De Duitse politieke en economische elite heeft jarenlang willens en wetens meegewerkt aan een energiebeleid dat Duitsland niet alleen afhankelijk maakte van Russisch aardgas, maar ook de Russische oorlogsbegroting spekte. Dat tonen onderzoeksjournalisten Steffen Dobbert en Ulrich Thiele overtuigend aan in Nord Stream. Wie Deutschland Putins Krieg bezahlt. Hubert Smeets recenseerde het boek, dat sinds begin dit jaar al weken in de bestsellerlijsten staat.
De drijvende opslag- en hervergassingsinstallatie 'Neptune' achter een container met daarop een kaart van de Nord Stream 2 gaspijpleiding. Lubmin, Duitsland, 14 januari 2023. Foto: John Macdougall / ANP / AFP
Duitsland was de afgelopen drie jaar een zwakke schakel in de Europese Oekraïne-coalitie. Hoewel de sociaaldemocratische bondskanselier Olaf Scholz de grootscheepse Russische invasie op 24 februari 2022 meteen een Zeitenwende noemde en met dat woord te kennen gaf dat er iets onherroepelijk was veranderd op het continent, bleef de Duitse regering daarna dralen om de steven volledig te wenden. Met het aantreden van een nieuwe regering onder leiding van de christendemocraat Friedrich Merz zou daarin verandering kunnen komen.
De halfslachtigheid van de vorige Duitse regeringen, die zonder uitzondering werden gedomineerd door CDU en SPD, had veel te maken met het feit dat Duitsland afgelopen kwart eeuw afhankelijk was geworden van aardgas uit Rusland, zo tonen Steffen Dobbert (weekblad Die Zeit) en Ulrich Thiele (tijdschrift Cicero) aan in Nord Stream. Wie Deutschland Putins Krieg bezahlt. Dit boek, dat sinds begin dit jaar al weken in de bestsellerlijsten staat, is de tweede studie in twee jaar tijd waarin onderzoeksjournalisten ondanks tegenwerking van hun hoofdredacties de bestuurlijke en industriële elite in Berlijn een geopolitieke spiegel voorhouden.
Vanaf februari 2022 deed Duitsland niet alsof zijn neus bloedde. Integendeel. Berlijn kwam met veel, heel veel, geld over de brug. Na de Verenigde Staten was de Bondsrepubliek de tweede donateur van Oekraïne. Maar van introspectie was minder sprake. De uitgangspunten van de oude Ostpolitik – van ‘Wandel durch Annäherung’ tijdens de Koude Oorlog via ‘Wandel durch Handel’ tot ‘Wandel durch Verflechtung’ deze eeuw – bleven grotendeels onbespreekbaar. Zo verdedigde voormalig regeringsleider Angela Merkel (2005-2021) vorig jaar in haar memoires de Duitse Ruslandpolitiek van na de Koude Oorlog, hoewel de behoedzame lijn van Berlijn om Moskou vooral niet te tarten de grootschalige Europese oorlog in Oekraïne toch niet had kunnen voorkomen. Als Oekraïne in 2008 wel direct zou zijn toegelaten tot de NAVO, en niet door het bondgenootschap was gepaaid met de Sint-Juttemisformule ‘not wether, but when’, zou dat de Russische aanvalsoorlog eerder hebben bespoedigd dan voorkomen, schreef Merkel ter rechtvaardiging in haar Freiheit. Erinnerungen 1954-2021. Maar in februari 2022 is er wel iets onomkeerbaars gebeurd. In deze ‘nieuwe periode’ moet de NAVO ‘heel snel een geloofwaardig afschrikmiddel creëren’, aldus Merkel.
Haar voorganger Gerhard Schröder (1998-2005), die president Vladimir Poetin van Rusland ooit een ‘loepzuivere democraat’ noemde en jarenlang nauw met deze ‘vriend’ en Russische staatbedrijven samenwerkte, bleef ook na 2022 volhouden dat Duitsland, ondanks de aanval op Oekraïne, vanwege zijn eigen oorlogsverleden de 'veiligheidsbelangen van Rusland niet mag negeren'. Die redenering, die er overigens aan voorbijgaat dat Hitler-Duitsland in de periode 1941-1945 meer mensen heeft vermoord in Belarus (een kwart van de bevolking) en Oekraïne (een zesde) dan in Rusland (een achtste), was tot 2022 in brede kring gemeengoed. Ook bondspresident Frank-Walter Steinmeier bracht voor de invasie een en andermaal de historische schuld van Duitsland tegenover Rusland in stelling om uit te leggen dat Moskou in Berlijn een speciale positie heeft en mag hebben, zonder verder in te gaan op de oorlogsmisdaden van de Wehrmacht of SS in Belarus en Oekraïne.
Wiedergutmachung
Deze behoefte aan politieke Wiedergutmachung jegens het Kremlin kwam echter niet alleen voort uit schuldgevoel. De bijziende Ruslandpolitiek van Berlijn was eveneens economisch gemotiveerd. Trefwoord: Nord Stream.
Over deze gaspijpleidingen door de Oostzee, gebouwd onder auspiciën van het Russische staatsbedrijf Gazprom, gaat Nord Stream. Wie Deutschland Putins Krieg bezahlt. Door de compositie als een quasi-dagboek en door de journalistieke toon is het boek niet altijd even doelgericht en vraagt veel van het geheugen van de lezer. Maar de waardering die het krijgt is niet gek.
De Duitse onderzoeksjournalisten beschrijven in deze studie namelijk hoe de Duitse politieke en economische elite vanaf begin twintigste eeuw willens en wetens heeft meegewerkt aan een energiebeleid dat Duitsland niet alleen afhankelijk maakte van Russisch aardgas, maar dat er ook toe leidde dat de grootste industriële mogendheid van Europa jarenlang de Russische oorlogsbegroting spekte.
Van meet af aan was het doel van Nord Stream om Midden- en Oost-Europa te omzeilen
Van meet af aan was het doel van Nord Stream om Midden- en Oost-Europa te omzeilen. Dat dit niet per ongeluk gebeurde, illustreert de chronologie die Dobbert en Thiele in hun boek presenteren. Het besluit om Nord Stream als directe pijpleiding buiten Oekraïne, Belarus en Polen om aan te leggen, werd genomen in april 2005. Kort daarvoor had in Oekraïne de zogeheten Oranjerevolutie tegen de frauduleuze presidentsverkiezing van Viktor Janoekovitsj plaatsgevonden en was uiteindelijk de meer pro-Europese kandidaat Viktor Joesjtsjenko gekozen. Deze uitkomst in Kyiv was een enorme tegenslag voor Moskou. Het contract voor Nord Stream werd vijf maanden later in september 2005 getekend, vlak voor de Bondsdagverkiezingen die de sociaaldemocraat Gerhard Schröder (SPD) zou verliezen en christendemocraat Angela Merkel (CDU) aan de macht zouden brengen. Kennelijk vertrouwde de socialistische kanselier de afronding ervan niet toe aan de christendemocraten.
Smeergeld en partijdonaties
Voordat de eerste pijpleiding van Nord Stream in 2011 jubelend werd geopend – in bijzijn van de Nederlandse premier Mark Rutte (VVD) - staatsonderneming Gasunie had een belang van 9 procent – vloeide er veel openlijk of bedekt smeergeld: via talrijke Duitse sportclubs (Schalke 04) en cultuurverenigingen (Baltic Sea Philharmonic) of een quasi-milieugroep als de Stiftung Klima- und Umweltschutz MV in de deelstaat Mecklenburg-Vorpommern waar de leiding aan land zou komen. ‘Strategische corruptie’, noemen de auteurs Dobbert en Thiele dat.
In 2023 onthulden journalisten Reinhard Bingener en Markus Wehner van de Frankfurter Allgemeine Zeitung in een boek al dat die gecorrumpeerde verhoudingen jarenlang ook zichtbaar werden in de donaties van met name SPD-functionarissen aan hun partij. Die rezen soms om onverklaarbare redenen de pan uit. Als voorbeeld memoreerden Bingener en Wehner in hun boek het donatiegedrag van Doris Köpf, de vierde vrouw van ex-kanselier Gerhard Schröder die in 2012 een hoge positie verwierf in de deelstaat Nedersaksen en toen ineens veel meer af ging dragen aan de SPD dan voorheen en na scheiding van Schröder plots weer minder.
Waarschuwingen vanuit Kyiv dat Nord Stream ook het politieke doel diende om Oekraïne geopolitiek te verzwakken werden in Berlijn systematisch in de wind geslagen
Alle waarschuwingen vanuit Kyiv dat Nord Stream, naast het commerciële belang van een ongestoorde energievoorziening voor Duitsland, ook het politieke doel diende om de sleutelpositie van Oekraïne als transitland te ondergraven en de onafhankelijke staat zodoende ook geopolitiek te verzwakken, werden in Berlijn systematisch in de wind geslagen. Oekraïne werd door de Duitse elite niet serieus genomen. Om de Duitse industrie en politiek extra argumenten in handen te spelen en Oekraïne in één moeite door verder angst aan te jagen, werd vanuit Moskou op tactische momenten de ‘gasoorlog’ met de zuiderbuur opgevoerd om Kyiv te laten zien dat ongehoorzaamheid tot hogere prijzen zou kunnen leiden. Ook dat opende geen ogen. De onwil om die signalen te onderkennen ging zo ver dat Oekraïense delegaties in Duitsland soms niet eens ordentelijk werden ontvangen.
Stasi-agenten
Voormalige Stasi-agenten, zowel officiële spionnen als ‘informele medewerkers’ en verklikkers, speelden in de voorbereidingen van het project een cruciale rol. Stasi-officier Mathias Warnig, de latere directeur van Nord Stream die met Poetin bevriend was geraakt toen de laatste als KGB’er in Dresden was gevestigd, was niet het enige oliemannetje dat ooit op de loonlijst van de geheime dienst van de DDR had gestaan. In het boek van Dobbert en Thiele wemelt het van ex-spionnen die na de val van de Berlijnse Muur de herfst van 1989 kortstondig op de achtergrond treden maar vervolgens rondom Nord Stream weer opduiken als er mensen onder druk moeten worden gezet of duistere klusjes moeten worden gedaan, zoals het witwassen van geld dat Russische criminele bendes via vastgoed en bedrijven in Duitsland willen stallen. Zelfs voor de serieuze aanwijzingen dat Russische geheime diensten de pijpleidingen bij de aanleg hadden geprepareerd met verbindingen voor eigen operaties had de Duitse contraspionage geen oog.
In het boek van Dobbert en Thiele wemelt het van de ex-spionnen
SPD in handen 'Nordstreamlers'
Hoewel er geen objectieve economische redenen waren te becijferen, werd in 2013 zelfs besloten om nog een tweede pijpleiding onder de Oostzee aan te leggen. De regering in Berlijn stelde zich formeel ‘neutraal’ op tegenover dit ‘commerciële project’ van Gazprom (51%), de Duitse bedrijven E.ON, BASF/Wintershall, OMV en Engie, alsmede Koninklijke Olie Shell (10%).
Maar dat was schijn. De Duitse autoriteiten waren tot hun nek bij beide projecten betrokken. Bijna alle politieke partijen, Die Grüne uitgezonderd, volgden de consensus. Maar één regeringspartij was diep doordrenkt met ‘Nordstreamler’: de SPD.
Dat is op zichzelf geen opzienbarend nieuws. In Die Moskau-Connection hadden de journalisten Reinhard Bingener en Markus Wehner al uit de doeken gedaan hoeveel macht het Kremlin en Gazprom in Duitsland hadden kunnen ontplooien via het politiek netwerk van ex-bondskanselier Schröder. Zijn loyale opvolgers Sigmar Gabriel (minister van Milieu respectievelijk Economische Zaken) en Frank-Walter Steinmeier (minister van Buitenlandse Zaken en nu bondspresident) waren de bekendste namen in deze Rusland-lobby die vanuit Hannover (Nedersaksen) werd aangestuurd. Steffen Dobbert en Ulrich Thiele laten in hun studie nu zien dat nagenoeg de hele SPD decennialang aan de leiband van Gazprom en indirect van het Kremlin liep.
Nagenoeg de hele SPD liep decennialang aan de leiband van Gazprom en indirect aan die van het Kremlin
Aan de top bepaalden de partijmastodonten uit de Koude Oorlogtijd de politieke ideologie die ten grondslag moest blijven liggen aan de speciale band met Rusland na 1989. Ze sloten onbekommerd hun ogen voor de nieuwe realiteit. Zo verklaarde oud-kanselier Helmut Schmidt in 2014 dat de annexatie van de Krim wat hem betreft niet in strijd was met het volkenrecht, een standpunt dat werd gedeeld door partijgenoot/eurocommissaris Günther Verheugen.
Daaronder in de piramide waren sociaaldemocraten zoals de deelstaatspremiers Erwin Sellering en zijn opvolger Manuela Schwesig uit Mecklenburg-Vorpommern als was in de handen van het Russische staatsbedrijf. Lagere partijleden verleenden hand- en spandiensten, bijvoorbeeld door via mediaconsultants het imago van Nord Stream extra op te poetsen en critici verdacht te maken of door fiscale aftrekposten te regelen. Schwesig is sinds 2023 voorzitter van de Bondsraad, de senaat die vanuit de deelstaten wordt gekozen.
Op respectabele media – variërend van Die Zeit en Handelsblatt tot de publieke omroep ARD – had deze gaslobby eveneens invloed. Zo kreeg Steffen Dobbert die veel in Rusland en Oekraïne had gewerkt bij Die Zeit in 2017 een schrijfverbod over Rusland, nadat een ‘belangrijk persoon’ zich hij de hoofdredactie had beklaagd, en kreeg reporter Hubert Seipel via een Russische oligarch geld toegestopt tijdens het maken van een film over Gazprom en Poetin die na de annexatie van de Krim werd uitgezonden zonder dat zijn documentaire gewag maakte van de net begonnen oorlog in Oekraïne.
Ook toen de Russische expansie-oorlog na 2014 niet meer kon worden gebagatelliseerd, ging de invoer van aardgas in Duitsland niet alleen onbekommerd door maar groeide zelfs, net als in Nederland trouwens. Vanaf de annexatie van de Krim en het neerschieten van de MH17 in juli dat jaar tot de grootscheepse invasie acht jaar later kocht Duitsland voor 104 miljard euro aardgas in Rusland. Dat bedrag aan gasimporten was jaarlijks goed voor ongeveer een zesde van het militaire budget van het Kremlin, berekenen Dobbert en Thiele in Nord Stream. Wie Deutschland Putins Krieg bezahlt.
Bankroet Ostpolitik
Het cijfer 104 miljard illustreert het failliet van de leuze ‘verandering door verwevenheid’. De vervlechting van de Duitse democratische politiek met de autoritaire Russische petrostaat had niet zozeer Rusland op weg geholpen richting Europeanisering maar veeleer Duitsland gedegradeerd tot afhankelijke aardgasvazal. De sociaaldemocratische SPD was van hoog tot laag in de partijgelederen in belangrijke mate verantwoordelijk voor deze omkering van de oorspronkelijke strategie ‘verandering door toenadering’.
Duitsland degradeerde tot afhankelijke aardgasvazal
Daarmee verloor de Ostpolitik, die gebaseerd was geweest op wederkerigheid, haar fundament. Het keerpunt, waar de sociaaldemocraat Scholz drie jaar geleden voor waarschuwde, was ook een Zeitenwende voor zijn eigen SPD dat meer dan halve eeuw de Duitse Kremlinpolitiek had kunnen domineren.
In zijn indrukwekkende overzichtswerk Der Russland Komplex. Die Deutschen und der Osten reflecteerde de Duitse historicus Gerd Koenen op die nederlaag meteen na het begin van de grootschalige invasie met een extra hoofdstuk. Rusland had door de eeuwen heen voor Duitsland altijd twee verschillende gezichten gehad: het beangstigende uiterlijk van de autocratische staat of het attractieve innerlijk van de cultuurnatie die Rusland ook was; de vijand die moest worden ingetoomd of bestreden dan wel de woest natie waar de mensen nog echt leefden en niet waren gereduceerd tot kleinburgers. Zowel aan de radicaal rechtse als aan de radicaal linkse kant van het politieke spectrum werd Rusland om deze redenen gevreesd én geadoreerd.
In 2022 kwam aan die dubbelzinnigheid een eind. ‘Van alles wat in Rusland opwindend, aantrekkelijk en interessant gevonden kon worden, is door Poetins besluit tot oorlog en het verbreken van alle betrekkingen amper nog iets overgebleven. Zijn gezuiverde Rusland wil alleen nog angst inboezemen, wil niet meer geliefd zijn en zelfs niet meer alleen begrepen worden’, aldus Koenen in Der Russland Komplex. ‘Hiermee zullen wij [in Duitsland] vooralsnog rekening moeten houden.’
Bibliografie
Steffen Dobbert & Ulrich Thiele. Nord Stream. Wie Deutschland Putins Krieg bezahlt. Klett Cotta (2025), 396 blz. €18,00
Reinhard Bingener & Markus Wehner. Die Moskau-Connection: Das Schröder-Netzwerk und Deutschlands Weg in die Abhängigkeit. C.H. Beck (2023), 304 blz. €17,45
Gerd Koenen. Der Russland Komplex. Die Deutschen und der Osten. Aktualisierte Ausgabe. Mit einen Kapitel ‘Wieder Krieg – eine Nachbetragtung 2022’. C.H. Beck (560 blz). €34,00.
Help ons om RAAM voort te zetten
Met uw giften kunnen wij auteurs betalen, onderzoek doen en kennisplatform RAAM verder uitbouwen tot hét centrum van expertise in Nederland over Rusland, Oekraïne en Belarus.