Afgelopen zomer reisde Dorien De Pue door het noorden van Kazachstan, waar Russisch nog steeds de lingua franca is. Wat betekent het om Russisch als moedertaal te hebben in een land dat op zoek is naar zijn eigen nationale identiteit? Aan de hand van gesprekken met toevallige medereizigers belicht De Pue de gelaagdheid van een taalstrijd die grotendeels onderhuids woedt.
Uitzicht op de eindeloze steppe vanuit de trein. Foto: auteur.
Op een pleintje in een attractiepark in Petropavl, in het noorden van Kazachstan, weergalmt de stem van Marina Nikitsjina Poltavets. Vol trots zingt ze over haar stepperijk vaderland. Het is een warme dag, haar rood geverfde haren die haar leeftijd verbergen kleven op haar voorhoofd. Statig danst ze op de opzwepende melodie van Joeri. Beiden wonen in een klein dorpje, op een uur hiervandaan. Marina’s keuze voor dit lied, waarin Russische en Kazachse strofen elkaar afwisselen, is niet zomaar. Ze vindt het belangrijk om te benadrukken dat dit haar land is. Een land waar meer dan vijftig verschillende nationaliteiten in de loop van de geschiedenis een thuis vonden, gedwongen of vrijwillig. Oekraïens van origine betreurt ze wat er op dit moment in het Westen gebeurt. ‘Het doet me pijn als ik zie hoe broeders en zusters verscheurd raken door de oorlog. Die verdomde Amerikanen, ze maken alles kapot.’ Bang voor eenzelfde soort scenario hier in het noorden, waar de helft van de bevolking als etnisch Russisch wordt beschouwd, is ze niet. ‘Hier heerst toch geen conflict met Rusland?’
In het Cultureel Centrum lopen we door een gang waar alle nationaliteiten van Petropavl met traditionele kledij en instrumenten staan afgebeeld. In deze enorme culturele lappendeken is de populatie etnische Kazachen na een geschiedenis van hongersnood, gedwongen volksverhuizingen en werkkampen aanzienlijk geslonken. Volgens Amangeldi, een gepensioneerde econoom, is het aandeel etnische Kazachen te klein om een sterk nationaal beleid te voeren. Het leger van Kazachstan mist slagkracht en ook economisch zijn ze volgens hem te afhankelijk van hun buurlanden. ‘Uiteindelijk vrees ik voor een scenario waar het noorden en zuiden van Kazachstan worden verdeeld onder Rusland en China, net zoals indertijd met Duitsland en Polen gebeurde.’
Amangeldi en ik ontmoetten elkaar in de zomer van 2024, toen ik door Noord-Kazachstan trok om Russisch te oefenen en folkmuzikanten te zoeken. Gaandeweg raakte ik gefascineerd door de identiteit van etnische Russen in dit deel van het land, waar het Russisch heel aanwezig is. Wat betekent het om Russisch als moedertaal te hebben in een land dat op zoek is naar zijn eigen nationale identiteit?
Blik op Europa
Het ochtenddauw dat over de steppe ligt, trekt langzaam weg en met een brede glimlach zegt Amangeldi dat je in Europa niet zo ver in de leegte kan kijken. Hij is al op veel plekken geweest, en is op de hoogte van onze ruimtelijke ordening. Als econoom kent hij ook Duitsland goed, en vrij direct uit hij zijn bezorgdheid over hoe migratie dit machtige land heeft verzwakt. Ook Sergej, de conciërge uit mijn hotel in Kökşetaw, kan weinig begrip opbrengen voor vluchtelingen. ‘Kijk naar Oekraïners. Slava Ukrajini, maar waarom ontvluchten ze dan hun land? En wat doen ze daar, leven op kosten van een andere samenleving?’
Sergej beschouwt zichzelf als Kazach en is hier geboren. Hij heeft er nooit aan gedacht om zijn land te verlaten, al hebben zijn twee kinderen dat wel gedaan. ‘Voor Russischtaligen is het hier niet makkelijk. Er is weinig perspectief sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en als je geen Kazachs spreekt, ben je beter af in Rusland. Hij wacht zelf nog zeven maanden, tot zijn pensioen, en dan verhuist hij ook naar Krasnodar om in te trekken bij zijn dochter. ‘Het zijn mijn kinderen en ze zullen voor mij zorgen!’
Sergej, de conciërge in het hotel in Kökşetaw. Foto: auteur.
Historische banden met Duitsland
Het idee dat vluchtelingen een land verzwakken, is opmerkelijk voor inwoners van een land dat gekenmerkt wordt door migratie. De links tussen Duitsland en Kazachstan komen veel ter sprake. Iedereen kent wel iemand die in Duitsland woont, al is er ook een omgekeerde beweging.
In Kotyrkol, een klein dorpje boven Astana, ontmoette ik pastoor Vasili en zijn gezin. Ze spreken een oud dialect uit Hannover, stammend uit een tijd voor de eenmaking van de Duitse taal. Een historisch aandenken uit de tijd van Catharina de Grote, de vrouw die de twee volkeren met elkaar verbond. De Pruisisch-Russische tsarina spoorde midden 18e eeuw Duitsers aan om zich te vestigen in het nieuw verworven grondgebied in de Pontisch-Kaspische steppe aan de Wolga. In ruil voor onder andere financiële steun, religieuze vrijheid en lokaal zelfbestuur, werd van de kolonisten verwacht de gebieden tot ontwikkeling te brengen en te helpen verdedigen tegen invallen van steppevolkeren en vijandige mogendheden. Na de zevenjarige oorlog in 1756-1763 klonk dit voorstel voor veel inwoners van de vorstendommen Hessen en Hannover aanlokkelijk genoeg om de sprong te wagen. Ondanks een zware start door barre weersomstandigheden en moeilijk bewerkbare gronden, verbeterde de toestand en groeiden de Wolga-Duitse landbouwgemeenschappen in Akmolinsk, de provincie waar Astana vandaag de hoofdstad van is.
‘Mijn moeder werd samen met vele andere Duitsers als jong meisje verbannen naar een goelag in het noorden, waar ze bij -40° haar eigen barak moest bouwen’
De gemeenschappen werden onder Lenin gezien als een positief voorbeeld van Duits Sovjet-socialisme en kregen ook internationale belangstelling. Met het doel het socialisme op deze wijze in Duitsland te laten binnensijpelen, kregen de Wolga-Duitsers in 1924, vlak voor de dood van Lenin, de status van autonome Sovjetrepubliek. Maar dat internationale denken kantelde al gauw onder Stalin, die hen beschouwde als vijanden van het volk en hen massaal deporteerde naar werkkampen in Siberië, noordelijke en centrale gedeelten van de Kazachse Sovjetrepubliek. ‘Mijn moeder werd samen met vele andere Duitsers als jong meisje verbannen naar een goelag in het noorden van Qarağandı, in Kazachstan,’ vertelt Vasili, de pastoor. ‘Ik herinner me nog hoe ze vertelde dat ze in temperaturen van -40° haar eigen barak moest bouwen.’
Vasili, een priester met Duitse roots tijdens een doop van baptisten in Katarkol. Foto: auteur
Tijdens de jaren van destalinisatie in de periode 1954-1964 werd het gestrafte volk terug opgenomen en werd een aantal beperkingen opgeheven. Door deze ontwikkelingen steeg het aantal Duitsers in Kazachstan aanzienlijk en ook Amangeldi herinnert zich nog hoe Russen, Kazachen en Duitsers samen opgroeiden in zijn dorp. Levendig beschrijft hij hoe je de huizen van Duitsers kon onderscheiden van anderen, door hun stevige fundamenten en georganiseerde aanpak. De Kazachen hadden het meeste vee en de Russen kon je herkennen aan hun weelderige moestuinen.
‘Ik had een vriend die uit Duitsland terugkeerde omdat hij er maar niet kon aarden’
Toen het in de periode 1987-1991 opnieuw mogelijk werd om uit de Sovjet-Unie te reizen, keerden velen terug naar Duitsland, het land dat hun verre voorouders zo’n 250 jaar daarvoor hadden verlaten. Maar onder hen waren er ook die verstrengeld raakten in hun eigen wortels en opnieuw rechtsomkeer maakten. ‘Zo had ik een vriend die uit Duitsland terugkeerde omdat hij er maar niet kon aarden,’ vertelt Amangeldi. ‘Wie ben je in een vrij land als de buren klagen dat je te veel lawaai maakt, te veel drinkt of te veel accordeon speelt? Als je op voorhand moet bellen wanneer je een vriend wil bezoeken, en op de koop toe nog je eigen boterhammen moet meenemen?’
Net als Duitsers werden ook Russen tijdens verschillende periodes van de geschiedenis uitgenodigd om zich te vestigen in het gebied dat nu Kazachstan is. De eerste kolonisten arriveerden in de 17e/18e eeuw, maar ook in de Sovjet-Unie werden veel Russen aangemoedigd om er nederzettingen op te richten. Vooral onder Chroesjtsjov werd er in de jaren ‘50 en ‘60 intensief campagne gevoerd om de ‘Maagdelijke Gronden’ te ontwikkelen en zo de voedseltekorten in de Sovjet-Unie op te vangen.
Als gevolg van het russificatiebeleid van de Sovjet-Unie, overtrof het aantal etnische Russen het aantal inheemse Kazachen in de periode 1939-1989. Hoewel dit aantal vandaag is teruggedrongen, is de historische overheersing in het noorden nog steeds voelbaar. Op straat, in de winkel en in de bus is de lingua franca Russisch. Maar de taalstrijd woedt onderhuids en wordt me voor het eerst duidelijk in sommige cultuurhistorische musea, waar het Russisch steevast is weggelaten.
Zoektocht naar nationale identiteit
‘Al gehoord van het woord mankoert?’ Ik ontwaak uit mijn dagdroom wanneer Amangeldi me uitlegt dat het woord wordt gebruikt om personen aan te duiden die het Kazachs niet spreken. Een situatie die geldt voor het overgrote deel van de Russischtaligen die ik er ontmoette. Hij is zelf in het Kazachs opgegroeid, maar door zijn scholing in het Russisch voelt hij zich op literair en wetenschappelijk vlak sterker in het Russisch. Toen hij een werk schreef over Abay Kunanbayulı, de denker die behoorlijk wat Lenin-standbeelden heeft vervangen en de verpersoonlijking is geworden van de nationalistische beweging in Kazachstan, kreeg hij heel wat kritiek te verduren omdat hij in het Russisch schreef. ‘Toch was het een bewuste keuze, om informatie te laten landen bij de groep die er te weinig over weet. De groep etnische Russen die lijken te zijn vergeten in welk land ze eigenlijk wonen’.
‘Etnische Russen lijken te zijn vergeten in welk land ze eigenlijk wonen’
De jongeman uit het bovenste bed van de trein is ondertussen ook wakker en mengt zich in het gesprek. Volgens Pavel, die voor zijn werk van Pavlodar naar Astana is verhuisd, maakt zijn gebrek aan kennis van het Kazachs hem nog geen mankoert. Licht geïrriteerd door de monoloog van Amangeldi, maakt hij duidelijk dat Kazachstan zijn land is, en dat hij geen behoefte heeft om deel uit te maken van Rusland.
Een van de laatste standbeelden van Lenin, verscholen tussen de dennen in Kokshetau. Foto: auteur
Terwijl de steppe langzaam plaatsmaakt voor meer bebouwing, discussiëren ze rustig verder. Het is mooi om te zien met hoeveel respect in taal en houding dit gevoelige thema kan worden besproken. Het opstandige gevoel dat Pavel heeft, merkte ik ook op bij Russischtaligen die moe zijn van het taaldebat, omdat ze hun identiteit telkens weer moeten verdedigen. Mensen die, ondanks hun Russische moedertaal en cultuurbeleving, zich tóch Kazach voelen.
Natuurlijk zijn er ook die wegtrekken, omdat ze over de grens in Rusland meer kansen krijgen. Er zijn er die vol heimwee terugkijken op het Sovjet-tijdperk en de Kazachse politiek maar niets vinden. Sommigen vrezen voor hun land, anderen hebben geen ruimte om zich te bekommeren om iets dat groter is dan hun eigen leven. Velen hebben familie over de grens, waarvan sommigen vechten en anderen vluchten, elk voor een ander politiek idee. Er zijn er die hun identiteit meer vinden in muziek of religie dan in natie of politiek. Er zijn er die alles wat niet Kazachs is streng veroordelen.
Maar in dit complexe tapijt van historische verbondenheid en culturele identiteit zijn er ook velen als de teruggekeerde Duitser of Marina, wiens wortels niet gebonden zijn aan één bepaalde gemeenschap, en wiens identiteit niet te reduceren valt tot de taal die ze spreken.