Partner van Instituut Clingendael en Universiteit Leiden

In de Russische mainstream-cinema is iedereen een Tsjekist

Al bijna een eeuw speelt het personage van geheim agent een centrale rol in de Sovjet-  en Russische film. Maar in de afgelopen jaren draait veel patriottistische Russische cinema alleen nog maar om deze ‘tsjekisten’. Het prent de kijker in dat de geheime dienst de ruggengraat van de staat is, en angst een onmisbaar onderdeel van veiligheid. Net als propaganda heeft de mainstream-cinema mensen zo klaargestoomd voor agressie, schrijft cultuurcriticus Andrej Archangelski

Komitet 2Scene uit de serie Het comité. Foto: Kinopoisk

Sinds 2022 heeft de Russische patriottistische cinema een transformatie ondergaan. Onder de Sovjets werden er films gemaakt over dynastieën van staalmakers of mijnwerkers. Inmiddels gaat het in films over dynastieën van ‘tsjekisten’: medewerkers van de geheime dienst [van ‘Tsjeka’, de eerste geheime dienst van de Sovjetunie en voorloper van de voorloper van de KGB en de huidige FSB, red.]. Het zijn families waar opa, vader, en zoon in dienst zijn, en hun vrouwen, moeders en zussen ook. Vroeger was de tsjekist één van hoofdpersonages van de film - inmiddels draait de serie of film alleen nog maar om tsjekisten. De meest opmerkelijke voorbeelden:

Hoofd van de inlichtingendienst (2022)

Centraal in deze serie staat Pavel Fitin, de piepjonge directeur van de Sovjet-inlichtingendienst tijdens de Tweede Wereldoorlog. De filmmakers tuigen een cult van bewondering rondom de 31-jarige Fitin: hij wordt gepresenteerd als een held zonder zwakheden. Een echte familieman, die al zijn tijd op werk doorbrengt. 

GDR (2023)

GDR is een serie over de samenwerking tussen de KGB en de Oost-Duitse Stasi in de jaren ‘80. Echte Poetin-nostalgie: Poetin deed in de Sovjettijd dienst in Oost-Duitsland. Hij is tot op heden van mening dat de hereniging van Duitsland in de jaren ‘90 ‘oneerlijk’ is verlopen en dat de ‘westerse partners’ de Sovjet-Unie hebben misleid. 

Waar het vaderland begint (2014)

Centraal in deze serie staat het dagelijks leven van medewerkers van de geheime dienst in de jaren ‘80. Een alcoholist op een bankje, een vrouw met een boodschappentas, een tiener op een fiets: de hele Russische bevolking blijkt, openlijk dan wel heimelijk, mee te werken met de geheime dienst. 

Het comité (2023)

Het Comité gaat over drie helden die in de jaren ‘70 in dienst gaan bij de KGB in Leningrad. Het is een soort ‘cinema over Poetins jonge jaren’. Een van de hoofdrolspelers lijkt qua uiterlijk zelfs op hem. 

Op hun eigen manier geven deze vier series vorm aan het ‘universum der tsjekisten’. In deze films zijn alle mensen ofwel assistent, ofwel vijand van de geheime dienst. Ze leren de kijker dat angst een onmisbaar onderdeel van veiligheid is. 

Experiment met het collectieve geheugen

Deze series zijn niet zozeer interessant vanuit artistiek, als wel vanuit psychologisch opzicht. Ze worden gemaakt onder controle van de geheime dienst, en geven inzicht in de denkwijze van machthebbers in het Kremlin.

Het comité (2024) is daarbij bijzonder veelzeggend. Het verhaalt gedetailleerd over het leven en werk van de hoofdpersonages in de jaren ‘70, die onder andere aanslagen verijdelen in het toenmalige Leningrad. Bijna alles is verzonnen, op één aspect na: de strijd tegen de dissidenten. In de serie zit ook een anti-held, een Sovjet-schrijver en journalist die ooit succesvol was, maar dissident is geworden. Eerst probeert een tsjekist om hem op ‘het rechte pad’ te brengen. Formeel heeft de intellectueel niets verkeerds gedaan, alleen zijn gedachtegang is ‘fout’. Later komt de tsjekist tot de conclusie dat deze vijand niet meer bij te sturen valt. ‘Woorden kunnen meer kwaad doen dan een kogelschot’, is een citaat uit de serie. Dat is een belangrijk signaal: meer nog dan voor de Sovjets, vormt de intellectueel voor het Kremlin nu de grootste vijand, die niet ‘heropgevoed’ kan worden. De huidige machthebber ziet de intelligentsia als de ideologische vijand. De recente huiszoekingen en arrestaties van culturele figuren bevestigen dat.

‘Woorden kunnen meer kwaad doen dan een kogelschot’

Eén ding valt op in de Poetin-cinema: nooit gaat het over wat er tussen 1985 en 2000 in het land gebeurde. De perestrojka en de hervormingen van Gorbatsjov zijn taboe. De namen Gorbatsjov en Jeltsin mogen niet hardop genoemd worden. Over andere leiders, zoals Stalin en Brezjnev, vertelt deze cinema juist maar al te graag. De Poetin-cinema probeert de ervaring van vrijheid uit het collectieve bewustzijn te wissen. ‘Dat is er gewoon nooit geweest’, zo prent deze serie in. ‘Vrijheid is een droom.’ Het is een waanzinnig experiment met het collectieve geheugen. 

Hoofd inlichtingendienstScene uit Hoofd van de inlichtingendienst. Foto: Kinopoisk

Tsjekisten op het witte doek

Al in de jaren '30 was de tsjekist een van de belangrijkste figuren van de Sovjet-cinema. Hij bracht verraders voor de rechtbank en assisteerde Stalin. Een voorbeeld is deze typerende scène uit de film De fout van ingenieur Kotsjin uit 1939.

In de dooiperiode onder Chroesjtsjov werd de repressie uit Stalins tijd veroordeeld. In de jaren ‘50 en ‘60 deed de tsjekist opnieuw zijn intrede, met de tekst: ‘sorry, voortaan doen we het zonder repressie’. Het personage kreeg onder Brezjnev de rol van ‘mentor van de ziel’: hij moest zorgen dat mensen de ‘juiste gedachten’ hadden. 

In de jaren ‘70 werd het grote scherm de strijdarena voor twee groepen binnen het Politbureau: de geheime dienst (onder Andropov) en de Sovjet-politie (onder Sjtsjolokov, minister van Binnenlandse Zaken). De populaire serie Onderzoek onder leiding van experts, gemaakt in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken, portretteerde de ‘zorgzame rechercheur’. Het hoogtepunt van de tjsekisten-cinema is de serie over Stierlitz, een fictief verhaal over een Sovjet-agent die zich in de hoogste kringen van het nazi-rijk begeeft. De meeste gebeurtenissen spelen zich af in het hoofdkantoor van de nazistische geheime dienst (de serie werd opgenomen in de DDR). Alle acteurs dragen een nazi-uniform. Opvallend genoeg wordt juist deze serie in Rusland als bijzonder ‘patriottistisch’ beschouwd. 

Toen de Sovjet-Unie in 1991 uiteenviel, werd de tsjekist een negatief personage. Zowel in de voormalige Sovjetrepublieken als in Oost-Europese landen kwam hij symbool te staan voor totalitair geweld. De Duitse film Das Leben der Anderen (2006) gaat over een medewerker van de Stasi die dag en nacht dissidenten afluistert en daar psychisch aan onderdoor gaat. Ook in het Rusland van de jaren ‘90 werden scènes over martelingen, huiszoekingen en verhoren gezien als een waarschuwing aan de samenleving: dit mag niet nog eens gebeuren.

Maar aan het begin van deze eeuw, toen Poetin aan de macht kwam, transformeerde het imago van de tsjekist tot ‘complexe held’. Een sluwe zet van Poetin: de tsjekist kon ‘goed’ of ‘slecht’ zijn, sadist of idealist, fanaticus of bureaucraat. Als hij er maar was. Een veelzeggend voorbeeld is de verfilming van Kinderen van de Arbat (2004), een van de eerste Russische series over de Stalin-terreur. De serie is gebaseerd op de roman van Anatoli Rybakov. Hoewel Rybakovs werk als anti-Stalinistisch werd beschouwd, hebben de makers van de serie het veranderd in een verhaal over een ‘groots tijdperk’. Russische filmmakers volgden in deze periode dezelfde route. Al gaan hun films over de tijd van de terreur, ze laten tegelijkertijd zien hoe mensen in die tijd ook gewoon gelukkig waren, werkten, liefhadden en hun kinderen grootbrachten. Zo werden thema’s als repressie en terreur onderdeel van het ‘gewone leven’. Kijkers raakten gewend aan de horror op het scherm.

Het leidde tot iets onvoorstelbaars: vanaf begin jaren 2000 werd wat de kijker had moeten verafschuwen juist gewoon, een cliché. Repressie op het grote scherm werd vermaak. Het was een slimme vondst van het nieuwe totalitaire regime: zelfs glashelder historisch materiaal kon zo worden gemanipuleerd dat het een tegenovergesteld effect teweegbracht.

Halverwege de jaren 2010 zat in iedere film wel een variant van de tsjekist. Het maakte niet uit of het ging om een komedie of een kostuumserie, of die nou speelde in de 16e of de 19e eeuw. Die held kon een schurk zijn, sluw, wreed en hypocriet, maar uiteindelijk diende hij altijd het belang van de staat. Inmiddels is duidelijk wat de opdracht aan de staatscinema in de jaren 2000-2020 inhield: de banalisering van het kwaad.

Ideologische cinema

De series over tsjekisten geven het voorbeeld van de ‘juiste manier van denken’, van het ‘juiste’ wereldbeeld. Zo sterk ideologisch is de cinema sinds de tijd van Stalin niet meer geweest. Cinema moet de bevolking bijbrengen wat ‘juist denken’ is, of wat ‘denken om uit de gevangenis te blijven' is. Het Kremlin heeft ingezet op een totalitaire ideologie, waarbij het ook de gedachten van de bevolking wil controleren. Onlangs werd in Rusland een wet aangenomen over de strafbaarheid van 'Russofobie'. Onder Russofobie verstaat de wetgever de ‘discriminatie van Russische burgers’. Dat houdt een verbod op kritisch denken in. Het pluralisme van meningen, dat formeel gezien nog bestond in Rusland, is afgeschaft. In Rusland is iedere vorm van kritiek nu een misdrijf. Samen met de waarschijnlijke blokkering van YouTube in Rusland, de onderdrukking van ‘ongewenste’ organisaties (zoals ‘de internationale LHBT-beweging’) en de te verwachten voorbereiding op het sluiten van de grenzen begint het land steeds meer te lijken op een groot strafkamp onder toezicht van de geheime diensten.

Zo sterk ideologisch is de cinema sinds de tijd van Stalin niet meer geweest

In de tsjekisten-series wordt tevens veel tijd besteed aan de geheime diensten van de vijand: de Verenigde Staten. De Amerikanen worden respectvol neergezet als echte professionals en als kenners van de Russische ziel. De makers willen daarmee zeggen dat er ‘geen fundamentele verschillen bestaan tussen de geheime diensten’. Het is een kenmerkende houding voor de revisionistische regimes van de 21e eeuw: onder alle retoriek schuilt een basis van cynisme. Er is helemaal geen ‘goed of kwaad’, alleen van verschillende ideologieën. Tegelijkertijd spreekt hieruit een soort zelfrechtvaardiging, en de sterke wens van het Kremlin om terug te keren naar de jaren ’70, naar de confrontatie tussen twee systemen, naar de rivaliteit tussen twee grootmachten. Dit is hun idee van de ‘ideale wereld’.

Dan rest er nog één vraag: hoe ver is het Kremlin bereid te gaan? Wat staat voorop, het irrationele verlangen om de hele ‘onjuiste wereld’ te vernietigen, of het delen van die wereld met Amerika, net als in de jaren ‘70? Helaas geven de series geen sluitend antwoord op die vraag. 

GDRScène uit de serie GDR. Foto: Kinopoisk

De boemerang op zijn retour

De opkomst van tsjekisten-cinema is gelieerd aan de vraag of de Russen collectieve verantwoordelijkheid dragen voor de oorlog. Film is een industrie. Bij het maken van de series over ‘goede tsjekisten’ zijn duizenden mensen betrokken geweest: honderden acteurs, regisseurs, scenaristen en producers. De claim dat ‘zij gewoon films maken’ is naïef. Ik heb vaak gevraagd waarom in elke Russische film een tsjekist zit. Regisseurs ontweken die vraag. Maar iedereen kende de ongeschreven regel: zo’n personage is een voorwaarde om een film gefinancierd en uitgebracht te krijgen. Als producers of regisseurs daar begin jaren ‘00 tegen in opstand waren gekomen, had de terugkeer van de tjsekisten in de filmwereld nog gestuit kunnen worden. Het totalitarisme begint met de weigering verantwoordelijkheid te nemen.

Sinds 2014 is duidelijk geworden dat deze cinema opzettelijk het bewustzijn militariseert

Het komt allemaal neer op één punt: in Rusland is het Sovjetregime nooit veroordeeld en verboden in de wet. Pogingen daartoe werden 1991-1992 wel ondernomen door de democraten, maar het proces tegen het communisme mislukte uiteindelijk. Als zo’n wet er zou zijn gekomen, zou er een verbod gelden op het vertonen van Sovjetymbolen en op het propaganderen van het totalitarisme. In veel Europese landen werden zulke wetten wel aangenomen - ook in Oekraïne. Als ze er in Rusland door waren gekomen, hadden de tsjekisten-films niet kunnen verschijnen.

Jarenlang heeft de Russische cinema geweld genormaliseerd en gerechtvaardigd als instrument van de staat. Sinds 2014 is duidelijk geworden dat deze cinema opzettelijk het bewustzijn militariseert. Daarom kunnen we zeggen dat de kunstenaar vrijwillig, dan wel onvrijwillig medeplichtig werd aan een misdaad. Onder hen zijn ook mensen die na 2022 uit Rusland gevlucht zijn om politieke redenen, of in binnenlandse ballingschap gingen. Te laat. De boemerang van het kwaad is op zijn retour. Wie eerst tsjekisten op het grote scherm bracht, loopt nu zelf het risico slachtoffer te worden van een nieuwe campagne van onderdrukking.

Vertaald uit het Russisch door Sophie Polm

  • Gerelateerde artikelen
    What's behind Russia's booming film industry
    What's behind Russia's booming film industry
    Since Russia's full-scale invasion of Ukraine in 2022, many actors and filmmakers have left Russia. Streaming services like Netflix, Amazon Prime Video and Disney+ withdrew from the Russian market, wh...

Publish the Menu module to "offcanvas" position. Here you can publish other modules as well.
Learn More.