Bij de verkiezingen in de Duitse deelstaten Thüringen en Saksen hebben twee pro-Russische partijen, een van extreem-rechts en een van extreem-links, een mega-overwinning geboekt. Ook al hebben de deelstaten niets te zeggen over defensie en buitenlandbeleid, het is slecht nieuws voor Oekraïne. De Duitse steun voor Oekraïne kalft al af en kleine landen zullen dat gat niet kunnen vullen. Rusland laat z’n vreugde niet direct merken en houdt de kurk nog even op de champagnefles, schrijft Hella Rottenberg.
Carnavalsoptocht in Mainz met poppen die Poetin afbeelden, geflankeerd door Alice Weidel van de AfD (links) en Sahra Wagenknecht van de BSW. Foto Ronald Wittek/ANP/EPA
door Hella Rottenberg
De reacties op de verkiezingsuitslag in de Duitse deelstaten Thüringen en Saksen variëren van gealarmeerd tot ongerust. Gealarmeerd: voor het eerst sinds Hitler is een rechtsextremische – sommigen zeggen fascistische – politieke partij de grootste bij een Duitse verkiezing geworden. En ook al bezweren de andere partijen dat zij de Alternative für Deutschland (AfD) niet tot een regering zullen toelaten, het feit is daar en zal z’n uitwerking hebben.
Daarbij komt dat ook de links-populistische Bündnis Sahra Wagenknecht (BSW), die voor het eerst aan verkiezingen deelnam, sterk uit de bus kwam en meerdere standpunten huldigt die overeenstemmen met de AfD. Met de overweldigdende winst van de flanken, kan het midden – in Thüringen en Saksen vrijwel alleen nog vertegenwoordigd door de christendemocraten – nauwelijks meer standhouden en zal de toch al wankele regering van Olaf Scholz haar legitimiteit kwijtraken, is de vrees. Zeker als op 22 september de uitslag in Brandenburg slecht uitpakt voor de sociaaldemocraten.
Anderen stellen dat de invloed van de kleine Oostduitse deelstaten (samen 5 miljoen kiezers op een totaal van ruim 60 miljoen) niet overdreven moet worden, dat Oostduitse burgers anders denken dan de Westduitse en dat het midden nog kans heeft zich te herpakken. Zelfs als Bündnis Sahra Wagenknecht in de deelstaatregeringen zitting neemt, heeft die partij niets te zeggen over defensie en buitenlands beleid, zeggen deze commentatoren. Vooral dit laatste is van belang voor Oekraïne.
Sahra Wagenknecht heeft haar stemmen binnengehaald met beloften van meer geld voor lonen en pensioenen, geen geld voor Oekraïne, minder voor defensie en minder immigranten. Ze voerde campagne met de leuze ‘Oorlog of vrede. Nu kunt u kiezen!’. Dat sloeg aan, want onder de Oostduitse kiezers heerst grote onvrede over bezuinigingen op pensioenen en uitkeringen, terwijl de uitgaven voor defensie en steun aan Oekraïne bleven stijgen. Bovendien vinden veel Duitsers – en niet alleen in het oosten, trouwens – dat de vrijheid van Oekraïne niet opweegt tegen het gevaar van een oorlog met Rusland. Nostalgie naar een autoritair bestuur en oerconservatieve waarden maken dat menig ex-DDR burger in Poetin geen kwaad wil zien.
Sahra Wagenknecht
Sahra Wagenknecht (55 jaar) werd geboren in Jena, de toenmalige DDR. Ze was vanaf 2009 lid van de Bondsdag namens Die Linke, de opvolger van de regerende communistische SED in de DDR. Ze werd lid van de SED, vlak voor de Wende in 1989. Binnen Die Linke was ze een polariserende figuur, met harde populistische standpunten over Oost-Duitsland, immigratie en vluchtelingen. Twee dagen voor de inval van Rusland in Oekraïne, zei ze ervan overtuigd te zijn dat Poetin zoiets nooit zou doen. In het najaar van 2023 scheidde ze zich af van Die Linke en nam een aantal afgevaardigden mee. In januari 2024 richtte ze een eigen partij op, die ze naar zichzelf noemde, Bündnis Sahra Wagenknecht.
Angst voor kernoorlog met Rusland
Wagenknecht joeg de angst voor een kernoorlog met Rusland aan. ‘We hebben al vele rode lijnen overschreden. Op een gegeven moment is de laatste rode lijn overschreden, waarna Rusland werkelijk zal reageren. We zien hoe met Duitse wapens op Russische doelen wordt geschoten. Als de Russen ons als oorlogspartij zien, worden wij doelwit voor een aanval’, zo zei ze tijdens de campagne. In talkshows op tv, waar ze een veelgevraagde gast was en zich als een talentvolle spreekster bewees, weigerde ze steevast om Rusland als agressor te beschouwen. Het was de schuld van de NAVO en de VS dat Rusland zich bedreigd voelde en in actie kwam, vond ze. Wanneer er bommen vielen op burgerdoelen in Oekraïne, zaaide ze twijfel over wie het had gedaan. Kortom, zonder voorbehoud nam ze de Kremlin-propaganda over.
Campagne BSW in Erfurt, Thüringen. Foto Ronny Hartmann/ANP/AFP
In de AfD vindt Wagenknecht een bondgenoot. Toen president Zelensky afgelopen juni de Bondsdag kwam toespreken, verlieten BSW- en AfD-parlementsleden demonstratief de zaal. De Thüringse AfD-voorman Björn Höcke maakte zijn positie glashelder toen hij tijdens de campagne verklaarde dat, mocht hij ooit bondskanselier worden, zijn eerste reis niet naar Washington maar naar Moskou zou gaan. Al is dat moment nu ondenkbaar, het is verontrustend genoeg dat eenderde van de kiezers in Thüringen en Saksen het geen probleem vindt om op een extreemrechtse antidemocratische partij te stemmen en bijna de helft (48,6% in Thüringen en 42,4% in Saksen) de voorkeur geeft aan pro-Russische groeperingen.
Uitslag in Thüringen
Uitslag in Saksen
In beide deelstaten zal de CDU zoals het ernaar uitziet BSW nodig hebben om een regering te vormen. Sahra Wagenknecht heeft als voorwaarde gesteld, dat Duitsland ervan afziet om in 2026 Amerikaanse middellange afstandsraketten te plaatsen en diplomatieke initiatieven neemt om een einde te maken aan de oorlog in Oekraïne. De deelstaten gaan daar helemaal niet over, maar op deze manier wil Wagenknecht druk uitoefenen en verdeeldheid zaaien bij de christendemocraten. Daarmee sorteert ze alvast voor op de federale verkiezingen van volgend jaar, als naar het zich laat aanzien het CDU het stokje overneemt van de impopulaire ‘stoplicht-coalitie’ (sociaal-democraten, liberalen en groenen) van Olaf Scholz.
Steun aan Oekraïne kalft nu al af
In de aanloop naar de deelstaatverkiezingen werd gelekt dat de Duitse regering hulp aan Oekraïne gaat afbouwen. Dat dit bericht op zo’n strategisch moment naar buiten kwam, geeft aan dat Berlijn probeerde het tij nog te keren door de Oostduitse kiezers tegemoet te komen. Minister van Financiën Christian Lindner vond beperking van het begrotingstekort belangrijker dan hulp geven aan Oekraïne in zijn strijd tegen de Russische agressor, luidde het argument. De regering ging daarin mee, hoewel de SPD-minister van Defensie Boris Pistorius eerder dit jaar verklaarde meer wapens naar Oekraïne te willen sturen.
Het betekent dat in 2024 de hulp op 8 miljard euro blijft steken, volgend jaar gehalveerd wordt naar 4 miljard euro en het jaar daarop verder daalt. Het geld voor meer steun aan Oekraïne moet in het vervolg komen uit de opbrengst van de in beslag genomen Russische tegoeden. In juni besloten de G7-landen om hiermee 50 miljard dollar te financieren voor de verdediging van Oekraïne. Een garantie dat dit geld vrij komt en benut kan worden, is er echter niet. Het is een kwetsbaar plan, juridisch en politiek.
Duitslands ‘Zeitenwende’
Juist deze week concludeerde de Duitse denktank voor buitenlands beleid DGAP dat de Zeitenwende, de kentering die Olaf Scholz vlak na de Russische inval beloofde, mislukt is. Duitsland is na de VS weliswaar de grootste donor van Oekraïne geweest (33 miljard euro in civiele, humanitaire, financiële en militaire hulp), maar heeft te weinig gedaan en te traag gehandeld, vinden de analisten. Kernpunt van hun kritiek is dat Duitsland – net als overigens de VS – zich niet ten doel heeft gesteld Oekraïne de oorlog te laten winnen, maar steeds te veel steunde om Oekraïne te laten verliezen en te weinig om te winnen.
Afgezet tegen de omvang van de Duitse economie was de hulp tot nu toe magerder dan van veel andere Europese landen. Zo besteedde Estland bijvoorbeeld 1,7% van het nationaal inkomen en Duitsland 0,4%.
Kritiek hebben de opstellers van het rapport op het afwijzen door Scholz van de levering van Taurus-kruisraketten, waarom Oekraïne al jaren smeekt en de openlijk beleden angst om Moskou’s rode lijnen te overschrijden. Daardoor heeft Duitsland zich bloot gegeven als te zwak om Rusland te weerstaan en heeft het de Europese veiligheid verzwakt in plaats van versterkt, ondanks de miljarden uitgaven, vinden zij.
De versterking van de eigen defensie, een kernpunt van Scholz’ Zeitenwende, waarvoor hij honderd miljard uittrok, heeft weliswaar geleid tot de NAVO-norm van 2% van het nationaal inkomen, maar de rapporteurs vragen zich af of dit niveau – dat eigenlijk te weinig is voor wat er nodig is – in stand zal blijven.
Al met al zijn de politieke ontwikkelingen slecht nieuws voor Oekraïne. Terwijl in Duitsland de animo om Oekraïne te steunen inzakt en pro-Kremlin partijen spectaculaire winst behalen, hijgt in Frankrijk Marine Le Pen president Macron in de nek en is een overwinning van Trump in de VS nog altijd denkbaar. Als het geld van de grote donoren wegebt, zijn de kleinere landen, hoe gemotiveerd sommigen ook zijn, niet in staat om het gat te vullen.
Met de inval in Koersk hoopt Oekraïne te bewijzen dat het zich niet laat kisten en voorlopig niet bereid is tot capitulatie. Het is evenzeer een signaal dat bedoeld is voor de westerse bondgenoten, als voor Rusland. Zal het doorzettingsvermogen en vernuft van Oekraïne opgewassen zijn tegen de politieke turbulentie bij zijn bondgenoten?
Russische commentaren
Poetin lijkt de lachende derde. De Kremlin-spreekbuis RT vatte de verkiezingen samen in een opiniestuk met als kop: ‘Democratie kaput. Duitsers willen vrede met Rusland, maar hun leiders luisteren alleen naar Washington en Kiev’. Maar de prominente buitenlandanalist Fjodor Loekjanov wil de dag niet prijzen voor het avond is. Weliswaar geven de kiezers een duidelijk signaal af, maar het systeem kan de doorbraak van flankpartijen vermoedelijk opvangen, schrijft hij in een commentaar in het Russische tijdschrift Global Affairs. ‘De doorbraak naar het eerste échelon van de voormalige ‘paria’s’ betekent niet een herschikking van het échelon, maar een normalisatie van de nieuwkomers. Het raamwerk van de EU en NAVO beschikt over een grote reserve van stevigheid, die het politieke veld binnen dezelfde parameters kan houden. Moeten we koerswijzigingen verwachten die de Russische belangen raken? Voorlopig is daarvoor geen enkele grond.’
Laten we voor de verandering eens geloof hechten aan Loekjanovs mening. Want zijn commentaar is het meest optimistische dat sinds de verkiezingen in Thüringen en Saksen valt op te vangen.