In Rusland heerst een 'anti-ethiek' die zich vooral afzet tegen het Westen, schreef cultuurcriticus Andrei Arkhangelsky. Filosoof Ivana Ivkovic geeft hem gelijk. Maar volgens Ivkovic ziet het Westen niet onder ogen dat de eigen politieke ethiek ook zieltogend is. Wederzijdse stereotypering staat een realistische kijk in de weg.
door Ivana Ivkovic
Alweer is er een reden de zetten van Poetin met Argusogen te volgen. Anton Vaino is sinds 12 augustus de nieuwe chef-staf in het Kremlin. Poetin ontsloeg zijn jarenlange bondgenoot Sergej Ivanov en wees Vaino aan als opvolger. Anton Vaino oogt als een klassieke bureaucraat, ware het niet dat hij een aantal merkwaardige publicaties op zijn naam heeft staan. Zo is hij de co-auteur van Beeld van de overwinning. Dat boek gaat volgens The New Yorker over het wereldraadsel – een theorie van alles, die de hele geschiedenis en de menselijke natuur behandelt. Was het ontslag van Ivanov op zich al een aanleiding voor nerveuze speculaties – wat is Poetin nu weer van plan? – de aanstelling van Vaino doet echt alarmbellen rinkelen. Het lijkt erop dat het boek van Vaino niets minder biedt dan een handleiding voor de werelddominantie, aldus The New Yorker.
Is het vreemd om ongerust te zijn over zo'n man als Vaino op een hoge positie? Zeker niet. Maar wordt Vaino toch niet vooral gevreesd omdat wij in het Westen bang zijn dat hij de 'echte' agenda van Poetin belichaamt: die van een gevaarlijke, nationalistische, op oorlog beluste machtswellusteling?
Juist nu, ten tijde van toenemende spanningen tussen Rusland en het Westen, is het broodnodig om de nieuwe tegenstelling tussen Oost en West en de dreiging die van Rusland uitgaat op een realistische manier in te schatten. Gebeurt dit nu? Nauwelijks. Ondanks goede analyses wordt het debat gedomineerd door angst. Bovendien wordt de tegenstelling tussen Rusland en het Westen op een bepaalde manier geframed. Het Westen ziet zichzelf als hoeder van de democratie en van waarden als tolerantie tegenover het autoritaire, nationalistische, onberekenbare Rusland van Poetin. Rusland ziet het Westen als vijandig en leugenachtig tegenover de Slavische authenticiteit en nationale trots. Dit is op zijn best onvruchtbaar en in het ergste geval gevaarlijk, want deze framing staat een realistische kijk op dit conflict in de weg. Daarom is het nodig om te zoeken naar een betere verklaring voor de huidige polarisatie, voorbij de angst en de stereotypen.
Hardnekkigheid
Wat in het debat opvalt, is hoe hardnekkig de typeringen zijn die worden gebruikt. Zo wordt Poetin telkens als onberekenbaar bestempeld, hoewel veel van zijn acties ook als zeer berekenend kunnen worden verklaard. De annexatie van de Krim dient evident militaire belangen die Rusland niet zo gauw prijs zou geven. Dat Poetin aanstuurt op verdere destabilisering en burgeroorlog in Oekraïne past ook perfect in een zeer berekenende politieke agenda. Dit wordt in analyses weliswaar regelmatig gezegd, maar verdwijnt meestal net zo snel weer uit het publieke oog.
Een ander dogma is dat Poetin hoe dan ook gevaarlijk is. Poetin wordt gevreesd omdat zijn positie sterk zou zijn, maar net zo goed wanneer hij zwak zou staan. Want wie beweert dat Poetin helemaal geen ‘nieuwe tsaar’ is en dat zijn spierballentaal zijn kwetsbare positie moet verhullen, hoort steevast dat dit hem nog gevaarlijker maakt, als een kat in het nauw. Wat is de reden dat we aan die typeringen zo vast willen houden?
Russische afwijzing van de 'Westerse' waarden als democratie, tolerantie of mensenrechten, schopt tegen het zere been. Toch vragen wij ons zelden af wat nou echt achter deze afwijzing schuilgaat; wij denken meteen aan superioriteitsgevoelens en rabiaat nationalisme. Maar wanneer er een bres in dit standaardbeeld wordt geslagen, ontvouwt zich een heel ander verhaal. De Russische journalist Andrei Arkhangelsky stelde onlangs een scherpe diagnose in zijn artikel op Raam op Rusland: volgens hem komt die afwijzing voort uit een moreel vacuüm, een ‘negatieve ethiek’. Een dergelijke ‘ethiek’ kent geen eigen waardensysteem, maar bestaat louter uit afwijzing van de ander - het is gigantomanie rondom een leegte. De negatieve ethiek is samen te vatten tot één syllogisme, aldus Arkhangelsky: ‘Wij hebben altijd gelijk omdat iedereen liegt’.
Als strategie slaat deze negatieve ethiek twee vliegen in één klap. Ze is het beste excuus om nooit naar zichzelf te hoeven kijken én ze zorgt er tegelijkertijd voor dat het volk zich achter de sterke man schaart die dit gelijk claimt, terwijl zijn autoriteit niet ter discussie wordt gesteld.
De hervonden Russische identiteit, die vorm krijgt door de mobilisatie van het volkssentiment tegen het Westen, kan daarom niet los worden gezien van de angst voor het uiteenvallen van de maatschappij en het wegvallen van alle zekerheden. Het is een poging om in een land, dat na het communisme is overgeleverd aan chaos en willekeur, toch nog iets van een ordening te vinden. Al is dat een ordening waarin het Westen een malin génie (kwade genius) is en Poetin de enige is die daartegen durft op te boksen.
Dit complot-denken in Rusland – dat met geen enkel redelijk argument te ontzenuwen is – is zo populair omdat het idee dat er iemand aan de touwtjes trekt, hoe kwaadwillend ook, vele malen geruststellender is dan het idee dat er helemaal geen wereldorde is. De gedachte dat de nieuwe verhoudingen in de wereld niet zo goed te vatten zijn en dat de geschiedenis neerkomt op just one damn thing after another is beangstigender dan een samenzwering.
Einde der geschiedenis
Maar wat verklaart dan de even angstige blik waarmee het Westen Rusland bekijkt? In een artikel in The Guardian, geschreven aan het begin van het conflict in Oekraïne, opperde de Britse filosoof John Gray dat het Westen nog te veel hecht aan Francis Fukuyama’s these over het einde van de geschiedenis. Dit einde van de grote politieke ideologieën zou resulteren in een wereldwijde opmars van de liberale democratie, stelde de Amerikaanse denker Fukuyama.
Feest op de vallende muur in Berlijn, 1989
Rusland past niet in dit plaatje en heeft er eigenlijk ook nooit in gepast. Dit manco gaat verder dan de notie dat de boze buitenwereld minder liberaal is dan wij denken. Het probleem is niet dat Rusland met de verkeerde meetlat de maat wordt genomen, maar dat met een dergelijk postideologisch wereldbeeld een andere meetlat niet eens denkbaar is. De wereld van Fukuyama zou namelijk een wereld zijn waarin alle onderlinge verschillen uiteindelijk zouden kunnen worden uitgepraat. Het is een wereld zonder vijanden, een wereld waarin consensus heerst.
Het is echter ook een ontzettend apolitiek wereldbeeld, dat weinig aanknopingspunten biedt voor een omgang met tegenstellingen die niet te verzoenen zijn en die altijd zullen blijven bestaan. Zulke tegenstellingen worden al gauw gemoraliseerd: de ander wordt als volstrekt onredelijk bestempeld, als niet te vertrouwen, als moreel kwaad. Het gevaar van escalatie is dan niet meer ver weg, want het kwaad moet bestreden worden, koste wat kost. Zo leidt, paradoxaal genoeg, een wereldbeeld dat geen vijanden kent, tot een mobilisatie tegen de ultieme vijand.
Is niet iets van dit mechanisme zichtbaar in onze omgang met Rusland? De politicoloog Anatol Lieven stelt in een interview in De Groene Amsterdammer dat Rusland telkens wordt gezien als een ‘spelbederver’ die zichzelf buiten de kring van nette landen plaatst en daarom een groot gevaar vormt. In het Westen is er telkens ontzetting als Rusland zijn macht inzet om gedaan te krijgen wat het wil. Lieven: ‘Wie kijkt naar de problemen die op het Westen af komen, moet de obsessie met Rusland wel voorkomen als een soort bezwering om niet aan de grotere zaken te hoeven denken.’
Welke grotere zaken zouden dat kunnen zijn? Het geloof in de liberale democratie als het laatste overgebleven systeem kent ook vele interne problemen. We dachten dat Paars in Nederland en De derde weg elders alle ideologische tegenstellingen hadden gladgestreken. Maar wat volgde is een steeds verder toenemende crisis van het politieke systeem, zowel in Europa als in de Verenigde Staten. Terwijl het politieke establishment geen bevredigend antwoord heeft op brandende kwesties – zoals de groeiende kloof tussen arm en rijk, de verhouding tot de Europese Unie, de multiculturaliteit, of de toenemende stroom vluchtelingen – winnen populisten terrein door dankbaar in dit gat te springen.
Volgens de Belgische filosofe Chantal Mouffe heeft dit alles te maken met het onvermogen van de liberale democratie om met interne tegenstellingen om te gaan. Want net als op het wereldtoneel, zijn er in iedere samenleving conflicten die niet in een consensus kunnen worden opgelost. Het helpt niet om ze onder het tapijt te vegen. Wat wel een tijdje kan helpen, overigens, is om een externe vijand aan te wijzen.
Wereldbeeld overeind houden
Wie zich bewust een achterdochtige blik aanmeet, zal al gauw aan weerszijden de pogingen zien om het eigen wereldbeeld te redden. Met diezelfde achterdochtige blik bekeken, zou je ook kunnen concluderen dat zowel Rusland als het Westen meer met zichzelf bezig is dan met de ander.
Dat is gek, gezien de felheid waarmee de ander verbaal wordt aangevallen. Van welke orde is dan de tegenstelling tussen Rusland en het Westen? En waarom is het zo nodig om met man en macht het eigen wereldbeeld overeind te houden?
Een deel van de verklaring luidt dat we met zijn allen voorbij het einde van het einde zitten. We zitten er met lege handen. We hebben namelijk geen nieuw groot politiek verhaal. Het liberale verhaal wordt zowel van buiten als van binnenuit ondergraven. Overal ter wereld ontstaan er nieuwe regimes, autoritair en minder autoritair, liberaal en niet liberaal. De vanzelfsprekende centrale positie van het Westen in dit tumult wordt steeds wankeler. Wij missen een politiek vocabulaire om deze nieuwe wereld te duiden. Dus zullen we koste wat het kost vasthouden aan het laatste verhaal dat we hebben. Want als we dit laatste verhaal loslaten, kunnen we niet langer geloven in een soort ordening in de wereld en worden we geconfronteerd met chaos.
In Rusland klampen ze zich intussen niet aan het liberale verhaal vast. Het resultaat is wat Laura Starink terecht een ‘vitalistische overstijging van de leegte’ noemt. Ook in Rusland gaat het om het bezweren van de chaos, door te geloven in een charismatische leider en het volk te mobiliseren tegen de ander, het Westen in dit geval. Dit is niet alleen een reactie op de sociale en bestuurlijke wanorde in Rusland zelf. Deze impuls is ook een poging om een soort ordening in de wereld aan te brengen, om de wereld begrijpelijk te maken.
Die tweede strategische doelstelling beperkt zich niet tot Rusland. Ze is als populistische onderstroom eveneens aanwezig in Westerse landen. Het is opvallend hoeveel het instrumentarium, waarvan de populistische politici in het Westen zich bedienen, lijkt op dat van Poetin. Ook hier gaat het om een directe, affectieve band met de charismatische leider, die boven elke kritiek verheven is, en om een mobilisatie tegen de ander, in dit geval het politieke establishment. Politieke tegenstanders worden afgeschilderd als leugenachtig en zwak. Het huidige democratische systeem wordt legitimiteit ontzegd. Denk alleen al aan de uitspraak van Trump dat als hij de presidentsrace niet wint, dat zal zijn omdat de verkiezingen frauduleus zijn.
Wat een ironie: wat we zo in Poetin vrezen, het mechanisme achter zijn macht, kunnen we in zekere zin net zo goed in eigen huis aantreffen. En om de ironie nog groter te maken: wij zitten eigenlijk met zijn allen in hetzelfde schuitje, aangezien zowel Rusland als het Westen worstelt met de gevolgen van het einde van de grote politieke verhalen.
Het zou een stap in de goede richting zijn als we op zijn minst elkaars onvermogen zouden kunnen herkennen om daarmee om te gaan. Tegelijkertijd is dat niet meer dan een stap, want om daadwerkelijk verder te komen, hebben wij een nieuw groot politiek verhaal nodig.
Een nieuw verhaal
Hoezeer die 'vitalistische overstijging van de leegte' ook pretendeert tegemoet te komen aan de behoefte aan een ordening en een nieuw verhaal te bieden, er valt weinig heil van te verwachten. Wanorde wordt weliswaar tijdelijk bezworen door een centraal figuur, maar echt duurzaam is dat niet. Gezag dat is gebaseerd op het charisma van de leider is instabiel en zal dus moeten uitgroeien tot een ander soort gezag, bijvoorbeeld door opbouw van maatschappelijke instituties. Zo niet, dan zal het charismatische gezag vervallen tot chaos.
In het geval van Rusland is dit een van de grootste gevaren van de 'negatieve ethiek' die Archangelsky schetst. Dit gevaar is groter dan de dreiging van welke agenda we Poetin ook toedichten. Deze structurele instabiliteit betekent overigens niet per se dat de leider een kort leven beschoren zal zijn. Poetin weet sinds 1999 aan de macht te blijven. Dat is niet verwonderlijk. Hij bezweert de chaos nooit helemaal. De angst voor chaos versterkt zijn positie alleen maar verder. Die twee polen voeden elkaar. Het probleem is dat zulke macht geen ordening is en alleen door de leidersfiguur bij elkaar wordt gehouden. Daarom is aan het einde van de rit de chaos onvermijdelijk.
Het is echter zeer de vraag of die leegte te verhelpen is met het bouwen van een meer humanistisch waardensysteem, waar Archangelsky zijn hoop op vestigt.
Er is een verschil tussen het mobiliseren van mensen voor een gezamenlijke zaak en een louter negatieve strategie opgehangen aan de demonisering van de vijand. In de eerste variant gaat het niet alleen om een positieve invulling van morele waarden, maar eveneens om een visie op het gemeenschappelijke leven en een rechtvaardige maatschappij. Ook in het Westen is de crisis van de liberale democratie dus een geijkt moment om de eigen politiek te revitaliseren. Dat is zelfs noodzakelijk. Er moet iets gebeuren met de groepen die zich niet vertegenwoordigd voelen. We moeten een andere omgang zien te vinden met dissensus, met onenigheid, in de maatschappij. Anders lopen we de kans om te vervallen in een politieke berusting waarbij we ook de boel bij elkaar houden door het creëren van vijandsbeelden.
Dat klinkt als een hoop werk, maar met enige politieke moed is dit geen onmogelijke taak.
Запад тоже страдает от идеологической пустоты