Muzikanten die carrière willen maken, doen er goed aan vriendelijk voor het Kremlin te zijn. Het omgekeerde geldt ook. Wie zich uitspreekt tegen de oorlog, scoort geen hits en wordt tot buitenlands agent bestempeld. Dénis van Vliet schetst de popscene van Rusland in oorlog.
Festiviteit ter herdenking 80ste verjaardag Slag bij Koersk anno 1943. Foto Kremlin.
Door Dénis van Vliet
Op een groot podium, in een concertzaal die tot aan de nok toe is gevuld, ramt de Russische zanger Sjaman (31) op een rode knop in een klein koffertje. Opeens komen overal vlammen vandaan, alsof Sjaman zojuist ergens een atoombom heeft gedropt. Dan begint hij te zingen. ‘Ik ben Russisch. Ik ga door tot het bittere eind.’ Het publiek is uitzinnig, rode confetti dwarrelt door de lucht, Russische vlaggen wapperen.
Sjaman weet wat er van hem wordt verwacht. Rappers en popartiesten, die het beste voor hebben met hun loopbaan, doen er in het huidige Rusland goed aan zich vriendelijk op te stellen richting het Kremlin, net zoals in de Sovjet-Unie het geval was. Verwerk in je teksten een patriottische nationalistische boodschap, dan je zit helemaal gebakken.
Het omgekeerde geldt ook. Wie zich uitspreekt tegen de oorlog tegen Oekraïne, zal zijn liedjes niet meer terugvinden op internet en loopt kans te worden bestempeld tot buitenlands agent. Zelfs als je, zoals Alla Poegatsjova (74), de Russische Madonna bent.
Officieus volkslied
Een curiositeit is Sjaman dus allerminst. Zijn show met het ‘rode knop’-moment werd begin november op primetime uitgezonden op het hoofdkanaal van de Russische staatstelevisie. Russen tellen met gemak een kwart maandsalaris neer om hem live te zien. Zijn nummer Ja Roeski (Ik ben Rus) groeide in een jaar tijd uit tot het onofficiële volkslied van Rusland.
Het refrein luidt zo:
Ik ben Russisch, ik ga tot door tot het bittere einde
Ik ben Russisch, ik heb het bloed van mijn vader
Ik ben Russisch, en ik heb geluk; ik ben Russisch, wat de hele wereld ook vindt
Sjaman, Ja Roeski
Niet gek voor een jongen met wiens carrière het aanvankelijk niet erg wilde vlotten. Sjaman - die eigenlijk Jaroslav Dronov heet - deed in 2013 en 2014 mee aan talentenjachten op televisie, maar wist er niet eentje te winnen. De liedjes die hij daarna maakte, werden bescheiden radio-hits. De grote doorbraak kwam pas toen hij zich na de grootscheepse Russische invasie in Oekraïne ging toeleggen op patriottenpop, een muziekstijl waarin poppy deuntjes worden gecombineerd met de verheerlijking van geweld en nationalisme.
Zendtijd op radio en tv
Is Sjaman gestuurd door het Kremlin? Vast staat dat patriottische artiesten zendtijd krijgen op radio en tv. Ze hoeven niet bang te zijn om naar het front te worden gestuurd. Behalve dan om op te treden voor de Russische troepen, iets dat Sjaman ook al meermaals deed.
Bovendien mogen ze optreden tijdens officiële gelegenheden. Zo verzorgde Sjaman vorig jaar een concert voor president Poetin op het Rode Plein in Moskou, ter ere van de viering van de (illegale) annexatie van vier Oekraïense regio’s. Datzelfde plein waar Klaus Meine (75) van de Duitse hardrockband Scorpions ooit Wind of Change zong, een song die in 1990 uitkwam en in zowel het westen als oosten uitgroeide tot de hymne van het einde van de Koude Oorlog. Nu, bijna 35 jaar later, hebben The Scorpions hun klassieker herschreven in een versie ten faveure van Oekraïne en viert in Rusland juist de patriottenpop hoogtij.
Poetin idolatrie
Helemaal nieuw is dat laatste genre niet. Poetin was nog maar net president of de zingende zusters van Pojoesjtsjie Vmeste (‘Laten we samengaan’) scoorden in 2002 een hit met Takogo kak Poetin (‘Zo eentje als Poetin’), dat ging over hun zoektocht naar een man zoals de nieuwe Russische leider.
Zo iemand als Poetin, een en al kracht
Zo iemand als Poetin, die niet drinkt
Zo iemand als Poetin, die me niet boos maakt; zo iemand als Poetin, die niet wegrent
Pojoesjtsjie Vmeste, Takogo kak Poetin
De producer van het nummer was Nikolai Gastello, die destijds de perschef van het Russische Hooggerechtshof was. Gastello –vernoemd naar zijn opa, een bekende Sovjet-piloot, die na een zelfmoordactie in de Tweede Wereldoorlog postuum werd uitgeroepen tot Held van de Sovjet-Unie – wilde naar eigen zeggen met dit lied uit zijn ‘hobbyproject’ Rusland genezen van de ‘culturele malaise’ waarin het land na de chaotische jaren negentig zat. Takogo kak Poetin verscheen behalve in het Russisch ook in het Spaans en Engels. Na dat ene hitje werd het stil rond de zusters.
Dat gold ook voor andere politiek patriottische liedjes. Heel af en toe dook nog wel eens een nationalistisch getinte song op in de hitlijsten. Maar op Europa Plus – het Russische Radio538 – domineerde toch vooral Engelstalige muziek, met af en toe een Russisch liefdesliedje er tussendoor.
Russische rap
In navolging van West-Europese landen ontdekten artiesten in Rusland rond 2010 dat ook geld viel te verdienen met rap in je moerstaal. Geheel naar Amerikaans voorbeeld, dus met teksten over drugs, seks en geweld, ontstond Russische rap. De jonge rapper Face (26) uit de Oeralstad Oefa debuteerde in 2015 met het album Proklataja pechat (‘Het vervloekte zegel’). Zijn ster rees snel en hij werd zelfs genomineerd als Beste Russische artiest in een eindejaarsshow van de muziekzender MTV.
In 2018 gooide Face het over een andere boeg en kwam hij met album Poeti neispovedimy (‘Onpeilbare wegen’), dat welbeschouwd een grote aanklacht is tegen de corruptie en de manier waarop Poetin het land in zijn ogen heeft verloederd.
Face zong onder meer dit:
Ik ben een vijand van de staat, de waarheid is mijn woord
Ik ga jullie achtervolgen en wegvagen
Mannen met insignes proberen me al te onderdrukken vanaf mijn kindertijd
Face, Nasj mentalitet
Een tegenreactie kwam in de vorm van het rapduo Timati en Goef, die in hun nummer Moskva juist een grote lofzang hielden op het huidige Rusland. De clip werd na anderhalve dag alweer van YouTube gehaald. Niet vanwege censuur van hogerhand, maar omdat de video een dag na de verschijning al 1,2 miljoen duimpjes omlaag had verzameld. Niet uit te sluiten valt dat veel van die ‘dislikes’ kwamen van de fans van Face of Oxxxymiron en Morgenshtern, twee andere Kremlin-kritische rappers.
Of Timati en Goef een project waren van het Kremlin, is niet te bewijzen. Feit is dat van het duo op internet een foto circuleert met Poetin. Muzikaal is het inmiddels vrij stil rond beide rappers. Timati (40) – wiens echte naam Timoer Joesoenov luidt – zit tegenwoordig in de horeca. Hij begon samen met een zakenman een koffieketen op de restanten die Starbucks na het vertrek uit Rusland achterliet.
En Face? Die nam de benen naar Polen, waar hij met concerten geld ophaalt voor Oekraïense vluchtelingen.
Kremlin leert van fouten
Sjaman en de mannetjesmakers achter hem hebben geleerd van die eerdere pro-Kremlinacts. De blonde zanger prijst niet direct Poetin of de regering, maar vereenzelvigt zijn eigen strijd met die van zijn geboorteland. En dat werkt: van de ondervraagden in een peiling naar de beste artiest van Rusland van staatspeilbureau VTsIOM noemde 33 procent Sjaman, goed voor een stevige nummer 1 in de populariteitspoll. Op de tweede en derde plaats eindigde respectievelijk de onder oudere Russen populaire Oleg Gazmanov en Nikolaj Baskov, die ook allebei voorstander zijn van de oorlog tegen Oekraïne.
Het mag dan niet zijn te bewijzen dat Sjaman een project van het Kremlin is, de autoriteiten maken er geen geheim van dat ze oorlog-kritische artiesten zoveel mogelijk tegenwerken of zelfs onderwerpen aan repressie. De nummers van rapper Face zijn verbannen van de streamingdienst Yandex.Music, net als nog zo’n 4.300 andere nummers en podcasts die volgens het Kremlin bol staan van leugens over de oorlog, LHBTI-propaganda en vermeende anti-Russische uitingen. Menig oorlog-kritisch artiest kreeg al het stempel ‘buitenlands agent’ opgedrukt.
Zelfs Alla Poegatsjova
Veruit het bekendste voorbeeld is de eerdergenoemde Poegatsjova, die nota bene de nu gevierde Sjaman in zijn tijd van de talentenjachten nog op weg hielp. Ooit was ze zo populair dat ze figureerde in een oud Sovjetgrapje over wijlen partijleider Leonid Brezjnev. Wie was Brezjnev, zo luidde een quizvraag volgens deze grap. ‘Een politicus uit de tijd van Poegatsjova’, was het antwoord om de verhouding tussen de partijbaas en de zangeres te schetsen.
Ook na haar doorbraak in de jaren tachtig bleef de tsaritsa van de Russische popmuziek ongekend populair. Totdat ze vorig jaar zomer een post op Instagram plaatste. Ze liet haar 3,4 miljoen volgers weten dat ‘onze mannen’ door het Kremlin de dood worden ingejaagd en van Rusland een paria maken. Poegatsjova kreeg prompt het stempel ‘buitenlands agent’ opgeplakt. Ze week met haar man – de eveneens oorlog-kritische komiek Max Galkin (47) – uit naar Israël.
Ook in Israël – Galkin heeft Joodse wortels – was Rusland nog niet klaar met het duo. Hun paleis net buiten Moskou vloog kort na hun vlucht in brand. In de pers verschenen verhalen dat degene aan wie ze hun kapitale optrekje in bruikleen hadden gegeven de brandstichter zou zijn, maar die man zelf ontkende dat. De zaak is nog altijd omgeven met raadsels.
Toen Hamas op 7 oktober Israël aanviel, moest het showbizzkoppel het opnieuw ontgelden in de pers. Hadden ze niet zelf om problemen gevraagd door hun geboorteland te verruilen voor Israël?
Marioepol
Ook rockdiva Zemfira (47), ooit de heldin van de generatie die begin deze eeuw opgroeide in Rusland, sprak zich uit tegen de oorlog en werd tot buitenlands agent gebrandmerkt. De eigenzinnige artieste – sommige van haar liedjes gaan over taboe-thema’s als depressies en aids - vluchtte met haar vriendin naar Frankrijk. Waar ze voorheen voor zalen van tienduizenden fans stond, probeert ze nu de kost te winnen met kleine clubtours in Europa. Haar nummer Mjaso (‘Vlees’), dat ze schreef naar aanleiding van de bezetting van Marioepol, is op Russische streamingdiensten niet meer te vinden.
De kalender zegt dat het lente is
In werkelijkheid zijn er loopgraven en precisieraketten
Het is nacht in Marioepol
Zemfira, Mjaso
Dat geldt eveneens voor de muziek van de punkgroep Pornofilmy, die het bekritiseren van de Russische samenleving tot podiumkunst heeft verheven.
Boris Grebensjtsjikov (69), de ‘Russische Bob Dylan’, viel hetzelfde lot ten deel als Poegatsjova en Zemfira. Hij maakt al sinds de jaren ‘70 muziek en had het met zijn band Aquarium in de Sovjettijd geregeld aan de stok met de censuur. Vluchten deed hij pas in 2022, nadat ook hij tot ‘buitenlands agent’ was bestempeld. In Londen, waar Grebensjtsjikov zich had gevestigd, bleven de Russische autoriteiten niettemin zijn gangen volgen. Tegen de dichter/zanger loopt een strafrechtelijk onderzoek omdat hij in een interview met een Israëlisch tv-kanaal de Russische strijdkrachten in diskrediet zou hebben gebracht. Hij zei in dat vraaggesprek: ‘De ene natie vernietigt de andere, uitsluitend op basis van de nationale identiteit – wat is dit? Is het geen fascisme? Het is fascisme.’
‘Ik wil, ik kies, ik wil niet, ik kies niet’
Sommige artiesten weten met kunst- en vliegwerk in het midden te houden waar ze precies staan en zo hun carrière te redden. Zoals bijvoorbeeld frontman Sergej Sjnoerov (50) van de om zijn vulgaire teksten bekendstaande rockgroep Leningrad. Sinds zijn doorbraak eind jaren negentig afficheert hij zichzelf als a-politiek. Maar vorig jaar kreeg hij dan toch de vraag van een journalist: voor of tegen de oorlog? Sjnoerov brabbelde iets in de trant van ‘ik wil, ik kies, ik wil niet, ik kies niet, dat is mijn recht’.
In zijn recente liedjes is Sjnoerov al net zo vaag: in het ene vergelijkt hij de westerse sancties tegen Russen met de repressie tegen de Joden in de Tweede Wereldoorlog, in het andere maakt hij een toespeling op de verboden oorlogskreet Njet voine - ‘geen oorlog’. Zijn tactiek werkt: hij is nog steeds zo nu en dan te zien op de staats-tv.
Een Rus nu is zoals een Jood in Berlijn in 1940
Op de deur van de dokter staat een tekst
‘Geen toegang voor Russen en honden’
Leningrad, Vchoda njet
Grappenmakers en zwijgers
Het enfant terrible van de showbizz Filipp Kirkorov (56), zeg maar de Russische Gordon, pareert vragen over de oorlog vooral met flauwe geintjes. De ex-echtgenoot van Poegatsjova – ze trouwden toen zij 44 jaar was en hij 26, het huwelijk duurde tien jaar – zei eerder dit jaar dat hij best in zijn onderbroek aan de frontlinie zou willen optreden, als dat zou bijdragen aan een oplossing van het conflict. Zijn populariteit is overigens al een tijdje tanende, maar dat heeft te maken met een recente onthulling over hem: hij is, zoals velen al jaren vermoedden, homoseksueel.
En dan zijn er nog de zwijgers: oud-songfestivaldeelneemster Polina Gagarina, het duo Artik & Asti, om er maar een paar te noemen. Ze doen wat ze altijd al deden: mierzoete popliedjes maken. De vooral onder tienermeiden populaire Jelena Temnikova, die tot aan de oorlog geregeld optrad in Oekraïne, zwijgt letterlijk én figuurlijk. Van de voormalige hitmachine is sinds de Russische invasie bijna niets meer vernomen.
Pussy Riot
De behandeling van de popscene begint erg te lijken op de manier waarop onder Poetin de afgelopen 20 jaar kritische journalisten werden gewaarschuwd: je schikt je óf je gaat door, met het risico op het stempel ‘buitenlands agent’ en andere narigheid.
Een voorproefje daarvan kreeg de feministische band Pussy Riot tien jaar terug al. Enkele leden werden veroordeeld tot twee jaar strafkamp, nadat ze in de hoogste kathedraal van Moskou hadden geprotesteerd tegen de herverkiezing van Poetin.
Maar daar waar Pussy Riot publiekelijk nog veel stennis moest schoppen om het aan de stok te krijgen met de autoriteiten, is nu het plaatsen van een Instagrampost al genoeg om in de ban te worden gaan.
Het gevolg is ook dat Russische muziekliefhebbers die gecancelde sterren willen beluisteren niets anders rest dan hun eigen platenkast induiken of hun toevlucht nemen tot YouTube, dat vooralsnog vrij toegankelijk is in Rusland.
Een concert van westerse acts bezoeken is er ook al niet meer bij: zij laten het land tijdens hun wereldtournees massaal links liggen. Dan maar naar Sjaman of één van die ‘mooi weer’-artiesten. Back in the USSR, om maar eens een bekend liedje aan te halen.