Het waterpeil van de Kaspische Zee daalt razendsnel. Havens dreigen dicht te slibben en de waterkwaliteit gaat achteruit, mede als gevolg van olie- en gaswinning. Dit bedreigt de handel en regionale stabiliteit. De oeverstaten, waaronder Rusland, doen er daarom alles aan om 's werelds grootste zoutwatermeer bevaarbaar te houden. Ook Nederlandse scheepsbouwers en baggerbedrijven zijn actief in de regio, waar ze zich laten inhuren door twijfelachtige petrocratieën, schrijven Julian Postulart en Douwe van der Meer.
De oude boortorens voor het strand van Bibi Heybat op een hete zomerdag. Foto: Julian Postulart
’s Zomers, wanneer inwoners de hitte van Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan, proberen te ontvluchten, zit de bus naar Bibi Heybat stampvol. Dit kleine voorstadje was de eerste plek ter wereld waar aardolie werd opgeboord, al in het midden van de 19de eeuw. Nu is de plaats vooral bekend vanwege het strand, dat zich op slechts tien minuten rijden van het centrum van Bakoe bevindt.
De combinatie van olie en strand klinkt weinig aanlokkelijk – en dat is het ook. Het strand van Bibi Heybat kijkt uit op een reeks wegroestende olieboortorens en het water is vervuild. Toch is niet alles kommer en kwel. Elk jaar krijgen de strandgangers er hier een klein stukje strand bij. Nadeel: de zee is ieder jaar een beetje verder lopen, en de boortorens komen steeds dichterbij.
Hier aan de Kaspische Zeekust, op de grens tussen Europa en Azië, trekt het water zich steeds verder terug. Volgens in het gezaghebbende wetenschappelijk tijdschrift Nature verschenen onderzoek is het waarschijnlijk dat het waterpeil tegen het einde van deze eeuw tussen de negen en achttien meter zal dalen. De oorzaken hiervan zijn complex en divers. Zo is er een sterk verminderde instroom van water als gevolg van afdamming, vooral in Rusland, de belangrijkste oeverstaat. Ook worden door bevolkingsgroei, verstedelijking en industrialisatie steeds grotere hoeveelheden water aan de zee onttrokken voor ontzilting. Het ontzilte water wordt vervolgens gebruikt als drinkwater en voor de landbouw en industrie. Tel daar de opwarming van het klimaat, waardoor er steeds minder regen valt en meer zeewater verdampt, én vervuiling door onder andere olie- en gaswinning bij op, en de milieuramp in de regio lijkt niet te stoppen.
De oeverstaten zijn zich bewust van de Kaspische milieuproblemen. Tijdens COP29 afgelopen november in Bakoe werd ook aandacht besteed aan het ecologische drama dat zich op enkele kilometers van de conferentielocatie afspeelt. Over het algemeen blijft het milieu echter ondergeschikt aan economische belangen, mede dankzij toegenomen Europese interesse in de regio. Zo wil de EU meer olie en gas importeren uit onder andere Azerbeidzjan en Kazachstan, wat onvermijdelijk bijdraagt aan klimaatverandering en een sterkere daling van de Kaspische Zeespiegel. Tegelijkertijd is de Kaspische Zee een cruciale toegangspoort tot grote hoeveelheden aardmetalen in Centraal-Azië, die Europa goed kan gebruiken voor de energietransitie. Het enige probleem: scheepvaart over de Kaspische Zee zal steeds meer hinder ondervinden van de lagere waterstanden.
Ondertussen richten de oeverstaten zich vooral op symptoombestrijding. Met hulp van Nederlandse scheepsbouwers en baggeraars proberen zij om de zee bevaarbaar te houden. Hierbij doen de Nederlandse bedrijven zaken met veelal twijfelachtige regimes en kan niet worden uitgesloten dat Nederlandse kennis en kunde uitwerkt in Ruslands voordeel, dat voor de oorlog tegen Oekraïne in zekere mate afhankelijk is van de Kaspische Zee voor wapenimport vanuit Iran.
Landen rond de Kaspische zee. Bron: geographical.co.uk (Wikimedia Commons, CC BY-SA 4.0)
Een korte geschiedenis
Eeuwenlang speelde de Kaspische Zee slechts een bijrol op het wereldtoneel. Dit veranderde pas echt met het begin van grootschalige exploitatie van de eerdergenoemde olievelden van Bibi Heybat, nabij Bakoe, in het midden van de 19de eeuw. Enkele decennia later zou hier de helft van de totale wereldolievoorraad vandaan komen. Onder de bodem van de Kaspische Zee, vooral in de noordelijke helft, bevinden zich grote voorraden olie en gas. Maar met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie ontstonden er naast Iran vier nieuwe oeverstaten – Azerbeidzjan, Rusland, Kazachstan en Turkmenistan – waardoor er opnieuw afspraken moesten worden gemaakt over de verdeling van de bodemschatten.
Het was deze landen er dus alles aan gelegen om de controle te krijgen over een zo groot mogelijk stuk van de taart. Centraal stond de vraag: is de Kaspische Zee een zee of een meer? Het antwoord op deze definitiestrijd zou namelijk bepalen wie wat zou krijgen. Iran stelde voor dat elk van de vijf landen een gelijk deel, dus twintig procent van de Kaspische Zeebodem zou krijgen; een oplossing waarmee Teheran toegang zou krijgen tot betwiste gasvelden tussen Azerbeidzjan en Iran. De drie noordelijke Kaspische staten, Azerbeidzjan, Rusland en Kazachstan, pleitten in plaats daarvan voor een verdeling op basis van het equidistantiebeginsel, waarbij een grens wordt getrokken op gelijke afstand van de kusten van de buurlanden, zoals doorgaans in het zeerecht gebruikelijk is. In 2003 tekenden zij een trilaterale overeenkomst waarin het noordelijke deel van de Kaspische Zeebodem volgens dit principe werd verdeeld. Iran en Turkmenistan verwierpen een soortgelijke aanpak voor de verdeling van de zuidelijke Kaspische Zee. Spanningen over toegang tot betwiste olie- en gasvoorraden leidden meermaals bijna tot militaire confrontaties.
Toen in 2018 een belangrijk akkoord werd gesloten over de verdeling van de bodemschatten, leek het er dan ook heel even op dat de strijd om de Kaspische Zee definitief was beslecht. Niets bleek minder waar. Zo biedt het verdrag Rusland en Iran een juridisch geitenpaadje om de aanleg van trans-Kaspische energie-infrastructuur te dwarsbomen. Beide landen zijn fel tegen dergelijke plannen, omdat de bouw van nieuwe gas-, olie- en waterstofpijpleidingen en een nieuwe onderzeese elektriciteitskabel hun eigen invloed in de regio zou verminderen. Dit is vooral tegen het zere been van Azerbeidzjan, Kazachstan en Turkmenistan, die economisch veel te winnen hebben bij het vergroten van transportcapaciteit richting het Westen.
De rol van Rusland
In belangrijke mate heeft Rusland de sleutel tot de toekomst van de Kaspische Zee in handen. Dit is vooral dankzij de Wolga, die verantwoordelijk is voor zo’n tachtig procent van de watertoevoer van de Kaspische Zee. De rivier vertolkt een hoofdrol in de Russische geschiedenis, cultuur en economie. Ongeveer de helft van de Russische bevolking woont in het Wolga-rivierbekken, en elf van de twintig grootste Russische steden begonnen hun bestaan als fort aan de Wolga.
Maar door de aanleg van een reeks dammen en kanalen, het merendeel aangelegd ten tijde van de Sovjet-Unie, is de watertoevoer van de Wolga aan de Kaspische Zee sterk verminderd. De Wolga is verantwoordelijk voor het merendeel van de drinkwatervoorziening van miljoenensteden als Moskou, Nizjni Novgorod, Kazan, Samara en Volgograd, en in de rivierdelta vindt ook grootschalige landbouwirrigatie plaats. Klimaatverandering speelt een verdere rol: door een afname in neerslag en verandering in neerslagpatronen daalt de watertoevoer aan de Wolga, en een stijging in de temperatuur leidt tot hogere verdamping uit de gigantische stuwdamreservoirs.
De daling van de Kaspische Zeespiegel, mede veroorzaakt door Russisch gebruik van Wolgawater, heeft ook negatieve gevolgen voor Rusland zelf. Moskou heeft de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de zogenaamde Internationale Noord-Zuid Transportcorridor, die Rusland verbindt met Iran, de Perzische Golf en India – deels over de Kaspische Zee. Handelsbetrekkingen tussen Rusland en Iran hebben dankzij de oorlog in Oekraïne sowieso een flinke boost gekregen, nu een deel van de Iraanse munitie en drones die worden gebruikt tegen Oekraïne wordt verscheept over de Kaspische Zee.
Het Russische marineschip Velikiy Ustyug, onderdeel van de Kaspische vloot, vaart in de Kaspische Zee tijdens de 'Ocean-2024' oefeningen, 10 september 2024. Foto: Handout / Russian Defence Ministry / ANP / AFP
Daarnaast dient de zee ook als lanceerplatform voor bommenwerpers en kruisraketten tegen Oekraïne. Als reactie hierop slaagde het Oekraïense leger er begin november 2024 in om met een kamikazedrone de belangrijkste Russische marinebasis in Kaspiysk te raken. De aanval beschadigde naar verluidt het vlaggenschip van de Kaspische Zeevloot en verschillende andere Russische schepen. Rusland had via het Wolga-Donkanaal al een deel van de Zwarte Zeevloot teruggetrokken naar de Kaspische Zee. In combinatie met het neerschieten van een Azerbeidzjaans passagierstoestel door Rusland in december 2024 zorgt de uitbreiding van het conflict in Oekraïne zo voor spanningen in de regio.
De daling van het waterpeil heeft ook invloed op het militaire overwicht van Rusland. De Russische oorlogsschepen in de Kaspische Zee zijn de grootste van alle marineschepen in de regio en hebben relatief diep water nodig om goed te kunnen opereren. Kazachstan daarentegen beschikt momenteel over een groeiende vloot van ondiepe schepen die beter zijn uitgerust om te opereren in het ondiepe noordelijke deel van de Kaspische Zee. Turkije helpt Azerbeidzjan, Kazachstan en Turkmenistan om hun vloot uit te breiden, door schepen te leveren en marine-oefeningen te faciliteren. Dit geeft de kleinere Kaspische oeverstaten de kans om hun zeestrijdkrachten verder aan te sterken, onafhankelijk van Rusland.
Nederlandse betrokkenheid in de Kaspische Zee
Kort gezegd is het in Ruslands belang om de Kaspische Zee bevaarbaar te houden. Zeker in het noordelijk deel, waar de zee grenst aan Rusland en Kazachstan en het minst diep is, zijn de effecten van de krimpende zee groot. Op sommige plaatsen heeft de waterlijn zich al enkele tientallen kilometers teruggetrokken met verwoestijning van de kustgebieden als gevolg. Volledige opdroging van dit deel van de zee blijft een reëel scenario, zelfs volgens de meest optimistische voorspellingen. Havens worden steeds slechter bereikbaar.
Regio's die volgens de voorspellingen voor 2080-2099 worden getroffen door ernstige droogte. Bron: Prange, Wilke, Wesselingh (2020) The other side of sea level change. Communications Earth & Environment 1 (69)
In het huidige geopolitieke klimaat zijn de ecologische problemen rond de Kaspische Zee geen prioriteit. De oeverstaten hebben zich lang verscholen achter de natuurlijke schommelingen in het Kaspische waterpeil en richten zich vooral op symptoombestrijding. Er wordt vol ingezet op het uitbaggeren van havens en vaargeulen, waarvoor veelal Nederlandse bedrijven in de arm worden genomen. Zo begon scheepsbouwer Damen Shipyards in samenwerking met een lokale werf begin 2024 met de bouw van een baggerschip voor het havenbedrijf van Bakoe. Damen verkocht een vergelijkbaar schip aan Turkmenistan en verkent de mogelijkheid om samen met een Turkmeense werf een lokale productielijn voor de bouw van baggerschepen op te zetten. Ook werden gesprekken gevoerd met andere Nederlandse scheepsbouw- en baggerbedrijven. Daarnaast is het Rotterdamse baggerbedrijf Van Oord jarenlang actief geweest voor de kust van Kazachstan, waar het een 72 kilometer lange vaargeul uitbaggerde ten behoeve van de exploitatie van een groot olieveld in de Kaspische Zee.
Uit onderzoek van Follow the Money bleek in juni 2024 dat Van Oord door het OM wordt verdacht van omkoping bij het binnenhalen van opdrachten in Kazachstan. Verder onderzoek door NRC liet in november 2024 zien dat de Nederlandse baggerwerkzaamheden in Kazachstan aanzienlijke milieurisico’s met zich meebrengen. Zo vindt het baggeren vaak plaats in ecologisch kwetsbaar gebied, waar tal van bedreigde diersoorten leven.
Ook spelen er andere dilemma’s. Enerzijds is Europa gebaat bij het aanhalen van economische betrekkingen met de regio, om zo onder andere toegang te krijgen tot de mineralen die nodig zijn voor de Europese energietransitie. Anderzijds doen de Nederlandse bedrijven die actief zijn in en rondom de Kaspische Zee zaken met petrocratische regimes die het niet altijd even nauw nemen met onder meer mensenrechten en persvrijheid. Ook bestaat het risico dat Nederlandse (bagger)schepen, eenmaal verkocht, in Rusland terecht kunnen komen. Ondanks Westerse sancties blijft Rusland een belangrijke handelspartner voor de kleinere Kaspische oeverstaten. Mochten met Nederlandse hulp geproduceerde baggerschepen in Rusland eindigen, dan zou dit de Russische wapenimport uit Iran faciliteren.
Het is maar de vraag in hoeverre de Kaspische Zee in de toekomst bevaarbaar zal blijven. Door de verwachte zeespiegeldaling zal baggeren op de langere termijn weinig uitkomst bieden en dus potentieel grote gevolgen hebben voor de scheepvaart. Daarmee zal het terugtrekkende water op termijn niet alleen een ernstige bedreiging vormen voor handelsstromen en de regionale geopolitieke stabiliteit, maar maakt het de regio ook onleefbaar. Zo zullen de zomers heter worden, terwijl verkoeling vinden steeds moeilijker wordt – zelfs in het sterk vervuilde water bij Bibi Heybat.
Help ons om RAAM voort te zetten
Met uw giften kunnen wij auteurs betalen, onderzoek doen en kennisplatform RAAM verder uitbouwen tot hét centrum van expertise in Nederland over Rusland, Oekraïne en Belarus.