Belarussen die sinds 2020 om politieke redenen hun land zijn ontvlucht, zetten zich in het buitenland in voor de Belarussische taal. Ze openen bibliotheken, starten leesclubs en organiseren muziekoptredens. Toch zijn veel van de initiatiefnemers zelf Russischtalig opgevoed. De keuze om hun moedertaal af te zweren is geen eenvoudige: het is een sterk politiek statement, schrijft Suzanne Rademaker.
Spandoek met 'Integratie = bezetting', verwijzend naar verdere politieke integratie van Belarus en Rusland. Foto: Telegram.
Door Suzanne Rademaker
‘In 2021 besloot ik over te stappen van het Russisch naar het Belarussisch,’ vertelt Ivan. Hij had al langer het voornemen om zijn moedertaal af te zweren, maar het ontbrak hem naar eigen zeggen lange tijd aan wilskracht om de overstap daadwerkelijk te maken. Hij was bang dat het ongemakkelijk zou zijn om in het Belarussisch te beginnen tegen mensen met wie hij al zijn hele leven Russisch sprak. Ivan is opgegroeid in een Russischtalig gezin in Minsk maar woont al een aantal jaar in Georgië. Hij ziet zijn keuze voor het Belarussisch niet alleen als protest tegen het regime van Aleksandr Loekasjenko, maar ook als protest tegen het eeuwenlange Russisch imperialisme in Belarus.
‘Een taal kun je niet achter de tralies zetten'
De in Nederland wonende Daša maakte de overstap al in 2006. Dat jaar zag ze haar vrienden opgepakt worden voor hun deelname aan protesten die volgden op de presidentsverkiezingen. Kiezen voor de Belarussische taal is voor Daša een manier om trouw te blijven aan jezelf en je volk. ‘Een taal kun je niet achter de tralies zetten. De Belarussische taal is onderdeel van een identiteit en positie die ze niet van je kunnen afpakken.’ Ze beschrijft hoe je mentaliteit kan veranderen wanneer je kiest voor het Belarussisch: ‘Het geeft mensen energie, alsof er een genetische code wordt geactiveerd.’
De Belarussische taal, die lexicaal het meest gemeen heeft met het Oekraïens en het Pools maar grammaticaal ook op het Russisch lijkt, kent een lange geschiedenis van onderdrukking. Al voor, maar ook tijdens de Sovjetperiode werd Belarus, net als veel andere republieken, sterk gerussificeerd. Vandaag de dag staat het Belarussisch overduidelijk op de tweede plaats. Volgens de volkstelling van 2019 spreekt slechts 36% van de Belarussen thuis Belarussisch. Ook is Belarus de enige voormalige Sovjetrepubliek waar het niet mogelijk is om in de taal van het land te studeren: wie na de middelbare school verder wil leren zal dit in het Russisch moeten doen. Een ander onderzoek toonde aan dat 77,8% van de sprekers van het Belarussisch moeilijkheden ondervindt wanneer zij de taal willen spreken, bijvoorbeeld in communicatie met overheidsinstanties.
Taal die thuis wordt gesproken in Belarus, op basis van de census van 2009. Rood is Belarussisch, blauw Russisch. Bron: Wikimedia commons, Nikita Muzalevskii
Verzet tegen russificatie
Belarussisch is al decennialang de taal van de oppositie, van de beweging die zich verzet tegen de russificatie. De ‘verarming van het Belarussisch’ was al een belangrijk agendapunt van het Belaruski narodny front (Belarussisch volksfront). Dit was een sociale en politieke beweging die aan het eind van de jaren 80 en begin jaren 90 streed voor Belarussische onafhankelijkheid van de Sovjet-Unie en de heropleving van de Belarussische nationale cultuur.
Na de massale protesten die volgden op de vervalste verkiezingen van 2020 kreeg het gebruik van de Belarussische taal echter voor veel meer Belarussen een politieke lading. Voor hen is het een manier om zich te onderscheiden van de veelal Russischsprekende aanhangers van het regime van Loekasjenko. Oppositieleider Sviatlana Tsichanouskaja communiceert bijna uitsluitend in het Belarussisch: haar website is standaard in het Belarussisch, speeches worden uitsluitend in het Belarussisch (of het Engels) gegeven en ze hanteert overal de Belarussische spelling van haar naam.
Tsichanouskaja stelt dat de dominantie van de Russische taal in Belarus ‘niet kan worden gezien als “de wil van het volk”, aangezien dat volk eeuwenlang systematisch is gerussificeerd.’ Ze moedigt alle Belarussen aan om de Belarussische taal zo veel mogelijk te gebruiken: ‘Er zijn veel landen met een stuk kleinere bevolkingsaantallen dan Belarus, maar ook daar spreekt iedereen de lokale taal, en niet die van hun buurstaat.’
Sviatlana Tsichanouskaja tijdens een bijeenkomst van de Belarussische diaspora in New York. Foto: Kantoor van Sviatlana Tsichanouskaja
Een ‘boerentaal’
Loekasjenko daarentegen vindt dat er maar twee grote talen bestaan: het Engels en het Russisch. ‘In het Belarussisch kun je niets groots uitdrukken. Het Belarussisch is een arme taal,’ zei hij in 2006.
Voor Siarhei, zanger en frontman van de band Leibonik, is niets minder waar. Voor hem is het Belarussisch juist de enige taal waarin hij zich écht goed kan uitdrukken. Siarhei groeide op in Asjmjany, een stad van zo’n 15 duizend inwoners in het noordwesten van Belarus. Thuis werd trasjanka gesproken, een Russisch-Belarussische mengtaal, maar zingen doet hij al bijna zijn hele leven in het Belarussisch. ‘Ik zing over mijn eigen leven, over alledaagse dingen. Die kan ik alleen in het Belarussisch beschrijven. Sommige woorden ken ik niet eens in het Russisch, waardoor zingen in die taal totaal onnatuurlijk aan zou voelen,’ vertelt hij.
‘Ik zing over mijn eigen leven, over alledaagse dingen. Die kan ik alleen in het Belarussisch beschrijven'
Dat Siarhei zijn leven in de provincie alleen in het Belarussisch kan beschrijven is niet zo gek: van oudsher is het Belarussisch de taal van het platteland. Pas met de (her)opleving van het Belarussische nationalisme aan het eind van de negentiende eeuw werd het de taal van de Belarussische intelligentsia die op dat moment in Vilnius, de toenmalige hoofdstad van het Groothertogdom Litouwen, verbleef.
Toch is het Belarussisch lang niet voor iedereen zo vanzelfsprekend als voor Siarhei. Dichteres Hanna, die kort na de presidentsverkiezingen van 2020 naar het buitenland vertrok, begon pas op latere leeftijd met dichten in het Belarussisch. Ze groeide, net als Ivan en Daša, op in een Russischtalig gezin in Minsk. In haar stadse omgeving werd het Belarussisch als een ‘boerentaal’ gezien: het was niet cool om de taal te spreken. Dit weerhield Hanna er echter niet van om zichzelf het Belarussisch aan te leren. Dit deed ze door zich te omringen met mensen die de taal wél wilden spreken. Eind 2023 kwam haar tweede dichtbundel Ribwort uit. Dichten in het Belarussisch gaat nog steeds niet vanzelf: ‘Ik moet nog vaak zoeken naar de juiste woorden in het Belarussisch.’ Toch peinst Hanna er niet over om terug te gaan naar het Russisch: ‘De Belarussische taal voelt voor mij als een warm bad, als thuis.’
Taal van de diaspora
Dat de taal vooral wordt gebruikt door de diaspora en niet door de Belarussen die in Belarus zelf wonen is niet zo vreemd: in het Belarus van Aleksandr Loekasjenko is de taal al langer niet meer welkom. Een de weinige kranten in het Belarussisch, Nasja Niva, werd begin 2022 door de overheid bestempeld als ‘extremistisch.’ De boekhandel Knihauka, beheerd door de onafhankelijke uitgeverij Janushkevich die veel Belarussische titels uitgeeft, werd gesloten door de autoriteiten. Ook Mova Nanova, een taalprogramma dat lessen Belarussisch gaf in vrijwel alle grote steden van het land, redde het niet. In 2021 werd de organisatie – samen met vele andere Belarussische NGO’s – verboden en moest het uitwijken naar het buitenland. Andere symbolen van de Belarussisch cultuur, zoals de wit-rood-witte vlag en het Pahonja wapen, werden door het regime officieel als ‘extremistisch’ bestempeld.
Het is nu aan de Belarussische diaspora om creatieve manieren te vinden om de taal te behouden. Zo werd eind 2023 een bibliotheek met 3.000 boeken in Belarussisch geopend in Vilnius. De 13 duizend euro die nodig was om het project te realiseren, werd in no-time door de Belarussische diaspora gefinancierd. De initiatiefnemer van het project denkt dat de bibliotheek een belangrijke rol kan spelen in het behouden van de taal- en cultuurkennis van Belarussen die zijn geëmigreerd.
Data-analist Iryna werkt aan een online oplossing voor geëmigreerde Belarussen die hun Belarussisch willen bijspijkeren. Zelf groeide ze op in een Russischtalig gezin in een buitenwijk van Minsk. Al eerder maakte ze een website met taaloefeningen in opdracht van het Mova Nanova programma. Na het begin van de oorlog in Oekraïne werd het project nieuw leven ingeblazen. ‘Toen de app Duolingo niet inging op ons verzoek om het Belarussisch in de talencollectie op te nemen, dachten we: "dan maken we de app toch gewoon zelf.”’ Binnen drie maanden stond er, met hulp van andere Belarussische IT’ers, een app klaar waar Belarussen met flashcards Belarussische woordjes kunnen leren.
Een Belarussische versie van het populaire kaartspel 'Cards against Humanity'. Foto: Ivan, via auteur.
Leidraad voor toekomstige generaties Belarussen
De belangrijkste factor in het voortbestaan van het Belarussisch is de bereidheid van Belarussen om hun kinderen in die taal op te voeden. Volgens Tsichanouskaja is de taal een leidraad voor de komende generaties Belarussen, ook voor diegenen die zijn geëmigreerd.
Daša koos er bewust voor om haar dochter in het Belarussisch op te voeden. In Nederland is dit niet altijd makkelijk. Zo zijn er geen zaterdagscholen voor Belarussische kinderen en is het vinden van Belarussische kinderboeken vrijwel onmogelijk. Zodoende moet Daša creatieve oplossingen bedenken: ‘Ik verzin vaak mijn eigen verhaaltjes. Ook leer ik mijn dochter soms liedjes in het Oekraïens, omdat de talen, maar ook onze culturen, zo op elkaar lijken.’ Ze overweegt haar dochter naar een Oekraïense zaterdagschool te sturen, nu deze in Nederland steeds meer in opkomst zijn. Een Russische school is voor Daša uitgesloten: de Russische taal is volgens haar zwaar overgewaardeerd.
Ondanks haar motivatie om alleen maar Belarussisch te spreken met haar dochter, blijft het voor Daša, maar ook voor veel andere Belarussen, moeilijk om aan het Russisch te ontsnappen. ‘Als ik met mijn dochter in de speeltuin ben en er is ook een Russisch gezin aanwezig, praten ze automatisch Russisch tegen ons, terwijl wij die taal onderling helemaal niet spreken,’ vertelt ze. Ook Siarhei vindt de blijvende populariteit van de Russische taal onder Belarussen moeilijk te verkroppen. ‘Het is een van de redenen dat onze staat bestaat. Als we onze taal niet meer hebben, hoe beschermen we onszelf dan tegen een Russische claim op Belarus?’