Katerina Gordejeva kijkt niet weg. De Russische journaliste gaat juist op zoek naar het peilloze verdriet dat haar land de Oekraïners dagelijks berokkent. In haar nieuwste boek portretteert ze 24 Oekraïense vluchtelingen in Rusland, Oekraïne en Europa. Op 4 oktober presenteerde ze Neem mijn verdriet weg in de Dominicuskerk in Amsterdam. Laura Starink was erbij en schreef voor Raam op Rusland een recensie van dit aangrijpende boek.
Katerina Gordejeva (links) wordt geïnterviewd door Eva Hartog in de Dominicuskerk in Amsterdam, 4 oktober 2023 (Foto: Overamstel Uitgevers)
Door Laura Starink
'Het is misschien ongepast dit te zeggen in een kerk,' zei de Russische journaliste Katerina Gordejeva aan het eind van de door boekhandel Pegasus georganiseerde presentatie van haar uitzonderlijke boek Neem mijn verdriet weg in de Dominicuskerk in Amsterdam, 'maar als er een hel bestaat dan wil ik dat zij die verantwoordelijk zijn voor de oorlog tegen Oekraïne daar voor eeuwig branden.'
Haar boek bestaat uit 24 portretten van Oekraïense vluchtelingen in Rusland, Oekraïne en Europa, die ze aanvankelijk interviewde voor een documentaire. Het boek is al in 13 landen verschenen, maar niet in Rusland. Ze heeft het wel aangeboden aan een Russische uitgeverij, vertelde ze bij de Nederlandse presentatie, maar de eindeloze lijst met correcties die ze moest doorvoeren maakte publicatie een lachertje. De oorlog een oorlog noemen alleen al is in Rusland nog steeds een misdrijf.
Katerina Gordejeva is een van Ruslands bekendste journalisten. Ze werkte als tv-verslaggever en oorlogscorrespondent, totdat ze Rusland in 2014 verliet uit protest tegen de annexatie van de Krim. Ze woont met haar gezin in Riga.
Ze heeft een YouTube kanaal (‘Vertel het aan Gordejeva’) met miljoenen volgers. In september 2022 bestempelde de Russische overheid haar tot ‘buitenlands agent’ (lees ‘landverrader’), maar ze reist nog regelmatig naar haar ouders in haar geboortestad Rostov aan de Don, de grensstad van waaruit Wagner-baas Jevgeni Prigozjin zijn mars op Moskou startte.
Angst zegt ze niet toe te laten, al maken haar opgroeiende kinderen haar dat steeds moeilijker. Haar uitgever vertelde dat ze op de korte wandeling van haar hotel naar de Dominicus steeds werd aangeklampt door Russen die haar bedankten voor haar werk.
Neem mijn verdriet weg is zo aangrijpend dat ik het regelmatig moest wegleggen om bij te komen. Allereerst is het uitzonderlijk dat een Russische journalist zo’n boek heeft geschreven. Gordejeva worstelt in het boek openlijk met haar enorme schuldgevoel tegenover de (vooral) vrouwen die ze portretteert.
Waar veel Russen wegkijken van de oorlogsmisdaden die uit hun naam worden gepleegd, gaat zij juist op zoek naar het peilloze verdriet dat haar land de Oekraïners dagelijks berokkent en de diepe haat die dat veroorzaakt.
Steeds weer slaagt Gordejeva erin Oekraïners die haar (soms letterlijk) als vijand bejegenen aan het praten te krijgen
In het boek wordt veel gezwegen, gerookt en gehuild. Mensen kijken langdurig langs haar heen en staren in de verte. Maar steeds weer slaagt Gordejeva erin Oekraïners die haar (soms letterlijk) als vijand bejegenen aan het praten te krijgen. Een vrouw bijt haar toe dat ze haar verhaal voor zich had willen houden, maar het juist aan Gordejeva kwijt wil om haar eens en voor altijd duidelijk te maken waar ze alle Russen medeverantwoordelijk voor houdt.
Soms zit ze tegenover zo’n zwijgende vrouw met roodomrande ogen en gaat in gedachten wanhopig het rijtje wezenloze openingszetten af dat ze paraat heeft. Maar het lukt haar steeds contact te maken.
Omdat Gordejeva de tijd neemt, contact met de Oekraïners houdt en ze herhaaldelijk opzoekt, krijgen de verhalen diepgang. Ze laten niet alleen zien hoe gruwelijk de oorlog is, maar ook hoe verwarrend. Velen zijn zo kapot dat het ze niet uitmaakt van welke kant de bommen en granaten kwamen die hun man, kind, ouders en huizen wegvaagden. Zo is Gordejeva met stomheid geslagen als een vrouw uit het door Rusland van de aardbodem weggevaagde Marioepol in een opvangcentrum in Rusland de anti-Oekraïense propaganda op de staatstelevisie voor zoete koek lijkt te slikken.
De oorlog is bar én bizar. Vlak boven het oor van Julia uit Marioepol steekt een granaatscherf naar buiten. Hij was moeilijk te verwijderen, dus hebben ze hem laten zitten. Je kunt er een magneet aanhangen, grapt Julia tegen Gordejeva. Ze noemt zichzelf ‘een vrouw met ballen’. Bang was ze alleen om haar zoontje Platon. 'Het enige was dat ik tijdens de allereerste momenten van de oorlog bij hem op het bedje ging zitten en twijfelde of ik hem moest wekken of niet. Ik dacht toen: hoe langer hij slaapt, hoe langer zijn jeugd duurt. Zonder oorlog. Nou, en zo gebeurde het in principe ook. Hij sliep nog, terwijl buiten de Apocalyps al was begonnen.'
Omslag Neem mijn verdriet weg, door Katerina Gordejeva
In een opvangwoning in Berlijn spreekt Gordejeva met Raja, die man en kind verloor. 'Raja’s tranen stromen rustig, gelijkmatig en ononderbroken, als water uit de kraan, als adem, als een bosbeekje. Ze veegt ze niet weg. De tranen stromen over haar gezicht en druppelen van haar kin op haar boezem, waar twee grote vochtige plekken zijn gevormd.' Dan zegt de vrouw: 'Beseft u dat mijn jongste dochter het heeft overleefd omdat ze in mijn buik zat? Maar de oudste is doodgegaan omdat ik haar niet kon verdedigen door die buik waarin mijn jongste zat. Ik weet niet hoe ik met haar verder kan leven zolang ik me blijf herinneren wat er gebeurd is.' Haar baby is een vreemde voor haar.
De auto van Irina uit Boetsja (berucht wegens de verhalen over martelingen en executies) werd bij een wegversperring aangehouden door een Russische soldaat: 'Hij keek me recht in de ogen. Ik bevroor langs mijn ruggengraat. Ik weet nog dat de priester die ons voorbereidde op de evacuatie, ons had gewaarschuwd: ‘Ik wil u op het hart drukken ze niet in de ogen te kijken. Sla uw ogen neer of wendt uw blik af, maar kijk ze niet in de ogen, u zult uw overtuigingen niet kunnen verbergen, hij zal alles zien, hij zal zich niet kunnen beheersen en schieten.’'
'Moet u geen muts op, straks vat u nog kou,' zei de soldaat door het opengedraaide autoraampje tegen Irina. Als hij wegloopt om de achterbak van de auto te controleren ziet Irina achter hem op de grond twee dode baby's liggen.
Inga uit Marioepol strijkt elke dag urenlang haar verdriet over de dood van haar zoon Petja weg: '‘Er klonk een afschuwelijke knal, het was alsof ik verschroeid werd. Ik voelde mijn arm helemaal niet meer vanaf mijn schouder. Waarschijnlijk heb ik toen Petja’s hand losgelaten. Op dat moment, denk ik. Maar ik weet het niet meer. Begrijpt u, daarna kan ik me niets meer herinneren. Ik denk dat ik hem heb geroepen, maar misschien ook helemaal niet, misschien zat ik al in een delier. Snapt u hoe het is om je niet te herinneren hoe je je eigen zoon hebt verloren?’ Ze duwt haar pols tegen het hete strijkijzer. Het ijzer sist en ik heb niet direct door wat er gebeurt. Het ruikt naar verbrand vlees. Ze heeft een brandwond, maar trekt haar hand niet terug, ik ruk het ijzer bij haar weg.'
Leven jullie hier rustig door zoals altijd, terwijl er van ons geen reet overblijft?
Gordejeva haalt Tamara uit Loehansk over met haar mee te gaan naar een kankerkliniek in Moskou. Tamara verbaast zich dat de oorlog in Moskou geen enkele rol speelt. 'Leven jullie hier rustig door zoals altijd, terwijl er van ons geen reet overblijft? Ondertussen komen mensen om het leven. En waarvoor zijn die mensen gestorven? Voor de Russische wereld? Voor een idee? Voor wat voor kutidee? Voor de ideeën van jullie Poetin, voor zijn glorie? Flikker toch een eind op met jullie ideeën,flikker op met jullie Poetin. Jullie verwoesten alles alleen maar.'
Toch gaat Neem mijn verdriet weg niet alleen over haat. In de Dominicuskerk werd Gordejeva gevraagd of ze dacht dat het boek, als het ooit in Rusland zal verschijnen, de Russen duidelijk zal kunnen maken wat ze hebben aangericht en of het daarmee een rol kan spelen in de verwerking van de collectieve schuld. Gordejeva beaamde het daarvoor geschreven te hebben, maar ook vooral om de Russen te laten inzien dat de mensen aan beide zijden van de grens sprekend op elkaar lijken en daarmee een einde te maken aan de afzichtelijke demonisering op de staatstelevisie.
Katerina Gordejeva (Foto: ©Olga Pavolga)
Omdat Gordejeva zelf uit de grensstreek met Oekraïne komt en Oekraïense familie heeft, is ze bij uitstek geschikt om dit oorlogsverhaal met al zijn tegenstrijdigheden te vertellen. Zjenja uit Koepjansk bij Charkiv geeft haar vanaf de Letse grens een lift naar Rostov. Koepjansk was op dat moment bezet door de Russen. Dat ze onmiddellijk de stoeprand in de kleuren van de Russische vlag opschilderden, trof Zjenja het meest. De bewoners kregen Russische paspoorten. Als Gordejeva daarover doorvraagt, ontploft Zjenja: 'Ben je dom, of zo? Net uit het ei, zeker? Het komt erop neer dat wij hun volk zijn, verdomme, hun burgers. Wij zijn nu hun schild.'
Maar Zjenja ging door met zijn leven. Toen de Oekraïners de stad heroverden, belde Gordejeva hem op om hem te waarschuwen. Ze raadde hem aan om Koepjansk in ieder geval tijdelijk te ontvluchten. Zijn vrouw raakte gewond bij Oekraïense beschietingen, terwijl hij met zijn kinderen in Rostov de bui afwachtte. Als Zjenja Gordejeva bedankt voor de waarschuwing zegt hij: 'Weet je waar ik vandaag aan dacht? Nou moeten we verdomme die stoepranden opnieuw verven.'
De titel van het boek komt uit een volksliedje dat de 86-jarige Taisia haar in een Russisch opvangcentrum in Rostov voorzingt, terwijl ze over de Don-rivier staart in de richting van haar verwoeste Marioepol. Het wekt bij haar alle eerdere oorlogsgruwelen uit haar lange leven. Ze doet Gordejeva denken aan haar Oekraïens-joodse grootmoeder Roza, die ooit de nazi’s ontvluchtte naar Rostov, waar het kerkhof inmiddels zoveel nieuwe graven telt dat ze haar graf nauwelijks terug kan vinden.
Bij een tweede bezoek aan Taisia zwabbert haar zelfgebreide elegante beige jurk om haar smalle schouders. Ze is een schim uit haar verleden geworden, een kind in nood dat roept om haar moeder. Bij Gordejeva's derde bezoek is Taisia verdwenen, met opvangcentrum en al.
Op zoek naar de oorsprong van het lied Neem mijn verdriet weg ontdekt Gordejeva dat het tijdens de 19-de-eeuwse Krimoorlog voor de grap is verzonnen door een Russische vorst die wilde bewijzen dat je het volk alles wijs kunt maken.
Katerina Gordejeva: Neem mijn verdriet weg. Vertaling: Jan Lodewijk Eshuis. Uitgeverij Murrow.