Duizend dagen geleden begon Rusland aan zijn grootscheepse invasie in Oekraïne. Dat Oekraïne niet zou bezwijken maar na bijna drie jaar nog overeind zou staan, hadden veel mensen op 24 februari 2022 niet voorspeld. Oekraïne betaalt intussen wel de hoogste prijs, al blijft het hopen op een overwinning.
Soldaten dragen een Oekraïense vlag tijdens een uitvaart in Lviv. Foto: Yuriy Dyachyshyn / ANP / AFP
‘Welke dag van de oorlog is het?’ In 2022 was het een van de populairste Google-zoektermen in Oekraïne. Inmiddels voelt de vraag voor veel Oekraïners als irrelevant: de oorlog is een eindeloze cyclus van begrafenissen, beschietingen, stroomtekorten en angst geworden. Maar desondanks is Oekraïne niet bereid om de strijd op te geven.
Op 24 februari 2022, duizend dagen geleden, leek Kyiv binnen een week in Russische handen te vallen. President Zelensky kon met Amerikaanse hulp vluchten, maar besloot in de hoofdstad te blijven. ‘We zijn hier allemaal’, zei hij in een historische videoboodschap op 24 februari, opgenomen buiten het gebouw van de presidentiële administratie in Kyiv. ‘We verdedigen onze onafhankelijkheid. Onze staat. En zo zal het ook verder gaan.’ Oekraïne leek gedoemd om te vallen, maar vocht terug.
Bijna drie jaar later heeft Rusland zo’n twintig procent van het land in handen en heeft de oorlog honderdduizenden levens gekost. Marioepol en Melitopol zijn gevallen, maar Kyiv, Charkiv en Zaporizja staan overeind. In 2022 wist Oekraïne zelfs grote stukken van het land te heroveren op de Russische bezetter. ‘De glorie en wil van Oekraïne zijn nog niet gestorven’, zoals het volkslied begint.
Onverwacht succes
De eerste successen kwamen in februari en maart 2022 bij Kyiv en het gebied ten noorden van de hoofdstad, rondom Tsjernihiv. Later werd Rusland ook teruggedrongen in de regio Charkiv, in het noordoosten. Vervolgens kwam de bevrijding van Cherson, in het zuiden.
Dat al deze gebieden vandaag in Oekraïense handen zijn, lijkt haast vanzelfsprekend. Dat is het echter allerminst.
Al bij de bevrijding van de eerste plaatsen in maart 2022 werd duidelijk wat de ‘Russische wereld’ (Roesski Mir) voor de bevolking van Oekraïne zou betekenen. In Boetsja en Irpin lagen de straten bezaaid met lichamen van onschuldige burgers. In deze rijke voorstadjes van Kyiv wonen veel Oekraïners uit de hogere middenklasse die een huis kochten om een gezin te stichten, net buiten de grote drukke hoofdstad.
De lichamen van burgers in een park in Irpin, vlak buiten Kyiv. Foto: Aris Messinis / ANP / AFP
Wapenleveringen
Oekraïne liet in het eerste oorlogsjaar zien dat het met minimale middelen een maximaal resultaat kon bereiken op het slagveld. Uit het buitenland kreeg het land vooral munitie voor de wapens die het al had, waaronder Javelin antitank-raketten. In februari en maart 2022 was het nog groot nieuws dat Duitsland en de Verenigde Staten luchtdoelraketten stuurden, zogeheten Stingers. Na duizend dagen lijken de prestaties van de Oekraïense strijdkrachten in de eerste maanden van de oorlog daarom indrukwekkender dan velen zich nu realiseren.
Met behulp van enorme militaire en economische steunpakketten uit de Verenigde Staten en Europa wist Oekraïne zijn militaire slagkracht vervolgens nog eens flink te vergroten. Wapenleveringen, die in februari 2022 voor onmogelijk werden gehouden, waren een jaar later werkelijkheid geworden: HIMARS raketsystemen, Leopard-2 tanks, Patriot luchtafweersystemen, ATACMS, Storm Shadows en later F-16s.
Deze levering van wapens was al die duizend dagen geen vanzelfsprekenheid, vooral omdat veel westerse landen bang bleven voor escalatie. Die angst zorgde en zorgt in Oekraïne voor veel frustratie. Hoe veel verder kan Rusland nog escaleren, als het elke dag raketten afschiet op burgerdoelen? Waar maken ze zich zorgen om, daar in Amerika?
Ook de schaal van de wapenleveringen laat vanuit Oekraïens perspectief nog steeds te wensen over. De Verenigde Staten en Europa doen wat ze kunnen, gezien de politieke gevoeligheden en ook gezien de beperkte voorraden en productiecapaciteit. Maar Oekraïne voelt het anders. De hulp is te laat en te gering om de oorlog echt te kunnen winnen.
Oekraïne bouwt daarom inmiddels ook veel eigen wapentuig, waaronder artilleriesystemen en drones. Met die drones weet het doelen te raken die diep binnen Rusland liggen, en heeft het de Russische Zwarte Zee vloot een flinke klap gegeven. In mei 2023 ontplofte er zelfs een Oekraïense drone boven het Kremlin. Maar het land kan lang niet op eigen benen staan.
Uitputtingsslag
Oekraïne vestigde veel hoop op het zomeroffensief van 2023. Met westerse middelen moest weer een groot stuk eigen grondgebied worden bevrijd. Er werd maandenlang aan gewerkt, maar qua terreinwinst leverde het bijna niets op. Rusland kreeg de tijd om zich in te graven en grote mijnenvelden aan te leggen.
In de zomer van 2023 werd daarom duidelijk dat de oorlog in een nieuwe fase was beland. Het zou een uitputtingsslag worden, waarbij beide kanten enorme verliezen zouden blijven lijden.
Rusland stuurt eindeloze aantallen soldaten, glijbommen, artilleriegranaten en drones af op de Oekraïense troepen, die grote moeite hebben om die aanvallen af te slaan. In de regio Donetsk zijn hele steden van de kaart geveegd, zoals Bachmoet en Avdiivka. Ook van Tsjasiv Jar en Toretsk is weinig meer over. De Russen komen intussen steeds dichter bij Pokrovsk. Met een grote oorlogsindustrie en steun uit Iran en Noord-Korea heeft Rusland de overhand.
Oekraïne houdt wel stand, maar is de oorlog niet aan het winnen. Rusland boekt elke dag kleine stukjes terreinwinst. In Kyiv maakt men zich zorgen over het lot van de grote steden Charkiv en Zaporizja. De Russische terreinwinst kan de komende maanden in een stroomversnelling komen. De regio’s Donetsk en Loehansk kunnen dan volledig in Russische handen vallen. De huidige status quo is geen vanzelfsprekendheid.
Een eerbetoon aan omgekomen Oekraïense soldaten, op het Majdanplein in Kyiv. Foto: Chris Colijn
Bezetting
De vrees voor verdere Russische terreinwinst is in de eerste plaats een angst voor de bezetting en verwoesting die dan onvermijdelijk volgt. Deze oorlog gaat niet primair over kaal gebied, maar over de mensen die er wonen en de manier waarop ze er leven. De oorlog draait om één kernvraag: mogen Oekraïners zelf bepalen waar ze bij horen en hoe ze zich ontwikkelen, of mogen ze dat niet? Mogen de burgers van Cherson, Charkiv en Marioepol zelf bepalen welke taal ze spreken en wie hun leidt, of niet meer?
De verhalen uit bezet gebied zijn schrijnend. Burgers worden gedwongen gerussificeerd. Van vrijheid van meningsuiting is geen sprake. Wie niet meewerkt wordt gevangengezet, gemarteld, verkracht en vermoord. ‘Het doel van deze operatie is om mensen te beschermen die nu al acht jaar te maken hebben met vernederingen en genocide door het regime in Kyiv’, zei Vladimir Poetin in zijn toespraak op 24 februari 2022 toen hij net het bevel tot de invasie had gegeven. Poetin doet precies het tegenovergestelde.
Hoe langer de oorlog duurt, hoe moeilijker het wordt om deze regio’s weer te bevrijden en te re-integreren. Inwoners krijgen te horen dat Rusland nooit meer weggaat, dat ze in de steek zijn gelaten. Het leven gaat in zekere zin ook door: er moet brood op de plank komen. Dat geldt voor Marioepol, dat in 2022 is veroverd, en nog meer voor de Krim en de steden Donetsk en Loehansk die al sinds 2014 in Russische handen zijn.
Onderhandelingen?
In politiek opzicht beweegt de oorlog steeds meer richting het begin van vredesonderhandelingen. Als Donald Trump volgend jaar is geinaugureerd als president van de Verenigde Staten is de kans op dialoog met Poetin groter dan ooit. In de vredesvoorstellen die nu in de Verenigde Staten en Europa worden geopperd ligt de focus op ‘land voor vrede’: geef Rusland wat land, en dan stopt de oorlog.
Buiten Oekraïne lijkt dat logisch, maar in Oekraïne is het dat niet. De oorlog gaat immers niet om land. Rusland wil de Oekraïense staat en identiteit vernietigen, oftewel etnocide plegen. Oekraïne probeert op zijn beurt om burgers te beschermen en te bevrijden. ‘Land voor vrede’ is voor niemand een duurzame oplossing, want het verandert niets aan de kern van de Russische oorlogsvoering.
Poetin kan zijn doel op meerdere manieren bereiken. Een vredesakkoord of staakt-het-vuren zal zijn doelen niet veranderen. Als er geen openlijke oorlog meer wordt gevoerd, zal Rusland wel verder gaan met het verspreiden van desinformatie en het destabiliseren van de Oekraïense, Europese en Amerikaanse politiek. Uiteindelijk, zo hoopt Poetin, raakt Oekraïne dan zo uitgeput dat het instort.
Hoeveel mensen er in totaal zijn gesneuveld is onbekend. Zowel Rusland als Oekraïne verhullen de sterftecijfers zo goed als ze kunnen. President Zelensky noemde in het voorjaar van 2024 een getal van 30.000 gesneuvelde Oekraïense soldaten, maar op dat moment wist iedereen al dat het daadwerkelijke cijfer veel hoger ligt. Elke dag worden er weer soldaten begraven, van Lviv en Oezjhorod in het westen tot Charkiv en Zaporizja dichtbij het front. Iedereen in Oekraïne kent wel iemand die is gestorven of gewondgeraakt, en iemand die nu in het leger vecht. Elke Oekraïner heeft een eigen verhaal, een eigen trauma.
Moreel
Ondanks het verlies is de hoop nog niet gestorven. Uit opiniepeilingen blijkt dat 83 procent van de Oekraïners nog steeds gelooft in een overwinning en dat 63 procent van de bevolking zegt dat het bereid is om door te vechten ‘zo lang als nodig is’.
Hoe een vrede eruit moet zien en of Oekraïne terrein moet prijsgeven, daar zijn de meningen wel over verdeeld. De populairste gedachte is nog altijd dat Rusland zich volledig moet terugtrekken uit Oekraïne, maar die hoop vervaagt allengs.
‘De Russisch-Oekraïense oorlog is geen sprint, maar een marathon. We hebben standvastig de eerste duizend dagen van een grootschalige invasie overwonnen. Er liggen nog veel bovenmenselijke uitdagingen in het verschiet’, schreef het Oekraïense leger op de duizendste dag in een verklaring. ‘Samen zullen we een historische kans benutten om de Russische dreiging voor tientallen jaren te begraven. Samen zullen we onze families de langverwachte vrede brengen.’
Dat Oekraïners bereid zijn om door te vechten wil niet zeggen dat ze niet oorlogsmoe zijn. Afgelopen vrijdag bezocht ik de uitvaart van de 32-jarige legerarts Maria-Krystyna Dvojnik. Terwijl ik het Sint-Michielsklooster in Kyiv uitliep stond de volgende begrafenis al te beginnen.
Zo gaat het al duizend dagen lang. Maar het alternatief is nog erger: dan verliest Oekraïne haar bestaansrecht, of wordt het op z'n minst gedwongen tot een onrechtvaardig en nadelig vredesbestand.
De uitvaart van Maria-Chrystyna Dvojnik in Kyiv. Foto: Chris Colijn
De vraag of Oekraïne de oorlog kan winnen wordt voor een belangrijk deel in het buitenland bepaald. In de volgende duizend dagen van de oorlog is de grote vraag: krijgt het land de steun om Rusland te verslaan, of niet? Die hoop slinkt langzaam. ‘Terwijl de hele wereld wacht op een wonder van Trump, als God het wil, moeten wij aan de slag’, zei Zelensky in een toespraak in het Oekraïense parlement.
Na duizend dagen blijft het land gefocust op een overwinning die nog altijd ver weg voelt.