Eind deze maand spreekt schrijver, dichter en journalist Sergei Lebedev de achtste Oktoberlezing van RAAM uit in De Rode Hoed in Amsterdam. Zijn werk kenmerkt zich door een sterk streven naar gerechtigheid: Lebedev is in oorlogstijd niet geïnteresseerd in ‘fictie ter vermaak’. Toch slaagt hij er als een van de weinigen in om zowel maatschappelijk relevante als literair hoogstaande boeken te schrijven. De beelden die hij oproept zijn zo krachtig dat ze voorkomen dat hun boodschap vergeten wordt, schrijft historicus Nikolay Epplée.
Een visser met op de achtergrond de Solovetsky eilanden, waar zich het beruchtste kamp uit de Sovjettijd bevond. Foto: Dmitry Kostyukov / AFP / ANP
door Nikolay Epplée
Sergei Lebedev is een vooraanstaande vertegenwoordiger van de ‘herinneringsliteratuur’. Deze trend in de hedendaagse Russische literatuur kwam op in de jaren 10, toen de ‘herinneringsrage’ die in de jaren 90 van de vorige eeuw in Europa en de Verenigde Staten was ontstaan ook Rusland bereikte. Enkele bekende romans die tot deze stroming behoren zijn, naast de boeken van Lebedev, Zulajka opent haar ogen (2015), Wolgakinderen (2018) en De trein naar Samarkand (2021) van Guzelʹ Jachina, ‘De Vliegenier’ (2016) van Jevgeni Vodolazkin, Voorbij het geheugen (2017) van Maria Stepanova, ‘De Opstand’ van Nikolaj Kononov uit 2019 en ‘Permafrost’ van Viktor Remizov dat in 2020 verscheen. Centraal in deze werken staat het Sovjetverleden als collectief trauma, waarbij de eigen familiegeschiedenis wordt aangegrepen als een manier om dit te verwerken.
Lebedev onderscheidt zich van de bovengenoemde auteurs door de wat scheve verhouding tussen zijn bekendheid in Rusland en de rest van de wereld. Zijn werk is vertaald in alle grote talen, Europese en Amerikaanse literatuurcritici noemen hem hét fenomeen van de hedendaagse Russische literatuur, maar toch is hij verrassend onbekend in Rusland zelf.
Dit is waarschijnlijk te wijten aan het thema dat in zijn hele oeuvre onmiskenbaar op de voorgrond treedt: de herinnering aan de misdaden van de Sovjet-Unie en de continuïteit van het kwaad. In tegenstelling tot de boeken van onder andere Jachina en Vodolazkin, die in Rusland heel populair zijn maar toch vooral een literair doel hebben, zijn literaire middelen voor Lebedev ondergeschikt aan het onderwerp.
Waar in Europa en de Verenigde Staten de verwerking van het verleden onderdeel vormt van een gevestigde traditie, en de belangstelling voor het Sovjet-verleden sinds de start van de Russische agressie tegen Oekraïne weer in zwang is, is in Rusland een dergelijk gesprek pas net op gang gekomen. De oorlog en de toegenomen censuur zijn een enorme rem op dit proces.
Literair streven naar gerechtigheid
In vergelijking tot de andere auteurs is Lebedev niet alleen gefascineerd door het thema van een moeilijk verleden en het bespreekbaar maken van het onbespreekbare. Zijn werk wordt daarnaast gekenmerkt door een sterk streven naar gerechtigheid. De stelling ‘het Rusland van nu wordt gegijzeld door het eigen verleden’ is voor Lebedev geen abstractie. Hij nam jarenlang deel aan geologische expedities in Kazachstan en het hoge noorden van Rusland, en kent de plaatsen die voor honderdduizenden Goelag-slachtoffers een massagraf werden dus maar al te goed.
'Mensen zijn zij die hun doden begraven. Wanneer deze wet wordt overtreden, verlagen we onszelf tot voorbij de oudheid, naar de oertijd, toen het lichaam nog niet als drager van de ziel werd beschouwd, toen het nog geen speciale rituele omgang vereiste.
En wij - wij begroeven onze doden niet. We lieten ze achter in de taiga en toendra, in de steppen en woestijnen, waar de Goelagkampen waren.
Ik weet niet welk gewicht het verzaken van deze culturele en morele plicht (om niet te zeggen dit verraad) op ons land heeft gelegd, en hoe dit het lot heeft gecompliceerd en vervormd. Maar ik denk dat deze zwaarte, deze zonde, van immense omvang is.'
Uit: Dmitriev, door Sergei Lebedev, 2017
Vanuit dit doordringende gevoel van onrechtvaardigheid en plichtsbesef tegenover de doden ontstaat de missie van Lebedevs proza - slachtoffers zonder stem alsnog laten spreken, licht laten schijnen op de beulen wier misdaden zijn verzwegen. Literatuur als een manier om op zijn minst gedeeltelijk gerechtigheid te herstellen. De auteur zegt dit zelf keer op keer in zijn teksten en lezingen:
'Geesten […] ontstaan niet zomaar. Ze komen voort uit een zwijgend geweten. Een gespletenheid van onze morele optiek. Ze zijn net zo echt als de verdrongen herinnering aan misdaden, als de weigering om hier daadwerkelijk verantwoordelijkheid voor te nemen. Ze zijn de vervormde, in mystieke beelden gehulde stem van de overledenen. De stem van de ongevraagde getuigen.
Uit: Titan, voorwoord. Sergei Lebedev, 2023.
Zelfs wanneer Lebedev het niet specifiek over de Goelag heeft, zoals in zijn laatste romans (‘De grens van de Vergetelheid’, ‘Het Jaar van de Komeet’, ‘De Mensen van Augustus’), en het lot van door oorlog verscheurde families onderzoekt (‘Gans Frits’) of het gebruik van gif door de Russische veiligheidsdiensten (‘De Debutant’), staat de continuïteit van het kwaad centraal: het idee dat onbestrafte misdaden uit het verleden in het heden blijven opduiken.
Autobiografisch
Die Lebedev-techniek, waarbij hij onderzoek naar zijn familiegeschiedenis als werkvorm gebruikt om het verleden van het land en de samenleving te verwerken, komt het best tot zijn recht in zijn debuutroman ‘De grens van de vergetelheid’.
De hoofdpersoon gaat op reis naar het hoge noorden van Rusland, naar het land van Stalins kampen, om daar de sluier van mysterie op te lichten die over het verleden van de tweede man van zijn grootmoeder ligt, de man die hij grootvader noemde. De grootvader aan wie hij zijn leven te danken heeft en die hem zijn erfenis nalaat, en daarmee een heleboel onbeantwoorde vragen. Door deze zoektocht komt aan het licht dat zijn grootvader een kampkommandant was, een man die van binnen werd verschroeid door het kwaad dat hij had aangericht maar die tegelijkertijd, in zover hij daartoe in staat was, oprecht hield van de hoofdpersoon en verteller.
Het enige wat de hoofdpersoon hem verschuldigd is, is deze liefde. De reis, de onderdompeling in de tot op het bot doordringende kou van de kampen, blijkt een manier te zijn om deze verantwoordelijkheid op zich te nemen en de erfenis aan te gaan, en zo zijn bloed te zuiveren van de schuld van zijn voorvader.
Dit blijkt noodzakelijk voor zowel de hoofdpersoon als voor de auteur: Lebedev geeft toe dat de roman autobiografisch is en dat hij hem in zekere zin wel móest schrijven. Het was voor hem de enige manier om ‘het verleden uit zijn schuilplaats te dwingen’ nadat hij erachter was gekomen dat zijn eigen grootvader luitenant-kolonel bij de Staatsveiligheidsdienst was geweest en een tijdlang kampkommandant.
Die combinatie - de geschiedenis van het land verweven met die van een familie - draagt het voor de auteur zo vertrouwde stempel van de Goelag. Dat hij daarbij weigert voor de makkelijke weg te kiezen (je kunt immers ook geen afstand doen van de geschiedenis noch van de liefde van je grootvader) maakt van de roman een diepgaand literair onderzoek naar het fenomeen goelag en zijn invloed op het Rusland van nu.
‘De grens van de vergetelheid’ is indrukwekkend dankzij de beelden van het triomferende ultieme kwaad, waarin de hoofdpersoon zich verliest tijdens zijn reis naar het einde van de wereld, het metafysische punt van ultieme duisternis, daar waar de mens ophoudt mens te zijn. Lebedev raakt dit punt in zijn verhaal over ballingen die zonder voedsel naar een eiland worden gestuurd en daar omkomen - een bewerking van de waargebeurde tragedie die zich voltrok op een eiland in de rivier de Ob in het voorjaar van 1933 [de Nazino tragedie, red.].
De hoofdpersoon valt in een krater, waar hij in de permanent bevroren wanden menselijke lichamen herkent die uit de stroom van de tijd zijn gerukt - niet levend, maar ook niet begraven (het beeld van het onvoltooide en onverwerkte verleden). Door de warmte van het lichaam van de hoofdpersoon smelt de bodem van de krater, dus grist hij een bijl uit de handen van een van de lijken en hakt hij zich een weg naar buiten. Nu hij de bodem heeft bereikt, vindt hij de kracht om eruit te komen en terug te keren naar de wereld van de levenden, naar een normaal menselijk bestaan.
Voor Lebedev is het uitzoeken van het verleden geen doel op zich, maar een weg die de lezer uit de duisternis naar het licht leidt, naar bevrijding. Een oud trauma verwerken is iets anders dan een nieuw trauma opdoen (zoals in The Kindly Ones van Jonathan Littell), net zoals het graven van een tunnel iets anders is dan doelloos scheppen.
Boodschap vs. vorm
Omdat het verwerken van het Sovjet-verleden in Rusland eigenlijk zo goed als mislukt is, en misdaden onbenoemd en onbestraft blijven, bevinden schrijvers die zich met dit thema bezighouden zich in een lastige positie. Ze komen in de verleiding om hun boeken te gebruiken als podium voor hun eigen sociaal-politieke of morele standpunt. Maar dit is iets heel anders dan een literair doel, en soms zelfs compleet het tegenovergestelde.
Zo gaf de schrijver Viktor Remizov tijdens een van de presentaties van zijn roman Permafrost (gewijd aan de goelag-thematiek) toe dat hij tijdens het schrijven meer dan eens de neiging had gehad om ‘stelling te nemen’, maar dat hij zichzelf uiteindelijk toch had gedwongen om die uit de toon vallende passages uit de tekst te schrappen.
Lebedev doet het anders. Hij ziet bewust af van literaire abstracties ten gunste van politieke en morele relevantie - in een recent interview zegt hij expliciet dat hij in oorlogstijd niet geïnteresseerd is in ‘fictie ter vermaak’. Tegelijkertijd beseft hij dat het desastreus kan zijn voor de literatuur wanneer fictie een ruimte voor ideologische uitingen wordt.
De romans van Lebedev zijn juist vanwege die confrontatie tussen boodschap en vorm zo interessant: hij weet in te spelen op de actualiteit, zonder dat dit ten koste gaat van de literaire kwaliteit van zijn werk. Dit geldt zelfs voor de eerder genoemde roman De Debutant (2020), over vergiftiging van overlopers door de Russische veiligheidsdiensten. Geschreven in de nasleep van de Skripal-affaire, en met een duidelijke verwijzing naar het gif Novitsjok in zowel de titel van de roman [novitsjok betekent nieuweling, groentje, red.] als in het verhaal zelf, roept ook dit boek vragen op die verder gaan dan de waan van de dag - vragen over de continuïteit van het kwaad en de verantwoordelijkheid van de schepper voor zijn schepping. Bovenal is de roman goed geschreven: de taal en beeldspraak overtreffen in zekere zin de boodschap die de auteur verdedigt.
Hoe dit bij Lebedev in zijn werk gaat, is het best te zien in zijn korte verhalen. Die bevatten minder artistieke lijnen dan romans omdat ze niet de ruimte krijgen om zich volledig te ontvouwen. Daarom overschrijden de standpunten van de auteur hier duidelijker de grenzen van de literaire vorm.
In het verhaal ‘Rechter Zjeloedkov’ weigert een ambitieuze rechter, in een poging om een wit voetje te halen bij zijn meerderen, om de slachtoffers van de massale executies van de jaren 30 te rehabiliteren (een duidelijke verwijzing naar de slachtoffers van het Bloedbad van Katyn). Wanneer hij in het gehuil van een zwerfhond de roep van de doden hoort, die hem ter verantwoording roepen, sterft hij aan een hartaanval.
In het verhaal ‘En de nacht is licht’ bestormen de opgestane doden letterlijk het Kremlin, de Loebjanka [beruchte gevangenis van de geheime dienst van de Sovjet-Unie in Moskou, red.] en de datsja van Stalin in de buurt van Moskou - de belangrijkste plaatsen delict.
In het verhaal ‘D19’ wordt een piloot door een post-Sovjet dictator gedwongen zijn vliegtuig aan de grond te zetten omdat er een oppositieleider aan boord is, een verwijzing naar de gedwongen landing van een Ryanair-vlucht in Belarus in 2021 waarbij de Belarussische oppositieleider Roman Protasevitsj werd gearresteerd. In het verhaal verliest de piloot op mysterieuze wijze het vermogen om te vliegen.
Deze verhalen, waarin de urgentie en morele boodschap niet te missen zijn, zijn literair minder. In de literatuur zijn toch vaak de verhalen waar de moraal er niet zo dik bovenop ligt het sterkst.
Literair gezien is het einde van het verhaal ‘Titan’ het interessants. Het gaat over een schrijver en dissident in een van de postcommunistische staten. Zijn tijdgenoten verwachten van hem een grootse roman waarin hij het criminele regime veroordeelt, maar hij schrijft niets. In plaats daarvan reduceert hij zijn bestaan onder het alziende oog van de veiligheidsdiensten tot een 'voetnoot van de auteur', terwijl zijn magnum opus, waarin hij het hardste oordeel velt over het regime dat hem vervolgde, blijkt te bestaan uit de dertig delen van zijn dossier.
Onvermoeibaar
Het beeld van een krater in de grond, waar in de diepte de onvermurwbare doden uit ‘De grens van de vergetelheid’ liggen, omarmd door de permafrost, bijt zich vast in je geheugen waardoor je het zelfs jaren na het lezen van de roman niet kunt vergeten. Het zijn deze beelden die niet toestaat dat Lebedevs boodschap vervaagt.
Het proza van Sergei Lebedev, waarin hij onvermoeibaar de erfenis van het misdadige Sovjet-verleden onderzoekt en hier verantwoording voor eist, confronteert de Russische samenleving en de Russische cultuur van vandaag met de meest prangende vragen. Maar wat deze boeken vooral zo intrigerend maakt, is de voortdurende strijd tussen de morele en ideologische missie van de auteur en zijn literair talent. Dit maakt de boeken van Lebedev tot hét fenomeen van de hedendaagse Russische literatuur.
Koop hier uw kaartjes voor de Oktoberlezing