Russische scholen in Estland voor het eerst van start in het Ests

Begin deze maand begon voor de Russischsprekende leerlingen van de Kreenholmi-school in Narva het schooljaar voor het eerst in het Ests. Samen met de 72 andere Russische scholen van het land schakelt de school de komende jaren volledig over op de nationale taal. In een stad waar maar liefst 95 procent van de inwoners Russischtalig is, betekent dit een enorme omslag. Historicus Jeroen Bult bracht voor RAAM een bezoek aan de school en zag hoe vooral de docenten worstelen met de taaltransitie. 

Start van het nieuwe schooljaar op de Kreenholmi- school in Narva, 2 september 2024. Foto: Facebookpagina Narva Kreenholmi Kool

Door Jeroen Bult

De kantinemedewerkers van de Kreenholmi-school in Narva maken zich op voor de toestroom van scholieren die zich over enkele minuten zal aandienen. Het is tijd voor de lunchpauze. Aan de muren prijken afbeeldingen van allerlei soorten groenten en fruit, met daaronder de naam in het Ests. Ook elders in de school staan de Estse namen van voorwerpen in grote letters vermeld op A4-tjes: ‘tool’ (stoel), ‘laud’ (tafel), etc. In klas 1C bijvoorbeeld, waar de lerares slechts met moeite de orde kan handhaven, nu de middagpauze nadert. Alleen doet zij dat in het Russisch. 

Zodra de bel gaat en de leerlingen richting de kantine stormen, valt het des te meer op dat Russisch hier de voertaal is. Cyrillische letters komen voorbij op de beeldschermen van hun mobiele telefoons. Een wat afgepeigerd ogende lerares begeeft zich met een collega naar de docentenkamer – kletsend in het Russisch. 

Historicus in Tallinn/Vilnius
Jeroen Bult is historicus, gespecialiseerd in Estland, Letland en Litouwen. Hij werkt afwisselend in Tallinn en Vilnius.

De combinatie van het Russische geroezemoes tussen de met Estse termen behangen wanden is tekenend voor de sfeer in het pand. De Kreenholmi-school, gevestigd in een lichtgroene parel van laat-stalinistische architectuur in het zuiden van de stad Narva, is namelijk niet zomaar een school in Estland. Het is een van de 73 Russische scholen die het land telt (schooljaar 2021/2022), waarvan er zich 29 in de noordoostelijke provincie Ida-Virumaa bevinden. Kloppend hart is Narva, gelegen aan de gelijknamige rivier die tevens de grens met Rusland vormt. 

‘Russenstad’ Narva

Zo’n 95 procent van de inwoners van Narva is Russischtalig, een restant uit de Sovjet-tijd. Nadat Narva in 1944 aan puin was geschoten, dirigeerden de machthebbers uit het Kremlin vele duizenden Russen, en in mindere mate Belarussen en Oekraïners, naar de weer opgebouwde stad. De nieuwkomers zouden aan de slag gaan in de industrie, mijnbouw en energieproductie en Narva zo tot inspirerend symbool van de communistische Nieuwe Tijd op Estse bodem moeten maken. 

De praktijk was er echter een van complete afzondering. Autochtone Esten kwamen slechts zelden in Ida-Virumaa en verfoeiden Narva en de andere ‘Russensteden’. Die waren voor hen bovenal symbolen van de bezetting door de totalitaire Sovjet-Unie – en van een gigantische milieuvervuiling.

Na het herstel van Estlands onafhankelijkheid in augustus 1991 werden de Russen afgesneden van hun moederland in het oosten. Wilden zij Ests staatsburger worden, dan dienden zij conform de Wet op het Staatsburgerschap van 1992 eerst een strikte naturalisatieprocedure te doorlopen. Een groot deel van hen zou eindigen als stateloos ingezetene of vroeg een Russisch paspoort aan.

Het isolement van de Russischtalige immigranten in Ida-Virumaa werd verder versterkt door het verdwijnen of in kleiner, geprivatiseerd verband doorstarten van de industrie en andere staatsbedrijven. Een treurig voorbeeld is de Kreenholm-textielfabriek, die in 1991 nog werk bood aan elfduizend mensen. Omdat het niet meer kon opboksen tegen de concurrentie uit Azië vroeg het eind 2010 faillissement aan: het zoveelste sociale drama voor Narva.

 
Het fabrieksterrein van de Kreenholm-textielfabriek in Narva. Foto: Wikimedia Commons. 

Integratiedruk

De grootschalige industrie mag dan goeddeels zijn verdwenen uit Ida-Virumaa, een andere nalatenschap uit de Sovjet-periode bestaat nog altijd: de Russische scholen. Die zijn ook meer westwaarts te vinden, waaronder in Tallinn. De scholen hanteerden in alle republieken van de U.S.S.R. hetzelfde lesprogramma, met minimale aandacht voor de lokale taal. Het gevolg: een belabberde kennis van het Ests onder de Russischtalige leerlingen.    

Onacceptabel en volkomen gedateerd, zo oordeelden de autoriteiten van Estland al in 1991, meteen na het vertrek uit de Sovjet-Unie. Twee jaar later werd de Wet op de Lagere Scholen en Gymnasia afgehamerd, waarmee het Ests in het onderwijs weer op één kwam te staan. In 1997 volgde de bepaling dat alle leerlingen van de Russische scholen in staat moesten zijn hun vervolgopleiding in het Ests te genieten en in 2000 het voorschrift dat zestig procent van het curriculum van de voortgezette fase van die scholen uiterlijk in 2007 in het Ests diende te worden gedoceerd. Maar de directies van sommige scholen probeerden de maatregelen te vertragen en vonden een bondgenoot in de linkspopulistische Centrumpartij Keskerakond. De Russische minderheid vormt een belangrijk deel van haar achterban en in de steden in Ida-Virumaa en in Tallinn, waar haar macht destijds groot was, hield ‘KE’ de scholen de hand boven het hoofd.  

De tijden van pappen en nathouden waren na Ruslands invasie van Oekraïne voorgoed voorbij

De tijden van pappen en nathouden waren in 2022, na Ruslands invasie van Oekraïne, voorgoed voorbij. Premier Kaja Kallas ruilde de Centrumpartij die zomer in voor het conservatieve Isamaa (Vaderland) en de nieuwe regering voerde de integratiedruk op de Russische minderheid op. De Russische scholen kwamen nu serieus onder druk te staan – het Ests van de leerlingen moest zo snel mogelijk worden verbeterd om hen minder vatbaar te maken voor opruiende desinformatie uit Rusland, aldus politiek-Tallinn. Bovendien zou een onderdompeling in het Ests hun positie op de arbeidsmarkt ten goede komen. Volgens deskundigen een win-winsituatie: een mooie baan bevordert de integratie en sectoren als de bouw en de zorg zitten dringend verlegen om arbeidskrachten.

Het Estse parlement gaf daarom op 12 december 2022 zijn fiat aan amendement-722 SE op de Wet op de Lagere Scholen en Gymnasia. In het schooljaar 2029/2030 moeten alle negen klassen van de basisfase van de Russische scholen zijn overgeschakeld op het Ests. De eerste en de vierde klassen zouden in september 2024 het spits afbijten.

Narva schoolDe Kreenholmi-school in Narva. Foto: Website van de school

De echte uitdaging van de taaltransitie

Die nieuwe werkelijkheid heeft zich ook op de Kreenholmi-school aangediend. ‘Het is zeker wennen, niet op de laatste plaats voor de kinderen zelf’, vertelt Svetlana, docent Engels, terugblikkend op de eerste week. ‘Het is hectisch, maar we moeten wel’. Zij doet haar best om de lessen in het Ests te geven, maar blijft soms toch steken in het Russisch. Van collega’s heeft ze gehoord dat ze het maken van de vertaalslag, ten overstaan van de leerlingen, vaak ook moeilijk vinden. De directrice van de school is aanzienlijk minder spraakzaam. Over de eerste week van het onderwijs-nieuwe stijl wil ze niet veel kwijt. ‘Alles is redelijk goed verlopen’, verzucht ze na enig aandringen.

En zo wordt stilaan duidelijk waarin hier de echte uitdaging schuilt: het klaarstomen van de docenten voor de taaltransitie. Irene Käosaar, onderwijsexpert en directeur van een Estse school in Narva, onderschrijft de bevindingen van docent Svetlana: ‘Het is prima dat leraren op de Russische scholen over taalniveau-C1 [het hoogste van de vier niveaus voor officiële taalcertificaten, JB] moeten beschikken, als zij les willen blijven geven. Maar wie een taal formeel op dat niveau beheerst, is niet automatisch in staat om te doceren in die taal. Veel leraren zullen zich in de klas eerst verder moeten bekwamen’. Het lijkt een factor die de Estse politiek heeft onderschat. ‘De leerlingen zijn hier niet het probleem, die willen wel en kunnen, de een beter dan de ander, het leren van het Ests best aan’. 

‘De leerlingen zijn niet het probleem, die willen wel en kunnen het leren van het Ests best aan’

Käosaar, tevens oud-topambtenaar van het ministerie van Onderwijs, is het hoofd van het Eesti Riigigümnaasium in Narva. De school resideert in een licht, pas opgeleverd gebouw, niet ver van het stadhuis van de stad. Meteen openbaart zich een verschil met de Kreenholmi-school: een gemoedelijke openheid. ‘Estse scholen zijn autonomer en bieden leraren en leerlingen meer ruimte voor initiatief. Zo bespreken we in de klas ook het nieuws. Iedereen kan bij mij binnenlopen, als er een probleem is. Ik heb geen idee wat mijn leraren doen en als de resultaten van een bepaalde klas tegenvallen, dan bespreken we dat gewoon’, vertelt Käosaar in haar zonovergoten werkkamer. De Russische scholen daarentegen zijn hiërarchischer ingesteld, de directie houdt meer toezicht en is een stuk minder goed benaderbaar.

Narva school Ests Het nieuwe gebouw van het Eesti Riigigümnaasium in Narva, dat in februari dit jaar werd opgeleverd. Foto: Website van de school

Anna Golubeva, verbonden aan het Narva kolledž van de Universiteit van Tartu en nauw betrokken bij taaltrainingen van docenten van Russische scholen, is iets coulanter. ‘Mijn ervaring is dat de directies van Russische scholen wel degelijk flexibel kunnen zijn. Ze zijn niet altijd erg pro-actief, maar hebben nu eenmaal veel zorgen. Een voorbeeld: Hier in de streek is een kleine school met zeventien leraren. Negen daarvan voldoen aan de taaleisen, de rest heeft een jaarcontract. Stel nu dat die straks, voor het begin van het volgende schooljaar, alsnog moeten vertrekken – dan heeft de directie een enorm probleem’. 

Golubeva is het met Käosaar en Svetlana eens dat ‘C1’ niet automatisch betekent dat het lesgeven vlot zal verlopen. Zij wijt dat ook aan een achterstand op het gebied van de vakmethodiek. ‘Cursussen worden alleen in het Ests gegeven, waardoor de Russische docenten dus feitelijk aan de kant stonden. En nu moet die achterstand opeens worden weggewerkt’. Een bijkomstige uitdaging is het onderwijs in de hogere klassen van de basisfase, zeker wanneer het meer specialistische vakken als wiskunde betreft. ‘De leraar moet alle vaktermen kennen in het Ests. Dat blijft knap lastig, zelfs als je een C1-certificaat op zak hebt’. 

Rauwe werkelijkheid

Een veelvuldig aangedragen remedie voor een soepel verloop van de taaltransitie is het lokken van (autochtone) Esten. Alleen: zullen die zich wel laten overhalen om te komen werken op een Russische school, in een afgelegen ‘Russenstad’ die haar Sovjet-imago nooit helemaal van zich heeft weten af te schudden? Estse leraren die bereid zijn om de overstap naar een school in Ida-Virumaa te maken, kunnen op een riante bonus rekenen. Bedroeg het minimumsalaris voor leraren in 2023 1.749 euro, (Estse) docenten ‘van buiten’ die willen bijdragen aan de taaltransitie in de noordoostelijke provincie kregen 2.624 euro in het vooruitzicht gesteld. 

Maar iemand die zich aan een dergelijk avontuur wil wagen, moet sterk in de schoenen staan. ‘Er arriveren wel Estse docenten die op zoek zijn naar een uitdaging, maar die lopen tegen de rauwe werkelijkheid aan: het opbouwen van een sociaal leven in een bijna geheel Russischtalige omgeving is niet eenvoudig’, zegt Golubeva (die zelf in Tallinn woont). Een ander probleem is de huisvesting. In Narva worden bijna geen appartementen gebouwd en Esten hebben geen zin om hun intrek te nemen in een afbladderende Sovjet-flat. Verder blijft de taal een obstakel. Een Est in Narva moet zich toch in het Russisch kunnen uitdrukken, zich in de denkwereld van de leerlingen kunnen verplaatsen en aansluiting vinden bij de rest van het lerarenteam. Svetlana heeft op haar school naar eigen zeggen nog nooit een Estse enthousiasteling mogen verwelkomen.

‘De meeste leerlingen zullen een vervolgopleiding gaan volgen in Tallinn of Tartu. Maar keren ze ooit nog terug naar Narva?’

Mocht de overgang naar het onderwijs in het Ests niettemin een succes worden, dan zou zich, ironisch genoeg, voor Narva een ander probleem kunnen openbaren: leegloop. Irene Käosaar werpt de vraag ook op: ‘De meeste leerlingen zullen een vervolgopleiding gaan volgen in Tallinn of Tartu. Maar keren ze ooit nog terug naar Narva?’ De stad heeft volgens haar wel degelijk enig potentieel. De opgetuigde grensbewaking en bedrijven als Metall (staalproducten) bieden kansen voor jongeren. Woonruimte is minder prijzig dan in Tallinn en Narva bevat veel groen. Echter, de regionale trend is er al jaren een van bevolkingskrimp en vergrijzing – de bevolking van Ida-Virumaa is sinds 2009 met twintig procent, oftewel 35.000 mensen, afgenomen.

Het zijn allemaal zaken waar de leerlingen van de Kreenholmi-school waarschijnlijk niet wakker van zullen liggen. Halflege borden achterlatend en de statieportretten van Estlands vijf presidenten passerend, rennen zij vanuit de kantine naar de volgende les. Wederom is er geen Ests te horen. Nog niet.

Publish the Menu module to "offcanvas" position. Here you can publish other modules as well.
Learn More.