Ten noorden van Charkiv worden Oekraïense burgers dagelijks geterroriseerd door Russische bommen en drones. Er vinden nu zoveel aanvallen plaats dat dat een gewoon leven niet meer mogelijk is. Onze correspondent Chris Colijn bezocht de dorpen Tsoepivka en Slatyne, op tien kilometer van de Russische grens, waar Russische dronepiloten op 'mensen jagen'.
De plek waar een Russische geleide bom op 24 februari 2025 insloeg op Tsoepivka. Foto: Chris Colijn
‘We hebben geluk dat het slecht weer is, dan hebben we tenminste geen last van FPV (first person view) drones’, begroet dorpsoudste Jevhen Mjatsnykov ons wanneer we aankomen in het dorpje Tsoepivka. Hij heeft het over de kleine onbemande vliegtuigjes die op afstand worden bestuurd door een soldaat die op een schermpje meekijkt.
Aan het front worden deze drones al sinds 2022 gebruikt. Sinds kort vliegen ze ook door de straten van dit vredige, grotendeels verlaten dorpje ten noorden van Charkiv. De onbemande vliegtuigjes jagen op de mensen die er wonen; in Tsoepivka zijn geen Oekraïense soldaten. Ze lijken op de drones die je in een Nederlandse elektronicawinkel kan kopen. De bestuurder kijkt live mee terwijl hij afvliegt op zijn doel. Aan de onderkant van de drone is een granaat of ander explosief vastgeplakt.
Een week voor ons bezoek eind maart vloog zo’n FPV drone nog door de straten van het dorp. Net op dat moment kwam een vrouw haar ouders bezoeken. ‘Godzijdank hoorden ze de drone net op tijd, ze doken weg in verschillende richtingen. Iedereen is gezond en wel’, vertelt Mjatsnykov. Alleen een auto liep schade op. ‘Maar het feit dat dat ding hier vloog. Wat moet er omgaan in het hoofd van de persoon die zo’n toestel bestuurt? “Kijk, daar staan twee vrouwen en een oude opa, laat ik die aanvallen?” ’
Dat de aanval kon plaatsvinden, is erg zorgwekkend, vertelt Mjatsnykov. ‘De FPV’s zijn gemoderniseerd, ze vliegen nu tot wel 25 kilometer.’ Het betekent dat ze bijna de stad Charkiv kunnen bereiken. De dorpen ten noorden van Charkiv, richting de grens met Rusland, worden weer een stukje onleefbaarder.
Dorpsoudste Jevhen Mjatsnykov (rechts) met Ada Wordsworth, oprichter van hulporganisatie KHARPP. Foto: Ada Wordsworth
Tsoepivka ligt op 6 kilometer van de Russische grens, ten noorden van de stad Charkiv. Tot 2022 woonden er nog zo’n duizend mensen, nu zijn dat er 150. Ik bezoek de plaats samen met Ada Wordsworth, de Britse oprichter van hulporganisatie KHARPP. Ze werkt al sinds eind 2022 in de dorpen ten noorden van Charkiv, en houdt zich voornamelijk bezig met het herstel van ramen - het meest kwetsbare onderdeel van een huis.
De afgelopen drie jaar heeft de organisatie bijna 900 huizen gerepareerd in 17 verschillende dorpen. Na een aanval is het voor bewoners van groot belang dat ze snel nieuwe ramen krijgen, vooral als het koud is. KHARPP koopt materialen zoveel mogelijk binnen Oekraïne en laat het werk uitsluitend door lokale vakmensen uitvoeren. Zo krijgt de lokale economie ook een kleine stimulans.
‘Werkelijk iedereen hier gaat door een hel’, vertelt Wordsworth. ‘En uiteindelijk wordt die hel hier het normale leven.’ In Tsoepivka is op 24 februari 2025, op de derde ‘verjaardag’ van de oorlog, een geleide bom van 500 kilo gevallen. ‘Die bom moet een foutje zijn geweest’, zegt een dorpsbewoner cynisch. ‘Hier zijn helemaal geen militairen, waarom zouden de Russen dan een bom op ons dorp gooien?’
Veel huizen staan leeg. Slechts één man kwam bij de aanval om het leven; twee anderen raakten gewond en zijn naar het ziekenhuis gebracht. Het lichaam van de overleden man is nog altijd niet gevonden onder het puin. Een paar dagen na de klap hoorden dorpsbewoners ineens het gemiauw van zijn kat, die onder het puin vandaan wist te klimmen.
Een vijftal huizen werd in één klap weggevaagd, en dertig andere huizen hebben schade. De dorpsbewoners hebben dringend nieuwe ramen nodig, het is koud. De ramen zijn kort na ons bezoek geïnstalleerd - zes weken nadat de aanval plaatsvond. Voor sommige bewoners van Tsoepivka is het de tweede of zelfs de derde keer dat hun ramen eruit vliegen.
Olha Chroestavtsjoek uit Tsoepivka met haar nieuwe ramen, door KHARPP geplaatst. Foto: Chris Colijn
De ramen van Olha Chroestavtsjoek bleven deze keer intact. Ze laat ons de ruiten zien die eerder in haar huis zijn geplaatst. ‘Ik dacht niet dat ik dit ooit nog zou meemaken. Wat een ramp!’ Ze vluchtte net voordat de Russen het dorp in maart 2022 innamen. ‘Toen ik later dat jaar [na de bezetting] weer terugkwam naar huis, waren alle ramen kapot. Ik had geen dak meer. De plafonds waren naar beneden gekomen. Het behang was van de muren. Maar ik kwam hier terug, want het is toch van mij. Dit is van mij. Ik ging op mijn bed liggen en dacht: ik ben thuis!’ Ze knapte haar huis weer helemaal op, met hulp van hulporganisaties zoals KHARPP en met ondersteuning van dorpsoudste Mjatsnykov. ‘We hebben geluk met zo’n dorpsoudste, hij is geweldig. Je kan hem dag of nacht bellen, en hij komt helpen.’
Russische bezetting
Tsoepivka is in de eerste maanden van de invasie bezet door het Russische leger. Veel dorpsbewoners vertrokken vlak voor of tijdens de bezetting, net als Olha Chroestavtsjoek. ‘Op een gegeven moment woonden hier nog maar acht mensen’, vertelt dorpsoudste Mjatsnykov.
Zelf dook Mjatsnykov onder in het nabijgelegen dorpje Proedjanka, wat lange tijd in een ‘grijze zone’ lag: het was niet meer in Oekraïense handen, maar ook niet helemaal bezet door de Russen. Russische soldaten gingen meerdere keren op zoek naar de dorpsoudste, klopten aan bij verschillende dorpsbewoners om informatie in te winnen. Mjatsnykov stuurde zijn gezin verder weg, maar besloot zelf om dichtbij huis te blijven. ‘Het is één ding als ik zelf was gepakt, maar als mijn gezin in Russische handen was gevallen.... ik dreigde met een echtscheiding als mijn vrouw niet met onze kinderen zou vertrekken uit het dorp.’
Na de bezetting keerde een handjevol mensen terug - omdat dit hun thuis is, maar ook omdat ze niet echt een andere plek hadden om naartoe te gaan. Sommige gezinnen wonen hier al generaties lang. Dit stuk land, op zes kilometer van de Russische regio Belgorod, is hún land. Dit zijn hún huizen.
Om te zorgen dat het gebied leefbaar blijft, hebben de bewoners allereerst daken en ramen nodig. Met hulp van kleine hulporganisaties zoals KHARPP en een beetje steun van de straatarme Oekraïense overheid proberen de overgebleven bewoners er het beste van te maken - in de wetenschap dat er op elk moment weer een bom kan vallen, en dat hun huis op elk moment in puin kan liggen. Van buitenaf lijkt het onbegonnen werk om in zo’n gebied reparaties uit te voeren, maar voor de dorpsbewoners is het van levensbelang - anders kunnen ze niet in hun eigen huis wonen.
Thuis bij een inwoner van Slatyne. Hier gingen de ramen onlangs kapot toen een geleide bom vijftig meter verderop insloeg. Foto: Chris Colijn
Geleide bommen op Slatyne
Het aantal aanvallen neemt de afgelopen maanden steeds verder toe. Afgelopen weekend, op 12 april, vond er opnieuw een aanval plaats met twee geleide bommen - deze keer op het grotere dorp Slatyne, vijf kilometer ten zuiden van Tsoepivka. Drie mensen raakten gewond, en acht gebouwen zijn beschadigd. De aanval wordt onderzocht als mogelijke oorlogsmisdaad. Op maandag 14 april, vielen er opnieuw drie geleide bommen op Slatyne. En op 15 april nog eens twee. Met elke aanval wordt het gebied minder leefbaar, worden huizen verwoest en beschadigd. En met elke aanval raken minstens een aantal mensen gewond. Het lijkt een oneindige cyclus van verwoesting.
Gevolgen van een aanval met geleide bommen op Slatyne, 12 april 2025. Foto: Gemeente Derhatsjy
Geleide bommen zijn een ware plaag. Voor Rusland zijn ze goedkoop om te produceren, omdat ze relatief simpel zijn: een groot explosief met vleugels en een simpel navigatiesysteem, vanuit een vliegtuig afgevuurd op tientallen kilometers van het doelwit. Voor de Oekraïense luchtverdediging zijn ze bijna niet te onderscheppen. Ze zijn effectief in het vernietigen van statische doelen zoals bruggen, bunkers en wapendepots. Maar waar de geleide bommen in eerste instantie bedoeld waren om militaire doelen te vernietigen, worden ze ook veel gebruikt om burgers langs de frontlinie te terroriseren.
Het enige wat Oekraïne er tegen zou kunnen doen is proberen om de Russische vliegtuigen op afstand te houden die de bommen afvuren, bijvoorbeeld met geavanceerde westerse luchtverdedigingssystemen of gevechtsvliegtuigen. Maar aan zulke luchtafweersystemen is een tekort, al helemaal omdat de Verenigde Staten niet bereid zijn om zulke installaties te leveren - zelfs niet als Oekraïne ze zou kopen.
De bommen vallen langs het gehele duizend kilometer lange front. ‘Ze zijn een van de belangrijkste redenen waarom het aantal doden en gewonden in 2024 met dertig procent toenam ten opzichte van 2023’, zei Danielle Bell, hoofd van de VN monitoringsmissie, in januari. Ze noemt geleide bommen ‘een van de grootste bedreigingen voor burgers in steden langs de frontlinie.’
Van de geleide bommen die in deze dorpen vallen, ontploft slechts ongeveer de helft. De andere helft belandt in achtertuinen of velden, en blijft levensgevaarlijk. Dat gebeurde bijvoorbeeld op 12 april in Slatyne, zoals te zien op de onderstaande foto. Het projectiel moest voorzichtig worden verplaatst, om vervolgens onschadelijk te worden gemaakt.
Een onontplofte geleide bom in Slatyne, op 12 april 2025. Foto: Gemeente Derhatsjy
Staakt-het-vuren?
Dorpen zoals Tsoepivka en Slatyne snakken naar een einde aan de terreur, want onder de huidige omstandigheden zijn ze nagenoeg onleefbaar. In dat opzicht zou een algeheel staakt-het-vuren, zoals in maart afgesproken tussen Oekraïne en de Verenigde Staten, hier voor verlichting zorgen. Maar Rusland wijst een totale gevechtspauze van de hand. Er geldt nu officieel een moratorium op aanvallen tegen de energie infrastructuur (al is deze ruim dertig keer geschonden), en tegen aanvallen op de Zwarte Zee. Maar daar heeft de bevolking in Charkiv niets aan.
‘Wat hebben die gesprekken over een staakt-het-vuren met ons te maken?’, vraagt Jevhen Ivachnenko zich af, de dorpsoudste van Slatyne. ‘Wij worden hier nog steeds gebombardeerd, wij hebben hier geen energiecentrales staan, en we wonen ver weg van de Zwarte Zee’, zegt Jevhen Ivachnenko, de dorpsoudste van Slatyne.
School in Slatyne, verwoest door een geleide bom. Foto: Chris Colijn
Er rijst nog een andere vraag: als er wél een langdurige gevechtspauze komt, komt er dan ook een gedemilitariseerde zone rondom het front?
Dat stelt Keith Kellogg bijvoorbeeld voor, de gezant van Donald Trump voor Oekraïne. De vraag is of mensen in zo'n 'bufferzone' mogen blijven wonen, of dat de frontlinie een volledig verlaten gebied moet worden, zoals in Korea het geval is. Voor de bewoners van deze dorpen zou het een ramp zijn: er mag dan wel vrede zijn, maar zij zijn dan alsnog alles kwijt. Het is een vraag waar voorlopig geen antwoord op is, maar die wel boven het frontgebied hangt.
Dat het aantal aanvallen in de regio de afgelopen maanden is toegenomen, stelt ook hulporganisatie KHARPP voor een keuze: is het wel zinvol om ramen te blijven repareren als er elke dag weer geleide bommen vallen? En is het wel veilig om ramenzetters op pad te sturen naar dorpen zoals Tsoepivka als er een reële kans bestaat dat een FPV drone achter ze aanjaagt? Daarom heeft de organisatie besloten om de komende maanden geen ramen te installeren. De organisatie richt zich de komende maanden op andere projecten, zoals het verbeteren van de huisvesting van vluchtelingen binnen Oekraïne.
Help ons om RAAM voort te zetten
Met uw giften kunnen wij auteurs betalen, onderzoek doen en kennisplatform RAAM verder uitbouwen tot hét centrum van expertise in Nederland over Rusland, Oekraïne en Belarus.