk werkte, vindt zeker de Krim-vraag absurd. Verreweg de meeste Belarussen, zowel die in Litouwen als die in Belarus zelf, verwierpen de Russische annexatie van het schiereiland in 2014 resoluut.
De achterdocht van de VSD, zo vertelt Mariya in een hypermoderne kantooretage nabij de Neris-rivier, is op zich niet helemaal onterecht. Er zijn, in Vilnius, mensen gevolgd en benaderd door de KGB (ook een collega van Julia is telefonisch lastiggevallen en tijdens een bijeenkomst van ABF dook een nogal verdachte figuur op. Zelf zal Mariya nooit haar privé-adres aan wildvreemden geven. Ze weet echter dat er ook Litouwers zijn die zich door Loekasjenko’s beruchte geheime dienst hebben laten strikken.
Somber toekomstbeeld
De meeste Belarussen vinden dat ze door de overheid oneerlijk worden behandeld. Ze hebben zich onmiddellijk tegen Ruslands bloedvergieten in Oekraïne gekeerd, hebben geld en goederen ingezameld om de Oekraïners te helpen, verafschuwen het idee van een Russisch-Belarussische ‘unie’ en beseffen dat dit voor hun gastland, Litouwen, een grote geopolitieke catastrofe zal zijn. Naar verluidt zijn er zelfs enkele Belarussen vanuit Litouwen naar Oekraïne afgereisd om daar als vrijwilliger tegen de Russische invasiemacht te strijden. Waarom dan toch die politiek-bureaucratische nukken?
Tegelijkertijd is men zich ervan bewust dat de achterblijvers in Belarus, en natuurlijk de Oekraïners, het vele malen zwaarder hebben. Andrei Vazyanau (34), als antropoloog verbonden aan de Belarussische European Humanities University in Vilnius (die in 2006 de status van Litouwse universiteit kreeg toebedeeld), probeert een en ander ook te relativeren. ‘Het is gelukkig nog altijd mogelijk om een visum op humanitaire gronden te krijgen. En die vragenlijst is vernederend, maar is beslist niet het belangrijkste probleem. Echte discriminatie komt hier slechts incidenteel voor, de Belarussische gemeenschap in Vilnius is beter af dan die in Polen en is ook beter geïntegreerd’.
Ook Mariya laat doorschemeren dat discriminatie vaak onbedoeld is: ‘Mensen zien Belarussen weleens voor Russen aan, omdat die eersten soms Russisch met elkaar spreken, of ze horen het verschil tussen het Russisch en Belarussisch niet’.
Over de toekomst van Belarus is Andrei, evenals Axana, een stuk somberder. ‘Die staat en valt met twee mogelijke ontwikkelingen. Ten eerste kan Loekasjenko alsnog besluiten Belarussische militairen naar Oekraïne te sturen en zich direct in de oorlog te laten meesleuren. Ten tweede kan Rusland Belarus, met die “uniestaat” als excuus, bezetten en, net als we nu in de Donbas zien, de inwoners een Russisch paspoort opdringen’.
De 57 ingelijste foto’s die, op de stoep en met kaarsjes ervoor, tegen het hek van de Belarussische ambassade aan staan, herinneren de passanten aan de offers die de Belarussen reeds hebben moeten brengen. Onder de afgebeelde personen bevinden zich, naast slachtoffers van Loekasjenko’s terreurbewind, ook vrijwilligers die in Oekraïne zijn gesneuveld. Een jongen, Vital Shishou, is in augustus 2021 opgehangen aangetroffen in Kyiv – zelfmoord zal het niet zijn geweest. Om de hoek, voor een grote supermarkt, staan drie bolides met Belarussische kentekenplaten geparkeerd. De weekendboodschappen moeten worden gedaan, ook voor Belarussen in Litouwse ballingschap gaat het leven door.