Russische historicus Zygar houdt vooral eigen landgenoten spiegel voor

Michail Zygar, al tien jaar een populaire en hippe historicus in Rusland, heeft in ballingschap een boek geschreven over en tegen de invasie in Oekraïne. In War and punishment. The story of Russian oppression and Ukrainian resistance beoordeelt Zygar de oorlog niet alleen als een uiting van het kwaad dat Poetin vertegenwoordigt. Volgens Zygar is de oorlog ook het gevolg van de eeuwenoude Russische mythevorming over Oekraïne en van de Russische verslaving aan het eigen imperialisme. Historicus Marc Jansen bespreekt dit voor Russen controversiële boek.


Toen Zelensky nog dacht dat er met Poetin viel te praten. Normandië-overleg onder auspiciën van Franse president in december 2019. Foto Flickr.

Door Marc Jansen

Onder Russische ballingen woedt een discussie over de reactie op de oorlog in Oekraïne. In zijn recente War and punishment neemt de ook geëmigreerde Russische journalist Michail Zygar in dat debat een tamelijk radicaal standpunt in. Zygar is een van de oprichters van televisiestation Dozjd, dat in 2022 uit Rusland is verbannen. Eerder schreef hij de in het Westen verschenen werken All the Kremlin’s men en The empire must die.

War and punishment. The story of Russian oppression and Ukrainian resistance is in de herfst 2022 geschreven op basis van een vracht aan literatuur en interviews. Het handelt eigenlijk over de Russische overheersing van Oekraïne en het Oekraïense verzet daartegen. In de inleiding en het nawoord beschrijft Zygar hoe hijzelf tegenover de oorlog in Oekraïne staat. Hij spaart daarbij zichzelf, noch de Russische geschiedenis. ‘Spijtig genoeg is het ook de Russische cultuur die schuldig is aan al deze gruwelen’, is hij van mening. Hij legt de schuld tevens bij vele Russische schrijvers en historici van de afgelopen drieënhalve eeuw. ‘We hebben over het hoofd gezien dat eeuwenlang “de grote Russische cultuur” andere landen en volken heeft gekleineerd, onderdrukt en vernietigd.’

‘Onze’ mythen hebben geleid naar het ‘fascisme van 2022’. Vladimir Poetin is tijdens zijn leven veranderd in een ‘bovenaards, universeel kwaad’. Zygar doelt klaarblijkelijk op de invasie en de ellende die deze in Oekraïne heeft aangericht.

De auteur heeft dat ook laten weten in een open brief (over het hoe en waarom wijdt hij verder niet uit) met verschillende Russische schrijvers, filmers en journalisten als ondertekenaars. ‘Nadia (een Oekraïense die niet met hem wil praten omdat ze hem een Russische ‘imperialist’ vindt en verder anoniem blijft), ik ben geen imperialist, en schrijf dit boek om dat anderen ook niet te laten zijn’, sluit hij de inleiding af. Maar ‘ik ben ook verantwoordelijk voor Ruslands oorlog tegen Oekraïne, net als mijn tijdgenoten en hun voorouders.’

Russen verslaafd aan eigendunk

In het nawoord gaat hij daarop door. ‘Rusland als rijk is een zaak van het verleden, een rechtstreekse en onherroepelijke consequentie van de oorlog. Velen van ons, geboren in dat rijk, kunnen dit evidente feit nog niet begrijpen. Ze werden bedwelmd, dronken gevoerd door de grootheid van het imperialisme. We hebben deze drug eeuwenlang gerookt, het heeft onze ijdelheid gevoed. De mythe van grootheid werd ons met de paplepel ingegoten, werd ingespoten in onze aderen en maakte ons high. We zijn een gevaar voor anderen en onszelf.’

‘Imperiale geschiedenis is onze ziekte; het is verslavend. En de symptomen van de terugtrekking zullen pijn doen. Maar het is onvermijdelijk.’ We moeten stoppen te denken dat we uniek zijn. ‘Stoppen trots te zijn op ons weidse territorium. We moeten de staat het recht ontnemen ons zijn gezichtspunt van het verleden op te leggen. Toekomstige generaties Russen zullen zich de oorlog die Poetin heeft ontketend met vrees en schaamte herinneren. Zij zullen zich verwonderen hoe archaïsche overmoed de geesten van eenentwintigste-eeuwers begon te beheersen. En zij zullen een andere weg inslaan als wij, hun voorouders, er vandaag de straf van dragen.’

Mythevorming sinds 1654

Door het boek heen behandelt de auteur de voorgeschiedenis van de Oekraïense invasie vanaf de zeventiende eeuw. De feiten zijn min of meer bekend.

Opmerkelijk is dat hij de oorsprong van de ‘Russische wereld’ (Roesski mir), voor Russen een begrip, in de zeventiende eeuw zoekt, in de Synopsis van Innokenty Gizel, een Duitser uit Oost-Pruisen. De Russen menen dat de toenmalige leider van Oekraïne, kozakkenhetman Bohdan Chmelnytsky in zijn strijd tegen de Polen begin 1654 in Perejaslav een bondgenootschap sloot met de Moskouse tsaar. Er waren voorwaarden aan dit bondgenootschap verbonden, en het werd spoedig vervangen door andere verdragen, volgens Zygar. Maar dit bondgenootschap werd een vaststaande mythe in de Russische en Sovjet-geschiedschrijving. De achterliggende gedachte was dat Rusland en Oekraïne ‘één zijn’. Chmelnytsky’s standbeeld in Kyiv staat ook in dit teken.

De auteur gaat nog enkele mythen van de ‘koloniale overheersing’ van Oekraïne af, zoals het ‘verraad’ van kozakkenhetman Ivan Mazepa of Oekraïne als ‘uitvinding’ van Lenin, en ontrafelt ze. Het Oekraïens werd in de Russische tijd stelselmatig onderdrukt en het Russisch bevorderd. De lijfeigenschap (‘slavernij in alles behalve de naam’) strekte zich voortaan ook tot Oekraïne uit. Het Russische rijk nam intussen almaar in omvang toe.

De naam Stepan Bandera dook Poetin volgens Zygar op in een detective van schrijver Joelian Semjonov (1931-1993), nog uit de Sovjet-jaren. Sindsdien is Bandera, die tijdens de Tweede Wereldoorlog met de Duitsers collaboreerde, voor Poetin symbool van het absolute kwaad. Zygar laat fijntjes weten dat Jozef Stalin zelf eerder, op 23 augustus 1939, een bondgenootschap sloot met dezelfde Adolf Hitler. Maar dit feit vergeet men in het Kremlin liever, of men draait er omheen. Het pact tussen Stalin en Hitler leidde tot de ‘vereniging’ van Oost-Polen met Sovjet-Oekraïne. Vanaf dat moment heten Oekraïners die naar onafhankelijkheid streven ‘Banderisten’ (eerder werden ze ‘Mazepisten’ of ‘Petljoeristen’ genoemd).

Het tweede deel van het boek gaat over de recentere geschiedenis en is gebaseerd op de informatie die Zygar zelf heeft vergaard. Zo werd de Oekraïense ‘Oranjerevolutie’ van 2004, net als de Georgische ‘Rozenrevolutie’ van het jaar daarvoor, volgens Zygar door de verbannen Russische oligarch Boris Berezovski gefinancierd. De kandidaat-president Petro Porosjenko was na de Majdan in 2014, zo schrijft hij, goedgekeurd door de Oekraïense oligarchen Firtasj en Ljovotsjkin, samen met Vitali Klytsjko, de burgemeester van Kyiv. Hij won in 2014 vooral omdat ‘de Donbas niet meedeed’, laat hij weten. Zygar wil zo van Porosjenko een kandidaat van het corrupte verleden van Oekraïne maken en houdt achterwege dat hij al in de eerste ronde met 54,70 procent won.

Van grappenmaker tot oorlogsleider

Door dit relaas rijgt Zygar het levensverhaal van Volodymyr Zelensky, geboren in 1978 in een Russischtalig joods gezin. Hij was, als komisch acteur, ook in Rusland populair en aan het hof van Viktor Janoekovitsj (de verjaagde voorganger van Porosjenko, die met Poetin een akkoord sloot) was hij een geziene gast. Eind 2018 stelde hij zich opeens kandidaat voor de Oekraïense presidentsverkiezingen. De kiezers kozen Zelensky in 2019 in een tweede stemronde uiteindelijk met 73,22 procent, tegenover 24,45% voor de zittende president Porosjenko. Het was een wisseling van een generatie, die erop uit was met de geschiedenis van corruptie te breken.

Zelensky dacht nog enige tijd dat er te praten viel met de Russen. ‘Maar eind 2019 valt er niets te onderhandelen. Poetin dringt aan op het akkoord van Minsk. Zelensky begrijpt dat het niet te realiseren valt. De Oekraïense samenleving zal nooit een verandering van de constitutie accepteren om Donbas een “staat binnen een staat” te maken.’ Dat geldt er als verraad.

De sfeer leek even te veranderen wanneer Poetin de ‘nihilist’ Vladislav Soerkov als Oekraïne-adviseur verving door Dmitri Kozak, met wie Oekraïners volgens Zygar veel beter zakendeden. Maar de coronacrisis en de vrees dat, na de frauduleuze en door de oppositie nimmer geaccepteerde presidentsverkiezingen van 2020 in Belarus, de volgende ‘kleurenrevolutie’ in Rusland zou plaatsvinden, maakten dat Poetin vervolgens een ander pad insloeg. Rusland moest volgens Zygar weer ‘groot’ worden. De angst was ingegeven door Poetins isolement tijdens de pandemie en deed hem begin 2021 besluiten tot een invasie in Oekraïne, zo zeggen ‘bronnen dicht bij het Kremlin’.

De invasie ging een jaar later van start. Dat was ook het moment dat Zelensky ophield ‘grappen te maken’.

De invasie liep voor Rusland echter minder voorspoedig dan menigeen voorspelde.

Controversieel in Rusland

Men kan de auteur verwijten dat hij nergens uitlegt hoe Oekraïne precies verschilt van Rusland, behalve territoriaal en wat taal (en misschien strijdlust en geloof) betreft. Hij gaat bijvoorbeeld voorbij aan twintigste-eeuwse concepten als democratie en rechtsstaat. Ook feitelijke kritiek is mogelijk. De hryvnja (de Oekraïense munteenheid) werd niet (zoals Zygar beweert) direct na de Oekraïense onafhankelijkheid in 1991 ingevoerd, maar pas tijdens het presidentschap van Leonid Koetsjma in 1996.

Zelensky daarentegen is ‘al een legende’, zoals Zygar schrijft. ‘Hij is zijn leven lang deze rol aan het voorbereiden en weet precies hoe hij hem moet spelen: die van een heroïsche leider en een icoon van verzet’. Door in Kyiv te blijven ‘zet hij voor de hele wereld een voorbeeld van moed en standvastigheid’, aldus Zygar. Heel anders dan Poetin, die zich in zijn bunker verschuilt.

Zygar neemt in de Russische discussie een voor de Russische lezer vrij radicaal standpunt in. Die mening is soms controversieel, zoals op het punt van de ideeën die Oekraïners van Russen onderscheiden, maar is zeker de moeite waard.

Michail Zygar 01

Over het boek

Mikhail Zygar. War and punishment: The story of Russian oppression and Ukrainian resistance, Weidenfeld & Nicolson (2023), 422 blz. € 24,99

Publish the Menu module to "offcanvas" position. Here you can publish other modules as well.
Learn More.