TWEE JAAR NA DE INVASIE. DEEL II
Op 24 februari 2022 begon Rusland een grootschalige invasie in Oekraïne. Nu twee jaar later inventariseert Raam op Rusland de gevolgen van deze oorlog. Waar we vorig jaar de aanloop naar de oorlog op een rijtje hebben gezet, kijken we nu in een vijfdelige serie naar de humanitaire, geopolitieke, militaire, binnenlandse en economische consequenties voor zowel Rusland als Oekraïne. Deze week deel 2.
Algemeen voorbehoud
We hebben er alles aan gedaan om de feiten in deze serie te staven met betrouwbare cijfers. Verificatie in oorlogstijd is echter altijd moeilijk, soms zelfs onmogelijk. Officiële statistieken zijn in Rusland en Oekraïne de afgelopen twee jaar steeds minder toegankelijk geworden, of tot staatsgeheim verklaard. We gebruiken de cijfers in onderstaand overzicht daarom noodgedwongen onder enig voorbehoud.
Solidariteitsbetoging op de Dam in Amsterdam. Foto Wikimedia
Bondgenoten
Hoe liggen de verhoudingen op wereldschaal?
De internationale steun voor een van beide landen laat zich niet in twee afgebakende blokken splitsen. Driekwart van alle landen ter wereld heeft zich afgelopen twee jaar openlijk tegen de Russische inval uitgesproken. Rusland weet zich slechts door vier à zes landen van de Verenigde Naties onomwonden gesteund. Bij de stemming over een eerste resolutie van de algemene vergadering van de VN, waarin de aanval werd afgekeurd en Rusland werd opgeroepen zich terug te trekken, kreeg het Kremlin alleen bijval van Belarus, Syrië, Noord-Korea en Eritrea. Een jaar later voegden Nicaragua en Mali zich in dit Moskou-getrouwe kamp.
Maar deze stemverhoudingen zeggen niet alles over de werkelijke verhoudingen Ongeveer een vijfde van alle landen ter wereld wil zich niet al te expliciet uitspreken over de Russische invasie en de daaropvolgende oorlog in Oekraïne. Bij stemmingen in de VN stemmen zij blanco of houden zich afzijdig. Grote economische en soms ook nucleaire machten als China, India en Zuid-Afrika maken deel uit van deze groep. Daar staat tegenover dat Rusland binnen zijn eigen vermeende ‘nabije buitenland’ op eenzelfde opstelling stuit. De voormalige Sovjetrepublieken Kazachstan, Armenië, Kirgizië en Tadzjikistan, die wel lid zijn van de door Moskou gestuurde Verdragsorganisatie voor Collectieve Veiligheid, houden zich in de VN liever afzijdig.
De trend is niettemin gunstiger voor Rusland dan voor Oekraïne. De afgelopen twee jaar is het Kremlin er in geslaagd om landen, die zich bij stemmingen in de VN neutraal opstellen, langzaam iets meer naar zich toe te trekken. Veel van die landen bieden bovendien mogelijkheden om de westerse sancties te omzeilen, bijvoorbeeld door de doorvoer van ‘verboden’ technologische producten naar Rusland of de verkoop van Russische grondstoffen en goederen te faciliteren.
De trend is niettemin gunstiger voor Rusland dan voor Oekraïne. De afgelopen twee jaar is het Kremlin er in geslaagd om landen, die zich bij stemmingen in de VN neutraal opstellen, langzaam iets meer naar zich toe te trekken. Veel van die landen bieden bovendien mogelijkheden om de westerse sancties te omzeilen, bijvoorbeeld door de doorvoer van ‘verboden’ technologische producten naar Rusland of de verkoop van Russische grondstoffen en goederen te faciliteren.
Zijn de bondgenoten van Oekraïne eensgezind?
De steun voor Oekraïne is in de afgelopen twee jaar grosso modo stabiel gebleven. Maar binnen de westerse coalitie hebben zich wel verschuivingen voorgedaan.
In de Verenigde Staten kwam de hulp onder druk te staan omdat de Trumpiaanse vleugel binnen het Huis van Afgevaardigden de steun voor Kyiv ging koppelen aan binnenlandse politieke strijdpunten, die erop waren gericht het presidentschap van Joe Biden te verzwakken. In de Senaat slaagde de Republikeinen daar niet in. Medio februari keurde de Senaat een gecombineerd pakket voor Oekraïne, Taiwan, Israël en Gaza goed ter grootte van ruim 95 miljard dollar. De voorzitter van het Huis van Afgevaardigden stuurde het Huis vervolgens met reces , omdat hij geen stemming in het Huis wil die president Biden ten goede kan komen.
Binnen de Europese Unie namen de tegenstellingen tussen de verschillende lidstaten toe. Hongarije onder leiding van premier Viktor Orban verzette zich keer op keer tegen gezamenlijke steunprogramma’s, maar haalde op kritieke momenten steeds bakzeil als de Europese Raad het land dreigde met strafacties of paaide met verzachting van eerdere sancties. Slowakije dreigde zich uit de coalitie terug te trekken na de verkiezingszege van de populist Robert Fico, maar dat is vooralsnog niet gebeurd. Sinds de electorale overwinning van Geert Wilders is het denkbaar dat Nederland dat voorbeeld volgt. De parlementariërs Joeri Pool en Raymond de Roon van de PVV hebben in het parlement gepleit voor respectievelijk handreikingen naar Rusland en het stopzetten van de steun aan Oekraïne. Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft zich echter uitgesproken voor een voortzetting van het huidige kabinetsbeleid. Of die continuïteit ook zal doorklinken in een nieuw regeerakkoord is nog niet duidelijk.
Militaire steun
Van wie krijgen Oekraïne en Rusland militaire hulp?
Oekraïne wordt gesteund met militaire goederen uit en door (bijna) alle lidstaten van de Europese Unie, Noorwegen, Verenigde Staten, Canada, Verenigd Koninkrijk, Japan, Zuid-Korea, Australië en Nieuw-Zeeland. Volgens gegevens van het Duitse Institut für Weltwirtschaft in Kiel hadden de volgende landen/allianties qua nominale omvang per 15 januari 2024 de grootste wapenleveranties toegezegd: de Europese Unie (49,7 miljard), de Verenigde Staten (46,3 miljard euro), het Verenigd Koninkrijk (10 miljard), Noorwegen (4,2 miljard) en Canada (2,3 miljard). Binnen de EU is Duitsland met 19,4 miljard de grootste militaire hulpverlener en de tweede mondiaal. Met 3,6 procent van zijn nationaal inkomen is Estland in relatieve zin de grootste hulpverlener. Nederland heeft Oekraïne onder meer Leopard 2-tanks en F-16’s gegeven. Samen met Denemarken leidt Nederland ook een coalitie van landen die Oekraïense piloten traint om met F-16’s te vliegen.
Rusland leek aan het begin van de invasie de oorlog autarkisch te kunnen voeren. De Russische militaire industrie, die voor 2022 met ongeveer drie miljoen mensen een jaarlijkse omzet van 65 miljard euro draaide, controleerde toen ongeveer 25 procent van de mondiale wapenmarkt. Nadat de Blitzkrieg in het voorjaar van 2022 was mislukt – en de Russische troepenmacht door het succesvolle Oekraïense tegenoffensief in de herfst werd gedwongen tot een stellingenoorlog langs amper verschuivende frontlijnen – raakten de wapenarsenalen in Rusland langzaam uitgeput en moest het Kremlin bij wijze van novum zelfs wapens in het buitenland kopen. Voor zover bekend komen de Russische importwapens uit Iran (kamikazedrones), Noord-Korea (raketsystemen en munitie) en Syrië, Libië en Centraal Afrikaanse Republiek (huurlingen). Volgens de Oekraïense geheime dienst kan Rusland ook gebruik maken van de Starlink-satellieten van Elon Musk. De Amerikaanse auto- en mediaproducent, die eerder voor Oekraïne het communicatieverkeer via Starlink afsloot, ontkent dat hij Rusland via zijn terminals wel toegang geeft.
Spoorwegsabotage in Belarus. Screenshot Federale recherche Rusland.
Rol van Belarus
Op welke manier is Belarus betrokken bij de oorlog?
Sinds de vervalste presidentsverkiezingen van augustus 2020 en het neerslaan van de massale protesten die daarop volgde, is Belarus nog afhankelijker geworden van Rusland. Het steunt Rusland op verschillende manieren in de oorlog tegen Oekraïne.
Nadat de Russische krijgsmacht al ruim een maand militaire oefeningen uitvoerde op Belarussisch grondgebied, gebruikte het Russische leger in februari 2022 het land als uitvalsbasis voor de grootschalige invasie van Oekraïne. Twee maanden lang verliep de bevoorrading van het aanvallende Russische leger via Belarus. Russische militairen werden verpleegd in Belarus en gebruikten het land om geplunderde goederen naar huis te sturen. Hieraan kwam een eind toen Oekraïne de noordelijke provincies heroverde, die aan Belarus grenzen. Als reactie op de Belarussische betrokkenheid bij de oorlog in Oekraïne, breidde de Europese Unie de eerder ingestelde sancties tegen Belarus in maart 2022 verder uit.
Het Russische leger is sindsdien niet meer met grondtroepen actief vanuit Belarus. Wel blijft Rusland de militair relevante infrastructuur van Belarus gebruiken. In maart 2023 kondigde Rusland zelfs aan tactische nucleaire wapens op Belarussisch grondgebied te plaatsen. Dit werd mogelijk nadat Belarus op 27 februari 2022 met een wetswijziging zijn in 1994 afgekondigde niet-nucleaire status opgaf.
Bewijs dat het Belarussische leger actief is in Oekraïne is er niet. Loekasjenko zegt dit te willen voorkomen. Zolang hij zijn nut voor Poetin weet te bewijzen, zoals toen hij zich in juni 2023 opwierp als mediator tussen Poetin en Prigozjin, is hij zijn positie als president zeker en lijkt directe inmenging van het Belarussische leger vooralsnog niet aan de orde.
Wat vindt de bevolking van Belarus?
De meerderheid van de Belarussische bevolking is tegen de oorlog. Volgens een opiniepeiling van Chatham house uit november vorig jaar is 26% tegen de oorlog, en slechts 19% uitgesproken voor. Enkele honderden Belarussen vechten mee aan Oekraïense kant. Daarnaast wordt kritieke infrastructuur gesaboteerd, o.a. tijdens de spooroorlog in de zomer van 2022.
De democratische oppositie die sinds 2020 onder leiding van Svjatlana Tsichanouskaja vanuit het buitenland opereert, veroordeelt de Russische invasie. De rol van Belarussen in het buitenland ligt ingewikkeld: waar politiek gemotiveerde migranten eerder welkom waren, is dit sinds de Belarussische betrokkenheid bij de invasie omgeslagen in argwaan. Dit is zeker het geval in Oekraïne, waar sinds de protesten van 2020 tienduizenden Belarussen naartoe zijn gevlucht.
Voorzitter Von der Leyen en president Zelensky. Foto Wikimedia.
Toelating van Oekraïne tot NAVO en EU
Hoe staat het met de toelating van Oekraïne tot de EU?
Op 14 december 2023 gaf de Europese Raad groen licht voor toetredingsonderhandelingen met Oekraïne. Het was grofweg de derde stap in het toetredingsproces, na de aanvraag van lidmaatschap en het verkrijgen van de status van kandidaat-lid. De toetredingsonderhandelingen zijn verreweg de grootste horde die Oekraïne moet nemen om daadwerkelijk lid van de EU te kunnen worden. Het land zal namelijk het acquis communautaire van de EU moeten overnemen: een pakket aan bestaande EU-wetten en -regels van naar schatting ruim 100.000 documenten. Het acquis raakt aan vrijwel elk aspect van de samenleving, van onderwijs tot defensie en van verkeer tot consumentenbescherming. Delen van het acquis waren overigens al opgenomen in het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne, dat in 2017 in werking is getreden.
Met dat acquis is Oekraïne nog wel een aantal jaar zoet: het kost landen gemiddeld vier jaar om de toetredingsonderhandelingen af te ronden. Voor Kroatië, de meest recente toetreder, duurden de onderhandelingen ruim zes jaar. Montenegro en Servië zijn al meer dan tien jaar bezig en zitten nog midden in het proces. Zo lang hoeft het voor Oekraïne niet te duren. Het land heeft een ijzeren politieke wil om tot de EU toe te treden. En hoewel de Europese Commissie er graag op wijst dat EU-uitbreiding louter gebeurt op basis van verdiensten (‘merit-based’) op het gebied van hervormingen en implementatie van het acquis, wordt in de praktijk wel degelijk ook een strategische, geopolitieke afweging gemaakt.
En hoe zit het met Oekraïens NAVO-lidmaatschap?
Ook tot de NAVO wil Oekraïne maar al te graag toetreden, maar die organisatie heeft de boot tot nog toe afgehouden. Tijdens de NAVO-top van 2008 in Boekarest beloofden de lidstaten dat Oekraïne in de toekomst lid zou mogen worden van de NAVO. Het echte nieuws van die top was echter dat er geen concrete stappen in die richting werden genomen. Terwijl de Verenigde Staten Oekraïne een Membership Action Plan (MAP, de belangrijke eerste stap richting toetreding) wilden aanbieden, waren Duitsland en Frankrijk hierop tegen. Zij waren bezorgd over hoe Rusland verdere uitbreiding van de NAVO naar het oosten zou opvatten. Maar ook op de vage belofte van toekomstig lidmaatschap reageerde Rusland negatief. Oekraïense toetreding tot de NAVO zou een ‘enorme strategische fout’ zijn die ‘zeer serieuze gevolgen’ zou hebben voor de pan-Europese veiligheid, aldus Alexander Grushko, toenmalig vice-minister van Buitenlandse Zaken van Rusland.
Oekraïne maakte in de jaren die volgden geen grote prioriteit van NAVO-toetreding. Ook onder de bevolking leefde het niet: in oktober 2013 was slechts 20 procent van de Oekraïners vóór NAVO-toetreding. De Russische annexatie van de Krim en de oorlog in de Donbas in 2014 brachten daar verandering in. In november van dat jaar was ineens een meerderheid van de bevolking voor toetreding. De grootscheepse invasie in februari 2022 bracht de Oekraïense NAVO-ambities in een stroomversnelling. Op de NAVO-top in Vilnius vorig jaar herhaalden de lidstaten dat het land uiteindelijk zal toetreden tot de alliantie, maar wederom zonder concrete stappen te zetten. Wel schrapte de NAVO voor Oekraïne de eis van het doorlopen van het Membership Action Plan, waarmee het toetredingspad voor Oekraïne is verkort. Ook kondigde secretaris-generaal Jens Stoltenberg als voorschot op toetreding een programma aan om de Oekraïense strijdkrachten ‘volledig interoperabel’ te maken met die van de NAVO-leden.
Uitslag stemming in VN over resolutie waarin Rusland wordt opgeroepen zich onmiddellijk uit Oekraïne terug te trekken.
Nederland sinds MH17 en referendum-2016
De positie van Nederland ten opzichte van zowel Oekraïne als Rusland is in de afgelopen jaren gestaag veranderd. Toen vlucht MH17 tien jaar geleden werd neergeschoten door een Russische Boekraket werd Nederland geleden keihard geconfronteerd met de oorlog die toen al woedde in het oosten van Oekraïne. 298 mensen kwamen om, onder wie 193 Nederlanders. Premier Mark Rutte stelde dat Nederland niet zou rusten voor de daders waren opgespoord. Hoewel dankzij onderzoekscollectief Bellingcat al snel duidelijk werd dat Rusland op z’n minst indirect verantwoordelijk was voor het neerstorten van het toestel, ging de handel met het land door. Follow the Money en The Investigative Desk zochten uit dat de aanslag op MH17 ‘slechts een tijdelijke hobbel vormde voor de Russisch-Nederlandse relaties.’ Achter de schermen werkte Nederland nauw samen met Rusland op energiegebied, zonder daarover de Tweede Kamer te informeren. Samen met Duitsland verdedigde Nederland de controversiële Russische gaspijpleiding Nord Stream 2 als ‘commercieel project,’ tot frustratie van Oekraïne, dat Nord Stream 2 zag als directe vervanging voor de gasleidingen door Oekraïne, waarmee het land zijn onderhandelingspositie t.o.v. Rusland zou verliezen. Kartrekker van de (inmiddels opgeblazen) pijpleiding was het Russisch staatsgasbedrijf Gazprom.
Met het raadgevend referendum over het EU-associatieverdrag met Oekraïne in 2016 maakte Nederland zich ook niet populair bij de Oekraïners. Ruim 61% van de stemmers was tegen het associatieverdrag. Met een opkomst van 32,2% was de kiesdrempel gehaald. Het referendum leidde tot het beroemde inlegvelletje van Mark Rutte, dat stelt dat het associatieverdrag Oekraïne niet de status verleent van kandidaat-EU-lid en dat het geen opstapje is naar EU-lidmaatschap. Achteraf is het dat wel gebleken, nu Oekraïne kandidaat-lid is en de toetredingsonderhandelingen worden geopend.
Sinds 24 februari 2022 heeft Nederland de pragmatische houding ten opzichte van Oekraïne snel laten varen en heeft premier Rutte zich in Europa opzichtig gepositioneerd als een van de pleitbezorgers voor de Oekraïense zaak. Hij is sindsdien tweemaal op bezoek geweest bij president Zelensky in Kyiv. In Den Haag is afgelopen zomer het Internationaal Centrum voor de Vervolging van de Misdaad van Agressie in Oekraïne van start gegaan, dat fungeert als opmaat voor een eventueel Oekraïnetribunaal en zich richt op het verzamelen van bewijs. Vorige week nog liet minister Hanke Bruins Slot van Buitenlandse Zaken weten dat Nederland binnenkort een tienjarige veiligheidsovereenkomst met Oekraïne sluit over steun ‘op het gebied van veiligheid, defensie, wederopbouw en gerechtigheid.’
Verklaring politieke partijen bij tweede verjaardag oorlog.
Hoe verhoudt de Tweede Kamer zich tot de oorlog?
Vrijwel alle partijen in de Tweede Kamer hebben de Russische grootschalige invasie van Oekraïne in meer of minder krachtige bewoordingen veroordeeld en zijn voorstander van steun aan Oekraïne. Er zijn verschillen in hoe partijen die steun voor zich zien, maar grote partijen als VVD, NSC en GroenLinks-PvdA zijn voorstander van actieve militaire, humanitaire en financiële steun aan het land. Op 13 februari 2024 werd in de Tweede Kamer de motie van D66 en het CDA aangenomen 'over uitspreken dat het voor de veiligheid en stabiliteit in Europa nodig is om Oekraïne zo lang als nodig en minimaal op hetzelfde niveau militair te steunen'. PVV, BBB, SP, DENK, FvD en JA21 stemden tegen. Wel hebben sommige van deze partijen zich in algemenere bewoordingen uitgesproken voor steun aan Oekraïne. De PVV vaart een dubbele koers. Partijleider Geert Wilders lijkt zich in de richting van Kyiv te bewegen, maar een partijgenoot in de Tweede Kamer eiste tegelijkertijd dat Rusland niet verder wordt 'geprovoceerd' en de fractie in de Eerste Kamer stemde zelfs tegen extra Europese steun aan Oekraïne. Forum voor Democratie is de enige partij in het parlement die consequent en uitgesproken begrip toont voor de Russische invasie.